HOOFDSTUK 4 Globalisering in Azië §1 Regio in beeld

advertisement
HOOFDSTUK 4 Globalisering in Azië
§1
Regio in beeld: Oost- en Zuidoost-Azië
Basisboek 112 Bevolkingsdiagram
u
Een bevolkingsdiagram (of [bevolkingspiramide]) is een staafdiagram met de
leeftijdsopbouw van de bevolking. Elke staaf stelt een leeftijdsgroep voor en elke staaf is
gesplitst in een mannen- en een vrouwendeel.
˜
De aantallen worden aangegeven in [absolute] en [relatieve] getallen.
§2
China, de fabriek van de wereld
Basisboek 190 Globalisering
u
Globalisering (ook wel [internationalisering] en [mondialisering]) is het doorgaande proces
van [internationale uitwisseling van geld, goederen en informatie].
˜
De drijvende kracht achter de globalisering is de [economie]. Bedrijven zoeken plaatsen met
een zo goedkoop mogelijke [productie]. Ook is er meer [concurrentie] door het afbreken van
[tariefmuren].
˜
Op politiek en sociaal terrein worden ideeën tussen culturen uitgewisseld en toegepast.
Basisboek 191 Multinationale ondernemingen
u
Multinationals (MNO’s) zijn bedrijven met [vestigingen in verschillende landen].
˜
Multinationals zijn zowel[ industriële] ondernemingen als [diensten]bedrijven.
˜
Wereldwijd zijn er meer dan 65.000 multinationals met heel veel kennis en kapitaal.
De vestigingskeuze in een bepaald gebied wordt bepaald door economische factoren, zoals
[lonen] en [opleidingen] en politieke factoren, zoals [wetgeving] en [medewerking van de
overheid] in dat gebied.
§3
Globalisering en ongelijkheid
Basisboek 117 Immigratie en emigratie
u
Migratie bestaat uit [binnenlandse] en [buitenlandse] migratie. [Emigratie] is het verlaten
van een land. [Immigratie] is het binnenkomen van een land.
˜
Mensen hebben verschillende redenen om van het ene land naar het andere land te
verhuizen.
¢
Redenen om te vertrekken noem je [pushfactoren] of afstotingsfactoren..
¢
Redenen die een ander gebied aantrekkelijk maken heten [pullfactoren] of
aantrekkingsfactoren.
Basisboek 184 Het percentage stedelingen
u
Het percentage stedelingen in een land noem je de [urbanisatiegraad].
˜
De migratie van het platteland naar de stad noem je [ruraal-urbane] migratie. De snelheid
waarmee de urbanisatiegraad toeneemt, noem je het[ urbanisatietempo].
˜
Veel steden in ontwikkelingslanden kunnen de snelle verstedelijking niet aan.
¢
Dat is te zien in het ontstaan van[ krottenwijken], die worden gemaakt van afvalmaterialen.
Deze krottenwijken worden daarom ook wel [bidonvilles] genoemd.
§4
Globalisering en milieu
Basisboek 89 Aantasting, vervuiling, uitputting
u
Er zijn drie vormen van milieuproblemen waarbij de mens een rol speelt:
˜
[Milieuvervuiling] (of –verontreiniging): teveel schadelijke stoffen in het milieu.
˜
[Milieu-uitputting]: opraken van natuurlijke voorraden.
˜
[Milieuaantasting]; grote veranderingen in landschappen en ecosystemen.
Basisboek 98 Bodemerosie
u
Bodemerosie is het [wegspoelen] of [wegwaaien] van de bovenste [vruchtbare] bodemlaag.
˜
Bodemerosie door water is het grootst in gebieden met veel [reliëf]. [Begroeiing] verlaagt de
kans op bodemerosie.
˜
Bodemerosie door wind is het grootst in [droge gebieden]. De wind heeft op kale bodem vrij
spel, waardoor enorme [stofstormen] kunnen ontstaan.
Basisboek 99 Ontbossing en waterhuishouding
u
Bossen zorgen voor de [levering van hout], een [variatie aan planten- en diersoorten] en
voor een goede [waterhuishouding].
˜
Ontbossing zorgt ervoor dat regendruppels regelrecht op de [bodem] neerkomen en het water
[sneller] naar beneden stroomt. Het water neemt onderweg los zand mee, waardoor
bodemerosie ontstaat.
§5
Japan en andere tijgers
Basisboek 5 Menselijke factoren
u
Er zijn vier groepen menselijke factoren
˜
[Economische] factoren: manier waarop geld wordt verdiend
˜
[Culturele] factoren: te maken met de cultuur van de groep
˜
[Demografische] factoren: over de omvang en samenstelling van de bevolking
˜
[Politieke] factoren: over de wetten en regels in het land
Basisboek 171 Verschillen in ontwikkelingspeil
u
Landen met een laag ontwikkelingspeil heten ontwikkelingslanden (ook wel [derde wereld] of
het [Zuiden] genoemd). Landen met een hoog ontwikkelingspeil heten ontwikkelde landen
(ook wel [industrielanden] of het [Noorden] genoemd).
˜
De verschillen in ontwikkeling tussen gebieden kun je omschrijven als [regionale
ongelijkheid].
Basisboek 179 Beroepsbevolking in de eerste sector
u
In een ontwikkelingsland werken veel mensen in de [landbouw].
˜
In arme landen zijn boerenbedrijfjes [zelfverzorgend]: een boer verbouwt zijn eigen voedsel.
In rijke landen zijn boeren commercieel: al hun producten zijn bestemd voor [de handel].
˜
De omwenteling op het Aziatische platteland, door het gebruik van [nieuwe rijstsoorten],
wordt [Groene Revolutie] genoemd. De boeren houden meer rijst over om te verkopen op de
markt: [commercialisering]
˜
Mechanisatie is het [vervangen van arbeid van mensen en dieren door machines].
Download