Toekomst van een Ontwerpen voor sporters en zwemmers: Erik Slangen en Jakko Koenis willen niets anders. Samen bliezen ze nieuw leven in een dertig jaar oud architectenbureau en laten het evolueren. De door hun voorgangers opgebouwde unieke kennis over sportgebouwen en zwembaden brengen ze nu ook in het buitenland in de praktijk. — tekst Robert-Jan de Kort 58 — architectenweb Foto’s: Marcel van der Burg niche In Voorthuizen heeft Slangen+Koenis een zwembad ontworpen waarin de bekende heldere architectuur van het bureau gecombineerd is met gekromde vlakken. architectenweb — 59 Tien jaar geleden zette Jakko Koenis, samen met zijn compagnon Erik Slangen, de eerste stappen naar de overname van het architectenbureau van zijn vader Johann Koenis. Het dertig jaar oude bureau Koppert + Koenis heet dan ook sinds twee jaar Slangen + Koenis. Het bedrijf, gevestigd in IJsselstein, behelst van oudsher een mix van architectuur, bouwtechniek en goede zakelijke contacten, en had een stevige positie in de markt van sportgebouwen en zwembaden. Koenis senior was de architect en Koppert de zakelijk directeur. Jakko Koenis: “Toen we het bureau overnamen zaten we met een enigszins ingeslapen organisatie, maar wel één die hele goede gebouwen kon maken.” Ze besloten nieuw leven in het bureau te blazen, maar wel door te gaan op de oude weg, ditmaal met Slangen als de creatieve en Koenis als de zakelijke partner. Niche Slangen en Koenis zweren bij de specialisatie van hun bureau in sportgebouwen en zwembaden. In die categorieën grossiert het bureau. Vaak betreft het complexen waarin sporthal en zwembad gecombineerd zijn. Koenis: “Het is een interessante niche met elke keer een unieke opgave waarin je de kans krijgt om een gebouw van het voorplein tot de 60 — architectenweb “Het is iedere keer een unieke opgave waarin je de kans krijgt om een gebouw van het voorplein tot de kleinste details vorm te geven” kleinste interieurdetails vorm te geven.” Aan andere gebouwtypen werkt het bureau niet of nauwelijks. Slangen: “We doen momenteel wel een villa en een bedrijfsgebouw, maar daar ligt niet onze kern. Alle kennis die we hebben is er op het gebied van sport. Voor dat type gebouwen hebben we alles paraat.” Grote voorbeelden in de architectuur hebben Slangen en Koenis niet. Slangen: “We kijken niet zozeer naar werk van anderen. Ik wordt geïnspireerd door het bouwen zelf. Alles wat gematerialiseerd is heeft mijn interesse; bijvoorbeeld een bepaalde scharnier of de toepassing van een materiaal. Dat Links Met zijn gekromde leistenen gevel buigt het zwembad in Voorthuizen mee met de naastgelegen rondweg. Rechts Breed zicht vanuit het café op het zwembad in Voorthuizen. hoeft niet eens in een gebouw te zijn. Dit komt vooral omdat in ieder van onze projecten iets op dat schaalniveau moet worden opgelost of uitgevonden. Koenis: “Omdat onze projecten publieksgebouwen zijn, ben ik veel bezig met het analyseren van publieksgedragingen, bijvoorbeeld recent in de Markthal. Dan kijk ik naar schaalsprongen, de sequentie van ruimtes van het publieke domein naar binnen. Ook vraag ik me dan af: wat snappen mensen niet aan een ontwerp? Deze observaties zijn belangrijk, omdat de eindgebruikers van onze projecten zelden in het proces worden betrokken. De werknemers van een zwembad of sporthal zijn voordat het gebouw er staat vaak nog niet in beeld.” Altijd een uniek gebouw De ontwerpen van Slangen + Koenis zijn zeer divers vormgegeven. Meestal betreffen het orthogonale bouwvolumes, maar recent opende in Voorthuizen een zwembad waarvan het volume verwijst naar een uitgeholde steen. De gevel van antraciet leisteen is aan een zijde con- “Omdat het publieks gebouwen zijn, ben ik veel bezig met het analyseren van publieksgedragingen” caaf gekromd en relateert daarmee aan de kromming van een nieuwe, nabijgelegen rondweg. Alle projecten kenmerken zich zowel in hun verschijning als in hun ruimtelijkheid door een hoge mate van lichtheid en openheid. Ook valt de ver doorgedreven detaillering op. Vaak wordt gebouwd met zorgvuldig samenBoven en onder Het zwembad De Geusselt, dat Slangen+Koenis in Maastricht heeft ontworpen, is volledig opgebouwd uit Cradle to Cradle-materialen. gestelde industriële bouwelementen. In de meeste projecten zijn de draagconstructie en de installaties in het zicht gelaten en daarmee onderdeel van de architectuur. In zwembad De Geusselt in Maastricht zijn verdiepingshoge houten vakwerkliggers prominent aanwezig. Verder wordt hout ook veel toegepast in de interieurafwerking. In het zwembad in Voorthuizen zorgt een glooiend plafond van houten latten voor een zachte voortzetting van de gekromde vormentaal van de leistenen gevel. De interieurs bieden vaak royaal uitzicht op de omgeving. Opererend als bouwmeesters Het bureau heeft naast architecten ook constructieve, juridische, kosten- en bestekexpertise in huis. Daarmee wil > architectenweb — 61 “Om het proces te beheersen moet je als bureau een zo breed mogelijk dienstenpakket aanbieden” het bureau de oude positie van de architect als bouwmeester weer innemen. Koenis: “Er moet meestal tegen beperkte budgetten een complex gebouw gerealiseerd worden. Om dat proces te beheersen moet je als bureau een zo breed mogelijk dienstenpakket bieden; van de eerste haalbaarheidstudies tot de kostenbeheersing en de directievoering over de bouw.” Tevens vragen sportgebouwen en zwembaden om speciļ¬eke kennis over bijvoorbeeld klimaatsinstallaties en tegels. Vlak na de overname werd wel getracht om oude dogma’s te doorbreken. Zo pasten ze in een zwembadproject roestvast stalen beslag (in plaats van aluminium) en donkergrijze (in plaats van lichte) tegels toe. Nadat er toch corrosie optrad op het staal en de tegels als snel te kampen hadden met zichtbare kalkaanslag beseften ze dat de oerdegelijke kennis van het bureau over sportgebouwen en zwembaden er niet voor niets is. Door het bouwproces goed in de vingers te hebben kunnen er tevens veel onderhuidse technische innovaties in de gebouwen worden verwerkt. Zoals in het zwembad De Geusselt in Maastricht dat volledig uit Cradle to Cradle-materialen in opgebouwd. Zo werd voor het beton Boven de constructie van een oud gebouw ver- In zwembad De Geusselt zijn binnen gruisd om opnieuw als basis te dienen voor het cement en ontwikkelde tegelfa- verdiepingshoge houten vakwerken brikant Mosa een recyclebare tegel. toegepast. Ook kan het bureau in een hoog tempo werken. Een voorbeeld hiervan is Linksonder en rechtsonder het Sportcentrum Helsdingen dat door Om Sportcentrum tijdsdruk in veertien maanden gebouwd Helsdingen in moest worden. Slangen en Koenis veertien maanden te wisten wat dit betekende voor het niveau kunnen bouwen koos Slangen+Koenis er van afwerking. Slangen: “Als we hier voor een industriële een hoog afwerkingsniveau gewild had- constructie en afwerking. den, zou het bouwproces vier tot vijf maanden langer geduurd hebben”. Dus seren. Door een hoogteverschil in het stelde het bureau de ruimtelijkheid als landschap konden de sporthal en het doel en zocht het naar een innovatieve zwembad ingebed worden in het landmanier om het programma te organischap en hoefde er geen dure kelderbak gemaakt te worden. Het resultaat is een compact, industrieel ogend gebouw met veel zichtrelaties tussen de sporters en de zwemmers en tussen de interieurs en het omliggende landschap. Soms gebrekkige kennis bij opdrachtgevers Slangen en Koenis dichten opdrachtgevers een voorname rol toe in het proces. Vaak zijn het gemeentelijke instanties. Voor hen is het bouwproces een eenmalige gebeurtenis. Samen met opdrachtgevers kijken ze hoe ondanks een beperkt budget een hoog niveau gehaald kan worden. Koenis: “Nadeel is dat de kennis vaak verdwenen is bij deze opdrachtgevers. Dan wordt er een procesmanager ingehuurd om de aanbesteding vorm te geven. Maar dan blijkt dat de ingehuurde kennis niet up-to-date is. De programma’s van eisen die door externe 62 — architectenweb “Een PvE dat kennis uit de markt wil halen, hoeft niet meer dan twee bladzijden te beslaan” adviseurs worden opgesteld zijn meestal gebaseerd op gerealiseerde projecten. Als je bedenkt dat de voorbereiding van een project drie jaar kost en het ontwerp en de bouw ook drie jaar, dan heb je het dus over zes jaar oude kennis. Het programma van eisen wordt vervolgens helemaal dichtgetimmerd, terwijl een programma van eisen dat kennis uit de markt wil halen niet meer dan twee bladzijden hoeft te beslaan. > architectenweb — 63 Boven In Almere wordt bovenop het standaard 2521-zwembad ook nog een sporthal gebouwd. Slangen: “Hoe het ook wordt gesteld in het programma van eisen: wij gaan altijd op de rand zitten en zoeken naar de vraag achter de vraag. Uiteindelijk moet je altijd proberen mensen te verrassen met ruimtelijke oplossingen.” Ontwikkeling standaardtype zwembad Ondanks het uitgesproken plezier en de overduidelijke kunde in het bouwen van custom-made sportgebouwen en zwembaden zijn Slangen en Koenis inmiddels een nieuwe weg ingeslagen: die naar standaardisatie. In 2010 werd gestart met de ontwikkeling van een nieuw concept: een standaardtype zwembad. Het project draagt de titel 2521, naar de standaard badmaat, en is in nauwe samenwerking met de Koninklijke Nederlandse Zwembond (KNZB) tot stand gekomen. Het gebouw draagt de heldere signatuur van Slangen + Koenis en is ontworpen om onder meer dertig procent minder energie te gebruiken en lage onderhoudskosten te hebben. 2521 speelt in op een tekort aan goede zwemvoorzieningen, terwijl het bouwen van een zwembad voor een zwemvereniging vaak te duur is. Koenis: 64 — architectenweb Slangen en Koenis hebben de afgelopen jaren een standaard zwembad ontwikkeld: 2521 “2521 vormt de motor voor de internationale expansie van ons bureau” Boven en midden Slangen+Koenis won onlangs de tender voor het nationale zwemstadion in de Litouwse hoofdstad Vilnius. Linksonder en rechtsonder Het eerste 2521-zwembad is gerealiseerd in Alblasserdam. “De standaardisatie richt zich op het segment in de markt dat nu ofwel te maken krijgt met prijsvechters ofwel met te dure aanbieders.” Het concept slaat aan. De eerste 2521 werd gerealiseerd in Alblasserdam. Momenteel wordt gebouwd in Culemborg en Almere. De nieuwste betreft een 2521-bad met daarop een sporthal. Het project in Almere laat daarmee zien dat het concept goed is uit te breiden met aanvullende functies. Koenis: “Standaardisatie is enerzijds een bedreiging voor ons werk, anderzijds vormt het de motor voor de internationale expansie van ons bureau. Bijvoorbeeld in Scandinavië waar gewerkt wordt met hogere budgetten dan in Nederland is toch veel interesse in meer betaalbare oplossingen. Internationale delegaties komen nu naar IJsselstein om kennis te nemen van onze zwembadexpertise.” Het blijft niet bij kennisoverdracht alleen. De eerste 2521-zwembaden worden momenteel gebouwd in Duitsland en in Polen. Ook werkt het bureau nu in Litouwen. Na een eerste gewonnen tender voor een 50-meter bad in Klaipeda werd er recentelijk een zeer prominent project gewonnen: het nationale zwemstadion in de hoofdstad Vilnius. Daarmee is er een vruchtbare wisselwerking tussen het standaardproduct en de speciaal gemaakte ontwerpen van het bureau en hebben Slangen en Koenis op geslaagde wijze een veelbelovende nieuwe toekomst gegeven aan een oude praktijk. — architectenweb — 65