Les 1 Type les Doelen Observaties Getallen en bewerkingen Verder verkennen van getallen in het getallengebied tot 100. Kan de leerling betekenis geven aan de getallen (tot 100) in de afgebeelde contexten? Verder verkennen van het positioneren van getallen (tot 100). Kan de leerling willekeurige getallen (tot 100) op de gestructureerde getallenlijn positioneren? Verder verkennen van het representeren van getallen (tot 100). Kan de leerling een getal (tot 100) met behulp van munten van 10, 5, 2 en 1 cent representeren in tienen, vijven, tweeën en enen? • Verder verkennen van het splitsen van getallen (tot 24). Kan de leerling getallen (tot 24) in drieën splitsen en deze splitsingen in de vorm van sommen symboliseren? • Verder verkennen van getallen links en rechts van willekeurige getallen (tot 100). Kan de leerling getallen links en rechts van willekeurige getallen (tot 100) bepalen en schrijven? Oefenen van het tellen van gestructureerde hoeveelheden. Kan de leerling gestructureerde hoeveelheden (tot 100) tellen met grote sprongen van 10, kleine sprongen van 5 en grote stappen van 2? • 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 Getallen en bewerkingen Getallen en bewerkingen Meten en oriëntatie in de ruimte Meten en oriëntatie in de ruimte Getallen en bewerkingen Getallen en bewerkingen • • • Getallen en bewerkingen Meten en oriëntatie in de ruimte Meten en oriëntatie in de ruimte Getallen en bewerkingen Getallen en bewerkingen • Kan de leerling 2 bakjes vergelijken en aangeven in welk bakje meer blokjes passen? Oefenen van het samenstellen van bedragen tot 100 cent. Kan de leerling met munten van 5, 10, 20 en 50 cent een bedrag leggen tot 100 cent? Verkennen van het tellen met munten van 5, 10, 20 en 50 cent tot 100. Kan de leerling bedragen tot 100 cent tellen in sprongen van 5, 10, 20 en 50? Verder verkennen van het halveren en verdubbelen van hoeveelheden. Kan de leerling tienen (tot 100) halveren, tienen (tot 50) verdubbelen en de resultaten in de vorm van sommen symboliseren? Automatiseren van het splitsen van getallen (tot 24). Kan de leerling getallen tot 24 vlot splitsen? Verder verkennen van het splitsen van getallen (tot 100). Kan de leerling tientallen (tot 100) splitsen en deze splitsingen in de vorm van sommen symboliseren? Automatiseren van het halveren en verdubbelen. Kan de leerling getallen tot 24 vlot halveren en getallen tot 12 vlot verdubbelen? Oefenen van formeel noteren van splitsingen (tot 24). Kan de leerling splitsingen van getallen (tot 24) in de vorm van sommen symboliseren? Oefenen van formeel noteren van erbij- en weg-situaties (tot 24). Kan de leerling erbij- en weg-situaties (tot 24) in de vorm van sommen symboliseren? Oefenen van kloktijden. Kan de leerling vlot minuten voor en over het hele en halve uur tellen in stukjes van 5 minuten? Oefenen van het tijdsbesef van 5 minuten. Kan de leerling globaal aangeven of een alledaagse activiteit korter dan, langer dan of even lang als 5 minuten duurt? Verkennen van het construeren van een doosje. Kan de leerling een doosje maken van een eenvoudige bouwtekening? Verkennen van de relatie tussen oppervlakte en inhoud. Kan de leerling 4 doosjes vergelijken en aangeven in welk doosje meer blokjes passen? • Oefenen van het optellen van de getallen 10, 5, 2 en 1. Kan de leerling in een spelsituatie (met 5 ballen) de getallen 10, 5, 2 en 1 vlot optellen en de resultaten symboliseren en vergelijken? • Verder verkennen van het vergelijken van getallen. Kan de leerling bepalen of getallen minder dan of meer dan 100 zijn? • Verder verkennen van het symboliseren van hoeveelheden. Kan de leerling een getal (tot 100) met behulp van munten van 10, 5, 2, en 1 cent symboliseren in tienen, vijven, tweeën en enen? Automatiseren van het optellen en aftrekken (tot 24). Kan de leerling erbij- en weg-sommen (tot 24) vlot uitrekenen? Oefenen van het positioneren van getallen (tot 100). Kan de leerling willekeurige getallen (tot 100) op de gestructureerde getallenlijn positioneren? Oefenen van structurerend tellen. Kan de leerling vanaf willekeurige getallen verder tellen met grote sprongen van 10, kleine sprongen van 5 en grote stappen van 2? Verkennen van (nog een keer) halveren/verdubbelen in een geldcontext. Kan de leerling geldbedragen tot 1 euro (nogmaals) halveren/verdubbelen? Verkennen van de cirkelgraļ¬ek. Kan de leerling (herhaalde) halveringen en verdubbelingen noteren in een cirkelgraļ¬ek? Oefenen van het samenstellen van bedragen tot 100 cent. Kan de leerling met munten van 5, 10, 20 en 50 cent een bedrag leggen tot 100 cent? Oefenen van het tellen met munten van 5, 10, 20 en 50 cent. Kan de leerling bedragen tot 100 cent tellen in sprongen van 5, 10, 20 en 50? Getallen en bewerkingen Meten en oriëntatie in de ruimte Toets en spel Kan de leerling 2 oppervlakten vergelijken en aangeven welke groter of kleiner is? • • 15 Oefenen van het vergelijken van oppervlakte. Verkennen van de relatie tussen oppervlakte en inhoud.