hoofdstuk 1 - studiant.be

advertisement
HOOFDSTUK 1
Voorwoord
Waarom ethiek in een onderneming?
 men mag veel vragen aan het personeel maar niet alles, anders komt men te vermoeid
thuis en gaat ook de omgeving (relatie) stuk. Als de werknemer zich thuis ook nog
goed voelt gaat men automatisch goed presteren op het werk ook.
 “het bedrijf rendeert als men op een ethische manier met de werknemers omgaat dus
wil dit ook zeggen dat men een positieve waarding moet hebben voor de werknemer
EN zijn leefmilieu”
positief
morele integriteit : het is het nieuwe sleutelwoord. = nieuw sociaal contract tss onderneming
en samenleving, waarde vd mens wordt herondekt. ( kortom men moet ervoor zorgen dat wn
graag komt werken, en dus geen stress en werkdruk heeft...)
negatief = stress en werkdruk
Inleiding
Bedrijfsethiek begint met
 morele verontwaardiging = “ dit kan niet meer”.
Deze morele verontwaardiging zal geanalyseerd worden en beoordeeld worden door de ethiek
Bij de analyse mag men er niet eenzijdig tegenover staan. Met moet zijn analyse maken ten
opzichte van 2 kanten. Zowel van de werkgever als de werknemer.
Bij juridische aansprakelijkheid wordt men beoordeeld of men al dan de wet heeft overtreden
Bij morele aansprakelijkheid zal men iemand beoordelen of men enkel zijn ethiek toepast om
winst te bekomen of toch omdat men zich bekommert om het welzijn van de mens
Standpunt van de ondernemer
1. descriptieve ethiek : analyseren : beschrijven zonder te oordelen
a) economisme : (dit is geen goede visie op ethiek en ondernemen)
 economisch, rationeel en efficiënt denken is goed voor deze gedachte, als men
goed gewerkt wordt moeten we ons geen zorgen maken volgens het standpunt van
het economisme
b) idealisme (dit is geen goede visie op ethiek en ondernemen)
 dit is het idee van de wereldverbeteraar
 de redenering van de werknemer die te pas en te onpas met de vragen op rijst over
wat goed is , prekerig
c) reformisme = goede visie
 we kiezen voor de meest menselijke oplossing die in de gegeven omstandigheid
mogelijk is.
2. normatieve ethiek : oordelen vanuit normen (=gestolde wijsheden?) deze normen kunnen
positief en negatief zijn -> Geboden en verboden
Vb van een norm : men moet de anderen behandelen zoals men zelf behandeld wil
worden
a) begrenzing voor bedrijf en voor het personeel is van belang om te weten wat wel en
niet mag en kan
vb van concrete normen : geen enkele bediende mag zijn familielid in zakelijke
relaties fooien
b) fundamentele visie: de norm kun je maar hard maken als ze kaderen in de nood van
het bedrijf. Uitstekend middel= opdrachtverklaring of bedrijfsfilosofie
c) Via deugd van prudentie : dit is de kunst, het talent en de habitus of gesteldheid om te
handelen op de meest passende wijze in elk mogelijke omstandigheid en situatie.
De ethische evaluatie van een onderneming
Wat is een onderneming?
a) sociologisch aspect :
o het bedrijf bekijken als een gemeenschap van individuen
o een bedrijf is een organisatie die een zo efficiënt mogelijke realisatie van een doel wil
bereiken
o een bedrijf is ook een instituut = organisatie waaraan men gehecht is
voordeel ? een instituut betekent voor velen een element bij hun eigen waardenbesef
nadeel? Vele zaken gebeuren routinematig wat problemen kan geven als er plotse
veranderingen gebeuren… wie is dan de schuldige
Cassus pagina 27
b) economisch aspect : een bedrijf bekeken enkel met het oog op winst
c) juridisch aspect :
er zijn verschillenden eigendommen:
 privaateigendom = fixie = ongedeeld en niet doelgebonden = 1 eigenaar
 sociaal eigendom = zoals bedrijven = gedeeld en doelgericht
eigenaars ? raad van bestuur of groep van aandeelhouders
 staatseigendom : de overheid treedt op als eigenaar
 collectief eigendom: onverdeeld en doelgebonden
hoe kan een onderneming straf krijgen ?
 door ontbinding
 door verbeurdverklaring
 door het verbod om een bepaalde activiteit uit te voeren
 door het verbod om gratis dienstverlening te verrichten
 door het verbod om een bepaalde schade met eigen middelen te herstellen
de ethische evaluatie van een bedrijf
a) door een ethische audit
 eerst gaat men een beeld van de geschiedenis van het bedrijf opzoeken
 dan gaat men het profiel van het bedrijf beschrijven
 hierna doet men een systematische benadering of maieutiek op 3 cirkels of themata :
i. het bedrijfsbelang
ii. de sociale verantwoordelijkheid t.o.v de buitenwereld
iii. de toekomstplanning
b) het resultaat leidt tot
 interne bedrijfscodes die enkel voor het bedrijf gelden. Ze bevatten wettelijke zaken
maar ook zaken die de vakbond heeft kunnen bedingen
 naar externe ethische labels : deze bevestigen een positief resultaat van een ethische
audit. Hiervoor moeten ze voldoen aan enkele voorwaarden.
- men moet goed op de hoogte zijn van de minimum voorwaarden
- als men het heeft of men het mag gebruiken voor eigen profijt vb marketing.
Hoofdstuk 2
Ethische modellen voor de markteconomie
1. Nutsethiek = utilitarisme
 kijkt naar de gevolgen van de individuele handelingen van de ondernemer
 hoe hij handelt of of de gevolgen van de handelingen goed of slecht zijn
 = kostenbate analyse maken van ALLE (zowel sociale, ecologische als culturele)
gevolgen. Als de gevolgen goed zijn, zijn de handelingen ook goed.
 Gevolgen voor ALLE partijen bekijken (WN, gebruiker,…)
Evaluatie?
 is het wel mogelijk om alle gevolgen te bekijken van alle partijen
 hoe ga je alles kwantificeren? = wat is de waarde van een bos? Of van een levend
wezen?
Cassus pagina 44
2.
deontologie / principe-ethiek
 kijken naar de principes van de individuele handeling met in de eerste plaats te zoeken
naar de oorsprong van de onderneming
 iedereen moet een handeling mogen doen = universaliseerbaarheid
 wat je wil dat anderen jou aandoen, doe dat ook bij hen = de gulden regel
Evaluatie?
 conflicten tussen de verschillende principes
3.
rechtvaardigheidsethiek
 evalueren op de gevolgen voor de gemeenschap waarbinnen de ondernemer handelt
Het algemeen welzijn wordt nagestreefd op 3 niveau’s:
a) het respect voor de waardigheid van alle mensen en van heel de mens
b) het welzijn van de gemeenschap
c) de universele bestemming van de goederen
Evaluatie?
 Negatief : is het realiseerbaar (te dromering )
 Positief : het is een manier van denken die zicht bezig houdt op lange termijn
Vb. op macro economisch gebied: Het sociaal contract
 fictieve overeenkomst tussen de individuele burgers om af te spreken tot welke
rechten en plichten zij zich binnen de op te richten staatsstructuur verbinden om hun
wederzijdse belangen te vrijwaren
 op meso/micro niveau : Deugd = als het rechtvaardig is,als het matig is , als het eerlijk
is
Ethiek en de vrije markt
Bekeken vanuit Nutsethiek
+ beste manier om het meest efficient gebruik te maken van schaars middelen
- er is geen optimale verdeling van de goederen
Bekeken vanuit Principe-ethiek
+ recht op vrij ordenen is gewaarborgd
- principe van vrijheid is niet gewaarborgd
Bekeken vanuit rechtvaardigheidsethiek
+ waardigheid van de privé-ondernemer wordt gerespecteerd
- vrije markt berokkend schade aan derden (= WN,
verbruikers, goederen der aarde)
besluit?
 meer nadelen dan voordelen aan de vrije markt waardoor de overheid op bepaalde
zaken moet bijspringen = overlegeconomie
ethiek en mededinging
Vuistregels:
1. Juridische bescherming voor de vrije mededingen
2. respect voor de concurrent
3. baten en kosten voor het publiek
4. niet alles kan voorwerp van competitie zijn
5. naleven van de gesloten overeenkomsten
inbreuken:
- prijsmanipulatie
 prijsdumping : prijs verlagen voor korte periode om concurrent weg te pesten , als hij
weg is, prijs terug verhogen
 blokverkoopakkoord : verkopen van fototoestellen waar enkele filmpjes van het zelfde
merk op passen
 Manipuleren van de voorraden : prijs van olie afhankelijk van de voorraad
 Prijzen onder tafel bespreken
- belastingsontduiking
- zwartwerkers
- omkoping
Hoofdstuk 3: Eerlijkheid tegenover handelspartners
Casus pg 69 – Contracten in de bouwsector
 mogelijke oplossing hier: als uit onderzoek blijkt dat ABC alle normale
voorzorgsmaatregelen heeft genomen om de kraan te plaatsen en te verankeren, kan
men
op morele gronden pleiten voor een heronderhandeling met de opdrachtgever
Er zijn 2 spanningsvelden bij het sluiten van contracten:
traditionele economie
Vandaag
- persoonlijke handdruk is genoeg
- geen loyaliteit meer
- woord is een woord
- woord is geen woord meer
- alles verloopt veel langzamer
niets persoonlijk/direct: alles gebeurt
met tussenpersonen of via internet.
- contracten worden vlug afgesloten,
over grote bedragen
Burgerlijk wetboek
Verbintenis is pas geldig als:
- er geen dwang is
- er gehandeld is met kennis van zaken
- er geen leugens aanwezig zijn
- er geen illegale praktijken gebeuren
Ethiek
De ethiek zegt da het Burgerlijk Wetboek
een minimum is, je spreekt niet alleen van
een juridisch juist maar ook ethisch goed
contract:
- concreet qua inhoud
- universeel qua vorm
Moraliteit van contracten
Concreet qua inhoud: (beperkt en specifiek)
Beperkt  contract is ethisch juist als er duidelijke afspraken zijn, als er juist beschreven
staat welke vorm van dienstverlening,…
Specifiek  nauwkeurig en exclusief, beide partijen weten waar ze aan toe zijn
Voordelen:
 beide partijen hebben een rechtszekerheid
 vermijdt onenigheid
Universeel qua vorm: ( niet voor papier, maar juist formulier zodat betrouwbaarheid,
onpartijdigheid en respect worden gegarandeerd)
Hoe universeler de vorm, hoe ethischer:
Een universeel contract is gebaseerd op:
- Betrouwbaarheid: beloftes nakomen qua levering, betaling, …
- Onpartijdigheid: verkoper moet product zowel aan klant A als B, aan zelfde prijskwaliteit verkopen in dezelfde omstandigheden
- Respect: handelspartner niet misbruiken voor eigen voordeel, maar beschouwen als
persoon
Casus pg 74 – De schone kleren campagne
 Met een label proberen de multinationals zich in te dekken, hun kleren worden
gemaakt in lageloonlanden maar met respect voor de WN.
De rechtvaardige prijs
traditionele economie
- Stabiele prijs
- Men hield hierbij rekening met de
status van de producent
vb: je betaald meer voor diensten van
een dokter dan voor een metser
Vandaag
- Sterk schommelende prijzen
- Niet alleen verschillende producten,
maar ook prijzen verschillen sterk
vb: nu 100€ voor horloge, volgend
jaar 60€
- Sociale status is niet meer bepalend
voor de prijs
Casus pg 80 – Een prijskartel in vitaminen
De rechtvaardigheid van de prijzen kan niet bepaald worden, omdat de markt niet vrij is. De
ervaring leert ons dat met onbegrensde vrije markten het ideaal van vrije prijsbepaling niet
wenselijk is, omdat het in een context van een snel evoluerende economie veeleer tot
instabiliteit dan tot stabiele ruilverhoudingen leidt.
Een onrechtvaardige prijs is een prijs waarbij:
- frauduleuze prijsbepaling  in het geheim samenkomen om een bepaalde prijs af te
spreken, zodat er geen concurrentie is.
- Machtsmisbruik, éénzijdige prijsbepaling  de tegenpartij misleiden over correcte
prijs. Vb: zeggen dat er nog weinig voorraad olie is, waardoor een hogere prijs tot
stand komt. Terwijl in werkelijkheid wel nog genoeg olie is.
- Manipuleren van de passies  de prijs moet bepaald worden in overleg
Steekpenningen
Casus pg 82 – De lockheed-affaire
Omkoperij en afpersing
Def.: Partijdige en incorrecte uitoefening van de beroepsfunctie.
Vb: Persoon A geeft aan persoon B tijdens de werkuren een beloning, buiten zijn normaal
loon.
Verzachtende omstandigheden:
- culturele verschillen en ingeburgerde praktijken  in sommige samenlevingen is
corruptie de regel en is het onmogelijk zonder steekpenningen te handelen
- initiatiefnemer treft zwaarste schuld  wie het initiatief neemt tot corruptie heeft
zwaardere schuld dan hij die toegeeft aan de afpersing
 vermindering, niet ontbreken van straf!!!
- Beroepsfunctie  wat valt onder activiteiten van de beroepsfunctie?
vb: een voetballer wordt betaald om goed te spelen, maar als hij niet meer betaald
wordt, moet hij dan ook nog goed spelen. Is het dan nog zijn beroep?
Hoe corruptie vermijden:
- geef ambtenaren voldoende loon, vakantie of iets anders. Publiekelijk iets toestaan =
minder corruptie
- verander de politieke cultuur van vb: een land: wanneer een politicus corrupt is
geweest moet hij zwaar gestraft worden.
- Imperfecte markten herstructureren indien er corruptie is.
Beloven en bieden: onderhandelingspraktijken
 fenomeen bij onderhandelen is blufpoker
 dit zijn de minimum morele voorwaarden:
- productvereisten zijn contractueel vastgelegd: men mag blufpoker spelen maar prijskwaliteit-garanties moeten juist zijn!!!
- Misleiding doorzien: blufpoker mag, maar de misleiding moet te doorzien zijn. Men
mag niet liegen!!!
- Gewoontes binnen de sector: men moet niet onderhandelen over de prijs van een
treinticket. Die prijs staat vast.
Wat niet kan:
- liegen
- bluf die tot fraude leidt
Hoofdstuk 4: Marketingethiek
“Klant is koning”  de vrijemarkteconomie is gebaseerd op de veronderstelling dat de
consumenten, door hun voorkeuren uit te drukken (door het kopen of niet kopen) de hoogste
rechters zijn in het proces.
 deze theorie gaat slechts gedeeltelijk op.
De bescherming van de consument behoren tot de verantwoordelijkheid van de producent.
- Verantwoordelijkheid voor verkochte waar
- Kwaliteit van de aangeboden publiciteit
Productaansprakelijkheid
Er zijn verschillende manieren om naar de verantwoordelijkheid te kijken:
1. De koper moet opletten:
+ De koper heeft vrije keuze:
Eenmaal een product betaalt is, heeft u voor dit product gekozen. Betalen wordt hier
als een contract beschouwt. U vindt dat het product goed gemaakt is.
- Koper kent niet alle informatie:
De koper kent niet alle info van de materialen waaruit het product gemaakt is.
- Geen directe verkoopsrelatie:
De verkoop gebeurt met vele tussenpersonen.
- Ongelijke relatie tussen producent en consument:
De consument staat een trap lager, hij is afhankelijk van de good will van de verkoper,
want deze heeft meer info.
Het idee van de koper is verantwoordelijk voor de keuze van het product gaat niet op. Je kan
onmogelijk de waarde schatten.
Je bent niet in staat de verantwoordelijkheid op te nemen zelfs als je betaalt.
2. De verkoper/producent moet opletten:
+ verplichte zorg voor belang van kwetsbare consumenten.
- Is de producent verantwoordelijk voor elke schade? Ook voor kleinste detail
verantwoordelijk?
- Zijn alle risico’s te bepalen? Kan hij op voorhand alle risico’s kennen?
- Persoonlijke verantwoordelijkheid van den consument?
Niemand is verplicht om iets te kopen  sigaretten!!!
De Gulden Middenweg:
De consument is verantwoordelijk voor de gevolgen van verkeerd gebruik.
De producent moet de nodige zorv in acht nemen.
 op pakje sigaretten duidelijk schrijven dat roken dodelijk is.
De producent is niet verantwoordelijk voor niet te voorziene negatieve gevolgen.
 dwz dat als ze producten op de markt brengen moeten ze die producten eerst
Uitvoerig testen.
Ethiek van de reclame
Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen de verschillende aspecten die elkaar
wederzijds beïnvloeden: de juistheid van de meegedeelde informatie, het persuasieve
karakter, het culturele aspect en het tekenkarakter.
De informatieve functie:
De basisinfo moet juist zijn, beetje afleiding mag. Maar de reclameboodschap moet
waarheidsgetrouw zijn  de informatie over het geadverteerde product moet in
overeenstemming zijn met de werkelijkheid.
Onderscheid tussen onschuldige en onethische misleiding:
Onschuldige misleiding  spreker spreekt over superaanbod terwijl het om een gewone
aanbieding gaat.
Onethische misleiding  negatieve relevante info of wetenschappelijke artikels als
vermomde reclameteksten
Casus pg 103 – Nestlé infant formula
De persuasieve functie
In de persuasieve reclame de fysieke en psychische behoeften opgewekt en gestimuleerd. Men
laat de toekomstige klant geloven dat het product het beste antwoord is op de opgewekte
behoefte.
Hier probeert men een associatie te creëren tussen het product en een bepaald beeld dat
antwoordt op een (on)bewust verlangen of wens, of tussen het product en een beeld dat een
onbewuste angst uitdrukt om het product niet in zijn bezit te hebben.
Bepaalde manieren zijn onethisch:
Vb. coca cola wordt geassocieerd met jong zijn en levenskracht, Baccardi met paradijselijke
toestanden, Camel met avontuur…
De culturele en imaginaire functie
Reclame kan niet doen met cultuur wat het wil. Mag het spotten?
Ethici zeggen: het mag niet kwetsen, pervers zijn of aanstoot geven maar reclame moet
aanleunen aan het product.
Casus pg 106 – Benetton
Tekenkarakter
Vb: dure vestjes om een bepaalde groep te creëren. Om zich te kunnen onderscheiden. Tv was
vroeger een statussymbool.
Reclame mag niet discriminerend zijn:
 daarom zijn er reclamecodes  dit zijn ethische codes voor reclame, ze vertrekken vanuit
3 principes:
- Vrije meningsuiting zonder schade aan anderen: zowel voor adverteerder als voor de
gebruikers. Vrijheid mag niet misbruikt om de vrijheid van anderen te schaden.
- Aansprakelijkheid: adverteerder is verantwoordelijk voor de reclame die hij
verspreidt.
-
Concurrenten respecteren: adverteerder mag geen misleidende of verwarrende info
verspreiden over concurrent, hij mag ze niet zwart maken.
 ethische vragenlijst:
- Schadelijke gevolgen: zal het resultaat schadelijk zijn voor de verbruiker?
- Niet bedoelde gevolgen van een reclamecampagne: Worden zij gekwetst?
- Misleidende info: is de inhoud waarheidsgetrouw?
- Behoefte creëren: is de vorm misleidend?
- Manipuleerbaarheid van kinderen: wordt er ingespeeld op de diepere gevoelens?
Hoofdstuk 5: Rechten en plichten van WG en WN
De Europese benadering is verschillend dan de Amerikaanse benadering.
Europese  vooral kiezen voor de invalshoek van de WN.
Amerika  vooral kiezen voor de invalshoek van de WG.
voorbeelden van rechten en plichten:
Rechten
- recht op arbeid
- recht op rechtvaardig loon
- recht op staking
- recht op privacy en normaal
gezinsleven
Zowel de WN en WG hebben rechten en plichten.
-
plichten
niet discrimineren
plicht tot eerlijke vergeoding
respect voor syndicale acties
werkgerichte gedragscode
Het recht op arbeid in een bedrijfscontext
De betekenis van het recht op arbeid
Arbeid ≠ werk
 arbeid = nauwer omschreven begrip dan werk, het verwijst naar het beroepsmatig werken
voor een inkomen
Recht op arbeid  moreel recht. Het heeft geen juridische waarde.
Iedereen heeft recht op arbeid, maar er moet arbeid zijn. Je kan het niet afdwingen.
Het recht op arbeid binnen de bedrijfsrealiteit
Het recht op arbeid kan op 2 manieren geschonden worden:
- Bij aanwervingen
- Bij ontslag
Aanwervingen  de WG heeft het recht om zelf te kiezen wie hij aanneemt!!!
Men moet beseffen dat men het moreel recht van de sollicitanten op een eerlijke kans negeert.
Men mag geen kandidaten weigeren omwille van geaardheid, sekse,…
Ontslag  als een WN al lang in het bedrijf werkt, ontstaat er een morele verplichting bij de
WG om de WN te laten werken tot het einde van zijn loopbaan.
Er ontstaat respect  geen naakt ontslag, zonder reden, …
Specifieke rechten van de WN
Het recht op een geschreven contract
Vooral uit eigen belang  je weet nooit als er toch iets scheef loopt. Je dekt jezelf en je
bedrijf in. Ook al gaat het om goede kennissen of vrienden.
Het recht op een rechtvaardig loon
Het loon is de ruilwaarde die elke WN krijgt voor zijn geleverde prestaties.
Volgens sociaal democratische stromingen:
Loon + aandeel in meerwaarde van het bedrijf + in verhouding met behoeften WN en zijn
gezien (in werkelijkheid alleen 1e + 3e)
Volgens liberalistische stromingen:
Alleen het loon in verhouding met de geleverde prestaties.
Een rechtvaardig loon  8 criteria:
- Gewaarborgd minimumloon: Bij wet vastgelegd
- Gemiddelde loon in de sector en de streek: In de ene streek kunnen de lonen hoger
liggen dan in de andere
- De capaciteit van de firma: Bedrijven die meer winst maken hebben de plicht om de
WN in deze meeropbrengst te laten delen.
- De aard van de baan: Beroepstakken die meer risico’s inhouden voor gezondheid,
veiligheid, … worden beter betaald.
- De verhouding tot andere lonen in het bedrijf: WN die identiek hetzelfde werk
uitvoeren moeten gelijkwaardig vergoed worden.
- Het resultaat van een eerlijk onderhandelingsproces: Lonen die het gevolg zijn van
open onderhandelingen en afspraken tss WN en WG bieden een garantie van
rechtvaardigheid.
- Vastheid van betrekking:
Privé-onderneming  minder baanvast => hoger loon
Overheid  baanvast werk => lager loon, beter sociale voordelen
- Senioriteit: Het loon stijgt in verhouding tot het aantal dienstjaren van een WN. (meer
ervaring)
MAAR NU!!!  jongeren kunnen beter met de pc werken, zijn creatiever,…
Het recht op veilige en gezonde arbeidsomstandigheden
De WN moet beschermingskledij krijgen van de WG.
Ongevallen op het werk, op en naar het werk, beroepsziekten,…
Deel door nalatigheid van de WN en deel door nalatigheid van WN.
Het gezondheidsrisico moet aan een aantal voorwaarden voldoen:
- WN moeten op voorhand op de hoogte gebracht worden van mogelijke gevaren.
- Geen externe drang kiezen voor dit risico.
- WG en WN maken gebruik van de aanwezige wetenschappelijke, technische en
economische middelen om het risico zo laag mogelijk te houden.
Het recht op arbeidskwaliteit
Niet alleen de beloning is genoeg!
De WG moet zorgen voor voldoende variatie, rust, tevredenheid,…
De WN mag klagen, mag niet uitgebuid worden,…
Vermijden teveel stress, vervreemding en afstomping.
Echt op vakvereniging en staking
De vakbond is niet alleen voor de leden, ook de niet-leden zijn beschermt door vakbond.
Stakingen  er moeten dan wel voorzorgsmaatregelen voorzien zijn, mensen die willen
werken mogen niet tegengehouden worden, directeur mag niet gegijzeld worden,…
Het recht op medezeggenschap
Fin. participatie  deelname van de WN in de meerwaarde van het bedrijf. (winst,
kapitaal,…)
Struct. participatie  deelname van de WN in besluitvorming in de raad van bestuur,…
Types van participatie:
Aspect:
Niveau:
Primair
Secundair
Financieel
Structureel
Mede-eigendom
Winstdeelneming
Medezeggenschap
Medebeheer
Liberale, kapitalistische opvatting  prioriteit van privé-eigendom van het kapitaal. De
persoon die het bedrijf bezit huurt de WN in om voor een beperkt en duidelijk omschreven
productiedoel, niets meer.
 daarom: de WN moet geen deel van het bestuur krijgen of deel van de zaak.
Sociaaldemocratische opvatting:
Hier is men van het principe van privé-eigendom van kapitaalgoederen niet te verwerpen
maar te corrigeren op basis van 2 argumenten:
 ondernemingen zijn in wezen sociale goederen: opgericht met functie of dienst
 iedereen heeft recht op de vruchten van zijn arbeid
Conflicten
Spreken of zwijgen? Over de loyaliteitsplicht
Het goed functioneren van een bedrijf vereist vaak dat bepaalde info geheim blijft.
Casus pg 134 – Een verborgen gebrek van een tunnel
Whistle blowing  alarm slaan of uit de biecht spreken of zwijgplicht verbreken.
Het gaat om een conflict tussen 2 normen:
- zwijgplicht
- spreekplicht
Belangenconflict tussen bedrijf en werknemer
Belangenconflict  bedrijfsgegevens worden door WN niet alleen om openbaar nut maar ook
om persoonlijke voordelen naar buiten gebracht: winstbejag, wraak, vrienden te
bevoordelen,…
Bij het uitvoeren van de beroepsfunctie mag men de gegevens niet voor eigen voordeel
gebruiken.
Enkel het belang van de bedrijf telt.
Intellectuele rechten  wanneer WN een nieuw product of productieverbetering ontdekken,
kunnen zij aanspraak maken op een zeker recht inzake mede-eigendom.
Bij ontslag van deze WN  contractueel een termijn vastleggen waarbinnen het vorige
bedrijf het alleenrecht heeft voor de betreffende informatie.
Privacy en kwaliteitscontrole
WN verbinden zich door hun arbeidscontract tot een loyale inzet om de overeengekomen
arbeidstaak te realiseren.
De WG heeft het recht u iets op te leggen (ivm kledij, uiterlijk,…) als hij vindt dat die dingen
het werk verhinderen.
Flexibiliteit
Gebruik van flexibele arbeidstijden en arbeidsvormen kunnen de spanning opdrijven.
Arbeidstijden:
- avondwerk
- weekendwerk
- schuivende arbeidsuren
- kortere werkweek
- …
Arbeidsvormen:
- tijdelijke arbeid
- interim
- uitzendkrachten
Mening WG:
Streven naar maximale productiviteit en maximaal gebruik van het productieapparaat.
Ze moeten hun WN op korte termijn voor extrawerk kunnen oproepen en gedeeltelijk
werkloos kunnen maken op dalmomenten.
Ze wensen polyvalente WN.
Mening WN:
- De oproepbaarheid kan de gezinsverplichtingen in het gedrang brengen. Het wordt
moeilijk voor de WN om te plannen op langere termijn.
- Spanningen door verschillen tss interim en deeltijdse arbeid.
- WN willen niet altijd leren en herscholen. Dit kan een groeiende kloof tss
getalenteerde WN die meekunnen en de minder getalenteerde die moeten afhaken
vergroten.
Arbeidsdruk en arbeidsverslaving
De WG heeft er belang bij om het rendement van zijn ingezette werkkrachten te
optimaliseren, MAAR:
Te hoge arbeidsdruk heeft als gevolg:
- ontduiking van de verantwoordelijkheid
- op lange termijn levert dit slechte kwaliteit
- verhoogt adrenaline  leidt tot workaholic
Positief  op korte termijn hoge productiekwaliteit
Hoofdstuk6: Rechten en plichten van aandeelhouders en problemen die
hiermee verband houden (pg 147)
De rechten van de aandeelhouders
Vb: Agva  aandeelhouders willen nog meer winst  personeel wordt ontslagen
Vb: Enron  manager verbloemt de boekhouding om aandeelhouders gelukkig te houden,
terwijl het bedrijf er slecht aan toe is.
Vermogensrechten
Aandeelhouders hebben het recht
- om hun aandeel met winst of verlies te verkopen
- op dividend (is niet af te dwingen)
Er kunnen zich ethische problemen in verband met de uitoefening van vermogensrechten
voordoen:
- foutieve rapportering
- handelen met voorkennis
(manager  voert het beleid van de aandeelhouders uit)
Plichten van de aandeelhouders



Koppeling van de winst aan uitbreiding van arbeid en maatschappelijk rijkdom.
De ethische verantwoordelijkheid van de aandeelhouders is evenredig met hun macht,
managers.
Kleine aandeelhouders zijn de stem van de ‘gewone’ burger.
Alternatief investeren (of ethisch investeren)
 anders investeren dan de economische gang van zaken.
Voorkeur hebben voor de bedrijven die zich inzetten voor het milieu, de minderheden,
personeel, mensenrechten, …
Fusies en overnames
Een overname is niet altijd negatief  overname van een failliet bedrijf.
De overnemer moet wel open kaart spelen:
- voldoende info geven
- duidelijk stellen van de kosten (vb. hoeveel werklozen er zullen vallen) en de baten
(vb. de garantie dat het bedrijf blijft bestaan)
- rechtvaardigheid bij het delen van de winst en opdrijven van de productie
Hoofdstuk 7: Ecologische ethiek en ondernemen (pg 163)
7.1
Ecologie: feiten en factoren
Casus pg 163 – Een ongeluk bij Sandoz
Casus pg 164 – Dupont en het gat in de ozonlaag
Het gaat hier over een effect dat een bepaald product teweegbrengt. Er zijn bijkomende
factoren van belang:
- Onzekerheid: moet een productieafdeling gesloten worden op basis van
veronderstellingen die achteraf fout kunnen zijn.
- Tijdsfactor: is het niet te laat als we wachten met het sluiten van de productieafdeling
totdat we zekerheid hebben.
- Schaal van het effect
- De onomkeerbaarheid van het effect: kunnen wij het niet omkeren?
- De verschillende reacties van producenten/consumenten: deze zijn verschillend.
In geval van onzekerheid kan men beter uitgaan van het vermijden van de slechtste
mogelijkheid, dan te veronderstellen dat het resultaat wel zal meevallen.
Economisch gevolg van ecologisch perspectief  het product wordt duurder als men meer
rekening moet houden met de ecologie.
Productiekost + winst + kost voor de schade aan de natuur
Cultureel gevolg van ecologisch perspectief  er is een mentaliteitsverandering nodig.
Zolang men de auto blijft gebruiken voor korte afstanden heeft het weinig nut.
7.2
Ecologische ethiek
Er zijn dan 3 niveaus die nauw verbonden zijn:
- Waarden
- Normen
- Beleid
Waarden:
Casus pg 168 – Vlinders of werkloosheid
Ecocentrisme of antropocentrisme?
Eco  het milieu staat centraal
Antropocentrisme  de mens staat centraal
Rechten van toekomstige generaties:
We mogen niet met deze gedachte leven: als wij maar goed leven. We moeten leven met de
gedachte dat er nog andere generaties na ons komen.
Duurzame ontwikkeling:
Zonder het vermogen van de toekomstige generatie weg te nemen
Eigendomrechten? Zijn deze ombeperkt?
Vb: de stad heeft het recht voor autoloze zondagen te creëren
Normen:
De vervuiler betaald:
Welke prijs moet er betaald worden? Wie is er juist verantwoordelijk?
De verantwoordelijkheid ligt deels bij de consument en deels bij de producten!!!
Voorkomen is beter dan herstellen!!! Dit is altijd zo
Subsidiariteit of getrapte verantwoordelijkheid  ieder is verantwoordelijk in evenredigheid
met de positie in het productieproces
Beleid:
Het beleid bevat de normen en waarden. Het is een akkoord binnen een regering.
Voorschriften
Technische normen opleggen per sector,…
Belastingen
Heffingen, belastingen, subsidies aan bedrijven,…
Sancties
+ stimulering onderzoek, sensibilisering
- schadevergoedingen, boetes, …
7.3
Ecologisch verantwoord ondernemen
Ecomanagement
 op systematische wijze het hele productieproces van hun onderneming doorlichten. Dit om
na te gaan welke verbeteringen (zuiniger gebruik, recyclage, isolatie,…) in elk onderdeel van
het productieproces kan worden aangebracht.
Groene producten en ecomarketing
De consumenten zijn meer en meer bereid om duurdere duurzame producten te kopen in
plaats van goedkopere maar schadelijke producten.
Het zijn zelfs mode-etiketten geworden.
Gebruik van eco-labels en ecomarketing  onpartijdige controle is nodig.
Zelfregularisatie via algemene afspraken/convenanten
Bedrijven dagen elkaar uit om ecologisch verantwoord te ondernemen
Convenant  afspraken over bepaald product binnen bepaalde sector.
Vb: Kyoto
Hoofdstuk 8: Onderneming en maatschappij (pg 184)
8.1
Een breed discussieveld
Er zijn verschillende thema’s: milieu, bedrijfswereld, ethiek, rechten van de WN en WG.
De fundamentele vragen:
? wat is het maatschappelijk doel van een onderneming ?
? wat betekenen wij als bedrijf in de maatschappij waarin we ons situeren ?
Vb: Oostkamp heeft hele nieuwe wijk voor 4000 mensen door de komst van Siemens. 
impact op de samenleving
8.2
Winst als unieke finaliteit
Kan niet, het is onverantwoord. De winst moet, maar mag niet het enige doel zijn!!! WG moet
ook oog hebben voor zijn WN en producten.
Verschuivende horizon
Er zijn 10 fundamentele rechten (pg 191)
 dit zijn rechten waar de winstmakende bedrijfsleider rekening mee moet houden.
Zachte waarden worden harde waarden
Zachte waarden (vb: milieu, sociale wetgeving, mensenrechten) wordt weer rekening mee
gehouden.
 worden harde waarden: spelen mee in de ontwikkeling in het bedrijf
Transpiratie
De boekhouding van een bedrijf moet doorzichtig zijn, als dit niet zo is, klopt er iets niet.
 Er bestaat het recht om te weten
Globalisering
Internationale bedrijven:
- meer en meer bedrijven zijn internationaal.
o Internationale contracten, wetgevingen
Nationale overheid zonder macht:
- welke overheid is verantwoordelijk?
- Internationaal probleem?  ze zitten overal dus overheid heeft er geen controle op.
Vb: In Duitsland beslissen ze over ontslagen in België
Mondiaal qua tijd en ruimte:
Alles gaat zo snel
Vb: 1 beslissing in Duitsland zorgt 5min later voor ontslag van 4000 mensen.
8.3
Onderneming is geen eiland
Normatieve gevoeligheid: moet bewaard en ontwikkeld worden. Iedereen moet oog hebben
voor ethische normen, iedereen moet ethisch gevoel hebben.
Vb: “hier komen de rechten van de WN/WG in gedrang”
Gedragscodes
Niet slecht dat deze worden opgesteld.
Vb: cursus ethiek handelen over vakbonden, WN, WG,…
Anticiperende attitude ontwikkelen
De attitude ontwikkelen dat men een stap verder kijkt bij bepaalde beslissingen.
Vb: vakbond mensen van VW Vorst eisen hogere lonen, hebben niet vooruit gekeken.
Nu  problemen
Download