C B G M E B Verslag van de bijeenkomst CBG – Patiënt en Consument van donderdag 31 maart 2016 te Utrecht 1. Opening De voorzitter opent de vergadering en heet alle aanwezigen welkom. Er wordt gevraagd of Bert Leufkens het voorzitterschap heeft overgedragen aan Annemiek van Rensen. Formeel is dit nog niet gebeurd, Bert Leufkens kon wegens andere afspraken niet aanwezig zijn bij deze bijeenkomst. Er worden tijdens de bijeenkomst foto’s gemaakt ten behoeve van de website van het CBG, mochten deelnemers bezwaar hebben dan kunnen zij dit kenbaar maken via [email protected]. 2. - 3. - - - Verslag bijeenkomst d.d. 14 januari 2016 en zaken naar aanleiding van het verslag Het verslag van de kennismakingsbijeenkomst d.d. 14 januari 2016 is gepubliceerd op de website van het CBG. De sollicitatiegespreken voor het Jong College zijn afgerond, er zijn 14 leden gekozen. De eerste bijeenkomst wordt nu gepland waarbij op de agenda staat welke taken het Jong College krijgt. Het idee is om het Jong College te laten fungeren als een denktank voor het CBG. De relatie tot het Overleg CBG-Patiënt en Consument zal nog ter sprake komen. Mededelingen en actuele zaken Het voorlichtingsmateriaal over Biosimilars beschikbaar. De deelnemers worden in gelegenheid gesteld om het materiaal mee te nemen en kunnen materiaal bijbestellen. Het voorlichtingsmateriaal is ook digitaal beschikbaar. In april zal het programma van de Collegedag van 2016 bekend worden gemaakt op de website van het CBG. De Inspectie voor de Gezondheidszorg doet momenteel nog onderzoek naar het tekort van Thyrax. Er is nog geen rapport beschikbaar. Hantzen Stevenson geeft een presentatie over de uitkomsten van de stakeholder enquête. De stakeholder enquête is uitgezet bij de deelnemers van verschillende overleggen, waaronder het Overleg CBG-Patiënt en Consument. Er kwamen verschillende thema’s in de enquête aan bod. Uit de enquête kan geconcludeerd dat de deelnemers van het Overleg CBG-Patiënt en Consument over het algemeen tevreden zijn over het overleg. Er werden een aantal verbeterpunten aangedragen, zoals patiëntenorganisaties meer betrekken bij de voorbereiding, tijdig sturen van uitnodiging en verslag, aandacht voor benoemen van acties die uit het overleg naar voren kunnen komen, opvolgen van acties in subgroepen en andere mogelijkheden voor betrekken van patiëntenorganisaties. Deze verbeterpunten worden opgepakt. Diabetes Vereniging NL merkt op dat er regelmatig een recept niet leverbaar is en het blijkt dat de groothandel de medicijnen doorverkoopt naar het buitenland. Beschikbaarheid van medicijnen staat op 26 mei 2016 op de agenda van het Overleg CBG-Patiënt en Consument. VWS vraagt of hun plan van aanpak voor patiënt registers voorgelegd kan worden aan de deelnemers van het Overleg CBG-Patiënt en Consument voor input. Er wordt opgemerkt dat het Overleg CBG-Patiënt en Consument in eerste instantie een overleg is tussen het CBG en patiënten- en consumenten organisaties. Mochten er deelnemers zijn die input willen geven op het plan van aanpak met betrekking tot registerstudies van VWS dan kunnen de deelnemers contact opnemen met VWS. De NPCF merkt op dat er afspraken zijn gemaakt over beschikbaarheid van eigen bereidingen door apothekers van medicijnen. Verzekeraars zullen een consultatie ronde starten waarbij Jacobs, mw. L. /Verslag CBG-Patient en Consument 31 maart 2016 3-4-2012 1/4 C - B G M E B patiëntenorganisaties onderwerpen kunnen aandragen met betrekking tot vergoedingen van deze eigen bereidingen. Er wordt gevraagd of de e-mails die het CBG stuurt naar handelsvergunninghouders over veiligheid issues ook naar de relevante patiëntenorganisaties kunnen worden gestuurd. Als het gaat om een middel waarvoor een specifieke organisatie is aan te wijzen, dan is er steeds vaker contact met deze organisatie over veiligheid issues. Het CBG zegt toe hier alert op te zijn. 4. Thema: ”Patiëntgegevens in registers: waarom zijn registerstudies nodig, hoe worden registerstudies beoordeeld en wat zijn de ervaringen van patiënten?” 4.1 When are registries included in the dossier of new medicines? – Presentatie door Carla Jonker (CBG) Carla Jonker geeft een presentatie over het gebruik van registers in het dossier van een nieuw medicijn. De kennis van eventuele risico’s is niet compleet bij de aanvraag van een handelsvergunning voor een nieuw medicijn. Firma’s zijn verplicht om een risicominimalisatie plan (RMP) op te stellen waarin onder andere f activiteiten voor geneesmiddelenbewaking opgenomen worden. Hierdoor wordt het veiligheidsprofiel van het medicijn duidelijk. In een register wordt data verzameld op specifieke uitkomsten in een bepaalde populatie die gedefinieerd wordt door een specifieke ziekte of het gebruik van een bepaald medicijn. Er is onderzocht hoe vaak er bij registratie van een medicijn om een register gevraagd wordt in Europa, waarom er om een register gevraagd wordt en of er specifieke kenmerken zijn van medicijnen waarvoor een register gevraagd wordt. Er kan geconcludeerd worden dat er voor een derde van nieuwe medicijnen een registerstudie gevraagd wordt en dat de voornaamste reden hiervoor de veiligheid van een medicijn is. Er wordt maar rond de 30% van de nieuwe medicijnen registerstudies verplicht gesteld en er wordt vaak meer dan één registerstudie gevraagd. Verder kan geconcludeerd worden dat registerstudies een goed middel zijn om aanvullende data te verkrijgen voor weesgeneesmiddelen. De deelnemers merken het volgende op: - - - Er wordt gevraagd of er in het geval van een medicijn waar minder over bekend is, naast veiligheid ook gekeken wordt naar het effect (de werkzaamheid) van het medicijn. Carla Jonker geeft aan dat er in haar analyse bij maar bij 6 medicijnen naar het effect gekeken werd, dit wordt nog verder onderzocht. Er wordt gevraagd of er informatie beschikbaar is uit de registers die in 2007 zijn opgezet. Deze registers lopen allemaal op dit moment. Het valt op dat wanneer er om een register gevraagd wordt niet duidelijk is wat er precies gevraagd wordt en wat de eindpunten van een registerstudie zijn. Carla Jonker onderzoekt momenteel wat de registerstudies opleveren. Over het algemeen lopen registerstudies minder goed dan verwacht.. Er wordt gevraagd of alle patiënten in Europa die het betreffende medicijn gebruiken in een register opgenomen worden als een registratieautoriteit in Europa een register vraagt of dat er alleen patiënten in het register opgenomen worden als zij een specifieke bijwerking ervaren. Een registerstudie is met name effectief als er een selectie van artsen meedoet en de patiënten van deze arts in het register worden opgenomen. 4.2 HemoNED, Landelijk register voor patiënten met hemofilie en andere stollingsstoornissen - een publiek-private samenwerking - in oprichting door Mariëtte Driessens, bestuurslid Medische zaken, NVHP – presentatie door Mariëtte Driessens (NVHP) Mariette Driessens geeft een presentatie over HemoNEd, een landelijk register voor hemofilie patiënten. Momenteel is het register in oprichting. De doelen van HemoNED zijn registratie van aantal patiënten per diagnose en ernst, registratie van bijwerkingen en de optimalisatie van de zorg. Op dit moment is de stichting opgericht en is de minimale dataset besproken. Bij dit project Jacobs, mw. L. /Verslag CBG-Patient en Consument 31 maart 2016 3-4-2012 2/4 C B G M E B zijn diverse partijen betrokken, waaronder een patiëntenorganisatie (NHVP). Het opstarten van een register is niet eenvoudig. De deelnemers merken het volgende op: - Er wordt gevraagd hoe er bij hemofilie patiënten bepaald wordt welk medicijn er gebruikt wordt. Ziekenhuizen kopen medicijnen zelf in en in overleg met de patiënt wordt er bepaald welk medicijn gekozen wordt. Het is mogelijk voor hemofilie patiënten om te switchen van medicijn. 4.3 Paneldiscussie Annemiek van Rensen vraagt de panelleden zichzelf voor te stellen en hun visie op registers te geven. Geraldine Vink (Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL)): Geraldine Vink geeft aan dat er verschillende registers zijn, zoals geneesmiddelenregisters en ziekteregisters. IKNL heeft de Nederlandse kanker registratie onder zich. In dit ziekteregister wordt sinds 1989 elk persoon die gediagnosticeerd is met kanker opgenomen. De gegevens uit dit register worden gebruikt voor verschillende doeleinden, bijvoorbeeld beleid en onderzoek. De uitdaging van een register is om een goede dataset samen te stellen en de registratie last voor degene die de gegevens moet aanleveren beperkt te houden. Vooralsnog blijkt het niet mogelijk om uit elektronische patiëntendossiers automatisch gegevens te halen voor het register. Het is daarom om de dataset niet jaarlijks te wijzigen omdat dit problemen met zich meebrengt met betrekking tot definities en wetenschappelijk onderzoek. De deelnemers merken het volgende op: Er wordt opgemerkt dat de Integrale kanker registratie weinig gegevens over medicijnen bevat. Vanaf 2015 bestaat het NKPLUS, waarin uitgebreider geregistreerd wordt en er voor een aantal soorten tumoren ook medicijnen worden geregistreerd in het register. Dit kan niet voor alle soorten kanker, dit zijn er namelijk te veel. Er wordt gevraagd hoe het register gefinancierd wordt. Het wordt voor het grootste deel gefinancierd vanuit VWS. Er wordt gevraagd hoe er samengewerkt wordt met patiëntenorganisaties. Het IKNL heeft een patiëntenraad en er wordt veel samengewerkt met het veld. Gegevens aanvragen kunnen ingediend worden door iedereen. Er ontstaan verschillende initiatieven vanuit bijvoorbeeld specialiseten om registers te hervormen en samen te voegen. Martin van der Graaff (Zorginstituut NL): Martin van der Graaff geeft aan dat het hem opvalt dat de registers die besproken zijn tijdens de bijeenkomst zijn bedoeld om de veiligheid van de patiënt te volgen. Dat zijn nuttige gegevens alleen voor de pakketbeheerder minder interessant. Voor de pakketbeheerder is het interessant om te weten of de medicijnen werkzaam zijn en hoe ze werken bij gebruik in de dagelijkse praktijk ten opzichte van andere middelen die voor dezelfde aandoening gebruikt worden. Kwaliteit van leven en voordelen van medicijnen zijn moeilijk vast te leggen in een register. Het ZiN moet vaak uitspraak doen over een medicijn voor langzaam progressieve ziekten, maar lange termijn gegevens over werkzaamheid zijn lastig uit een register te halen. Farah Bandhoe (VWS): Registers zijn een belangrijk aandachtspunt voor VWS. Van belang is om te kijken wie op dit veld actief zijn en met welke doelstellingen. VWS krijgt steeds meer signalen vanuit zorgprofessionals en zorgverzekeraars dat er behoefte is aan een meer gecoördineerde centrale aanpak van registers. VWS gaat de komende maanden in overleg met partijen om een centrale aanpak te realiseren. Er wordt met name gekeken naar de verschillende rollen en de financiering. De deelnemers merken het volgende op: Jacobs, mw. L. /Verslag CBG-Patient en Consument 31 maart 2016 3-4-2012 3/4 C - - - 5. B G M E B Er wordt opgemerkt dat er wel voordelen in gemak en bijwerkingen uit een geneesmiddelenregister gehaald kunnen worden, wordt dit ook meegenomen door het ZiN? Er zijn geen voorbeelden waarbij de uitkomsten van het gebied van gemak zijn meegenomen. Wellicht zou dit in de toekomst wel mogelijk zijn als dit beslissende factoren worden in de uitkomst van een behandeling. VWS geeft aan dat het de intentie is om gemak en bijwerkingen bij de beoordeling van de werkzaamheid van een medicijn te betrekken. Er wordt opgemerkt dat er regie nodig is. Er zijn veel registers met veel verschillende doelen. Men loopt tegen praktische punten aan. VWS geeft aan wellicht de praktische problemen opgelost zouden kunnen worden door een loket te creëren waarbij alle kennis samenkomt. IKNL merkt op dat registraties verschillend zijn ingestoken en daarom is het heel lastig om één format te maken. Bundeling van kennis zou veel helpen. Gegevens uit registers zijn anders dan uit een gerandomiseerde studie. Dan ontstaat er bias. Via standaardisatie kan dit niet opgelost worden omdat het gaat om de dagelijkse praktijk. Er wordt opgemerkt dat er goed nagedacht moet worden over welke conclusies er uit registers getrokken kunnen worden. Een register kan niet alle vragen beantwoorden die er zijn, bijvoorbeeld vragen over vergoedingen. De voorzitter concludeert dat er meer register studies worden gevraag bij de registratie van medicijnen. Het is echter nog onduidelijk wat dit op gaat leveren. Bij patiëntenorganisaties leeft de behoefte om meer gegevens vast te leggen. De rol die patiëntenorganisaties hierin kunne spelen is nu beperkt aan de orde gekomen. De Cystic Fibrose vereniging heeft hier veel ervaring mee en misschien zou dit op een volgend overleg door hun toegelicht kunnen worden Sluiting De voorzitter sluit de vergadering en bedankt alle aanwezigen voor hun inbreng. De presentaties van Carla Jonker en Mariette Driessens worden nagestuurd. De volgende bijeenkomst zal op 26 mei 2016 plaatsvinden. Het thema van deze bijeenkomst is beschikbaarheid van medicijnen. Aanwezigen Vanuit CBG: Annemiek van Rensen, voorzitter Marjon Pasmooij Dymph van Drie Maaike Lange Carla Jonker Hantzen Stevenson Linucia Jacobs Vanuit Patiëntenorganisaties: Geraldine Vink, IKNL Martin van der Graaf, ZiN Coba Vooijs, Reumazorg NL Pauline Evers, Leven met kanker Rob Pereira, Impuls en Woortblind Eglantine Barents, Diabetes Vereniging NL Masja van het Hoofd, Parkinson Vereniging Farah Bandhoe, VWS Kelly van der Slik, Hart en VaatGroep Jan Benedictus NPCF Joke Bottema, Schildklierorganisatie NL Mariette Driessens, NVHP Jacobs, mw. L. /Verslag CBG-Patient en Consument 31 maart 2016 3-4-2012 4/4