Na_SE_4_4vmbot_OEFEN (febr2014)

advertisement
OEFEN SE NASK 1
Voorbereiding op SE -3, leerjaar 4 T
Onderwerpen:
Elektriciteit
Constructies
Weer
Geluid
Afschrikkende stilte
Jongeren tussen 10 en 19 jaar veroorzaken soms overlast. Er bestaat
een apparaat: de Mosquito (Engels voor mug) dat jongeren kan verdrijven.
Het apparaat verjaagt jongeren met geluidsgolven. In de handleiding van
de Mosquito staat een diagram van de frequenties die je bij een
bepaalde leeftijd kunt horen. Dit diagram zie je hieronder.
Vraag 1 (2 pnt)
Welke frequenties moet de Mosquito maken om jongeren tussen 10 en
19 jaar te verdrijven?
Met behulp van een oscilloscoop wordt het
geluid van de Mosquito zichtbaar gemaakt.
De afbeelding van de oscilloscoop zie je
hiernaast.
Vraag 2 (3 pnt)
Bepaal zo nauwkeurig mogelijk de frequentie
van de Mosquito.
Vraag 3 (1 pnt)
Of het geluid door jongeren gehoord wordt, hangt niet alleen af van de
frequentie van het geluid.
Van welke grootheid hangt het nog meer af of jongeren het geluid van de
Mosquito kunnen horen?
Vraag 4 (2 pnt)
Volgens de fabrikant van de Mosquito storen heel jonge kinderen (tussen
0 en 9 jaar) zich niet aan het geluid. Leg aan de hand van het diagram
op de vorige pagina uit of heel jonge kinderen het geluid wel kunnen
horen.
Airbus
De airbus A380 van Air France-KLM kan
maar liefst 555 personen en hun bagage
vervoeren. Er kan dus veel lading in de
lucht worden meegenomen.
De romp en de vleugels van deze airbus
zijn gemaakt van aluminium.
Vraag 5 (1 pnt)
Bij de productie van de airbus wordt geen zuiver aluminium gebruikt,
maar een legering. Wat is een legering?
Vraag 6 (3 pnt)
De tanks van de Airbus zitten in de vleugels. Als de tanks gevuld zijn
bevatten ze 310 m3 kerosine (vliegtuigbrandstof).
De dichtheid van kerosine is 0,80 kg/dm3.
Bereken de massa van deze hoeveelheid kerosine.
De airbus vliegt op 10 km hoogte. De buitentemperatuur is op die
hoogte -55 oC. Hierdoor koelt de kerosine in de tanks sterk af.
Vraag 7 (1 pnt)
Laat met een berekening zien hoeveel K een temperatuur van -55 oC is.
Vraag 8 (2 pnt)
Op de uitwerkbijlage staat een tabel over het gevolg van het
afkoelen van de kerosine bij het stijgen. Geef in de tabel met een
kruisje aan hoe de lage temperatuur de genoemde grootheden
beïnvloedt.
De airbus vliegt boven de wolken. Door de lage buitentemperatuur vindt
er ijsafzetting plaats op de vleugels. Vul op de uitwerkbijlage in de
volgende zinnen het juiste woord in.
Vraag 9 (1 pnt)  maak op uitwerkbijlage
Zie zin uitwerkbijlage!
Voor dit proces van ijsvorming is een natuurkundige naam.
Vraag 10 (1 pnt)  maak op uitwerkbijlage
Zie zin uitwerkbijlage!
STEMVORK
Vraag 11 (1 pnt)
Annie slaat tegen een stemvork aan, die daardoor begint te trillen.
Hieronder staan vier grafieken waarin de geluidssterkte is uitgezet tegen
de tijd.
Welke van de vier grafieken geeft het beste de geluidssterkte van de
trillende stemvork weer? Denk goed na!!
BLAASINSTRUMENTEN
Eline speelt met haar trombone een zuivere
toon. Dit geluid meet zij met de computer.
In haar verslag maakt ze hiervan een
vereenvoudigde afbeelding. Zie de figuur
hieronder.
De toon die zij speelt heeft een
frequentie van 250 Hz.
Vraag 12 (3 pnt)
Bereken welke tijd er bij A hoort te staan.
Vraag 13 (1 pnt)
In de figuur staan vier pijlen. Welk van de pijlen geeft de amplitude
weer?
A pijl 1
B pijl 2
C pijl 3
D pijl 4
Vraag 14 (2 pnt)  maak op uitwerkbijlage
Klaas speelt trompet. Hij maakt met zijn trompet een zuivere toon van
500 Hz. Hij speelt zijn toon zachter dan de toon die Eline speelt.
Teken in de figuur op de uitwerkbijlage de
afbeelding van de toon die Klaas speelt.
Fietsbrug
In de
Gelderlander
van 13 maart 2004 stond een artikel over het
plaatsen van een nieuwe fietsbrug tussen Lent
en Nijmegen.
Met behulp van sleepboten, zware kabels, en
drijvende bokken (hijskranen) wordt de
fietsbrug naar de spoorbrug gevaren en
daaraan bevestigd. De hoofdkabel wordt
vastgemaakt aan de verkeersbrug. Zie de figuur hieronder.
De fietsbrug hangt aan vier drijvende bokken. De bokken bewegen
langzaam naar de spoorbrug met de stroom van de rivier mee.
In het plaatje hieronder is een vereenvoudigde tekening gemaakt van de
krachten van de bokken op de hoofdkabel.
De sleepboten zijn weggelaten. Het geheel ligt stil.
Vraag 15 (1 pnt)
Welk van de onderstaande antwoorden geeft in deze situatie het
best de verdeling van de krachten F1, F2, F3 en F4 weer?
A Alle vier de krachten zijn even groot.
B F1 en F4 zijn groter dan F2 en F3.
C F1 en F4 zijn kleiner dan F2 en F3.
Een van de drijvende bokken staat op de foto hieronder.
Hieronder staat een vereenvoudigd zijaanzicht getekend van de
drijvende bok.
Vraag 16 (3
pnt)
De bok heeft twee verschillende
takels. De maximale belasting
staat gegeven (afbeelding hierboven!)
Ten opzichte van draaipunt P
zijn de momenten bij maximale
belasting gelijk aan elkaar.
Toon met een berekening aan
dat de momenten bij maximale
belasting gelijk aan elkaar zijn.
Meet daarvoor de afstanden uit de
tekening op.
Vraag 17 (1 pnt)
De constructie bestaat uit metalen staven, die met letters zijn
aangegeven. Eén van de staven zou in deze situatie door een
kabel vervangen kunnen worden. Welke staaf is dat?
A staaf A
B staaf B
C staaf C
D staaf D
Op de uitwerkbijlage staat een nog meer vereenvoudigd zijaanzicht van
deze drijvende bok met een last getekend. De grootte van de kracht van
de kabel op de bok in punt Q staat aangegeven.
De bovenste takel is weggelaten.
Vraag 18 (2 pnt)  maak op uitwerkbijlage
Bepaal in de figuur op de uitwerkbijlage via constructie de grootte van de
horizontale component van de kracht van de kabel op de bok in punt Q.
Vul de waarde in onder de figuur.
GOED BEVEILIGDE WINKEL
Als de etalageruit van een winkel kapot gaat, moet een alarm afgaan.
Daarvoor is in de ruit een dunne metalen draad aangebracht. Hieronder
zie je het schakelschema van de beveiliging. In dit schema moet nog één
verbinding worden getekend.
Als de winkelruit met de draad kapot gaat, geeft de luidspreker een
alarmtoon.
Vraag 19 (2 pnt)
Leg uit of D verbonden moet worden met P of met Q.
(let op, je mag niet op deze opgave schrijven!!)
Vraag 20 (1 pnt)
De laatste jaren gebruikt men andere schakelingen. Hieronder zie je een
schakelschema van een beveiliging waarbij de transistor als
schakelaar functioneert.
De winkelruit is heel.
De weerstand van de draad
door de winkelruit is 10 Ω. De
grootte van R2 is 300 Ω.
Hoe gaat de stroom verder
vanaf punt A in de
bovenstaande schakeling?
A vooral door R2
B vooral door de winkelruit
C Door R2 en de winkelruit
loopt evenveel stroom.
Vraag 21 (2 pnt)
Iemand gooit de ruit kapot. Het alarm gaat af.
Zie het schakelschema hieronder.
Leg uit hoe het komt dat het
alarm afgaat, als de ruit breekt.
Vertel onder andere wat er
verandert in de transistor.
REKENEN AAN SCHAKELINGEN
Van bijgaand schakelschema is
van R2 de waarde onbekend.
De spanning staat aangegeven
bij de spanningsbron en ook de
stroomsterkte kun je in de
schakeling vinden (let goed op
de eenheid!).
Vraag 22 (3 pnt)  uitwerkbijlage
Bereken de waarde van weerstand R2. (Tip: bepaal eerst Rv)
Van bijgaand schakelschema is
gegeven:
R1 = 1 Ω, R2 = 2 Ω, R3 = 3 Ω
R4 = 4 Ω en R5 = 5Ω
Uk = 6V.
Vraag 23 (3 pnt)
Bereken de totale vervangingsweerstand
Rv van deze schakeling.
****Einde oefentoets ***
Download