Oefenopgaven Rekenen en Reactievergelijkingen Opgave 1 Geef kloppende reactievergelijkingen a) Uit water en koolstofdioxide ontstaat koolzuur (H2CO3) b) Koolzuur ontleedt in zijn elementen. c) Butaan (C4H10) verbrandt. d) Butaan wordt verwarmd. Hierdoor ontleedt het in zijn elementen. e) Ammoniak en distikstofmono-oxide reageert tot water en stikstof. f) Waterstofsulfide (H2S) wordt verbrand. Opgave 2 Voor suiker geldt dat bij kamertemperatuur maximaal 2070 gram per liter water opgelost kan worden. a. Hoeveel suiker kun je oplossen in 150 mL Coca-Cola bevat per 100 mL 10,6 g suiker b. Hoeveel suiker is er opgelost in Coca-Cola? Geef het antwoord in g/L. Opgave 3 Waterstof kan met zuurstof reageren tot water. Als je 1 gram waterstof verbrand, dan reageert dat met 8 gram zuurstof. a) Geef de reactievergelijking b) Bereken hoeveel gram zuurstof met 4,8 g waterstof kan reageren. c) Bereken hoeveel gram reactieproduct hierbij ontstaat. De dichtheid van zuurstof is bij deze temperatuur 1,43 kg/m 3 d) Bereken hoeveel m3 zuurstof nodig is voor de reactie. e) Bereken hoeveel m3 lucht er nodig is voor de reactie. Ga er hierbij van uit dat lucht bestaat uit 21 volumeprocent zuurstof. Geef je antwoord in 2 decimalen. Opgave 4 Een wijnfles bevat 0,75 L wijn met 12,5 volumeprocent alcohol. Bereken hoeveel mL alcohol deze fles wijn bevat.