Rekencircuit kaart 1: Kommagetallen

advertisement
Pluspunt 2 | Lessuggestie | groep 7 | Werkbladen | Mijn Malmberg
Rekencircuit kaart 1: Kommagetallen
1
Reken allebei een rij met sommen uit.
Trek daarna een lijn tussen de sommen met dezelfde uitkomst.
32,75 + 30,16 =...........................
2,20 + 6,09 =...........................
2 x 35,25
2 x 5,6
=...........................
351,9 + 571,7 =...........................
73 - 10,09
=...........................
8 + 33,5
83 : 2
=
...........................
22,35 - 11,15 =...........................
64,25 + 6,25=
...........................
16,58 : 2
921,8 + 1,8 =
...........................
2
=
...........................
=...........................
=...........................
Kommagetalgalgje.
Kies een kommagetal tussen onder de 10.
Maximaal 2 cijfers achter de komma.
Schrijf het in dit vak. Laat het niemand zien.
...........................
,
...........................
De ander gaat raden.
Zeg of jou kommagetal hoger of lager is.
Bij iedere foute poging kleur je een streep van
de galg in.
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
blz. 1 van 4
Pluspunt 2 | Lessuggestie | groep 7 | Werkbladen | Mijn Malmberg
Rekencircuit kaart 2: Zuinige auto's?
1
Welke auto rijdt het zuinigst?
Schrijf je berekening op een kladblaadje.
Auto
...........................
rijdt het zuinigst, want
....................................................................................................................................................
..........................................................................................................................................................................................................................................................
Auto 1: Met 15 liter, 100 kilometer rijden.
Auto 2: Met 7 liter, 50 kilometer rijden.
Een volle tank: 45 liter.
Een volle tank: 55 liter.
Auto 3: Met 1,5 liter, 20 kilometer rijden.
Auto 4: Met 5 liter, 60 kilometer rijden.
Een volle tank: 48 liter.
Een volle tank: 45 liter.
2
Hoeveel kilometer kan iedere auto rijden met een volle tank?
Auto 1 kan
...........................
kilometer rijden.
Auto 2 kan
...........................
kilometer rijden.
Auto 3 kan
...........................
kilometer rijden.
Auto 4 kan
...........................
kilometer rijden.
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
blz. 2 van 4
Pluspunt 2 | Lessuggestie | groep 7 | Werkbladen | Mijn Malmberg
Rekencircuit kaart 3: Cirkeldiagram
1
Hoeveel procent?
Gooi 10 keer met een dobbelsteen. Turf wat er wordt gegooid. Reken uit hoeveel procent dat is.
Getal
Aantal keren gegooid
Hoeveel procent?
1
2
3
4
5
6
2
Maak van de tabel een cirkeldiagram.
Vul zelf de legenda in.
Het getal 1 is
.........................
gegooid, dat is
.........................
%
Het getal 2 is
.........................
gegooid, dat is
.........................
%
Het getal 3 is
.........................
gegooid, dat is
.........................
%
Het getal 4 is
.........................
gegooid, dat is
.........................
%
Het getal 5 is
.........................
gegooid, dat is
.........................
%
Het getal 6 is
.........................
gegooid, dat is
.........................
%
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
blz. 3 van 4
Pluspunt 2 | Lessuggestie | groep 7 | Werkbladen | Mijn Malmberg
Rekencircuit kaart 4: De ijssalon
1
Kleur de delen en reken uit.
Er zijn 5000 ijsjes verkocht.
2
deel 1: 30 %, dat is
...........................
ijsjes.
deel 2: 25 %, dat is
...........................
ijsjes.
deel 3: 15 %, dat is
...........................
ijsjes.
deel 4: 10 %, dat is
...........................
ijsjes.
deel 5: 14 %, dat is
...........................
ijsjes.
deel 6:
...........................
ijsjes.
6 %, dat is
Bedenk nu zelf.
Er zijn 4000 ijsjes verkocht.
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
deel 1:
...........................
%, dat is
...........................
ijsjes.
deel 2:
...........................
%, dat is
...........................
ijsjes.
deel 3:
...........................
%, dat is
...........................
ijsjes.
deel 4:
...........................
%, dat is
...........................
ijsjes.
deel 5:
...........................
%, dat is
...........................
ijsjes.
deel 6:
...........................
%, dat is
...........................
ijsjes.
blz. 4 van 4
Download