Kijkwijzer Theater

advertisement
Kijkwijzer Theater
Titel voorstelling:
Uitvoerenden:
Naam:
Klas:
Datum:
1 Wat zie je: waar wordt gespeeld?

Traditionele schouwburgzaal 
Vlakke vloertheater

Bijzondere locatie

Geen doek, spelers staan al
op toneel
2 Wat zie je: hoe begint het toneelstuk?

Toneeldoek gaat op

Geen doek, spelers komen
op
3 Wat zie je: hoe karakteriseer je het decor, kostuums en rekwisieten?

Realistisch of museaal

Deels realistisch, deels vrije
interpretatie

Vrije interpretatie, abstract
4 Wat zie je: welke rol speelt de belichting- en geluidstechniek?

Opvallende (eigen) rol

Ondersteunt stemming op
toneel

Sobere en neutrale rol

Karikaturaal, typetjes
5 Werkwijze: welke speelstijl overheerst

(Melo)dramatisch

Naturalistisch
6 Werkwijze: richten de spelers zich rechtstreeks tot publiek?

Nooit

Een enkele keer

Vaak
7 Inhoud: hoe heeft de regisseur bestaande tekst verwerkt?

Volgt getrouw de tekst

Tekst hier en daar
aangepast

Vrije interpretatie van tekst

Tragedie

Draagt morele boodschap
uit.
Universele, tijdloze thema's
staan centraal
Voorstelling roept emotie op
8 Inhoud: tot welk genre reken je de voorstelling

Komedie, blijspel

Geen klassiek genre
9 Betekenis: wat is de betekenis van de voorstelling?



Bedoeld als amusement,
vermaak
Maatschappelijk of politiek
onderwerp staat centraal
Theatraal spektakel



Bedoeld als provocatie,
daagt publiek uit
Autobiografische betekenis
maker(s) staat centraal
Voorstellong roept vragen
op


Download