500 n. Chr. 2.3 Imperium Romanum De kern • Met Julius

advertisement
Lees- werkwijzer 2. Tijd van Grieken en Romeinen. 3000 v. Chr.- 500 n. Chr.
Kenmerkende aspecten
 De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur.
 De groei van her Romeinse imperium waardoor de GriekRomeinse cultuur zich in Europa verspreidde.
 De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de
Germaanse cultuur in Noordwest-Europa.
 De ontwikkeling van het Jodendom en het christendom als de
eerste monotheïstische godsdiensten.
2.3 Imperium Romanum
De kern
 Met Julius Caesar begon de uitbreiding van het Romeinse Rijk naar WestEuropa, met die uitbreiding kwam ook de Grieks-Romeinse cultuur naar WestEuropa.
Het belang van het onderwerp
 De Germanen namen de Grieks-Romeinse cultuur over en dat merken we tot
op de dag van vandaag (voorbeelden kunnen noemen).
Rome wordt een grootmacht
 Verandering van monarchie naar republiek.
 Geef kort aan hoe het Imperium Romanum ontstond.
Verspreiding van de Griekse cultuur
 Hoe verspreidde de Griekse cultuur en wetenschap zich naar Rome?
De Romeinse inbreng
 Geef de verschillen aan tussen Griekse en Romeinse beeldhouwkunst en
architectuur.
 Omschrijf de twee belangrijkste Romeinse verbeteringen in de bouwkunst.
De generaals worden machtiger.
 Waarom betekende het Romeins imperialisme uiteindelijk de ondergang van
de republiek?
Julius Caesar
 Waarom werd Caesar vermoord?
 Wie volgde hem op en wat veranderde er in het regeringsstelsel?
 Waarom zullen gewone Romeinen dat toen hebben toegejuicht?
Christenen in het Romeinse rijk
 Waarom zagen sommige in Jezus een Messias?
 Verklaar het begrip christen.
 Noem een verschil en een overeenkomst tussen joden en christenen in die
tijd.
 Wat was de oorzaak voor de christenvervolgingen?
 Waarom trok het christendom in eerste instantie veel armen aan?
Romanisering van Kelten en Germanen
 Begrippen: limes, romanisering. Namen: Julius Civilis.
 Waarom kon men met relatief weinig Romeinse soldaten zo’n groot gebied
besturen?
 Begrijpen dat door de aanleg van steden en wegen de Grieks-Romeinse
cultuur over de veroverde gebieden werd verspreid.
 Wat is de relatie tussen het voorkomen van grote villae rusticae en de
Romeinse legerplaatsen langs de limes?
 De beïnvloeding tussen Romeinen en Germanen was wederzijds, verklaar dit.
Download