In vivo fluorescentie van NADH in gist • Geef een fysiologische verklaring voor de NADH fluorescentie veranderingen • Betrek hierin ook de heersende zuurstofconcentraties Wat gebeurt er in de verschillende fases (1- 8)? H2O2 Aceetaldehyde 6 4 5 Gehongerde gistcellen worden gesuspendeerd in een aerobe buffer met glucose 3 2 NADH fluorescentie Tijd 1 1 min Mengen H2O2 8 7 NADH fluorescentie Tijd Recorderuitdraai van de zuurstofelectrode Gist toegevoegd 230 µM O2 H2O2 Aceetaldehyde Tijd (min) 1 min [O2] switch = (11/74)x 230 µM Katabolisme van glucose in gist • In aanwezigheid van zuurstof zijn actief: glycolyse, citroenzuurcyclus en ademhalingsketen (fase 1) • In afwezigheid van zuurstof zijn actief: glycolyse en ethanol productie (samen fermentatie genoemd) Aerobe afbraak van glycose (pyruvaat) • De citroenzuurcyclus vindt plaats in de mitochondriën • Reductie equivalenten worden onttrokken aan intermediairen en overgebracht op NAD+ en FAD. De mitochondriale ademhalingsketen: electronen transport naar zuurstof is gekoppeld aan het opbouwen van een proton motive force Overzicht over de oxidatieve fosforylering • Een proton pompende ademhalingsketen • PMF gedreven fosforylering van ADP • 2.5 ATP(cytoplasma) / NADH • ATP concentratie in het cytoplasma is hoog, AMP is laag 3.3 H+/ ATP Regulatie katabolisme via de ‘energy charge’ (EC) • EC hoog: een afgeremde ademhalingsketen, citroenzuurcyclus en glycolyse. • 30 ATP per glucose molecuul geoxideerd tot CO2 en H2O Als de ademhalingsketen stopt, daalt de energy charge sterk • Ademhalingsketen stopt, citroenzuurcyclus stopt, de energy charge daalt sterk. • Bij een lage energy charge wordt de glycolyse sterk geactiveerd. • NADH moet worden geoxideerd, gaat via fermentatie Fermentatief katabolisme in gist • ATP vorming via substraat gebonden fosforylering in de glycolyse. • Export reductie equivalenten via ethanol