Programvergelijking zorg - Provincie Noord-Brabant Welzijn en zorg algemeen Brabantse partij CDA Nieuw zorgaanbod wordt toegelaten wanneer dat kwalitatief en kwantitatief kan bijdragen aan het totale Brabantse zorgaanbod. Hierbij wordt niet gestreefd naar volledige marktwerking (concurrentie op prijs). De provincie bevordert de belangenbehartiging en ondersteuning van zorgvragers door het faciliteren van de Regionale Patiënten en Consumenten Platforms en de Steunpunten Mantelzorg. De provincie maakt bij het formuleren van beleid gebruik van de ervaringsdeskundigheid die bij deze organisaties aanwezig is. Innovaties in de zorg worden gestimuleerd. De toepassing van deze innovaties thuis en op de ‘werkvloer’ zal door de provincie worden bevorderd. De provincie ondersteunt gemeenten, waar nodig en op verzoek, bij de invoering en eerste opstart van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. De provincie benut de WMO als kans om in de verschillende regio’s samenhang en samenwerking t.a.v. het zorgaanbod te vergroten. De provincie stelt een Waarderingssubsidie voor Vrijwilligerswerk in. Jaarlijks wordt een bedrag beschikbaar gesteld voor vrijwilligersorganisaties in een bepaalde sector (amateurkunst, cultuur, muziek, sport enz.). De provincie stimuleert het gebruik van de provinciale steunfunctie-instellingen door de vrijwilligersorganisaties in Brabant. Hiervoor wordt een vouchersysteem ontwikkeld (bijv. voor deskundigheidsbevordering, ledenwerving, begeleiding bestuur, implementatieprojecten). ChristenUnie-SGP Elk mens is een uniek en kwetsbaar schepsel. Binnen de mogelijkheden die zij van hun Schepper hebben ontvangen moeten zij in staat worden gesteld zich te ontplooien. De huidige tendensen van individualisme, vereenzaming, opvoedingsproblemen, zinloos geweld, criminaliteit, materialisme en verslavingen vragen om goede en professionele hulp. Er moet nog meer waardering komen voor mantelzorgers en vrijwilligers! De nieuwe Wet op de maatschappelijke ondersteuning (WMO) moet vanaf 2007 maatwerk gaan leveren in de zorg. Dat gebeurt onder meer door gemeenten op het gebied van de zorg meer bevoegdheden en mogelijkheden te geven. Ondersteuning dicht bij de mensen is een lofwaardig streven, waar ChristenUnie-SGP ook graag haar medewerking aan geeft. Vrijwilligers die de handen uit de mouwen willen steken in de zorg voor zieken en ouderen, moeten zo weinig mogelijk lastiggevallen worden met papieren rompslomp en bureaucratische regeltjes. Betrokkenheid van en coördinatie door de provincie is van groot belang. D66 De WMO (Wet op de Maatschappelijke Ondersteuning) is vanaf 2007 een uitvoeringstaak van de gemeenten. Het past in de lijn van de provincie Noord-Brabant om met de gemeenten mee te denken. D66 is het daarmee eens. Een helder inzicht en overzicht naar de stand van zaken in de gemeenten is daarvoor noodzakelijk. D66 blijft daar naar vragen. D66 wil een goed werkend provinciaal WMO-steunpunt waar gemeenten wat te halen hebben. Dit steunpunt bezit deskundigheid op het gebied van de regelgeving, maar zal zich vooral richten op het verzamelen en uitwisselen van goede voorbeelden. Als alle gemeenten ‘ouderen- en ‘gehandicaptenproof’ zijn dan moet de provincie dat op alle gebieden ook zijn. Mantelzorg is in de provincie Brabant tot nu toe in redelijk goede handen geweest. Met provinciale steun heeft de Brabantse Raad voor Mantelzorgers (Brabantse Raad voor de Informele Zorg) ervoor gezorgd dat het algemene begrip op de kaart staat. Dat moet zo blijven! In de komende periode wil D66 dat er blijvend aandacht besteed wordt aan de Jonge Mantelzorgers en aan respijtzorg. Op jonge mensen kan de mantelzorgtaak een zware claim leggen en remmend werken op een goede ontwikkeling. Dat moet voorkomen worden. ‘Volhouden en doorgaan’, voor mantelzorgers lijkt vanzelfsprekend, maar een paar dagen “nu even niet” is daarbij een vereiste om dit waar te kunnen maken. Respijtzorg is zorgen voor de zorgers. De provincie bevordert innovatie in de zorg. De provincie bevordert samenwerking en faciliteert patiënten- en zorgketens. De provincie zal vernieuwde pilots op diverse zorgniveaus stimuleren. De provincie moet met een publiekscampagne zelfredzaamheid promoten. De provincie blijft een goede “mantel” voor jonge en oudere Mantelzorgers. De provincie zorgt voor een goede communicatie over deze zaken met en tussen gemeenten en zorginstellingen. GroenLinks Gemeenten krijgen vanaf 1 januari 2007 een belangrijke taak bij het uitvoeren van sociaal beleid via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). GroenLinks vindt dat de provincie een belangrijke rol moet vervullen in de ondersteuning van gemeenten bij deze opdracht. Dat kan door resultaten van praktijkproeven uit gemeenten bij gebleken succes over te dragen aan andere gemeenten. Het provinciale steunpunt Wmo moet daarom blijvend gefinancierd worden. Daarnaast wil GroenLinks een fonds instellen om innovatieve praktijkprojecten te ondersteunen. Om het dreigend personeelstekort binnen de zorg aan te pakken, is meer geld nodig. Daarbij dient de focus extra gericht te worden op het opleiden van allochtonen. Vrijwilligers, en mantelzorgers zijn van onschatbare waarde voor de Brabantse samenleving. Op verzoek van GroenLinks is berekend wat de economische waarde van dit vrijwilligerswerk is. Voor Brabant bedraagt deze waarde een miljard euro! De economische waarde van mantelzorgers is nog vele malen groter. GroenLinks vindt dat mensen binnen vrijwilligerswerk en mantelzorg meer steun en waardering verdienen, een betere rechtspositie moeten krijgen en zonder meer een kostendekkende vergoeding dienen te ontvangen. Een belangrijk uitgangspunt blijft wat GroenLinks betreft overeind: de mantelzorg moet aanvullend zijn op de thuiszorg en niet andersom. Om de mantelzorgers te ontlasten, is extra ondersteuning nodig en moeten de steunpunten voor deze vrijwilligers meer bekendheid krijgen en beter worden ondersteund. Jongeren die meehelpen met het verzorgen van familieleden verdienen speciale aandacht: voor hen moeten goede voorzieningen georganiseerd worden. Ook moeten er veel meer huizen komen waar de mensen die zorg nodig hebben tijdelijk kunnen logeren. PvdA Partij voor de Dieren De Partij voor de Dieren vindt dat de Provincie de gemeenten moet ondersteunen in de vervulling van hun zorgtaken. Er wordt gestreefd naar kleinschalige voorzieningen op lokaal- en buurtniveau in gezondheids- en ouderenzorg. Mantelzorg dient op basis van vrijwilligheid plaats te vinden. SP Uitgangspunt voor zorg is bij de SP solidariteit: zorg van goede kwaliteit moet voor iedereen in gelijke mate beschikbaar zijn. Helaas gaan de ontwikkelingen, landelijk en ook in Brabant, al een flink aantal jaren de andere kant op. De bureaucratie viert hoogtij, wachtlijsten zijn normaal, de bejegening van ‘cliënten’ is vaak niet om over naar huis te schrijven en instellingen lijken belangrijker dan mensen. Er wordt een anti-bureaucratiebrigade opgericht die in overleg met cliënten en hulpverleners bureaucratische werkwijzen inventariseert en met concrete voorstellen voor nietbureaucratische procedures en processen komt. Voor het terugdringen van de wachtlijsten dient op korte termijn uitbreiding plaats te vinden van het aanbod (en de aanbieders) van alle vormen van ambulante en residentiële zorg en pleegzorg volgens erkende kwaliteitscriteria. Vooral in de jeugdbescherming en de jeugdpsychiatrie moeten meer mensen aan het werk, zodat zij minder kinderen onder hun hoede krijgen en deze alle hulp en aandacht kunnen geven die ze nodig hebben. Wat voor de jeugdzorg geldt, geldt wat de SP betreft voor de hele zorg: schaalvergroting van zorginstellingen, regionale indicatiestellingorganen, de vele managementlagen tegenover het tekort aan handen aan het bed, dit alles leidt tot een onnodige bureaucratisering en moet met kracht worden tegengegaan. Voor alle onderdelen van de zorg moeten meer professionals worden opgeleid, zowel op mbo- en hbo- als op universitair niveau. De SP gaat ervan uit dat we met Brabant Medical School op de goede weg zijn, maar het blijft zaak hier scherp op te letten. VVD Gezondheidszorg Brabantse partij CDA Door ondersteuning en stimulering van de Brabant Medical School (BMS) wordt onverminderd doorgewerkt aan de beschikbaarheid van huisartsen en “huisartsondersteuners” voor alle Brabanders. De huisarts blijft de spil in de zorgverlening, ook als mensen tijdelijk elders verblijven. In verband met het groeiende aantal ouderen, waar onder ook allochtone ouderen, zal er eveneens een groeiende aandacht moeten zijn voor specifieke gezondheidsaspecten. Huisartsen worden aangemoedigd om hun kennis hierover up-to-date te houden. De provincie kan dit stimuleren door de beschikbaarheid van geriatrische deskundigheid in de provincie te waarborgen (ook via BMS) en door de inrichting van consultatiebureaus voor ouderen te bevorderen. De provincie blijft zich inzetten om binnen de gehele provincie voor de ambulancevoorzieningen en andere hulpdiensten binnen de normtijden te opereren, via regelmatig overleg met de Regionale Ambulance Voorzieningen (RAV’s) en met andere overheden (ook in aangrenzende provincies en buitenland). ChristenUnie-SGP D66 GroenLinks PvdA Partij voor de Dieren SP Een goede ambulancevoorziening kan een kwestie van leven of dood zijn. Toch wordt lang niet elke plek in Brabant binnen 15 minuten door een ambulance bereikt. Privatisering zal dit er niet beter op maken, net zo min als in de andere publieke sectoren. Bovendien heeft het verdwijnen van kleinere streekziekenhuizen hierbij ook een negatieve invloed. De provincie blijft zich ervoor inspannen dat in heel Brabant mensen, indien nodig, binnen 15 minuten een ambulance kunnen krijgen. Waar aanrijtijden structureel te lang zijn, worden extra opstelpunten ingericht. Het ‘middelen’ van aanrijtijden wijzen we af. VVD Gehandicapten Brabantse partij CDA De provincie maakt werk van ‘inclusief beleid’: op alle beleidsterreinen wordt rekening gehouden met mensen met een functiebeperking - wonen, mobiliteit, arbeidsdeelname, onderwijs, zorg, cultuur, recreatie en toerisme. De provincie maakt actief werk van het uitwisselen van goede voorbeelden (op bovengenoemde terreinen) tussen alle betrokkenen. Hierbij worden ook voorbeelden uit andere provincies en andere landen getoond. De provincie organiseert jaarlijks een “arbeidsmarkt”, waar arbeidsgehandicapten, reïntegratiebedrijven, sociale werkplaatsen en bedrijfsleven met elkaar in contact worden gebracht. ChristenUnie-SGP Letterlijk en figuurlijk stuiten mensen met een handicap nog geregeld op allerlei drempels. ChristenUnie-SGP vindt dat dit absoluut niet kan, en gelukkig is er al veel bereikt om gehandicapten alle kansen te bieden die ze nodig hebben om volop mee te kunnen doen. Maar er kan nog meer. Ketensamenwerking moet worden afgedwongen in het belang van de zorgvragers. Er dienen voldoende alternatieve mogelijkheden te zijn voor (dag)activiteiten en dagbesteding. En de toegankelijkheid van publieke voorzieningen en openbaar vervoer moet worden verbeterd voor mensen met een beperking. D66 GroenLinks Mensen met een functiebeperking worden uitgesloten in onze samenleving. De provincie moet er voor zorgen dat hindernissen en drempels op velerlei terrein worden weggewerkt. GroenLinks vindt dat reizigers met een functiebeperking in 2010 zelfstandig gebruik moeten kunnen maken van alle buslijnen in het stad- en streekvervoer. Mensen die geen gebruik van het openbaar vervoer kunnen maken, moeten over aangepaste vervoersmogelijkheden kunnen beschikken. PvdA Partij voor de Dieren SP Speciale aandacht is nodig voor het Collectief Vraagafhankelijk Vervoer, waar ouderen en gehandicapten vaak van afhankelijk zijn, ook al omdat er enorm geschrapt is in busdiensten en -routes en veel bussen en haltes niet rolstoeltoegankelijk zijn. Mensen raken in een isolement als ze er niet meer zelfstandig op uit kunnen. De prijs mag dan ook niet het enige criterium zijn bij de aanbesteding (of liever nog: er wordt helemaal niet meer aanbesteed). Het Collectief Vraagafhankelijk Vervoer wordt in heel Brabant op dezelfde manier georganiseerd, zodat alle Brabanders dezelfde rechten genieten. Daar de doelgroep van ouderen en gehandicapten, inclusief luchtgehandicapten, vaak geen andere keuze heeft, dient er een behoorlijk aanbod te zijn van zones en ‘puntbestemmingen’ als stations en ziekenhuizen. Ook moet de dienstverlening op peil gebracht en/of gehouden worden. Bij alle voorzieningen, ook in de sfeer van recreatie, dient de provincie de toegankelijkheid voor gehandicapten te bevorderen. VVD Ouderenbeleid Brabantse partij Naar onze mening is ouder worden met de daaraan gepaard gaande vergrijzing, een spannende uitdaging. Vrijwilligerswerk, scholing voor senioren, advisering/coaching van opvolgers, internationale contacten, publiceren van mémoires, sponsoring van goede doelen, vrijetijdsbesteding; het zijn allemaal aspecten van een andere balans in de samenleving, waarbij voor bepaalde zaken – ook het genieten van natuur en cultuur – meer tijd en capaciteit beschikbaar komen. Door de ouder wordende bevolking zal de maatschappij sterk veranderen en er zullen nieuwe behoeften bij de consumenten ontstaan. Voor deze nieuwe behoeften zal door de provincie op de gebieden waarin zij actief is, een stimulerend beleid gevoerd moeten worden. De provincie had op haar agenda ouderenbeleid staan. Hiervoor waren Werkwijzers in diverse plaatsen (Breda, Eindhoven, Den Bosch) opgezet. Van hieruit werd voorlichting gegeven en werden projecten uitgevoerd. Daarnaast was er het initiatief via de provincie "Ervaring werkt". Maar beide projecten zijn beëindigd. Nog lopende projecten worden afgerond en dat was het! Het lijkt de Brabantse Partij zeer belangrijk dat er meer aandacht gaat worden besteed aan dit onderwerp. Immers, ook in Brabant zijn er veel 50+ers werkloos en dit aantal zal de komende jaren nog steeds stijgen. Het is belangrijk om in de Staten aan te sturen op gerichte en langdurige activiteiten voor de komende jaren gericht op het aan het werk helpen van oudere werklozen. En dan geen praat- maar doenactiviteiten waarvan de concrete uitvoering en resultaten worden gemeten. Niet initiatieven langs elkaar, maar één coördinatiepunt voor de diverse activiteiten door heel Brabant. Wij zullen op dit punt in de komende periode verschillende initiatieven gaan nemen. CDA Het CDA wil de kansen die de vergrijzing biedt graag verzilveren. De vergrijzing biedt immers ook de nodige kansen: veel ouderen zetten zich in bij de opvang van kinderen, brengen ervaringsdeskundigheid in bij de opvoeding, maar ook coachen zij bijvoorbeeld startende ondernemers. De provincie bevordert dat ook oudere mensen blijven meedoen in de samenleving. Dit komt in meerdere beleidsterreinen tot uiting: wonen, veiligheid, mobiliteit. Talenten nemen niet af als de leeftijd hoger wordt. De provincie richt zich dan ook op het vergroten van de mogelijkheden, zodanig dat ouderen hun talenten zo lang mogelijk kunnen blijven benutten. Senioren vormen niet in de eerste plaats een ‘doelgroep van beleid’, maar zijn juist een ‘doegroep van maatschappelijk belang’. Zij kunnen bijv. een waardevolle bijdrage leveren in het overdragen van hun kennis en (levens-)ervaring Om de behoeften, wensen en mogelijkheden van (toekomstige) senioren – autochtoon en allochtoon - goed te kunnen betrekken bij toekomstig beleid, doet de provincie periodiek onderzoek daarnaar. Hierbij zijn met name de ouderenbonden vaste gesprekspartner. Het aantal mensen dat lijdt aan dementie, zal de komende jaren sterk stijgen. Voor hen en hun mantelzorgers zijn bijzondere voorzieningen nodig op het gebied van wonen, ondersteuning en zorg. ChristenUnie-SGP Dat steeds meer mensen kunnen genieten van hun ‘oude dag’ is een zegen. Dat betekent niet dat de samenleving geen beroep meer op hen doet. Hun ervaring en levenswijsheid kan voor velen in hun omgeving ook een zegen betekenen. Tegelijkertijd geldt dat de ouderdom met gebreken komt. De hulp die dan nodig is, komt als het goed is allereerst van familie en andere naasten. Daarnaast kunnen professionals, en ook de overheid, bijspringen. De provincie ondersteunt gemeenten bij het mogelijk maken dat ouderen zolang als mogelijk thuis kunnen blijven wonen. Ouderen die niet (meer) thuis kunnen blijven hebben recht op een kamer waar voldoende privacy is gegarandeerd. Dementie zal de komende jaren toenemen. Daarom moet actief worden ingezet op voorzieningen om de patiënten en hun omgeving te ondersteunen. D66 Noord-Brabant en met name de regio Zuidoost-Brabant vergrijst. Vergrijzing wordt vaak gezien als een bedreiging voor de economie en samenleving. D66 ziet dit eerder als een kans. Een kans omdat vergrijzing een bron van ervaring is en daarmee een geweldige economische kracht kan vormen. Een kracht die D66 duurzaam en innovatief wil inzetten, maar die dus om sociale innovatie vraagt. D66 wil daarom dat de kennisinstituten samenwerken op de terreinen: wonen, werken en leven, met echte vernieuwing als resultaat. Ouderen willen graag zelfstandig wonen en zullen dat in de komende jaren steeds langer moeten. De afgelopen jaren hebben veranderende opvattingen over wonen en verplegen geleid tot een sterk verouderde verplegingscapaciteit. De komende jaren zal er door de instellingen fors geïnvesteerd moeten worden om de verpleegcapaciteit in de pas te laten lopen met de veranderende eisen. De druk om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen zal als gevolg van capaciteitstekort en veranderende eisen toenemen. Er zal een toenemende druk komen te staan op het zelfstandig blijven wonen. Het gebruik van ICT kan zelfstandig wonen lange tijd faciliteren. Bovendien werkt ICT zeer comfortverhogend, zeker voor de 50+ groep die nog lang zelfstandig wil en moet blijven wonen. Deze groep moet vooral nu in wooncomfort investeren. Dit kunnen ze vaak ook; ze zijn niet onbemiddeld. Er wordt op dit terrein (te) weinig voortgang geboekt. De focus van Philips op Health zou kunnen helpen bij de innovatie op dit terrein. D66 verwacht van de provincie dat zij verdere innovatieve ontwikkeling in de zorgketen de komende jaren sterk zal stimuleren en tot een nauwe samenwerking met Philips zal komen. ICT in de zorg kan monitoring versterken en het proces van afhandeling versnellen. Noord-Brabant zal, als ICT provincie bij uitstek, verdere toeppassing van ICT in de zorg dienen te vergroten. Verder ontwikkelen van ICT in de patiëntenlogistiek zal voortvarend ter hand genomen moeten worden. Ook kan er veel gewonnen worden wanneer vroegtijdig, clusters van zorginstellingen zoals ziekenhuizen, huisartsen en verpleeghuizen worden ondersteund in hun samenwerking. Daarbij kan invoering van DOMOTICA en andere hulp van ICT een belangrijke rol spelen Door D66 kwam in 2005 en 2006 het genormaliseerd wonen voor dementerenden nadrukkelijk op de provinciale agenda. Met kleinschalige woongroepen zijn zeer goede resultaten geboekt. Het is bewezen dat deze manier van wonen positieve effecten heeft op de groep dementerenden. Gemeenten, woningbouwverenigingen en zorginstellingen hebben daarin een uitvoerende taak. D66 wil dat de provincie het veranderingsproces faciliteert, steunt en stimuleert. De organisatievorm zal vaak grootschalig zijn maar de uitvoeringsvorm kleinschalig. Dit model heeft zich voldoende bewezen. Hierdoor ontstaan veel mogelijkheden voor stadswijken, grote en kleine dorpen. De provincie activeert het genormaliseerd wonen voor dementerenden. GroenLinks Het aantal ouderen in Brabant stijgt sterk de komende jaren. Om participatie van vitale en actieve ouderen mogelijk te maken, zijn recreatie, onderwijs en verenigingen noodzakelijk. Waar nodig aangevuld met extra financiële steun voor minder draagkrachtige ouderen. In Brabant wonen veel ouderen die uitsluitend zijn aangewezen op een AOW-uitkering. Provincie en gemeenten moeten ouderen daarom actief wijzen op hun rechten en helpen bij het aanvragen van huurtoeslag, participatieregelingen en bijzondere bijstand. Daarnaast moet de provincie maximaal inzetten op kleinschalige woonvormen voor ouderen met speciale aandacht voor dementerende ouderen. Naast actieve ouderen, zal een groeiend aantal ouderen een beroep gaan doen op hulp en zorg, thuis of in een bejaarden- of verzorgingstehuis. GroenLinks geeft de voorkeur aan passende hulp en zorg aan huis zo lang mensen dat wenselijk vinden. Dat kan door de inzet van de thuiszorg, mantelzorg, aanpassingen aan bestaande woningen of speciale woningen met allerlei technische snufjes. Bij het realiseren van deze zogeheten woonzorgzones kan de provincie een actieve rol vervullen in samenwerking met gemeenten en woningbouwcorporaties. PvdA Partij voor de Dieren Ouderen moeten in staat gesteld worden om zo lang mogelijk gezond in hun eigen woning te kunnen verblijven. Daarnaast moet veel meer zorg komen voor ouderen in verpleeghuizen en moet mantelzorg een belangrijke plaats innemen in onze samenleving en de erkenning krijgen die het verdient. Thuiszorgvoorzieningen dienen van zodanige aard te zijn dat ook mensen die niet kunnen terugvallen op mantelzorg zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. SP De provincie dient waar zij kan meer kleinschalige woonvormen voor ouderen, chronisch zieken en gehandicapten te stimuleren, waarbij behoud van privacy en lokale voorzieningen belangrijke aandachtspunten zijn. Door de provincie gesubsidieerde instellingen als het Brabants Kenniscentrum Ouderen dienen in hun onderzoek en informatie ook de nodige aandacht te besteden aan de positie van bijvoorbeeld oudere homoseksuelen en oudere allochtonen. VVD Het aantal ouderen in Brabant stijgt in de komende jaren sterk. Tegelijkertijd zien we een trend ontstaan dat mensen langer participeren in het arbeidsproces. Vanaf de leeftijd van 70 jaar neemt de behoefte aan thuiszorg, medische zorg en mantelzorg sterk toe. Het in eigen huis blijven wonen vraagt veel aanpassingen van de ouderen, van de zorg en van de gemeenten. Daarom vraagt huisvesting van ouderen extra aandacht. De VVD wil dat openbare gebouwen, openbare voorzieningen en het openbaar vervoer voor ouderen en voor minder validen goed toegankelijk zijn. In dit kader moet ook in de kleinere plaatsen en dorpen het openbaar vervoer worden bevorderd. Jeugdzorg Brabantse partij Aan jeugdbeleid moet veel aandacht worden besteed, omdat voorkomen beter is dan genezen en omdat onze jeugd de toekomst is en heeft. Vandaar dat de Brabantse Partij voorstander is van een betere en verbrede jeugdzorg, met kwaliteitstoezicht door de provincie. Naar onze mening dienen de jongeren betrokken te worden bij de totstandkoming van voorzieningen die op hen zijn gericht. Voorbeeld hoe het niet moet, is dat jongeren hangplekken willen en dat overheden die vaak plannen op plekken waar je kan wachten op klachten van overlast. CDA Het gezin is de basis voor ouders en kinderen. Daarom stelt de provincie in haar jeugdzorgbeleid het gezin centraal. Wanneer hulp nodig is, o.a. opvoedingsondersteuning, wordt die allereerst in de thuissituatie geboden. Pas wanneer dit niet (meer) mogelijk is, wordt uithuisplaatsing overwogen, waarbij de voorkeur uitgaat naar pleegzorg (vervangend gezin). Voor jeugdigen voor wie complexe zorg geïndiceerd is worden kleinschalige voorzieningen gerealiseerd. Als er toch tot geïndiceerde zorg in een jeugdzorginstelling moet worden overgegaan, dan zal gestreefd worden naar een zo kort mogelijk verblijf. Er wordt daarna ambulante zorg in combinatie met de jeugdzorginstelling geboden. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het jeugdbeleid – de provincie is verantwoordelijk voor de jeugdzorg. Tevens heeft de provincie de regiefunctie voor de gehele keten: jeugdbeleid (voorzorg) – jeugdzorg (behandeling op indicatie) – jeugdbeleid (nazorg). De provincie bevordert dat gemeenten beschikken over een Centrum voor Jeugd en Gezin en probeert daarbij combinaties te maken met andere gemeentelijke initiatieven waaronder “Brede” scholen. Het Centrum voor Jeugd en Gezin wordt dus het coördinatiepunt voor lokaal en regionaal jeugdbeleid en daarmee tevens het scharnierpunt voor contacten met de jeugdzorg (zorgaanbieders en Bureau Jeugdzorg). De provincie bevordert dat jeugdzorgaanbieders intensief samenwerken op het gebied van innovatie en het bekorten van wachtlijsten. Het Bureau Jeugdzorg neemt een centrale plaats in binnen de jeugd(zorg)keten. Daarom blijft de provincie zorg dragen voor voldoende toerusting van het Bureau Jeugdzorg voor zijn complexe taak. Pleeggezinnen worden ondersteund en gestimuleerd, o.m. door voldoende financiën en door de beschikbaarheid van voorzieningen. De provincie bevordert afspraken tussen jeugdzorgaanbieders, Bureau Jeugdzorg, woningcorporaties, het onderwijs en gemeenten over de huisvesting, opvang en begeleiding van jongeren die de jeugdzorg verlaten. De provincie bevordert afspraken tussen jeugdzorgaanbieders, Bureau jeugdzorg, gemeenten en bedrijfsleven over stageplaatsen voor jongeren die de jeugdzorg verlaten. We constateren dat het aantal tienermoeders na jaren van afname weer toeneemt, het CDA wil graag in de preventieve zin (voorlichting, informatie etc) hier aandacht op vestigen. Tienermoeders dienen de juiste zorg en begeleiding te krijgen bij het opvoeden van hun kinderen en het vinden van een plek in de maatschappij. ChristenUnie-SGP Gezinscoaching is een goed instrument om vroegtijdig grotere problemen te voorkomen. ChristenUnie-SGP steunt de oprichting van Centra voor Jeugd en Gezin. Een faciliterende provincie toont zich hier een bondgenoot van gemeenten. ChristenUnie-SGP wil dat de provincie inzet op werving en ondersteuning van pleeggezinnen. Ook landelijk opererende identiteitsgebonden organisaties moeten hierbij worden betrokken. De zorg voor onze jeugd is allereerst een verantwoordelijkheid van de ouders. Soms redden de ouders het niet alleen. Dan is er professionele hulp nodig. Die extra zorg moet zo kort mogelijk, zo dichtbij mogelijk en zo snel mogelijk worden ingezet. De bestrijding van wachtlijsten verdient aandacht maar mag niet leiden tot verwaarlozing van de problematiek achter de cijfers. Ouders en kinderen staan als hulpvrager centraal in de verdere vormgeving van de jeugdzorg. Nauwe samenwerking tussen Bureau Jeugdzorg en de Centra voor Jeugd en Gezin is hiertoe een logische stap. ChristenUnie-SGP wil dat de provincie vol inzet op verbetering van de aansluiting tussen kern en keten. De provincie vormt het juiste schaalniveau om partijen bij elkaar te brengen en deskundigheidsbevordering in de keten te ondersteunen. Projecten waarbij de sociale omgeving van kind en gezin ingeschakeld wordt verdienen ondersteuning. De provincie ziet ook toe op verbetering van de samenwerking tussen jeugdzorg en GGZ. ChristenUnie-SGP pleit voor het instrument van gezinscoaching. ChristenUnie-SGP zet in op actieve werving en ondersteuning van pleeggezinnen. ChristenUnie-SGP stelt kind en gezin centraal in de hulpvraag. Landelijk opererende identiteitsgebonden organisaties moeten betrokken worden bij de jeugdzorg. D66 De kwaliteit van de jeugdzorg staat al jaren onder druk. Sinds 2005 is beleid en uitvoering van jeugdzorg wettelijk een provinciale taak. De tot nu toe geleverde inspanningen zijn groot, maar nog niet afdoende. Krantenberichten laten na het rapport Early Warnings regelmatig een afwachtende jeugdzorg en falende kinderbescherming zien met alle gevolgen van dien. Gezien de rol en verantwoordelijkheid van de provincie voor wat betreft de regie op de jeugdzorg mag hier nog meer energie en inzet worden verwacht. De gehele keten dient te worden aangepakt en verbeterd. Regie op de keten betekent dat je al alert dient te zijn bij zeer jeugdigen. Het kind staat centraal en niet de diverse aanbieders of adviseurs. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor jeugdwelzijn. Daar moet de inzet optimaal zijn om erger te voorkomen en preventief werken Daarnaast is het de taak van de provincie om via Bureau Jeugdzorg en de instellingen die zorg aanbieden, voldoende en kwalitatief goede hulp aan te bieden. D66 pleit ervoor dat de keten in dit proces helder is. Verantwoording en taakverdeling, maar zeker ook onderlinge steun is daarbij vereist. De provincie kan hierin veel betekenen. Het verzamelen en verspreiden van kennis over preventie is een provinciale taak die het jeugdwelzijn bevordert. Als behandeling via de geïndiceerde weg jeugdzorg toch nodig is, dan pleit D66 ervoor om via een heldere procesgang het cliëntsysteem te verbeteren. Een goed werkend kindvolgsysteem is daarin uiterst belangrijk. De eerste pilots laten goede resultaten zien. Voldoende capaciteit en kwaliteit van alle instellingen moet opgebouwd en in stand gehouden worden. De provincie moet bemiddelend optreden tussen onderwijs en zorgverleners om nascholing, bijscholing en onderzoek naar nieuwe methodieken te ontwikkelen. Zonodig met extra financiële steun. D66 vindt dat verantwoord uitgevoerde Jeugdzorg begint bij goed opgeleide en gemotiveerde medewerkers van instellingen die bij de zorg en behandeling van jongeren en hun omgeving betrokken zijn. D66 pleit voor onderzoek om helder te krijgen of het ombouwen van residentiele zorg naar ambulante zorg in het tempo van nu door kan gaan of bijgesteld moet worden. GroenLinks PvdA Gemeenten die hulpprogramma’s opstellen voor de betreffende groepen in de samenleving kunnen rekenen op de steun van de PvdA. Bijzondere aandacht is er voor jongeren. Zo zijn er, als uitvloeisel van het door de PvdA geïnitieerde Deltaplan Schooluitval, samenwerkingsprojecten gestart, waarbij jeugdzorg, school, ouders en jongeren samen concrete oplossingen bedenken. Jongeren die behoefte hebben aan zorg mogen niet langer dan negen weken op de wachtlijst staan. Dit vereist meer aandacht voor preventie, meer aandacht voor ketenaanpak en meer kennis over jeugdzorg. In 2011 mogen er geen wachtlijsten voor jeugdzorg meer zijn. De provincie investeert in kennisontwikkeling over jeugdzorg. De provincie stimuleert de ontwikkeling van grote gemeenten tot centrumgemeente voor de jeugdzorg. Jongeren boven de 18 jaar die uit de jeugdzorg komen, mogen niet in een zwart gat vallen. De provincie helpt gemeenten met het zoeken van structurele maatregelen voor deze jongeren. Partij voor de Dieren Jeugdzorg dient gericht te zijn op preventie van problemen. Consultatiebureaus moeten voor alle ouders met jonge kinderen goed bereikbaar zijn en dus op buurt- of wijkniveau beschikbaar zijn. SP De jeugdzorg moet gestoeld zijn op het recht van kinderen op een gezonde ontwikkeling en bescherming tegen alles wat die ontwikkeling bedreigt. De provincie is met name verantwoordelijk voor de curatieve jeugdzorg, de zorg voor kinderen en jongeren die, om welke reden dan ook, zodanig in de problemen raken dat zij noch hun ouders kans zien om deze nog zelf op te lossen. Zij hebben recht op professionele hulp, maar worden geconfronteerd met lange wachtlijsten. Er zijn ook veel zorgen over de kwaliteit van de hulp, iets waar de hulpverleners over het algemeen weinig aan kunnen doen. Zij zijn evenzeer slachtoffer van een totaal gebureaucratiseerd systeem, waardoor ze hun vak niet meer professioneel kunnen uitvoeren. Ze verdienen onze steun bij het organiseren van tegenmacht, zoals steeds meer ondernemingsraden al doen. Er is meer geld nodig -voor meer mensen in de zorg met een minder hoge werklast- maar er moet vooral ook iets gebeuren aan het minder bureaucratisch maken van organisaties en werkwijzen. Om te zorgen dat de overgrote meerderheid van de jeugd uit de problemen blijft, zijn gemeenten wettelijk verplicht een preventief jeugdbeleid voeren, bijvoorbeeld via activiteiten in de wijken. De provincie kan en moet dit beleid ondersteunen, maar mag daarbij haar eerste verantwoordelijkheid, de curatieve zorg, niet uit het oog verliezen. Bovendien is het erg belangrijk dat de aansluiting tussen preventief en curatief goed is, zodat kinderen die het nodig hebben zo snel en zo goed mogelijk geholpen kunnen worden. De dramatische problemen in de curatieve jeugdzorg, die regelmatig voorpaginanieuws zijn, hebben het aantal voorstanders van het overhevelen van alle jeugdzorgtaken naar de gemeente doen groeien. In principe kunnen er voordelen zitten aan een dergelijke verschuiving. Het gevaar bestaat echter dat alle aandacht weer naar zo’n stelselwijziging zal gaan, waardoor problemen van bureaucratie en bejegening (in de uitkomst van de meldweek ‘zorg om jeugdzorg’ als belangrijkste problemen aangemerkt) niet aangepakt zullen worden. Bovendien zijn lang niet alle curatieve taken, bijvoorbeeld jeugdbescherming of residentiële zorg, lokaal beschikbaar. Met name kleinere gemeenten zullen daarom moeite hebben met de invulling van het beleid. Dit kan leiden tot verschillen in uitvoering en daarmee tot rechtsongelijkheid. De provincie moet gemeenten ondersteunen bij het opzetten van centra voor jeugd en gezin, maar tegelijkertijd ook de grote problemen in de curatieve jeugdzorg aanpakken. Het zou onverantwoord zijn om deze te laten liggen totdat de nieuwe centra er eventueel klaar voor zijn om de curatieve zorg over te nemen. De kwaliteit van de curatieve jeugdzorg moet over de hele breedte verbeteren, onder andere door een correcte bejegening van mensen die hulp vragen en een veel betere samenwerking tussen alle betrokkenen. Kinderen staan centraal, dus het moet onmogelijk worden dat een kind te lang op een wachtlijst staat of niet op de juiste plek terecht komt vanwege de concurrentie tussen instellingen of hun territoriumgedrag. Kinderen die niets misdaan hebben, horen niet in de cel en ze mogen zeker niet als misdadigers behandeld worden. Zo mogen ze bijvoorbeeld niet blootgesteld worden aan visitatie (onderzoek van hun lichaamsholtes) na elk contact met de buitenwereld. Methodieken als de Eigen Kracht Conferentie (een methode om de omgeving van het kind te betrekking bij de oplossing van problemen) dienen meer structureel te worden ingezet om kinderen de beste kansen voor een ongestoorde ontwikkeling in hun eigen omgeving te bieden en zoveel mogelijk te voorkomen dat dingen uit de hand lopen. Van instellingen als Bureau Jeugdzorg wordt verwacht dat zij in het bezit zijn van de nodige kennis over en gevoeligheid voor jongeren die vanwege hun homoseksualiteit in de problemen komen. Er wordt (opnieuw) een onafhankelijke provinciale klachtencommissie jeugdzorg ingesteld. De provincie dient gemeenten te ondersteunen bij het opzetten van kleinschalige centra voor jeugd en gezin, waar preventieve en curatieve zorg naadloos in elkaar kunnen overgaan. Door de aanwezigheid van Bureau Jeugdzorg in zo’n kleinschalig centrum vinden indicatiestelling en doorverwijzing naar de benodigde hulp integraal plaats. Heldere, eenduidige informatie over wat te doen bij problemen van of met kinderen en jongeren moet breed in de provincie verspreid worden. In geval van crisis moet er altijd iemand bereikbaar zijn. VVD Een andere jeugdzorg Geen wachtlijsten meer in de jeugdzorg op 1 januari 2008. Aanpak bureaucratie. Keuzevrijheid voor de zorgvragers. De provincie draagt de jeugdzorg over aan de gemeenten als de wachtlijsten opgeschoond zijn en biedt daar waar nodig steun op gemeentelijk niveau.