ort 60-capsular shift.indd

advertisement
ORTHOPEDIE
Capsular shift
operatie aan het gewrichtskapsel
van het schoudergewricht
BEHANDELING
Capsular shift
Binnenkort wordt u geopereerd aan de schouder. Deze operatie
heet een ‘capsular shift’. Deze folder informeert u over de operatie zelf en wat u wel en niet mag doen in de eerste weken na
de operatie.
Een normaal
schoudergewricht
Een afwijkend
schoudergewricht
Het schoudergewricht wordt gevormd door
het schouderblad en de kop van de bovenarm (zie figuur 1). Om het gewricht bevindt
zich een gewrichtskapsel. Daar omheen
lopen spieren en pezen. Het gewrichtskapsel ligt strak om het gewricht heen, zodat de
kop van de bovenarm goed in de kom van
het schouderblad blijft zitten.
Wanneer de kop uit de kom is geschoten
(= luxatie) wordt het gewrichtskapsel uitgerekt. Als de kop weer in de kom zit, zal
het kapsel zich over het algemeen weer
herstellen. Wanneer echter vaker een luxatie optreedt bestaat de mogelijkheid dat
het gewrichtskapsel zich niet meer goed
herstelt. Het kapsel is te ruim geworden en
de kop kan daardoor makkelijker uit de kom
schieten wat inhoudt dat het schoudergewricht instabiel is geworden.
De opname
U wordt in principe opgenomen op de dag
van de operatie.
De operatie
‘Capsular shift’ betekent ‘reven van het kapsel’. Het uitgerekte kapsel wordt losgemaakt
van het bot van het schoudergewricht en
vervolgens weer strakker vastgehecht
(figuur 2, 3 en 4). Hierdoor ligt het kapsel
weer strak om het gewricht en is de instabiliteit opgeheven. Om het kapsel weer goed
figuur 1
1
Controles
vast te laten groeien is het belangrijk dat
u ongeveer vier weken na de operatie een
“sling” moet dragen.
Twee weken na de operatie komt u voor
controle op de poli bij uw behandelend
orthopedisch chirurg. Deze controleert de
wond en verwijdert de hechtingen. Ook
wordt de voortgang van de fysiotherapie
bekeken. Zes weken na de operatie en aan
het eind van de fysiotherapiebehandelingen
komt u nogmaals voor controle.
Ontslag
Figuur 2
Het uitgerekte kapsel wordt losgemaakt
U mag in principe de ochtend na de operatie
naar huis.
Fysiotherapie na
de operatie
De orthopeed geeft aan welke bewegingen
zijn toegestaan. De fysiotherapeut neemt
deze bewegingen na de operatie met u
door. De snelheid waarmee u de fysiotherapie mag uitbreiden hangt onder andere
af van de plaats waar de hechtingen zich
bevinden, aan de voorzijde of aan de achterzijde van het gewrichtskapsel. Informatie
voor de nabehandelend fysiotherapeut over
de oefentherapie krijgt u bij ontslag aangeboden. Het is natuurlijk ook mogelijk de
fysiotherapeutische nabehandeling voort te
zetten op de afdeling Fysiotherapie van het
St. Antonius Ziekenhuis.
Figuur 3
Er ontstaan 2 flappen A en B
Figuur 4
De flappen worden over elkaar weer vastgehecht
2
Nabehandelingsschema
bij een operatie aan de
voorzijde van het kapsel
Nabehandelingsschema
bij een operatie aan de
achterzijde van het
kapsel
Eerste twee weken
De eerste twee weken moet u de sling continu (ook ‘s nachts) dragen. Onder leiding
van de fysiotherapeut mag de arm uit de
sling en start u met slinger- en zwaaioefeningen en het optillen van de arm. U mag de
arm niet naar buiten draaien, dit veroorzaakt
namelijk spanning op de hechtingen aan de
voorzijde van het gewrichtskapsel.
Eerste twee weken
De eerste twee weken moet u de sling continu (ook ‘s nachts) dragen. U mag de arm
niet naar binnen draaien, dit veroorzaakt
namelijk spanning op de hechtingen aan de
achterzijde van het gewrichtskapsel.
Vanaf twee weken na de operatie
Onder leiding van de behandelend fysiotherapeut start u met slingeroefeningen.
Ook zal de fysiotherapeut uw arm gaan bewegen, waarbij de arm uit de sling gehaald
wordt. U mag zelf nog geen bewegingen
maken
Vanaf twee weken na de operatie
De oefeningen worden geleidelijk uitgebreid en u mag de arm een klein beetje naar
buiten gaan draaien op aanwijzing van de
fysiotherapeut.
Vanaf vier weken na de operatie
Vanaf vier weken na de operatie
Het dragen van de sling wordt nu afgebouwd en u mag uw arm zelf meer gaan bewegen, op aanwijzing van de behandelend
fysiotherapeut.
Het dragen van de sling wordt afgebouwd
en u mag uw arm zelf meer gaan bewegen,
op aanwijzing van de fysiotherapeut. U
start met het oefenen van het naar binnen
draaien van de arm.
Vanaf zes weken na de operatie
De oefeningen worden uitgebreid tot u alle
bewegingen weer kunt maken.
Vanaf acht weken na de operatie
De oefeningen worden uitgebreid tot u alle
bewegingen weer kunt maken.
Vanaf drie maanden na de operatie
De schouder is in principe weer volledig belastbaar. Contactsporten raden wij u echter
af tot vier à zes maanden na de operatie.
Vanaf vier maanden na de operatie
De schouder is in principe weer volledig belastbaar. Contactsporten raden we echter af
tot vier à zes maanden na de operatie.
3
Tot slot
Voor meer informatie over de fysiotherapeutische nabehandeling kunt u contact opnemen met de poli Orthopedie. U vindt de
contactgegevens in het grijze adreskader
achterin deze folder.
4
St. Antonius Ziekenhuis
T 088 - 320 30 00
E [email protected]
www.antoniusziekenhuis.nl
Spoedeisende Hulp
088 - 320 33 00
Orthopedie
088 - 320 23 00
Fysiotherapie
088 - 320 77 50
Locaties en bezoekadressen
Ziekenhuizen
Poliklinieken
St. Antonius Ziekenhuis Utrecht
Soestwetering 1, Utrecht
(Leidsche Rijn)
St. Antonius Polikliniek
Utrecht Overvecht
Neckardreef 6, Utrecht
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein
Koekoekslaan 1, Nieuwegein
St. Antonius Polikliniek Houten
Hofspoor 2, Houten
St. Antonius Spatadercentrum
Utrecht-De Meern
Van Lawick van Pabstlaan 12,
De Meern
5
Meer weten?
Ga naar www.antoniusziekenhuis.nl
ORT 60/04-’13
Dit is een uitgave
van St. Antonius Ziekenhuis
Download