Handelingen - vertrekken - landen - opstijgen - aftellen

Voorwerpen
Ruimtewezens
Planeten
Woorden i.v.m ruimte
- raket
- astronaut
- marsmannetje
- aliëns
- 1ste ruimtereiziger : hond Laika
- 1ste mans op maan: Neil Armstrong
- Mercurius
- Venus
- Aarde
* land
* water
- Mars
- Jupiter
- Saturnus
- uranus
- neptunus
- pluto
- ruimte
- ruimtepak
- astronautenvoeding
- astronautenhelm
- zuurstofmasker
- vliegende schotel
- vlag
- ruimteschip
- telescoop = sterrenkijker
- maanlander
- maanauto
- sterrenwacht
- space shuttle
Sterrenbeelden
- ram
- stier
- tweelingen
- kreeft
- leeuw
- maagd
- weegschaal
- schorpioen
- boogschutter
- steenbok
- waterman
- vissen
- grote beer
- kleine beer
- sterrenhemel
- ruimtereis
- satelliet
- heelal
- zwaartekracht
- ruimtestation
- lancering
- zonnestelsel
- hemel
- zonnevlek
- melkwegstelsel
- ijs
Lichamen in de ruimte
- zon = een ster
* vuur
* gas
- maan
* kraters = putten in de
maan van gevallen
maanstenen
* zand
* steen
* water
* volle maan
* halve maan
* nieuwe maan
* maansikkel
- sterren
- komeet = een klomp ijs
- maanstenen
- meteoor = vallende ster
Handelingen
- vertrekken
- landen
- opstijgen
- aftellen
- telefoneren
- starten
- uitstappen
- zweven
- draaien
- botsen
- bewegen
- stralen
- leven
- ademen
- bevriezen
ruimte
Begrippen
Kleuren
Vormen
- rond
- halfrond
- bol
- groen
- blauw
- zwart
- geel
- oranje
- grijs
- rood
- ver weg / dichtbij
- snel / langzaam
- omhoog / omlaag
- zwaar / licht
- te veel / te weinig
- donker / licht
- dag / nacht
- warm / koud
- binnenste / buitenste