Klankgreepseries en lettergreepseries 0B Marion Nout en Margreet aan de Wiel Nu het boek Montessori Taalmateriaal binnenkort herzien wordt, is dat een goede aanleiding een observatie van het werken met de klankgreep- en lettergreepseries te analyseren en de theorie onder de loep te nemen. Studenten van de pabo geven in de basisschool lesjes met de klankgreepen lettergreepseries en zij stuiten daarbij op vragen over de doelen van het materiaal. Op de opleiding leggen wij, docenten Nederlands, verbanden tussen het aanwezige montessori materiaal en de taaltheorie. In dit artikel bespreken wij de theorie met betrekking tot het klank- en lettergreepmateriaal en doen wij suggesties voor het optimale gebruik van de series. Klappen en tikken ‘Klappen en tikken strepen en knippen’ Elise (groep vier) is bezig met de lettergreepseries. De leidster heeft voorgedaan hoe je eerst het woord klapt en dan een streepje zet tussen de lettergrepen. Elise klapt het woord sokken. ‘/So/’ ‘/ken/’ klapt ze. Ze zet het streepje tussen de o en de eerste k. Als de leidster terugkomt, verbetert ze Elise: ‘Nee, het streepje moet na de eerste k.’ Een dag later krijgt Elise een eerste aanbieding over gesloten lettergrepen. Leidster: ‘Hoor je aan het eind van de klankgreep een korte klinker /a/, /e/, /i/, /o/, /u/, dan schrijf je de volgende medeklinker dubbel. Klap maar eens katten’. Elise klapt: ‘/kat/, /en/.’ Zowel de leidster als Elise is in de war. Wat is hier aan de hand? De leidster heeft de doelen bij de klank- en lettergreepseries door elkaar gehaald. In Montessori Materiaal (2001) en in de Spellingwijzer, onderdeel van het Montessori Taalmateriaal (1999 ) worden de klank- en lettergreepseries besproken. In het materiaalboek staan twee doelen genoemd: − Voorbereiding op de spellingsregel van open en gesloten lettergrepen; − Voorbereiding voor het afbreken van woorden aan het eind van een zin. Aan de tweede doelstelling kan pas gewerkt worden als de spellingsregels van de open en gesloten lettergrepen beheerst worden. Toch was Elise op de eerste dag bezig met de tweede doelstelling - het afbreken - hoewel die in de middenbouw nog niet of nauwelijks aan de orde is. De tweede dag echter werkt ze aan de voorbereiding van het spellen van de open en gesloten lettergrepen. Dat is uiteraard verwarrend. 1B Klankgreepseries In de Spellingwijzer wordt bewust niet gesproken over open en gesloten lettergrepen, maar over klankgrepen. Dit zijn de auditieve onderdelen waarin je een gesproken woord opdeelt. In andere methodes worden klankgrepen ook wel klankstukken genoemd. Bij voorbeeld: Het woord scholen bestaat uit de klankgrepen /scho/ en /len/. Het woord katten bestaat uit de klankgrepen /ka/ en /ten/ Klankgrepen heb je nodig om het kind de verdubbelingsregel en de verenkelingsregel uit te leggen. Klankgrepen, omdat je afhankelijk van de korte of lange klank die je aan het eind hoort, een letter toevoegt of weghaalt. Als wij kleuters en kinderen van de middenbouw woorden laten klappen of tikken, dan splitsen ze een woord als /messen/ vanzelf in /me/ sen/. Want in tegenstelling tot wat veel volwassenen, die het woordbeeld voor zich zien, denken, spreken wij maar een /s/ uit. Het kind moet dus het woord auditief in klankgrepen kunnen opdelen voor we de regels kunnen uitleggen. Aan het opdelen van woorden in klankgrepen kunnen we alleen mondeling werken. Er komt dus geen potlood en papier aan te pas en evenmin strepen en scharen. Wij kunnen de reeksen die hiervoor geschikt zijn beter klankgreepseries noemen. Lettergreepseries Potlood en papier, strepen en scharen worden gebruikt bij de tweede doelstelling: het afbreken van woorden aan het eind van een zin. Hierbij gaat het om de vraag: tussen welke letters komt het afbreekstreepje waarna wij op de volgende regel verder gaan met de rest van het woord. Het afbreken van woorden zit in blok D van de Spellingwijzer. Dat betekent dat vooral de bovenbouw hiermee bezig zal zijn. Dat komt dus ver na de open en gesloten lettergrepen/klankgrepen, die in blok C aan de orde komen, in de middenbouw. Klankgrepen in de onderbouw In de onderbouw zijn we ook al met de kinderen woorden aan het klappen. Dit is de eerste stap bij de auditieve analyse. Auditieve analyse hebben kinderen nodig bij het aanvankelijk lezen en schrijven. Het kind begint dan een woord in delen op te splitsen, zoals het kind het woord hoort. Hierbij gaat het dus om klankgrepen! Vervolgens leren kinderen woorden op te delen in losse klanken. De leidster gebruikt voor de auditieve analyse taalspelen, maar de series zijn ook uitstekend te gebruiken. In het Montessori materiaalboek wordt het doel auditieve analyse niet genoemd bij de klank- en lettergreepseries. De meeste series bevatten woorden die bij kleuters nog niet bekend zullen zijn. Toch is zeker de eerste serie geschikt voor de kleuters. Hieronder staan suggesties welke series te gebruiken zijn. Samenvattend Het opdelen van woorden in delen doen we in onderbouw, middenbouw en bovenbouw, maar steeds met een ander doel. Afhankelijk van dat doel doen we het mondeling of schriftelijk. In de onderbouw zijn we bezig met auditieve analyse. Dus delen we woorden op in klankgrepen. We werken mondeling. In de middenbouw leren we de kinderen de spellingsregels voor verdubbeling en verenkeling. Dus delen we woorden op in klankgrepen. We werken mondeling. In de bovenbouw leren we kinderen woorden afbreken aan het eind van een zin. Dus delen we woorden op in lettergrepen. We werken schriftelijk. Welke series zijn waarvoor geschikt? Doel: auditieve analyse in de onderbouw: opdelen in klankgrepen. Geschikt om mondeling mee te werken zijn: Serie 1a, 1b en 1c Serie 2a, 2b en 2c Alleen zijn de woorden aan de moeilijke kant Serie 3a, 3b,en 3c Let op een enkel moeilijk woord Serie 4a, 4b en 4c Serie 5a, 5b en 5c Zorg dat het eerste deel eindigt op de korte klank (a-e-i-o-u) Doel: Spelling open en gesloten lettergrepen middenbouw: opdelen in klankgrepen Geschikt om mondeling mee te werken zijn: Serie 3a, 3b en 3c Het gaat om afbreken na een klinker waarbij verdubbeling en verenkeling geen rol spelen Serie 4a, 4b eb 4c Het gaat om open lettergrepen Serie 5a, 5b en 5c Het gaat om gesloten lettergrepen Serie 6a, 6b en 6c Het gaat om open en gesloten door elkaar Doel: Afbreekregels in de bovenbouw: opdelen in lettergrepen Geschikt om schriftelijk mee te werken zijn: Serie 7a, 7b en 7c (NB paddestoel moet zijn: paddenstoel) Serie 8a, 8b en 8c Serie 9a, 9b en 9c Serie 10a, a0b en 10c. De series zijn opgenomen als bijlage Klank- en lettergreepseries in het Materiaalboek. Marion Nout en Margreet aan de Wiel werken aan de pabo van de EHvA Montessori. Literatuur: Centrale werkgroep Taal: ‘Spellingwijzer Montessori-onderwijs’, in: ‘Montessori Taalmateriaal’, Nederlandse Montessori Vereniging, 1999 ‘Het Montessori Materiaal’, Nederlandse Montessori Vereniging, 2001