Film Art H2,3,6-9 H2: FILM FORM Vorm en inhoud zijn onafscheidelijk 3 interpretatielagen: - expliciet (oppervlakte) - impliciet (diepte) - symptomatisch (ideologie, symboliek) H3: NARRATIVITEIT Causality (oorzakelijkheid) story/plot relaties: 1) volgorde 2) duur (denk ook aan 'screen duration') 3) frequentie Verteller: diegetisch vs niet-diegetisch? Narratie of vertelproces (= manipulatie van de story door de plot) 1) range of story information 2) depth of story information H3: NARRATIVITEIT (vervolg) range of story information: (= kennisgraad: 'who knows what when?') - 'unrestricted': alomwetende vertelling - 'restricted': personage-gebonden vertelling depth of story information: (= point of view) - objectieve vertelling - subjectieve vertelling: perceptual & mental subjectivity H6: MISE-EN-SCENE Realisme: geen goed criterium! 4 aspecten van de mise-en-scene: 1) setting: decor en props 2) kostuums en make-up 3) lighting: high key (3 point lighting) vs low key (chiaroscuro) 4) acting space/time organisatie: - kleur: palette - compositie: bilaterale symmetrie, asymmetrie ('gulden snede') - dieptelagen ('planes'): shallow space vs deep space H7: CINEMATOGRAFIE 'photographic image': - keuze en manipulatie van filmstock - snelheid: slow motion vs fast motion - perspectivische relaties: keuze van lenzen! * shallow depth of field: telephoto lens (long focal length lens) * deep depth of field: wide-angle lens (short focal length lens) 'framing' (of kadrering) van shot: - frame dimensies (aspect ratio) - onscreen vs offscreen space - camerahoek en -plaats - camerabeweging - beweging in de camera Duur van shot: long take H7: CINEMATOGRAFIE (vervolg) Framing camerahoek en –plaats: - angle: high vs low - level: recht of gekanteld (canted) - height: eye-level, ground level... - distance: XLS -> XCU camerabeweging: - pan (horizontale draaiing) - tilt (verticale draaiing) - tracking/dolly shot (horizontale verplaatsing) - crane shot (combinatie, complexe bewegingen) beweging in de camera: [moving frame] - zoom - verandering van dieptescherpte (focus) H8: EDITING (= montage) shotovergangen: (transities tussen shots): - cut - fade-out, fade-in, dissolve, wipe... 4 dimensies van editing: 1) grafisch: graphic match / graphic contrast 2) ritmisch 3) ruimtelijk (parallele montage, crosscutting¿) 4) tijdelijk (flashback, flashforward, montage sequenties, elliptische montage...) continuïteitsmontage: ('continuity editing') - 180 ° regel : axis of action (vb. klassieke dialoogscene) - 30 ° regel & jump cut (als montagefout) - match-on-action, eyeline match, screen directions... H9: GELUID Eigenschappen: volume, pitch, timbre 3 types: spraak, muziek, geluidseffecten (+STILTE) 4 dimensies: 1) ritme: coördinatie of dispariteit 2) 'fidelity' 3) ruimte: - diegetisch vs niet-diegetisch - diegetische geluid: onscreen vs offscreen, internal vs external 4) tijd: - synchroon vs asynchroon - simultaan vs niet-simultaan (narrativiteit!) - plot/story/screen: flashback, flashforward, soundbridges