28. Waarom wil God elke Ziel in Zijn Rijk?

advertisement
TOTUS TUUS, MARIA!
STORMSCHRIFTEN
Deel 2
29.09.2009
Index
23. Openbaringen over de Macht van Maria ........................................ 3
24. Openbaringen over de Genaden van de Heiliging .......................... 9
25. Waarom laat God het Lijden toe? ................................................. 13
26. Gehoorzaamheid als Bron van Leven .......................................... 18
27. Openbaringen over de volmaakte Liefde ...................................... 20
28. Waarom wil God elke Ziel in Zijn Rijk? ......................................... 24
29. Het Verleden als Ketting van Uw Ziel ........................................... 29
30. Openbaringen over Aanbidding als Bron van Licht ....................... 33
31. Eenheid als Bouwsteen voor het Rijk Gods .................................. 40
32. Zelfofferande als Levensbestemming ........................................... 44
33. Openbaringen over het Eeuwig Heil van de Ziel........................... 46
34. Openbaringen over de volmaakte Naastenliefde .......................... 51
35. Openbaringen over het Wezen van de Bekoring .......................... 53
36. Openbaringen over verborgen Vijanden van Gods Rijk ................ 60
37. Openbaringen over de Zwakheid van de Mens ............................ 68
38. Openbaringen over de ware Vrede van Christus .......................... 73
39. Openbaringen over Gods Liefde voor de Mens ............................ 75
2
De STORMSCHRIFTEN vormen een reeks van korte geschriften,
geschreven door “Myriam van Nazareth” in opdracht en op ingeving van
de Heilige Maagd Maria, met de bedoeling, het vuur van de Heilige
Geest in de zielen aan te wakkeren tot voorbereiding van het Rijk van
Jezus Christus op aarde.
HAAR SCHOONHEID WEKT DE LIEFDE VAN DE KONING
23. Openbaringen over de Macht van Maria
Tot de meest miskende en onbegrepen genaden die God voor de
mensheid heeft voorzien, behoort deze van de grenzeloze macht van de
Heilige Maagd Maria. Maria is bij uitstek de Koningsdochter, de
Uitverkorene van God, Zijn Vertegenwoordigster naar de mensheid toe,
die door Jezus vanop het Kruis van Kalvarie onder Haar hoede is gesteld
met de woorden “Vrouw, ziedaar Uw zoon. Zoon, ziedaar Uw Moeder”.
Maria is door God voorbestemd als het laatste Redmiddel voor de
dwalende mensheid. De macht van Maria is met geen enkele kracht in
de Hemel en op aarde te vergelijken. Zoals vele heiligen reeds schreven:
behalve God is alles aan Maria onderworpen.
Wat is macht? Macht is het vermogen om het gedrag van anderen te
beïnvloeden zodat deze bepaalde dingen anders moeten doen dan zij
zelf zouden willen en hun gedrag moeten aanpassen bij de wil van
diegene die macht uitoefent. Macht is ook het vermogen waardoor het lot
van anderen, alsook de beslissingen die zij nemen, op één of andere
wijze beïnvloed worden door de wil van diegene die macht uitoefent.
Vooral deze laatste punten zijn van toepassing op Maria. God heeft het
zo beschikt dat Zij macht bezit over de mensen, over de duivelen, en
over God Zelf. Ik kom hier meteen op terug.
Waar ligt de oorsprong van Maria’s macht? Hoe komt het dat Zij zo
machtig is? Maria’s macht is gegrondvest op Haar volmaakte staat
van genade. Zij is onbevlekt ontvangen en aldus vrij van de erfzonde.
Deze eigenschap laat Haar méér dan enige andere ziel op God gelijken.
Haar heiligheid is vanaf Haar Ontvangenis ongeëvenaard geweest, en
Zij heeft deze absolute heiligheid in stand gehouden door een leven
zonder de geringste zonde of ondeugd. Hoe heiliger een ziel is, des te
groter de genaden die zij van God verkrijgt, omdat God een ziel steeds
minder kan weigeren naarmate deze ziel Hem aan Zichzelf herinnert,
dus naarmate Hij Zichzelf in deze ziel weerspiegeld ziet. Maria is ooit
door Jezus Zelf “de volmaakte Spiegel van God” genoemd. Maria is de
enige ziel in staat van absolute heiligheid, en is daardoor een volmaakte
kopie van Gods eigen Wil. Zij draagt geen enkele schuld tegenover de
Goddelijke Gerechtigheid, en om die reden is er voor God geen enkele
belemmering om Haar alles te geven wat Zij verlangt. Indien God een
volmaakt heilige ziel zoals Maria iets zou weigeren, zou Hij als het ware
3
met Zichzelf in strijd komen, want in Maria is de Godskern (die in
oorsprong in elke mensenziel aanwezig is) tot de volle ontwikkeling
gekomen. Alle eigenschappen van Maria zijn van Goddelijke oorsprong,
en geen enkele van hen is ook maar in de geringste mate besmet door
wereldse of duivelse invloeden. Daarom zet elke handeling die Maria
stelt, elk woord dat Zij spreekt, elk verlangen van Haar Hart, elke
gedachte uit Haar geest, elke stap van Haar voeten en elke uiting van
Haar Wil onvoorstelbare krachten in werking, die zo gelijklopend zijn met
Gods Plannen en beschikkingen, dat God alles wat van Maria uitgaat,
beschouwt als Zijn eigen Wilsakten. Dat is de reden waarom gezegd
mag worden dat Maria’s macht absoluut is, en dat Zij zelfs macht heeft
over God Zelf. Toen Maria nog op aarde leefde, heeft Zij God er ten
minste twee maal toe aangezet, Zijn Wilsbesluiten (die nochtans
onwrikbaar vaststaan) te wijzigen. De eerste maal was deze, dat Haar
intense gebeden, bezield door een oneindig vurige Liefde (resultaat van
Haar volmaakte heiligheid), de Komst van de Messias met verscheidene
jaren hebben vervroegd. De tweede gelegenheid was deze, dat Zij de
Verrijzenis van Jezus, die volgens de Schriften na drie dagen (dus 72
uren) moest plaatshebben, heeft vervroegd tot 40 uren na Zijn
Kruisdood. Aldus werd mij geopenbaard.
De uitoefening van Maria’s macht in de Hemel gaat onverminderd
verder:
§
God heeft het zo beschikt dat de engelen de mens ten dienste
zouden staan. Doch geen enkele mensenziel heeft in dezelfde mate
de beschikking gekregen over de engelen als Maria. Reeds tijdens
Haar leven op aarde stonden talrijke scharen van engelen permanent in
Haar dienst. Toen Zij na Haar leven “insliep” en in de Hemel opgenomen
werd met lichaam en ziel, wierpen de engelen zich aan Haar voeten neer
en begroetten Haar als hun Koningin en Meesteres. In deze laatste tijden
voert Maria het bevel over de voltallige Hemelscharen in de strijd tegen
het kwaad. In wezen was Maria’s heerschappij over de engelen reeds
een feit toen God Haar voorzag als de Vrouw die de kop van de slang
zou verpletteren.
§
Eén van de grootste uitingen van Maria’s macht in de Hemel is
deze van Haar voortdurend optreden als Voorspreekster bij Gods
Gerecht. Ieder mens die zijn leven op aarde beëindigd heeft (dagelijks
zijn dat er miljoenen), verschijnt vόόr Gods Gerecht, waar de beoordeling
van zijn aards leven wordt voltrokken. Bij elk oordeel is Maria aanwezig
als Voorspreekster. Elke dag beslissen Haar woorden (dus: Haar Liefde)
over het eeuwig lot van duizenden, die zonder Haar verdoemd zouden
worden doch aan Haar te danken hebben dat zij na een welbepaalde tijd
van loutering in het vagevuur de eeuwige gelukzaligheid in de Hemel
zullen genieten. Maria heeft dus letterlijk het lot van ontelbaren in Haar
4
handen. Bedenk dit nog tijdens Uw leven op aarde, en geef Haar de
eerbied die Haar toekomt.
§
Maria’s macht als Voorspreekster strekt zich verder uit over de
zielen in het vagevuur. Op Haar gebed, en door speciale voorrechten
die Zij van God heeft verkregen, worden vele zielen eerder uit het
vagevuur bevrijd dan zij op grond van de Wet van Gods Gerechtigheid
verdienen. Eén voorbeeld: Maria heeft van God verkregen dat de zielen
die zich totaal in Haar dienst stellen door een leven van volkomen
Mariatoewijding, ten laatste op de eerste zaterdag na hun overlijden de
eeuwige gelukzaligheid zullen binnengaan.
De uitoefening van Maria’s macht op aarde is onvoorstelbaar, en voltrekt
zich vaak in het verborgene. Op de meest indrukwekkende wijze
openbaart Haar macht zich op de volgende terreinen:
§
Maria is de Middelares van alle Genaden. Genaden zijn gaven
die God schenkt om het leven van de mens gemakkelijker te maken of
hem dichter bij zijn heil te brengen. God heeft Maria de macht gegeven
over de schatkamers van Zijn Genaden. Dat betekent dat Zij Zijn
Genaden kan uitdelen aan wie Zij wil, wanneer Zij wil, in de mate waarin
Zij wil en in de vorm waarin Zij wil. Zeer vele van de genaden die
bepalend zijn voor de kwaliteit van een mensenleven, worden verleend
na bemiddeling door Maria. De grenzeloze macht van Maria bestaat
hieruit dat Zij via deze weg over het verloop van talloze levens beslist.
Bepaalde genaden zijn zichtbaar of voelbaar (genezingen, de
verwezenlijking van materiële verlangens...), andere zijn niet zichtbaar
(bekeringen, spirituele gaven, ontwikkelingen die de groei van de ziel
bevorderen...). De niet-zichtbare zijn de grootste, en vormen daarom de
grootste openbaringen van Maria’s macht over Uw leven.
§
Maria is de Leidster van alle zielen die zich aan Haar toewijden.
Elke Mariatoegewijde vormt op zich een klein Rijk van Maria, een Rijk
waarin Zij volkomen heerst. Door Haar Liefde en Haar macht over de
verdeling van alle Genaden brengt Maria het hart van de Haar volkomen
toegewijde ziel zo volkomen onder Haar gezag dat de toegewijde
zichzelf vrijwillig tot Haar dienaar maakt. Naarmate het verbond tussen
Maria en Haar toegewijde een grotere invulling krijgt (de uiterste graad
wordt bereikt in de gevallen waarin Maria een ziel via de mystieke weg
tot Haar dienst roept voor een speciale opdracht, die over het algemeen
het hele verdere leven duurt), neemt de vrijwillige onderwerping van de
toegewijde aan Maria toe en beschouwt hij zich als niets méér dan Haar
slaaf. Zodra de geroepene totaal in Maria’s macht is, voert Zij hem via
opeenvolgende beproevingen, genaden en een zeer intense versmelting
in hart, geest, en in bepaalde gevallen zelfs in het lichaam (mystiek
lijden) tot steeds groeiende eenwording met Zichzelf: Maria heeft de
macht, zielen te kneden tot zij Haar spiegelbeeld worden. Dit is een
5
Goddelijke macht die God Zelf jegens Haar als eerste heeft toegepast,
en waarover Zij de volle beschikking heeft gekregen. Maria beschikt over
eindeloze middelen waardoor Zij Haar toegewijden zonder dwang doch
door hun eigen ontwikkeling vrijwillig de beslissing kan laten nemen, hun
hele verdere leven aan Haar voeten door te brengen met als enige
doelstelling van al hun doen en laten: de wil om Maria te dienen en te
verheerlijken. In Haar totaal toegewijden bereikt Maria’s titel “Koningin
van Hemel en aarde” de volheid van zijn betekenis. Maria’s macht komt
op een bijzondere wijze tot uitdrukking in de beschikking die Zij van God
heeft gekregen over zielen. Zij heeft het voorrecht ontvangen, bepaalde
zielen uitdrukkelijk te roepen tot Haar persoonlijke dienst, in het kader
van Haar rol tot verwezenlijking van Gods Heilsplan. Deze zielen worden
door Haar persoonlijk toegerust met speciale genaden en gaven om te
functioneren als instrument van Maria, en worden door Haar uitgenodigd
tot het sluiten van een totaal en onvoorwaardelijk verbond van
gehoorzaamheid en onderwerping aan Maria. Zij worden door Maria op
een bijzondere wijze geleid en beschermd, door Haar naar Haar
welbehagen gekneed tot Haar werktuig en evenbeeld. In deze zielen
schittert de macht van Maria vooral doordat Zij hen zo vast en zo
liefdevol aan Zich bindt dat zij in niets anders meer behagen scheppen
dan in een leven als “liefdesslaaf” van Maria (slaaf van Haar Liefde).
De uitoefening van Maria’s macht over de duivelen voltrekt zich nu nog
grotendeels onzichtbaar, doch zal in een nabije toekomst voor aller ogen
stralen. Maria is door Haar bescheidenheid en nederigheid nooit
opvallend geweest. God heeft het echter zo beschikt dat Haar macht in
de laatste tijden zal schitteren als duizend zonnen. Hoe?
§
Op grond van Haar hele leven op aarde is Zij de
Medeverlosseres die Jezus terzijde heeft gestaan bij het volbrengen
van het Verlossingsoffer. Zij leed een leven van talloze smarten, die hun
bekroning vonden op Golgotha. Doordat Zij dit zo weinig gekende,
onnoemelijk zware lijden in absolute heiligheid en met een
onvergelijkbare Liefde in volle toewijding aan God heeft gedragen, had
Maria’s leven een onschatbare waarde tot redding van zielen. Deze rol
als Medeverlosseres is met het einde van Haar leven op aarde niet
beëindigd. Maria kan Haar eindeloze macht als Overwinnares op het
kwaad pas ten volle doen stralen, en de ontelbare Genaden vandien pas
ten volle over de wereld afroepen, zodra Haar rol als Medeverlosseres
officieel kerkelijk erkend zal worden. Waarom? Omdat door deze
erkenning de mens officieel aan God te kennen geeft dat hij aanneemt
dat niet alleen de God-Mens Jezus, doch ook een mensenziel de duivel
totaal en definitief heeft overwonnen. Bid vurig voor deze erkenning,
het lot van de wereld en Uw persoonlijk geluk hangen ervan af, want
zodra Maria officieel als Medeverlosseres wordt erkend, is het
6
fundament van Gods Rijk op aarde gelegd. Dit zal na de Kruisdood
van Jezus het grootste keerpunt in de geschiedenis zijn.
§
Maria bezit de macht, U op Haar tussenkomst te vrijwaren van
zonde, en bekoringen te breken. Hoe? Door Haar gebed, en door Haar
rechtstreeks optreden. Waar Maria Zich vertoont, vlucht de duivel, want
Zij boezemt hem de grootste angst in. Hij weet dat één woord van Haar
volstaat om hem aan banden te leggen. Ooit werd mij in een visioen
getoond hoe een groep duivelen een groep biddende mensen aanviel.
Maria verscheen, en de duivelen werden ogenblikkelijk in drie
categorieën verdeeld: ongeveer de helft vluchtte weg. Naar de andere
helft behalve één, strekte Maria Haar rechterhand uit, en zij leken in een
flits van vuur op te lossen. Maria liet één duivel overblijven, Zij keek mij
aan met een indrukwekkende glimlach, en liet mij begrijpen dat Zij mij
ten aanzien van deze ene duivel een demonstratie van Haar macht wilde
geven. Zij wendde Zich vervolgens naar deze ene toe en beval hem met
een teken van Haar hand om zich vόόr Haar voeten neer te werpen. Uit
Haar ogen stroomde felblauw licht. Krijsend kroop hij op de knieën naar
Haar toe en ging vόόr Haar voeten liggen. Dit betekent dat hij zich met
heel zijn wezen verzette, doch niet anders kon dan Haar te
gehoorzamen. Zij plaatste in een onvoorstelbaar sierlijke beweging
uitermate rustig Haar rechtervoet op zijn nek, en onder Haar voet werd
hij onder luid geschreeuw tot stof verbrijzeld. De macht die van Maria
uitging, was angstwekkend, doch vervulde mij met de vreugdevolle
zekerheid dat niets op aarde of onder de aarde aan Maria’s Wil kan
ontkomen. Onthoud dit beeld, het is van het grootste belang voor de
tijden die weldra komen, en het moge U tot motivering dienen om U
volledig aan Maria weg te geven in totale toewijding. Denk eveneens aan
dit beeld wanneer U bekoord wordt. Spreek hardop Maria’s naam uit, en
blijf hem herhalen. Deze naam is een marteling voor de bekoorder, want
hij vreest Maria’s verschijning méér dan U hemzelf kunt vrezen.
§
Maria is ertoe voorbestemd, het kwaad te vernietigen. Wat
Jezus op Kalvarie begonnen is, zal door Zijn Moeder beëindigd worden.
God heeft na de erfzonde aan de duivel verklaard dat de Vrouw (Maria)
hem de kop zou verpletteren. Het uur waarop dit zal gebeuren, is
nabij. De duivel voelt reeds de druk van Haar voet. Hij kronkelt om aan
Haar macht te ontkomen, en het is door dit wilde verzet dat hij zoveel
schade aanricht en zoveel verwoestingen over Gods Schepping uitzaait.
Hij weet dat, zodra Maria’s voet in volle kracht zal drukken, hij geen
enkel slachtoffer meer kan maken. Om deze reden gaat hij nu zo driest
tewerk. Leer daarom de chaos van de wereld beschouwen als wat
hij werkelijk is: het eerste teken van de overwinning van de
Meesteres van Hemel en aarde.
Maria’s macht is absoluut. Dat betekent dat Haar gezag in de Hemel
geen beperkingen heeft. God heeft Haar zo hoog verheven als een
7
getuigenis tegenover de mens, die zich over het algemeen niet zo totaal
aan Zijn Plan weet te geven, en tegenover de duivelen, die in Maria de
absolute heerschappij moeten ervaren van een wezen waarvan zij de
ondergang hadden gezworen. Doch de uitoefening van Haar macht
wordt door één regel gemilderd: deze waarbij God heeft beschikt dat de
vrije wil van de mens gerespecteerd moet worden, en op het lot van de
mens (individueel en als geheel) niet ingegrepen mag worden
indien de mens daar niet zelf om vraagt. Maria bezit de macht om de
wereld te zuiveren van alle chaos, van alle ellende, van alle ongeluk, van
alle kwaad, maar wij moeten Haar daar uitdrukkelijk om vragen, door
gebed en door ons in groot aantal aan Haar toe te wijden. Ik zou het
volgende beeld kunnen gebruiken: elk gebed dat U met Liefde tot Maria
verricht, maakt Haar voet zwaarder, die op de kop van de slang drukt.
Hoe meer U bidt en hoe meer mensen U ertoe aanspoort om hun hele
leven aan Maria toe te wijden, des te spoediger zal Haar voet U
bevrijden. De satan is volkomen in Haar macht, hij is aan Haar
overgeleverd, doch om hem definitief te verstikken, wacht Zij op Uw
smekingen en de gave van Uzelf. Dank zij een Mysterie van Goddelijke
Liefde kan ik tot U zeggen: Maak Uzelf tot slaaf van Maria, en Zij zal U
de ware vrijheid schenken.
Welke voordelen heeft de heerschappij van Maria voor U? In de mate
waarin U Maria macht geeft over Uw leven en Uw hele wezen
(handelingen, gedachten, woorden, gevoelens, verlangens, relaties,
enzovoort), zal Zij U heiligen. Aan Maria is het gegeven om U naar de
eeuwige gelukzaligheid te leiden, op voorwaarde dat U in Haar macht
gelooft, Haar bemint en Haar met volharding smeekt om U te leiden op al
Uw wegen. Zoals op Maria’s gebed de Heilige Geest over de apostelen
neerdaalde in het Cenakel, tien dagen na de Hemelvaart van Jezus, zo
kan Zij ook de Heilige Geest met Zijn rijke gaven over U afroepen.
Genaden worden geput uit de schatkamer der verdiensten die alle zielen
in alle tijden hebben verzameld, aangevuld door de rechtstreekse gaven
uit Gods Barmhartigheid. God is de Bron der Genaden, Maria heeft de
macht over hun verdeling. Tot Haar moet Uw smeken gericht zijn indien
U iets nodig hebt. Ook de heiligen die U aanroept om welbepaalde
gunsten te bekomen, verkrijgen deze van Maria, die hun Meesteres is,
de Koningin van de Hemel. Indien U de volheid van het geluk op aarde
betracht, verheerlijk en dien dan Maria tot het uiterste, want hoe meer
zielen zich aan Haar voeten neerleggen, des te spoediger komt de
dag waarop Zij zal opstaan om het kwaad, de bron van alle ellende,
naar de eeuwige afgrond te verwijzen. Prijs elke ziel zalig die Maria
verheerlijkt in woord en daad, want elke lofprijzing aan Uw Hemelse
Moeder brengt de genadeslag aan de satan dichterbij.
Waarin zal de absolute macht van Maria haar definitieve bekroning
vinden? In de Triomf van Haar Onbevlekt Hart. Maria’s Triomf is de
8
totale overwinning over de satan tot vestiging van Gods Rijk op aarde.
Aan deze Triomf wordt gebouwd door de mate waarin mensenzielen zich
totaal aan Maria weten te geven. Maria’s Triomf begint in het hart van
Haar toegewijden: hoe groter Uw bereidheid om Maria’s macht in Uw
leven tot uiting te laten komen, des te sneller zal Haar Triomf over
het kwaad zich verwezenlijken. Bedenk dat de Triomf van Maria
gelijkstaat met de Triomf van het Kruis en de grondvesting van Gods Rijk
van Liefde op aarde.
Door Haar onvergelijkbare schoonheid heeft Maria alle macht over het
Hart van de Koning (God) verworven. Wat Zij Hem ook zal vragen, Hij
zal Haar nooit kunnen weerstaan, omdat Haar hele wezen een
volmaakte verheerlijking aan Zijn Godheid vormt. Hij heeft Haar de
Onbevlekte Ontvangenis geschonken, waardoor Haar ziel een volmaakt
spiegelbeeld van de Goddelijke eigenschappen in zich droeg. Zij heeft
deze staat van volkomen heiligheid voor eeuwig in zich bewaard. Zij
heeft Haar hele leven in dienst gesteld van het grote Verlossingswerk
van Jezus. Tot slot heeft Zij als enige onder de mensenzielen de
oorspronkelijke Goddelijke Orde die voor de mens was voorzien, in stand
gehouden en tot volle glorie gebracht. Hoe kan God Haar dan iets
weigeren? Maria heeft het Hart van God Zelf overwonnen, Zij heeft ook
de hel overwonnen, en staat op het punt om Haar vreeswekkende macht
tentoon te spreiden in een schittering als van duizend zonnen. Wanneer
zult U God navolgen en Haar ook Uw hart laten overwinnen? Uw eeuwig
lot ligt in Haar handen...
In Voluntate Dei,
Uw “Myriam”
WEINIG MINDER DAN EEN ENGEL HEBT GIJ HEM GEMAAKT
24. Openbaringen over de Genaden van de Heiliging
God heeft de mens gemaakt als de kroon op Zijn Schepping. De mens
zou geboren worden in volkomen staat van heiligheid, en na zijn leven
op aarde in volkomen staat van heiligheid naar God terugkeren. Door de
zondeval (de erfzonde) leeft de mens niet langer van nature in staat van
genade, hij moet deze staat opnieuw veroveren door een leven in
overeenstemming met Gods Wetten. Een dergelijk leven is een leven in
heiligheid. Heiligheid is de toestand van de ziel die een hoge staat van
volmaaktheid in alle deugden heeft bereikt, en die bij de beleving van de
deugden de ogen gevestigd houdt op het volbrengen van de Goddelijke
Wil tot verwezenlijking van Gods Plannen. Wanneer het bijbelvers over
de mens tot God zegt: “Weinig minder dan een engel hebt Gij hem
gemaakt”, drukt dit precies datgene uit wat de mens moet betrachten:
een leven dat dit van de engelen benadert. Het grootste verschil tussen
9
een engel en een mensenziel bestaat hierin, dat een engel geen stoffelijk
lichaam bezit en derhalve een volkomen geestelijk leven leidt. De mens
leidt zijn aardse leven in een stoffelijk lichaam, dat een aantal behoeften
heeft en precies daardoor vatbaar is voor de zonde: het leven in een
stoffelijk lichaam is ons grote raakpunt met alles wat werelds is, en vormt
daardoor een trekpool voor zonde en ondeugd. Dit maakt echter precies
de verdienste van een leven in heiligheid des te groter: het loskomen van
elke overmaat aan materiële behoeften vergt een voortdurende
zelfoverwinning, en deze strijd is de bron van heiligende verdiensten.
Hoe meer de ziel hierin slaagt, des te meer benadert zij de staat der
engelen. Eén mensenziel heeft hierin ooit de volmaaktheid bereikt:
Maria. Zij was niet “weinig minder dan een engel”, Zij stond boven alle
engelen. Waarom? Omdat Zij zonder de erfzonde geschapen was, in
staat van volmaakte heiligheid, en een leven wist te leiden van
voortdurende zelfoverwinning: de overwinning in een strijd die engelen
niet hoeven te voeren. Deze overwinning kennen wij ook onder de naam
“volmaakte zelfbeheersing”. Maria heerste totaal over alle bekoring en
over elke mogelijke ondeugd. Om die reden is Zij ook “vol van genade”:
Zij heeft de genade nooit verloren. In Haar overwinning op de
beproevingen en Haar beleving van alle deugden in overeenstemming
met Gods Plannen is Zij geen enkele maal gestruikeld.
God verwacht van elke mensenziel dat zij zich tot levensdoel stelt om in
staat van genade naar Hem terug te keren. De meerderheid van de
zielen is zich niet (meer) bewust van de noodzaak van heiliging, noch
van de onvoorstelbare schatten die wachten op de ziel die in staat van
volkomen genade dit aardse leven beëindigt en zich voor Gods Gerecht
aandient om geoordeeld te worden. De meeste zielen leven te weinig
met de Hemelse waarden om zich hiervan rekenschap te geven of om
prijs te stellen op Gods beloften voor de eeuwigheid, die zij op grond van
verblinding en een zwak geloof vaak niet meer als een echte realiteit
ervaren. Het verwerven van de staat van genade (heiligheid) gaat
voor de ziel gepaard met een aantal veranderingen die haar zowel
reeds op aarde alsook voor het Eeuwig Leven onschatbare voordelen
brengen. De volgende kenmerken en effecten van de heiliging zijn mij
geopenbaard als de meest genadevolle:
1. De ziel wordt steeds vuriger in de Liefde voor God, voor de
medemens, en voor de Schepping als werk van Gods handen. De
reden ligt voor de hand. Ik verwijs naar vroegere Stormschriften, alsook
naar “De Hemelse Bruiloft” en “Lentebloesems aan de Levensboom”. In
al deze geschriften heb ik uitvoerig gewezen op de centrale rol van de
Liefde in alle functies binnen Gods Werken. Het is gemakkelijk te
begrijpen dat de heiliging van de ziel onmogelijk is zonder een grote
ontwikkeling van het vermogen tot liefhebben. Naarmate de ziel het
diepe wezen van de Liefde begint te doorgronden, begint zij Gods
10
Werken en Plannen zelf te doorgronden. Naarmate zij zich vervolmaakt
in de Liefde - en bedenk hierbij dat alle deugden uiteindelijk uit de Liefde
ontspruiten! - wordt ook haar vereniging met God sterker en opent zich
het venster op Gods Mysteries. Naarmate de ziel sterker wordt in de
Liefde, krijgt zij méér deel aan Gods handelen, Zijn denken en Zijn
Wijsheid. Naarmate de ziel groeit in de Liefde, neemt ook haar verlangen
toe om zich totaal aan God te geven, met andere woorden: om haar
eigen doen en laten in Gods Plannen en Werken te laten inbouwen, dus
om met haar hele zijn en handelen een bouwsteen te worden in de
fundering van Gods Rijk.
2. De ziel begint méér in de Hemel te leven dan op aarde. Dat komt
doordat haar verlangens zich losmaken van de wereldse dingen,
waarden en behoeften, die zij als zeer relatief en dus in wezen
onbelangrijk begint te ervaren. Dat komt ook doordat de heiliging de
Godskern in de ziel ontsluit, en zij zich daardoor haar Goddelijke
oorsprong en bestemming begint te herinneren. Hierdoor groeit in de ziel
snel het vurig verlangen naar vereniging met God. Al het wereldse begint
in haar verveling en afschuw te verwekken, terwijl reeds louter de
gedachte aan het Eeuwig Rijk het hart in een toestand van vervoering
kan brengen. Wanneer deze toestand berust op authentieke heiliging
(dus niet op fantasie of dweperij), vloeit hij voort uit een plotse
bewustwording van de Hemelse werkelijkheid. Deze werkelijkheid draagt
ieder mens in zijn ziel, doch bij de grote meerderheid van de zielen blijft
deze een leven lang verborgen. Naarmate de ziel geheiligd wordt, wordt
deze herinnering als het ware opnieuw “blootgelegd”: een uiting van de
scherpere communicatie tussen de ziel en het Goddelijke. Het méér in
de Hemel leven dan op aarde, openbaart zich bovendien in een behoefte
om onophoudelijk in gesprek te zijn met de Hemel (Jezus, Maria, de
Eeuwige Vader, de Heilige Geest, de heiligen en engelen), de Hemel bij
elk detail van het dagelijks leven te betrekken, en alle handelingen,
woorden en gedachten af te stemmen op Gods eigen doelstellingen en
belangen. Deze gesteldheid verleent aan de ziel een uitstraling die haar
méér laat lijken op Diegenen aan wie zij zich spiegelt: Maria, Jezus,
enzovoort. De ziel gaat steeds méér gelijken op het model dat zij zich
voor ogen houdt. Heeft zij een werelds idool, dan zal haar uitstraling
eerder werelds zijn. Spiegelt zij zich daarentegen in alles aan de Heilige
Maagd, dan zal Maria haar zodanig kneden dat zij, indien de genade
voluit opgenomen wordt, tot een “tweede Maria” wordt.
3. In de ziel wordt steeds méér de sluier opgelicht die de Waarheid
verbergt voor mensenogen, en zij krijgt méér deel aan de kennis
van Gods Mysteries. Daarom kan men zeggen dat heiligheid de
toegang ontsluit tot kennis die in de ziel verborgen ligt en die van
Goddelijke oorsprong is, evenals tot kennis die de Heilige Geest over
zielen zoekt uit te storten, omdat deze kennis de ziel zelf, en de
11
mensheid als geheel, tot nut is om Gods Plan te bevorderen. In de kern
van de ziel ligt het heilig vuur dat God er bij de schepping van de ziel
heeft ingelegd, en dat de ziel moet verheffen tot Gods beeld en
gelijkenis. Sedert de erfzonde is deze kern niet meer vanzelf
toegankelijk: de deur is gesloten, doch kan geopend worden door de
werking van de genade in de ziel. Dit systeem verklaart de genade van
de verwerving van kennis op bovennatuurlijke wijze, zoals deze in het
kader van bepaalde roepingen verleend wordt. Het proces van de
heiliging zou op dit punt vergeleken kunnen worden met het openen van
een reeks deuren, de ene na de andere, waarbij elke nieuwe deur die
zich opent een groter, vollediger en mooier panorama van Gods
werkelijkheid ontsluit. Om deze reden kan het heiligen vergund worden
om “door een sleutelgat te kijken” naar dat deel van Gods werkelijkheid
dat normaal gesproken voor mensenogen verborgen blijft omdat
onvoldoende gerijpte zielen geen weg zouden weten met de dingen die
zij dan zouden zien of voelen: zij kunnen dit niet “in hun systeem
inpassen” omdat zij geen inzicht of besef hebben van het onzichtbare
gedeelte van de realiteit. Bedenk hierbij dat het overgrote gedeelte van
Gods werkelijkheid voor mensenogen verborgen is. Wat U met Uw
zintuigen kunt zien, horen, voelen, waarnemen, is slechts een klein
deeltje van Gods schepping.
4. In de ziel werkt steeds méér de geest van Christus. Dit betekent
dat zij het verlossend lijden tot één van de voornaamste elementen en
bestrevingen van haar leven maakt, dat zij steeds méér verlangt naar de
genade van het lijden, of ten minste bij elke gelegenheid tot het brengen
van offers de daarmee gepaard gaande stroom van Liefde uit Gods Hart
leert aanvoelen, en deze in dankbaarheid en blijmoedigheid in zich
opneemt. De geest van Christus is in alle opzichten een betrachting van
gelijkvormigheid met God: de ziel in staat van toenemende heiliging wil
hetzelfde als God: zij verlangt boven alles naar de vestiging van Gods
Rijk op aarde. Zij verlangt er bovendien naar, in haar eigen leven als het
ware het leven van Christus op aarde te herhalen, en bestreeft daartoe,
een volmaakte spiegel van Jezus of Maria te worden, in het bewustzijn
dat de gelijkvormigheid met deze beide modellen van absolute
volmaaktheid haar naar het eeuwig heil voert. Zij betracht dit ideaal
overigens niet in de eerste plaats terwille van haar eigen eeuwig
welbevinden, doch om God door haar eigen leven te verheerlijken, zoals
Jezus en Maria haar dit hebben voorgeleefd.
5. De ziel wordt steeds fijngevoeliger ten aanzien van zonde en
ondeugd, zowel bij zichzelf als bij haar medemens. Zij voelt een steeds
striktere behoefte aan de betrachting van zuiverheid in handelingen,
gevoelens, gedachten, woorden en verlangens. Elke afwijking van de
zuiverheid bij haar medemens, en méér nog van zichzelf uit, wordt voor
haar tot een kwelling, een bron van diepe pijn, omdat haar toegenomen
12
zondebesef haar steeds méér de ondeugd laat zien zoals God deze ziet.
Door deze fijngevoeligheid wil God via deze zielen levendige getuigen
voor Zijn Gerechtigheid in de wereld plaatsen. De ziel die een ongewone
gevoeligheid ontwikkelt voor elke afwijking van de deugden, speelt als
het ware een rol als levend geweten: zij voelt de droefheid van God Zelf
over zelfs de geringste afwijking van Zijn Wet van Liefde, en helpt deze
door haar hartenpijn uitboeten. Deze verandering in de ziel geeft
uitdrukking aan een innige verbondenheid met het Hart van God (Maria).
6. De ziel ervaart een steeds grotere drang om zich in dienst te
stellen van Gods Plannen en Werken: de redding van zielen,
bekeringen, het brengen van eerherstel, de afbetaling van de
gemeenschappelijke zondeschuld van de hele mensheid tegenover de
Goddelijke Gerechtigheid. Naarmate de ziel geheiligd wordt, groeit in
haar de duidelijkheid over haar ware roeping, en begrijpt zij hoezeer dit
aardse leven slechts een overgangsfase is. Het is dit besef dat in haar
het vuur aanwakkert om zich totaal aan God (Maria) toe te wijden en
haar aardse leven ondergeschikt te maken aan het eeuwig leven. Deze
eigenschap verklaart méér dan welke andere ook de gesteldheid die de
ziel doet kiezen voor martelaarschap als het hoogste goed. Deze ziel
ervaart het lijden in eenheid met Jezus en Maria, en het helpen dragen
van het lijden van Jezus en Maria in de medemens als een uitverkiezing
die haar dierbaarder is dan een leven in comfort. Voor haar is het kruis
het gouden bed van de eeuwige gelukzaligheid.
Wat hebben al deze kenmerken en effecten met elkaar gemeen? Zij
wekken in de ziel buitengewone ervaringen van Gods nabijheid, en
geven haar reeds tijdens dit leven een voorsmaak van het eeuwig leven.
De ziel kan slechts het gevoel koesteren dat heiliging geen nut heeft in
zoverre zij Gods bedoelingen niet heeft begrepen en de aanraking van
Zijn hand in het eigen hart niet heeft ervaren. Bedenk dat Zijn Rijk op
aarde pas gevestigd kan worden zodra voldoende zielen deze eenheid
met God tot hoofddoel van hun leven hebben gemaakt.
In Voluntate Dei,
Uw “Myriam”
HIJ MOEST DIT ALLES LIJDEN OM IN ZIJN GLORIE BINNEN TE
GAAN
25. Waarom laat God het Lijden toe?
De ziel die een roeping heeft ontvangen op de weg van de mystiek,
ervaart de nabijheid van de Hemel vooral op nadrukkelijke wijze in de
beide volgende situaties: vόόr, tijdens en de eerste uren na de
vervoering van Liefde, en tijdens elk lijden dat met Liefde en
blijmoedigheid aanvaard en gedragen wordt. Dit is opmerkelijk, want het
13
toont aan dat Gods Tegenwoordigheid in het hart zich even sterk
openbaart aan de beide uitersten van de gevoelsschaal: in de diepste
vorm van vreugde, maar ook in de smart, mits deze gedragen wordt in
vereniging met God. Een groot verschil ligt echter in het effect van deze
beide uitersten: de vervoering is een venster op een stuk Hemelse
gelukzaligheid tijdens het leven op aarde, doch het lijden is de poort
naar de eeuwige glorie.
Uw leven op aarde is eenmalig. Het vormt Uw enige kans om het eeuwig
geluk te verdienen. Het is daarom van het grootste belang dat U er het
beste van maakt. Dit betekent dat U elke dag opnieuw een zo strikt
mogelijke overeenstemming moet betrachten tussen Uw handelen,
spreken en denken enerzijds, en Gods verwachtingen en verlangens
jegens U anderzijds. De beste weg om dit ideaal te bereiken, bestaat
hierin dat U elke dag opnieuw leeft alsof U slechts één dag van God had
gekregen, en die ene dag dan ook zoveel mogelijk waarde moet trachten
te geven. Vergooi Uw tijd niet: tijd is kostbaar, en een mensenleven is
kort. U kent dag noch uur waarop U teruggeroepen wordt en de balans
van Uw leven moet rechtvaardigen voor Gods oordeel. Het lijden maakt
deel uit van ieder mensenleven. Het vindt zijn oorsprong op
verschillende niveaus:
- in de materie (Uw lichaam). Het lichaam is onderhevig aan behoeften.
Wanneer deze niet of onvoldoende bevredigd (kunnen) worden, geeft dit
gevoelens van onbehagen of pijn. Elke ontregeling in Uw stoffelijk wezen
brengt eveneens pijn, ongemak of ziekte met zich mee.
- in het hart (Uw gevoelens): zich gekwetst voelen, teleurstelling,
“hartenpijn”, verdriet, allerlei vormen van onvrede, frustraties, enzovoort.
- in Uw relaties met andere mensen: elke vorm van verstoord contact
met Uw medemensen, onenigheden, enzovoort.
- in de ziel: Uw relatie met God, het aanvoelen van niet-bevredigde
behoeften van de ziel, ziekte van de ziel, bekoringen, zonde,
gewetensconflicten...
De mens was door God bedoeld als een wezen dat Zijn vreugde zou
delen terwijl hij nog op aarde leefde. Door de zondeval is hierin
verandering gekomen: de verstoring (door de schuld van de mens) van
het evenwicht in Gods Schepping moet hersteld worden. Om die
vergoeding te kunnen leveren, heeft de mens de kans gekregen om te
lijden. Vόόr de erfzonde bestond het lijden niet. Lijden is een geschenk
van God, want het biedt U de kans om tijdens Uw aardse leven Uw
aandeel te leveren in de goedmaking van de gemeenschappelijke schuld
van de mensheid van alle tijden jegens God. Alle lijden dat U op aarde
niet zou dragen, zou Uw toegang tot de eeuwige gelukzaligheid in de
Hemel uitstellen, want de Goddelijke Gerechtigheid verwacht dan die
goedmaking door een loutering in het vagevuur. Dit is erger dan het
14
lijden op aarde, omdat de ziel in het vagevuur een grotere kennis bezit
van de diepgang van de zonde, en daarom zwaarder lijdt onder elke
overtreding van Gods Wet, en omdat de ziel daar de Goddelijke Liefde
scherper aanvoelt en daarom veel intenser smacht naar de vereniging
met God dan zij hier op aarde gewoonlijk doet. Dit verlangen vormt een
immense kwelling tijdens de louteringsperiode na het aardse leven.
Waarom staat God toe dat U lijdt? Niet omdat Hij U niet bemint, wel
integendeel. Hij zou U een heel slechte dienst bewijzen indien Hij het
lijden steeds onmiddellijk van U zou wegnemen. Uw lijden heeft voor de
verwezenlijking van Gods Plan van Heil voor de mensheid een grote
waarde. Die waarde verhoogt nog indien U een leven leidt als toegewijde
van Maria. Hoe meer lijden U draagt in liefde, blijmoedigheid en
aanvaarding, des te meer argumenten kan Maria als Voorspreekster
voor U laten gelden bij Uw oordeel. Uw grootste verdiensten zijn de
beproevingen waarmee U hebt bijgedragen tot Gods Werk voor de
redding van zielen. Lijden is betaling voor de gemeenschappelijke
zondeschuld. Indien U het aanvaardt, levert U een daadwerkelijke
bijdrage. Indien niet, dan gaat de spirituele waarde van Uw lijden
verloren en heeft het slechts één effect: dat U Uw leven als een
nutteloze last begint te ervaren. Lijden in blijmoedigheid, liefde en
aanvaarding, betekent een last van korte duur (maximaal een
mensenleven lang, dus hooguit enkele tientallen jaren), gevolgd door
eeuwige gelukzaligheid. Die “last” is bovendien zeer betrekkelijk, want
indien U intussen de liefde en blijmoedigheid betracht, zult U
onvermoede kracht en vreugde in U voelen stromen. God doet dit omdat
Hij U in dit voor Hem zo belangrijk offer wil ondersteunen. Lijden zonder
liefde en onder protest daarentegen, betekent zowel een zwaardere last
hier op aarde, als een groot risico op eeuwig (of ten minste langdurig)
lijden na dit leven. Aan het lijden ontsnapt geen mens, maar de wijze
waarop U het draagt, maakt een onmetelijk verschil uit. God is de
sturende Kracht achter alles. Hij weet beter dan wie ook hoe waardevol
het lijden is binnen een mensheid die zichzelf door de erfzonde heeft
losgerukt uit een automatische gelukzalige vereniging met het Goddelijk
leven op aarde. Om die reden laat Hij het lijden toe. Hij veroorzaakt het
niet, maar Hij juicht het wel toe. Door de mens, die, zolang hij
onvoldoende inzicht heeft verworven in de wetten die Gods Schepping
regeren, lijden slechts ervaart als een last, wordt alle lijden zeer ten
onrechte begrepen als een teken van gebrekkige Liefde van Godswege.
De mens zelf is veroorzaker van zijn lijden, doordat hij deel uitmaakt van
het zondige mensengeslacht en zelf elke dag individueel bijdraagt tot die
zondenlast, want elke zonde is een toegeving aan de krachten van het
kwaad, en dus een belediging aan God en een verstoring van het
evenwicht in Zijn Schepping. God staat beproevingen toe voor zover
deze:
15
§
eerherstel kunnen brengen: elke beproeving maakt iets goed van
het onrecht dat God door de zonde wordt aangedaan.
§
het kwaad helpen bestrijden: elke beproeving die in liefde
aanvaard en toegewijd wordt, kan door God gebruikt worden als een
offer om de krachten van het kwaad lam te leggen. Indien het lijden U
wordt aangedaan door enige kwaadwillige kracht, kan deze zichzelf
hierdoor vernietigen indien U dat lijden uitdrukkelijk toewijdt (opdraagt
aan Maria).
§
passen binnen de lessen die U moet leren en de ontwikkelingen
die U moet doormaken. God laat bepaalde beproevingen Uw levensweg
kruisen indien deze nodig zijn om U nieuwe inzichten te verschaffen in
bepaalde fouten die U maakt, of om U ertoe aan te zetten, af te stappen
van een gedragswijze of een levenswijze die Uw ziel schade toebrengt.
Tegenslagen die ervoor zorgen dat U een bepaald plan niet ten uitvoer
kunt brengen, zijn soms tekenen van God om U duidelijk te maken dat
datgene wat U zich had voorgenomen, niet goed is voor U, of op dat
welbepaalde ogenblik nog niet geschikt is voor U omdat het niet past
binnen de levensfase waarin U op dat ogenblik verkeert (niet alles is het
beste op het ogenblik waarop wij het zouden willen: Gods tijd is niet onze
tijd). Lijden wordt “lijden” genoemd omdat het als onaangenaam ervaren
wordt. Het zal U intussen duidelijk zijn dat Uzelf aan dit gevoel veel kunt
veranderen zodra U hebt begrepen dat lijden, mits het oprecht
opgedragen wordt, zeer nuttig is, en zelfs bij uitstek de sleutel tot de
hemelpoort vormt, niet alleen voor Uzelf maar ook voor andere zielen.
Hoe meer lijden U in liefde opdraagt, des te meer plukt U de vruchten
van Gods Wet van de naastenliefde: de verlossende kracht van alle
lijden is voor mensenogen niet zichtbaar, doch zij is zo immens dat de
engelen de mens benijden omdat hij mag lijden: de engelen kunnen dit
niet. Bedenk op elk moeilijk ogenblik steeds dat dit aardse leven slechts
is als een druppel in de oceaan van de eeuwigheid, en dat dus alle lijden
dat U te dragen krijgt, nietig is in vergelijking met de gelukzaligheid die U
daarvoor na dit leven in de plaats zult krijgen, en wel tot in het oneindige
der eeuwen. Elke beproeving is als een cent die U betaalt: een
verwaarloosbare bijdrage in vergelijking met het paleis dat voor U in de
Hemel gebouwd is indien U bereid bent om het zonder protest te dragen.
Uw lijden als mens op aarde is slechts de pasmunt waarmee U de
schatten van de eeuwige gelukzaligheid in de Hemel betaalt. Indien U
van oordeel bent dat God veel van U vraagt, herinner U dan in
rouwmoedigheid hoe oneindig veel méér Hij voor U bereid heeft in ruil
voor Uw schamel ongemak.
Lijden doet U nooit voor Uzelf alleen. Uw medemens voelt weliswaar niet
Uw pijnen (tenzij voor zover hij daartoe een speciale mystieke gave heeft
ontvangen), doch God kent ze wèl: Hij kent zowel de aard als de
intensiteit ervan, en Hij past deze toe op Zijn Heilsplan in de mate waarin
16
zij dit mogelijk maken. Naargelang de aard, de duurtijd en de intensiteit
van Uw pijnen, ziekten, beproevingen, verdriet enzovoort, levert al Uw
lijden een bepaalde “afkoopwaarde” op, waarmee God een deel(tje) van
de schuld van de mensheid tegenover Zijn Gerechtigheid laat
vergoeden. Hoe groter de totale afkoopwaarde die het lijden van Uw hele
leven samen heeft opgeleverd, des te groter is Uw aandeel in het
herstellen van het onevenwicht in Gods Schepping, en des te groter is
ook de glorie die God voor U in de Hemel bereidt. Verheug U daarom
telkens U in de Hemelse schatkist een cent kunt werpen waarop Uw
naam staat. God vergeet niets. Temeer omdat U met elk lijden het Lijden
van Jezus en Maria in Uw medemens kunt helpen dragen indien U het
ten bate van Uw medemens opoffert: Jezus en Maria lijden op mystieke
wijze in ieder mens. U kunt dit lijden dus verzachten door Uw eigen lijden
te aanvaarden, en ook door Uw lijdende medemens bij te staan, vooral
indien dit gepaard gaat met extra lasten voor Uzelf.
Het hoeft U niet te verbazen wanneer U herhaaldelijk beproefd wordt op
punten waarop U het moeilijk hebt. De krachten van het kwaad zoeken U
op Uw zwakste punten te treffen om U te ontmoedigen en in het verderf
te storten. God laat dit toe omdat U gedurende dit leven moet groeien in
alle deugden, en U vooral op Uw zwakste punten oefening in de
deugdzaamheid nodig hebt. Hoe meer overwinningen U op Uw
beproevingen behaalt, en hoe groter de zwakheid was die U daarmee
overwint, des te groter worden Uw verdiensten en des te meer wordt U
geheiligd. Uw heiliging is Gods enige betrachting, Zijn enige vreugde, en
Zijn grote verheerlijking. Hij wil niet alleen Uw redding, Hij verlangt er ook
naar dat U in Zijn eeuwig Rijk een zo hoog mogelijke plaats zou kunnen
veroveren. Wanneer U Uw hele leven aan Maria toewijdt, en
daadwerkelijk een leven van totale toewijding aan Haar leidt, is Haar
verheerlijking des te groter naarmate Uw overwinningen op de
beproevingen groter en veelvuldiger zijn. Wat U aan Haar geeft, geeft Zij
U honderdvoudig terug. In de mate waarin U Haar verheerlijkt, zal Zij U
door de vrucht van Haar Voorspraak verheerlijken. Mede om die reden is
alle opgedragen lijden bron van Liefde: er is geen grotere bekentenis van
Liefde voor Jezus en Maria dan de aanvaarding van Uw beproevingen
en lasten, want zij verlichten het kruis dat Jezus voor eeuwig draagt en
de smarten die Maria voor eeuwig doorstaat. Bovendien maken zij U aan
Jezus en Maria gelijk in de kern van hun eigen levensdoel hier op aarde:
Zij hebben slechts op aarde geleefd om de Verlossing te voltrekken door
het Offer van hun lijden voor het eeuwig geluk der zielen. U kunt hen
hiervoor erkentelijkheid betonen door eenzelfde weg te aanvaarden.
Niets maakt de ziel méér tot een christen dan het kruis. Niets maakt de
ziel heiliger dan de Liefde tot het kruis. Niets verzadigt Gods
Gerechtigheid voor de wereld méér dan de offerande van Uzelf aan
Maria’s voeten, in het vuur dat Gods Geest door de navolging van
17
Christus in U zal ontsteken. Door het lijden gaat U Uw glorie binnen, er is
geen andere weg.
In Voluntate Dei,
Uw “Myriam”
NIET MIJN WIL GESCHIEDE, MAAR DE UWE
26. Gehoorzaamheid als Bron van Leven
Toen God de Schepping in het leven riep, weefde Hij daarin Zijn eigen
geest, de Goddelijke Intelligentie die het geheel met zijn ontelbare
onderlinge relaties en wisselwerkingen moest laten “tikken” als een klok
van een onnavolgbare volmaaktheid. Het spreekwoord dat zegt dat
volmaaktheid niet van deze wereld is, vertolkt slechts de Waarheid voor
zover Gods oorspronkelijke intenties niet meer hun volle uitwerking
krijgen door de zondeval van de mens: de erfzonde heeft een steeds
toenemende ontregeling van het hele systeem met zich meegebracht.
Dat komt niet doordat Gods Wijsheid onvolkomen zou zijn, doch doordat
God in Zijn oneindige Liefde de mens, die bedoeld was als kroon op Zijn
Schepping en beheerder van al het geschapene, een vrije wil heeft
gegeven, waardoor deze tevens de vrijheid kreeg om Gods Plannen in
de war te sturen. Indien de mens de hem verleende heiligheid trouw in
stand had gehouden, zou alle beweging, elke ontwikkeling, in en tussen
Gods schepselen in een volmaakt evenwicht en in volkomen harmonie
met Gods Plan zijn gebleven. Doch de mens heeft gezondigd tegen
Gods Wet van Liefde door de erfzonde, de eerste uiting van
ongehoorzaamheid. Elk gebruik van de vrije wil dat niet in
overeenstemming is met wat God wil, is ongehoorzaamheid, en verstoort
de harmonie en het evenwicht binnen de Schepping. Het is de
ongehoorzaamheid van de mens jegens God die de onvolmaaktheid
in de Schepping heeft gebracht.
Ongehoorzaamheid jegens God kan talloze vormen aannemen. In
wezen is elke ondeugd en elke zonde een act van ongehoorzaamheid,
want elke ondeugd, elk toegeven aan bekoring, is een ontsporing in de
navolging van Gods Wet van Liefde, die alles volkomen zou regelen
indien er niet gezondigd werd. Planten en dieren zondigen niet, doch hun
levensloop, hun ontwikkeling en hun onderlinge relaties worden
verstoord door het gedrag van de mens die niet meer leeft op de
trillingen van de ware heiligheid. Door zijn neiging tot ongehoorzaamheid
heeft de mens een zware verantwoordelijkheid jegens God op zich
geladen.
Waarom is de mens God gehoorzaamheid verschuldigd? Het antwoord
lijkt voor de hand te liggen: omdat God de Maker van alles is, het
Opperwezen, het hoogste gezag boven alles wat leeft en bestaat. Doch
dit antwoord zou betekenen dat de plicht tot gehoorzaamheid louter een
18
zaak is van autoriteit: God als Heer, de mens als dienaar.
Gehoorzaamheid is echter geen zaak van louter dwang,
gehoorzaamheid is een noodzaak om de Schepping in stand te
houden, om de volgende redenen:
1. God is de Eeuwige Wijsheid. Als Bron en Schepper van al wat
leeft, weet Hij als enige volmaakt wat elk schepsel nodig heeft, en hoe
het gesteld is met de staat van genade waarin de mensheid als geheel
verkeert (het geheel van verdiensten tegenover zonden en ondeugden
van alle mensen door alle eeuwen heen). Elk gebrek aan
gehoorzaamheid brengt Uw eeuwig heil in het gedrang doordat het
bijdraagt tot chaos en ontregeling van de hele mensheid en van de
Schepping als geheel. Door ongehoorzaamheid rukt U Uzelf los uit Gods
leiding. U geeft als het ware te kennen dat U de dingen beter zelf kunt
regelen dan te vertrouwen op Gods Wijsheid die alles beschikt op Zijn
tijd en volgens een logica die U nooit volledig kunt volgen omdat U geen
kijk hebt op alle gebeurtenissen en ontwikkelingen die zich op elk
ogenblik in de hele Schepping afspelen. God heeft dit overzicht wèl.
2. God stuurt alles volgens Zijn Plan, dat rekening houdt met de
eeuwigheid en dus niet aan tijd gebonden is. Zovele ontwikkelingen zijn
ertoe bestemd om zich buiten Uw eigen levensduur te voltrekken omdat
God weet wanneer de volheid van de tijd gekomen is voor hun
verwezenlijking. Het grootschalig misbruik van de vrije wil door de
miljarden mensen over de hele wereld schept een groot en zeer
veelzijdig geheel van stoorfactoren die de realisatie van Gods Plan
voortdurend van koers doen veranderen. Slechts wanneer dit Plan ten
volle tot verwezenlijking komt, kan het Rijk van eeuwige Liefde en geluk
op aarde gevestigd worden.
3. Elke ziel is slechts een radertje binnen het geheel dat door Gods
alomvattende Intelligentie bestuurd wordt. De ziel is geen op zichzelf
levende eenheid: zij heeft een bepaalde taak te vervullen binnen het
geheel. Het uiteindelijk doel van ieder leven is de voltooiing van Gods
Plan met de Schepping: het eeuwig heil voor alle zielen in een
Schepping die volkomen functioneert volgens Gods Wet. De vrije wil kan
de ziel losrukken uit het geheel, zodat zij niet meer bijdraagt tot de goede
werking van het geheel. Dit “losrukken” betekent een andere koers varen
dan deze welke Gods Wijsheid heeft voorzien. Dit is ongehoorzaamheid,
en ligt aan de basis van alle wanorde, zowel in de ziel zelf (conflict
tussen handelen, denken en het geweten, met als resultaat: onvrede in
het hart en een gevoel van ongelukkig zijn) als in de relatie met God en
in de relaties met de Schepping als geheel.
4.
Ongehoorzaamheid snijdt de ziel los van de stroom der
genaden. Het gevolg hiervan is dat zij steeds minder Licht ontvangt,
zodat zij steeds minder ziet dat zij zondigt. De reden hiervoor ligt in het
19
feit dat de ziel die bekoord wordt en hieraan toegeeft (dus zondigt),
hierdoor als het ware een nieuwe handtekening plaatst onder het
verbond dat door de erfzonde bestaat tussen de satan en de mensheid.
Men kan zeggen dat elke zonde de ziel met een nieuw kettinkje
vastmaakt aan het wereldse, zodat zij minder gemakkelijk de sprong
naar de Hemelse dingen kan ondernemen. Op langere termijn schuilt
hierin wellicht het grootste sluipend (en voor de meeste zielen
verborgen) gevaar van ongehoorzaamheid jegens God.
Toen Jezus in de Hof van Olijven gebukt ging onder de uitboetingslast
van de zonden van alle tijden, zei Hij “Niet Mijn Wil geschiede, maar de
Uwe”. Vόόr Zijn Menswording had Maria Haar jawoord gegeven voor een
leven als Medeverlosseres. Zij hebben de gehoorzaamheid doorleefd tot
het uiterste, in totale zelfverloochening, omdat Zij wisten dat Gods Rijk
slechts gebouwd kan worden op de volkomen overgave die de bron van
leven vormt voor dit Rijk en alle zielen die er hun plaats zullen hebben.
In Voluntate Dei,
Uw “Myriam”
GEEN GROTER LIEFDE KAN IEMAND HEBBEN...
27. Openbaringen over de volmaakte Liefde
Reeds bij herhaling heb ik de Liefde de “brandstof van Gods Schepping”
genoemd. Volmaaktheid in de Liefde is een kenmerk dat slechts eigen is
aan het leven in de Hemel. Nochtans is het ook de mens op aarde in
wezen gegeven om de volmaaktheid te benaderen in deze deugd, die de
essentie vormt waaruit zijn ziel is opgebouwd. Dat het vuur van de Liefde
over het algemeen niet zuiver brandt, is slechts toe te schrijven aan het
feit dat de vlam van de heiligheid die God bij Uw ontvangenis in Uw ziel
heeft gelegd, onvoldoende met zuurstof wordt gevoed doordat Uw ziel
bedekt is met de sluier van alle wereldse invloeden. Die zuurstof (de
bezieling door de Heilige Geest) gaat voor een soms groot gedeelte
verloren in de rook die ontstaat door deze “onzuivere verbranding”. Het
is deze rook die U vatbaar maakt voor bekoringen, misleiding, dwaling
en zonde.
Niettemin kan ook in U, tijdens Uw leven op aarde, de Liefde naar
volmaaktheid groeien. Dat is wat God van U verwacht: “Wees volmaakt,
zoals uw Vader in de Hemel volmaakt is”, in de eerste plaats in de
Liefde, want zij is Uw toegangskaartje tot Gods heerlijkheid.
De Liefde kan in U pas volmaakt worden in de mate waarin U Uw
handelingen stelt met als enige doelstelling: de bespoediging van
de komst van het Rijk Gods op aarde, zelfs indien U er zich van
bewust bent dat die handelingen U inspanningen kosten en U geen
20
rechtstreeks persoonlijk voordeel opleveren, ja zelfs mogelijk negatieve
invloeden over U laten komen. Dat is bijvoorbeeld mogelijk wanneer U
resoluut kiest voor God in Uw handelingen in de kerk of in Uw dagelijks
leven, zelfs al kost dit U de kritiek of het onbegrip van mensen in Uw
omgeving. Zodra U de genade hebt ontvangen om in Uw hart te voelen
wat God het meest welgevallig is, bent U het Hem verschuldigd om die
stem vastberaden te volgen, ongeacht wat mensen (kunnen) zeggen of
denken. Menselijke kritiek is vergankelijk en onbelangrijk: hij ontspringt
slechts uit geesten die niet Gods wijsheid bezitten. Elke liefdesakte
jegens God wordt echter voor eeuwig in Uw ziel gebrand, en brengt heil
en bekering over alle zielen, ook over deze van de mensen die U
bekritiseren.
Volmaakt wordt de Liefde tevens wanneer zij gericht is op
verheerlijking van God in elke handeling, in elk woord, in elke
gedachte. God is volmaakt en absoluut. Geen mens kan Zijn heerlijkheid
verhogen noch verminderen, doch U kunt wel Zijn heerlijkheid meer of
minder in het licht stellen. Dat is wat Jezus ons heeft voorgedaan in elk
detail van Zijn leven op aarde, tot en met Zijn uiterste akte van Liefde in
Zijn totale zelfofferande tussen Gethsemani en Golgotha. Jezus zei:
“Geen grotere liefde kan iemand hebben dan deze, dat hij zijn leven
geeft voor zijn vrienden”. Wanneer U Jezus tot het uiterste wil navolgen,
moet U dat ook doen in de Liefde. Dat betekent ook, Uw leven geven
voor Uw medemens. Dit veronderstelt niet noodzakelijk een
martelaarschap dat onmiddellijk eindigt in de lichamelijke dood: U kunt
ook Uw leven geven voor Uw medemens door Uw hele leven totaal
aan Jezus en Maria toe te wijden, waardoor U Hen Uw bereidheid
betoont om Uw hele leven op te offeren aan de dienst aan Hen in Uw
medemens. Totale toewijding kan evenzeer tot een volkomen
zelfofferande worden, en derhalve tot een leven in volmaakte Liefde. Het
leven van een toegewijde is een zelfgekozen kruisweg (alleen kent hij
niet bij voorbaat de concrete inhoud ervan) die eindigt op het kruis van
de zelfofferande in het vuur van de Liefde die God behaagt: beetje bij
beetje te sterven tot heil van de zielen, of in het beeld zoals ik het reeds
vroeger heb gebruikt: de toegewijde geeft zichzelf als een kaars prijs aan
de vlam van Gods Liefde, tot hij er restloos door verteerd is.
Volmaakte Liefde kan ook tot uiting komen in de betrachting van een
leven van gebed, boetedoening en offerbereidheid ten gunste van de
zielen die de grootste behoefte hebben aan Gods Barmhartigheid, zodat
zij zonder Uw inspanningen wellicht verlorengaan. Deze uitingen van
Liefde zijn volmaakt indien daarbij de volgende voorwaarden vervuld
worden:
1. U stelt God geen voorwaarden voor het gebruik van Uw gebeden,
boete en offers: Hij kan ze gebruiken volgens Zijn Plan en op Zijn tijd.
Elke eigen inmenging van Uwentwege door het formuleren van een
21
persoonlijke intentie, kan de Liefde bevlekken, doordat Uw inspanningen
dan mogelijk niet meer louter door Hemelse motieven ingegeven zijn.
2. U beoogt geen persoonlijk voordeel bij de redding van de zielen
voor wie U Uw leven offert. Vaak bidden mensen (soms zelfs langdurig)
voor de bekering van een medemens omdat diens bekering de lasten
van hun eigen leven kan verlichten. Dat is vanzelfsprekend niet
verkeerd, doch kan in bepaalde gevallen niet meer beschouwd worden
als volmaakte Liefde: alles hangt af van de zuiverheid van de intentie,
het ware doel, en het oordeel daarover berust alleen bij God, die elk hart
doorgrondt. Niettemin leveren ook dergelijke gebeden U verdiensten op,
want God kent Uw omstandigheden, en weet waardoor een constant
nastreven van de volmaaktheid soms verhinderd wordt.
3. U volhardt in Uw inspanningen, zelfs wanneer U ervaart dat U
tegengewerkt wordt: de satan laat zich niet gemakkelijk zielen ontroven.
Naarmate Uw Liefde volkomen wordt, groeit ook Uw vastberadenheid:
Uw handelingen worden steeds méér gevoed door het loutere idealisme
van het redden van zielen en de vestiging van Gods Rijk, waarbij U
gedreven wordt door een heilig vuur dat U geen rust gunt eer dit ideaal
(dat niets anders is dan Gods Heilsplan) werkelijkheid wordt. Het is
precies dit idealisme dat U uiteindelijk zal leiden naar een constant
nastreven van de volmaaktheid (waarmee ik verwijs naar puntje 2
hierboven). Dit idealisme is een genade die tot bloei wordt gebracht in
zielen naarmate zij vorderen op de weg van de heiliging. God zal dit niet
van U verwachten zolang U niet de rijpheid hebt ontvangen om deze
bestreving tot een vast kenmerk van Uw religieus gedrag te maken.
Uit de bovenstaande punten kunt U reeds afleiden dat het grootste
kenmerk van de volmaakte Liefde ongetwijfeld de zelfverloochening is.
Een liefde die aan eigen voordeel denkt, is bezoedeld door wereldse
doelstellingen en drijfveren. De ware Liefde is louter en alleen op het
welzijn, het geluk en het eeuwig heil van de ander gericht. U mag
Uzelf slechts beminnen in zoverre dat U beseft dat God in U woont en
dat Uw leven Zijn geschenk is, dat U is gegeven om Uw medemens te
dienen en Gods Plan te helpen verwezenlijken. De mens die de ware
Liefde bezit, heeft begrepen dat hij niet leeft voor zichzelf doch
uitsluitend als een radertje binnen de hele schepping, met als enige
doelstelling, Gods Plan te helpen verwezenlijken. Hij heeft derhalve
begrepen dat zijn leven slechts zin heeft en bekroond kan worden voor
zover hij zich totaal en onbelemmerd inzet op de wijze die God voor hem
heeft voorzien. Wanneer God dan het vuur van de belangeloze Liefde in
hem legt, is dat een genadegave die hem het vermogen moet schenken,
te functioneren op de wijze die God het meest dienbaar is. Het leven op
aarde is niets méér dan een voorbereiding op het eeuwig Leven. Het is
derhalve onnodig, in dit leven Uw eigen nut voor ogen te houden, dat
niets méér is dan vergankelijk en dus zeer relatief geluk. Bedenk dat elke
22
handeling die U stelt in een geest van zelfverloochening ten bate van Uw
medemens, U dichter bij de eeuwige gelukzaligheid brengt, die nooit
vergaat.
In Gods ogen is volmaakte Liefde ook de Liefde die U het vermogen
schenkt om het hart van Uw medemens te raken op een zodanige
wijze dat hij hierdoor naar God gaat zoeken. Het is het vermogen
waardoor Uw medemens in U iets van de Hemel terugvindt, en Uw
nabijheid koestert omdat hij het gevoel krijgt dat U God (Maria) dichter bij
hem brengt. Dit is het vermogen waardoor U waarlijk het Rijk Gods in
zielen helpt zaaien. Dat is de “ware” of “heilige” Liefde. Zij is volkomen
onzelfzuchtig en uitsluitend gericht op Gods belangen.
Ik heb er reeds op gewezen dat volkomen Liefde de levenshouding is
waardoor U Uw leven maakt tot een verheerlijking aan God. Hoe kunt U
dat doen? Door elke handeling, elk woord, zelfs elke gedachte en elk
verlangen te laten vertrekken vanuit een blijmoedigheid die Gods eigen
wezen zoveel mogelijk banadert. Blijmoedigheid is één van de meest
heiligmakende deugden, het is als een Hemels parfum rond Uw hart dat
alle kwaad en elke bedreiging van zonde en bekoring afstoot, een
pantser dat ondoordringbaar is voor elke negatieve invloed. Waar alle
kwaad afgestoten wordt, heerst de Liefde van God Zelf. Blijmoedigheid is
bij uitstek een Hemels parfum dat de harten van Uw medemensen in
verrukking kan brengen, de spiegel die Gods Licht op hen laat afstralen,
de warmte die in hen kan laten ontdooien wat door de lasten van hun
leven in hen bevroren is.
Liefde is volmaakt wanneer zij gericht is op het eeuwig heil van de
medemens. Het eeuwig geluk bestaat hieruit dat Uw ziel zich verheugt
in God, alsook dat zij zich verheugt in het eeuwig geluk van andere
zielen. Indien dit het geval is, zult U slechts behagen scheppen in
handelingen waardoor U de ziel van Uw medemens dichter bij God kunt
brengen. Dergelijke handelingen zijn vrij van iedere menselijke of
wereldse drijfveer, en zijn als olie op de vlam van Liefde die Gods Geest
in U wil aanwakkeren.
Wat maakt Liefde volmaakt? Het “Hemelse” karakter van Liefde wordt
bepaald door twee elementen:
§
de doelstelling: indien Uw Liefde volmaakt is, beoogt zij, God te
dienen, Zijn Rijk op aarde te bevorderen, en het eeuwig heil van Uw
medemens te bevorderen. Wanneer deze doelstelling werkelijk in U leeft
als een motor die al Uw handelingen voortstuwt, is het alsof Uw bloed
rechtstreeks wordt gevoed door Gods Wil. Wat Hij wil, wordt dan tot Uw
eigen diepste verlangen. Gods Plan is heilig voor U, en U hebt begrepen
dat de verwezenlijking ervan de sleutel tot het paradijs op aarde in zich
bergt.
23
§
de vorm: om uiting van volmaakte Liefde te zijn, moet een
handeling op zodanige wijze gesteld zijn dat zij in het hart van de
medemens een vrede brengt die hem het gevoel geeft, dichter bij God te
komen, en er eveneens de kiem legt van een groeiend verlangen naar
de Hemelse dingen.
Uw handelen, spreken en verlangen kan slechts permanent de
volmaaktheid in de Liefde benaderen in de mate waarin Uw ziel vordert
in de heiliging. Dat komt doordat de graad van heiligheid die U bereikt,
bepaalt in welke mate Uw doelstellingen zuiver zijn (in overeenstemming
met Gods Plan) en vrij van wereldse smet, en in welke mate U in staat
bent om al Uw handelingen te stellen in volle deugdzaamheid:
blijmoedig, zachtmoedig, geduldig, verdraagzaam, mild, vriendelijk,
gelijkmoedig, onzelfzuchtig, onbaatzuchtig, kuis (liefde die vrij is van
lichamelijke begeerte), enzovoort.
In dit alles schuilt de grote kracht van de ware heilige als instrument van
God: zijn medemens wordt in het hart geraakt door zijn handelen en
spreken, voelt zich behaaglijk in zijn gezelschap of tijdens elk contact
met hem, voelt zich openbloeien in zijn tegenwoordigheid, en wil hem
navolgen omdat de heilige een mysterievol geluk en een vrijwel
onwereldse vrede uitstraalt waarvan zijn medemens de sleutel wil
ontdekken. Zo leidt de heilige zijn medemens naar God door de Liefde
die spreekt uit al zijn handelingen, zijn woorden, en zelfs uit zijn hele
verschijning (zijn “manier van zijn”).
Waar de Liefde naar volmaaktheid streeft, wordt de bodem van de ziel
ontvankelijk voor het zaad van de heiligheid dat Gods Geest erin zoekt
uit te strooien. Dit zaad is de opperste genadegave. Het wordt slechts
gezaaid in harten die de ware Liefde omhelzen als het hoogste goed, de
bouwsteen van Gods Rijk in de harten.
In Voluntate Dei,
Uw “Myriam”
GIJ WILT NIET DE DOOD VAN DE ZONDAAR, MAAR ZIJN
BEKERING
28. Waarom wil God elke Ziel in Zijn Rijk?
De dood is een mysterie dat zo volkomen in Gods handen berust, dat de
mens er zich gewoonlijk vele vragen over stelt. Nochtans denken wij bij
dit begrip in de eerste plaats aan het einde van het lichamelijk leven. Net
zoals voor God alles tijdloos is, en verleden, heden en toekomst in het
bovennatuurlijke leven strikt genomen niet van elkaar gescheiden zijn,
bestaat in de bovennatuurlijke zin in feite zelfs geen dood. De ziel is het
levensprincipe van de mens, de kern van zijn wezen, de plaats waarin
24
God Zijn heiligheid en Zijn leven uitstort, indien de mens Hem dit toelaat.
De ziel is onsterfelijk. Weliswaar spreekt God Zelf over “de dood” van de
ziel in staat van doodzonde. Doodzonde is elke schuldenlast die het de
ziel onmogelijk maakt om de eeuwige gelukzaligheid in de Hemel te
verkrijgen. Wanneer de schuld van een ziel tegenover Gods
Gerechtigheid zo groot is dat zij niet meer volkomen gereinigd kan
worden, stort zij zichzelf daardoor in het verderf. In dat geval wordt
gezegd dat deze ziel het ware Leven niet meer in zich draagt. Zij zal wel
eeuwig blijven leven, doch niet in het Eeuwig Leven van gelukzaligheid
dat God voor de zielen heeft voorzien. God heeft oorspronkelijk de mens
geschapen met de bedoeling dat deze in Gods Rijk op aarde zou leven.
Sedert de zondeval is de aarde niet meer het Rijk van God, doch door
het Verlossingsoffer van Jezus aan het Kruis heeft Jezus wel de Hemel
(Gods Eeuwig Rijk) opnieuw opengesteld, met andere woorden: het
eeuwig Leven gewaarborgd voor de zielen die bereid zijn, hun leven te
leiden in geloof in de Leer van Christus en in overeenstemming met
Gods Wet van Liefde.
God is de Rechter over goed en kwaad, en het oordeel over Uw aardse
leven berust bij Hem. Dat oordeel kan “bijgestuurd” worden door de
inwerkingtreding van Zijn Barmhartigheid en door de Voorspraak van
Maria, zodat de objectieve (feitelijk vaststelbare) balans van Uw leven op
aarde, de deugden en ondeugden in al Uw handelingen, woorden,
gedachten en verlangens gedurende Uw hele leven, uiteindelijk nog kan
uitlopen op een oordeel dat gunstiger is dan U zou verdienen. Onder
meer op grond van dit feit moet U er zich van bewust blijven dat niet
God U veroordeelt, maar dat U Uw eigen lot in de eeuwigheid in
grote mate zelf bepaalt. God mag niet worden beschouwd als een
strenge Rechter die vreselijke straffen uitspreekt. God heeft in de
beginfase van het menselijk leven op aarde de satan toegestaan om de
mens te beproeven. Weliswaar zijn er gevallen waarbij deze
toestemming tijdelijk buiten werking wordt gesteld, maar de satan heeft
dit recht afgedwongen op grond van het feit dat hij erin geslaagd was,
het eerste mensenpaar tot zonde te verleiden en hen aldus uit de
uitsluitende invloedssfeer van Gods ingevingen en leiding weg te
trekken. Sedertdien is elke ziel het voorwerp van een onophoudelijke
strijd tussen Licht en duisternis, tussen God en de satan, tussen drang
naar heiligheid en drang naar het kwaad. Daarom is er ook de Wet van
Gods Gerechtigheid, die op zichzelf genomen gebaseerd is op een
rekensom tussen alle goede en alle slechte prestaties in een
mensenleven: elke handeling, elk woord, elke gedachte, elk verlangen,
elk gevoel, hoe gering en onbenullig ook, “levert de ziel goede of slechte
punten op”. God zou echter geen God van Liefde zijn indien Hij Zijn
oordeel na Uw leven uitsluitend zou baseren op een rekensom. Daarom
de Barmhartigheid en de onschatbare macht van Maria’s Voorspraak:
25
Haar woorden zijn in Gods Hart als goud dat een groot gedeelte van Uw
schuld kan afbetalen. Niettemin kan een ziel daadwerkelijk zichzelf
verdoemen door alle Barmhartigheid en alle Voorspraak onwerkzaam te
maken. Dat is het geval wanneer de zondenlast van een ziel
buitengewoon zwaar is, er geen blijken van berouw zijn en dan ook geen
sacramentele Biecht gesproken wordt, en er geen bereidheid blijkt om
zich naar God en Zijn vergeving toe te wenden. God laat niets aan het
toeval over, Hij blijft een leven lang gelegenheden scheppen om de ziel
ertoe aan te sporen, het Licht van bekering in zich op te nemen en de
balans van haar leven te verbeteren, zodat mits een zekere loutering
alsnog de toegang tot het Eeuwig Rijk in de Hemel mogelijk wordt. Deze
loutering kan in twee fasen gebeuren: ten eerste kan de mens een
zekere mate van lijden opgelegd worden terwijl hij nog in zijn lichaam op
aarde leeft (wat niet betekent dat alle lijden een loutering voor Uw eigen
ziel vormt), en ten tweede kan alle niet afbetaalde zondeschuld in het
vagevuur “uitgeboet” worden. Mij is geopenbaard dat de ziel een
verwijzing naar het vagevuur niet ervaart als een “veroordeling”, want op
het ogenblik van haar oordeel ziet zij Gods Waarheid zoals zij is, en voelt
zij haarfijn de noodzaak om zichzelf te louteren. Zij weet op dat ogenblik
overigens dat haar na deze louteringsfase een eeuwig leven in Gods
heerlijkheid wacht.
God schept zonder ophouden gelegenheden om zielen voor Zich te
winnen vόόr het verstrijken van de tijd die hen volgens Zijn Plan op
aarde toegemeten is. God is almachtig. Er rijzen dan ook twee vragen:
1. Waarom laat God de zonde toe? Inderdaad, indien de zonde niet
toegestaan zou worden, zou geen ziel zichzelf kunnen verdoemen. Ik
heb deze vraag in feite reeds beantwoord: de satan heeft toestemming
gekregen om de zielen te beproeven. Het is aan de ziel, die trouwens bij
haar schepping het vuur van de heiligheid heeft ontvangen, om de
bekoring te herkennen er ze af te weren als een bedreiging voor haar
heiligheid. God inspireert de ziel een leven lang om het goede te doen,
en schept talrijke situaties om dwalende zielen ertoe aan te sporen om
van richting te veranderen. Zeer velen schenken geen gehoor aan
deze ontelbare oproepen tot bekering, omdat hun verlangens totaal
in het wereldse geworteld zitten.
2. Waarom kan God niet verhinderen dat zielen verloren gaan? Omdat
de mens geschapen is met een vrije wil, en God hem niet meer afneemt
wat Hij hem bij zijn schepping gegeven heeft. Bovendien is God
gebonden door Zijn Wet van de Gerechtigheid. Wanneer een mens een
leven leidt dat duidelijk blijk geeft van een herhaalde keuze voor het
kwaad boven God, is God ertoe gebonden om deze ziel prijs te geven
aan de eeuwige verdoeming, omdat elk niet vergoed kwaad de
schepping in onevenwicht zou brengen. Daarom ook is ieder mens
verplicht om zich tot het uiterste in te spannen opdat de balans van zijn
26
leven hem kan rechtvaardigen in Gods ogen. Een leven van
hardnekkige volharding in de zonde zonder noemenswaardig
tegengewicht aan handelingen in de Liefde, kan niet anders dan
veroordeeld worden. Een leven dat nog enige blijk geeft van openheid
tegenover het goede, kan nog gerechtvaardigd worden door middel van
een louteringsperiode in het vagevuur, doch een grote overmaat aan
zonde en ondeugd kan niet meer vergoed worden. Alleen kent de mens
niet de grenzen van datgene wat binnen Gods Wet van Gerechtigheid
nog vergoedbaar is of niet.
Elke ziel die eeuwig verloren gaat (dus verdoemd wordt), is als een
blaam aan God: een ziel die bedoeld was om Gods evenbeeld te
worden, doch zodanig afwijkt van Gods Wet dat zij zich voor eeuwig van
Hem losscheurt. Daarom bestaat één van de grootste uitingen van
Liefde jegens God in gebed, boetedoening en offers tot redding van
zielen. Dit vormt één van de redenen voor het feit dat een leven van
veelvuldig gebed, boete en offers een koninklijke weg naar de heiliging
is.
Waarom wil God elke ziel in Zijn Rijk?
1. Elke geredde ziel vormt een verheerlijking aan God. De ziel krijgt
bij haar schepping een kiem van heiligheid in zich gelegd. Door de
voortdurende invloeden vanwege het kwaad verwelkt in talloze zielen
deze kiem in de loop van het leven op aarde, zodat zij haar kiemkracht
niet weet te realiseren, en zij niet in staat van heiligheid leeft en zij in
staat van relatieve ongenade de overgang naar het eeuwig leven maakt.
Wanneer zij wel in staat van genade haar aardse leven beëindigt,
betekent dit dat zij haar potentieel aan heiligheid heeft gerealiseerd: zij
heeft de kiem van het ware Leven in stand gehouden door zich te
voeden aan Gods Genaden en hierdoor de vergiftigende invloed van de
bekoringen in zich te bestrijden. Deze ziel verheerlijkt God door haar
leven op aarde te leiden en te besluiten met een afwijzing van het kwaad
dat niet heeft opgehouden, te pogen om haar voor zich te winnen. Deze
ziel zegt als het ware “Ik kies voor God en tegen het kwaad”.
2. Elke geredde ziel is een bouwsteen voor de voleinding van
Gods Rijk en Zijn Heilsplan. De mens is ertoe geroepen, zijn leven te
leiden als een ononderbroken bijdrage tot de verwezenlijking van Gods
Plan: het herstellen van het Rijk Gods op aarde. Die roeping is niet
beperkt tot het leven op aarde, zij is eeuwigdurend, wat betekent dat de
ziel deze taak verderzet in het eeuwig Leven. De ziel blijft in de Hemel
door haar gebed bijdragen tot de verwezenlijking van Gods Plan en de
vestiging van Zijn Rijk op aarde. Zij kan die bijdrage slechts leveren
indien zij niet verdoemd wordt, want in de hel dient zij slechts de plannen
van de satan, die tegengesteld zijn aan deze van God.
27
3. God wil elke ziel het absolute einddoel van haar schepping,
haar ultieme reden van bestaan, laten ervaren: het eeuwig Leven in
de volheid van de Liefde. Gods diepste verlangen is dit: dat elke ziel de
haar geschonken genaden zodanig weet te benutten dat zij de kiem van
haar heiligheid laat uitrijpen om een spiegel van God te worden. In de
Heilige Maagd Maria heeft God dit ideaal ten volle tot ontplooiing zien
komen. Hij verlangt dit ook van U, opdat Hij U de volheid van de
Hemelse Glorie zou kunnen geven, de bekroning van Zijn Liefde voor U,
waarvan U de omvang en de grootheid met geen mogelijkheid kunt
inschatten.
4. Geen ziel wordt geschapen met de bedoeling, haar ten prooi te
zien vallen aan Gods tegenstander, de satan, die elke ziel die zichzelf
verdoemt, tot zijn eeuwige slaaf maakt om onder eeuwigdurende
kwellingen ingeschakeld te worden voor de verwezenlijking van zijn
plannen tot verwoesting van alle Werken van God en vernietiging van
alle Liefde, met als gevolg onoverzienbare ellende in de wereld. In
wezen zou het zelfs als heiligschennis beschouwd kunnen worden
telkens een ziel haar aardse leven besluit in een onherstelbare staat van
ongenade, want dit betekent dat zij de bij haar ontvangenis ingestorte
kiem van heiligheid vermoord heeft. Elke ziel is een uitvloeisel van Gods
Hart, en dus oneindig kostbaar. Het is ondenkbaar dat één bloem uit
Gods Hart aan de satan overgeleverd zou worden zonder dat het God
ten diepste zou grieven, want in elke ziel zit een element van Hem Zelf.
De mens beschouwt zijn leven over het algemeen door wereldse ogen,
en heeft normaal gesproken geen voeling met Gods belangen, die van
strikt bovennatuurlijke orde zijn en met heel andere factoren rekening
houden dan de louter wereldse. God laat geen middel onbeproefd om
zielen in staat van ongenade opnieuw naar Zich toe te trekken. Eén
ding slechts vraagt Hij: één enkele uiting van oprechte Liefde.
Oprecht berouw over elke mogelijke fout, ondeugd of zonde is een uiting
van Liefde jegens God, een uiting die Uw eeuwig Leven kan redden. Op
grond van Uw vrije wil kan God niet anders dan Uw eigen initiatief
afwachten. Hij verlangt oneindig veel sterker naar Uw eeuwig heil dan
Uzelf ernaar verlangt, maar Hij dwingt U niet om het goede te doen. God
trapt geen deuren in. Hij klopt zonder ophouden, maar slechts indien U
het slot opendraait en de deur op een kier zet, komt Hij binnen om U Uw
redding aan te kondigen. Ware bekering is het antwoord van de ziel op
de roep van God, waardoor de ziel zich naar God toewendt omdat zij in
zich het Licht van de Liefde heeft gevonden. In de bekering komt het
zaad van de genade tot bloei als de bloem van het Leven. Liefde is de
essentie van Gods kracht. Waar de zuivere Liefde voor God rijpt, kan de
ziel niet sterven, en wordt God verheerlijkt in Zijn schepsel doordat het
gekozen heeft voor de heiliging waartoe God het heeft bestemd.
In Voluntate Dei,
28
Uw “Myriam”
WIE DE HAND AAN DE PLOEG SLAAT...
29. Het Verleden als Ketting van Uw Ziel
“Wie de hand aan de ploeg slaat, maar omziet naar wat achter hem ligt,
is ongeschikt voor het Rijk Gods”. Ontelbaar zijn de mensen die heen en
weer geslingerd worden tussen verleden en toekomst. Hun gedachten,
gevoelens en verlangens verwijlen het ene ogenblik in de dingen die
voorbij zijn, en het volgende ogenblik in de dingen die (misschien) zullen
komen. Zij zijn totaal vervuld van wrok, pijn, negatieve gevoelens of spijt
ten aanzien van hun verleden, en van angst, vrees, twijfel of gevoelens
van uitzichtloosheid ten aanzien van hun toekomst. Het gevolg is een
grote wanorde en onvrede in hun hart en geest, en het gevoel dat zij niet
leven maar geleefd worden. Een heel leven lang weven deze mensen
een net rond hun eigen ziel, en bouwen zij zo hun eigen gevangenis. Dit
net wordt geleidelijk dichter en dichter, en de ziel krijgt geen kans meer
om de vlucht te nemen waartoe zij door God bestemd is: de opgang
naar de dingen des Hemels. Uit deze gevangenis is slechts één
ontsnappingsweg: toewijden en loslaten. Alleen door Uw hele leven aan
Maria of aan Jezus toe te wijden, kunt U de genade verwerven van een
zo voelbare geborgenheid in Uw hart en ziel, dat U de stap kunt zetten
om alles neer te leggen aan de voeten van Maria, die alle kwaad vertrapt
en alle duisternis verjaagt door de oneindige macht van Haar
allerheiligste Liefde.
Wie niet leeft in de volheid van het ogenblik, doch in verleden en
toekomst, zet een rem op de motor van zijn ziel. Indien deze rem
langdurig in werking blijft, verbrandt Uw motor, en verstikt Uw ziel
zichzelf in de rook van wereldse gevoelens en gedachten. Hierin schuilt
de oorzaak van de teloorgang van ontelbare zielen voor Gods Rijk. De
rook der wereld legt een ondoordringbare sluier rond het heilig vuur dat
God in hen heeft gelegd. Zij schakelen zichzelf uit door hun opgeslorptzijn door de vergankelijke dingen der wereld. Jezus wees er reeds op dat
wie Hem wil volgen, de hand aan de ploeg moet slaan en niet meer
achterom mag kijken. Waarom? Omdat de dingen die voorbij zijn,
elementen zijn van een aards leven, elementen die U niet meer mogen
bezighouden omdat Uw ziel de onvergankelijke belangen van God moet
nastreven. Voor Uw ziel en haar lotsbestemming in het eeuwig leven
is het van geen enkel belang uit welke gebeurtenissen Uw leven
opgebouwd was, doch louter en alleen wat U met die
gebeurtenissen hebt gedaan. Alle gebeurtenissen in Uw leven zijn
door God bereid of toegestaan omdat het voor Uw ziel nodig was om die
welbepaalde weg te gaan. Het oordeel dat God over Uw leven op aarde
29
zal uitspreken, wordt louter en alleen bepaald door Uw reactie tegenover
deze gebeurtenissen. Indien U erin slaagt, Uw verleden oprecht te
aanvaarden zoals het is geweest, het nu nog aan Maria toe te wijden
(dat kan op elk ogenblik van Uw leven gebeuren), er de juiste lessen uit
te trekken, het daarna totaal los te laten zonder een nasleep van
negatieve gevoelens toe te laten, en in blijmoedigheid Uw pad verder te
zetten, geeft U God de grootste verheerlijking die een mens Hem kan
bereiden: een dergelijk gedrag vormt een akte van aanvaarding en
vertrouwen ten aanzien van Zijn Wijsheid, die richting poogt te geven
aan Uw levensweg opdat deze zich zou kunnen voltrekken in de staat
van genade die U de heerlijkheid van de Hemel kan waarborgen. Geef U
er rekenschap van dat elke gebeurtenis in Uw leven iets in zich bergt dat
goed voor U kan zijn mits U er op de passende wijze op reageert:
aanvaarding, Liefde, blijmoedigheid, vertrouwen. De vrede van hart is
een genade die God elke ziel dag na dag poogt te geven, doch de
meeste zielen aanvaarden dit Hemelse geschenk niet of slechts
gebrekkig. De vrede van hart is de vrucht van de aanvaarding van Gods
beschikkingen in elk detail van Uw leven. Wrok, bitterheid, protest,
opstandigheid, verzet, onverschilligheid en ontevredenheid ten aanzien
van de dingen die samen Uw dag vormen, komen voor God neer op
ongehoorzaamheid tegenover Zijn Plannen, en leveren U niets dan
nadelen op: een nog groeiend gevoel van ongelukkig-zijn in dit leven, en
een grotere noodzaak tot vergoeding na het oordeel dat volgt op Uw
heengaan uit deze wereld. Mensen die de minder aangename
elementen van hun leven niet zonder protest aanvaarden (vaak uit dit
protest zich alleen maar in het feit dat U zich knorrig of ontevreden
doorheen de dag sleept), zijn niet klaar voor de eeuwige gelukzaligheid
in de Hemel, die slechts toegankelijk is voor zielen die de ware vrede
hebben gevonden en gekoesterd. De reden hiervoor is deze: de ware
vrede van hart is het tweelingszusje van de Liefde, en U weet intussen
dat dit de brandstof van de schepping en van Gods Werken en Plannen
is. Zonder een grote rijpheid in de Liefde kan de ziel niet in de Hemel
komen. Bovendien kan de ziel ook hier op aarde pas het ware geluk
ervaren in de mate waarin zij de vrede van hart heeft gevonden, en deze
neemt haar intrek in U zodra U het Hart van God Zelf (van Maria) in U
laat kloppen. Dat Hart wordt slechts gevoed door de deugden die bloeien
aan de tak van de Liefde: blijmoedigheid, zachtmoedigheid,
vriendelijkheid, aanvaarding, verdraagzaamheid, zuiverheid van hart en
geest. Jezus zei: “Mijn Vrede geef Ik u”. De Vrede van Christus is de
vrede van hart, die bloeit op de Liefde en de aanvaarding.
Uw verleden is alles wat in Uw leven tot op dit ogenblik is gebeurd, vanaf
Uw geboorte tot en met de vorige seconde. Uw verleden loslaten,
betekent dan ook, elk ogenblik, elke gebeurtenis aan God (Maria)
opdragen opdat ze vrucht kunnen dragen, en ze daarna laten voor wat
30
ze geweest zijn, dus als het ware alsof ze nooit hadden plaatsgevonden.
Dat opdragen heeft zeer veel zin, want Uw leven is bedoeld als een
geheel van gelegenheden om bij te dragen tot de verwezenlijking van
Gods Plan met de schepping. Dit Plan beoogt als uiteindelijk doel de
vestiging van Gods Rijk op aarde zoals het steeds heeft bestaan in de
Hemel. Deze grote doelstelling moet gerealiseerd worden door de mens.
God is almachtig en heeft dus voor Zijn Plannen geen mens nodig, maar
Hij wil niets ondernemen dat de mensheid aanbelangt, zonder de
zekerheid dat de mens daarin toestemt, want Hij heeft de mens een vrije
wil gegeven, en respecteert deze tot het uiterste toe. De mens moet dus
aan zijn eigen bevrijding meewerken. Daar en nergens anders gaat het
in dit leven om: God wil Zijn Hemels Rijk ook op aarde vestigen,
omdat dit de totale bevrijding van de mens zal betekenen en de
mens hierdoor waarlijk de kroon op de schepping zal zijn, in de volheid
van de heiligheid, waarlijk evenbeeld van God, en bevrijd van de
slavernij van de zonde die de mens berooft van de eeuwige
gelukzaligheid. De mens moet aan de verwezenlijking van deze
genadevolle doelstelling meewerken door een leven te leiden dat deze
genade afbetaalt. Deze betaling gebeurt door het lijden en de lasten van
het leven in een lichaam met stoffelijke behoeften, ziekten, pijnen,
verdriet enzovoort, maar dit lijden vormt slechts een geldig betaalmiddel
indien het met Liefde aanvaard wordt. De vorm bij uitstek van liefdevolle
aanvaarding is de totale toewijding van Uw hele leven aan Maria, want
Zij verzamelt alle bijdragen om het Verlossingswerk van Jezus te
voltooien. Mariatoewijding is daarom de meest waardevolle wijze om U
in te zetten voor de vestiging van het Rijk Gods op aarde.
Mariatoewijding die oprecht en vurig doorleefd wordt, is werkelijk de
meest krachtdadige wijze om de hand aan de ploeg te slaan en de
akkers te bewerken opdat zij vruchten kunnen voortbrengen waarmee in
deze wereld het Rijk Gods opgebouwd wordt. Terwijl U ploegt, moet U
met hart en ziel bezig zijn met het werk en met de akker, en U
verheugen over de vruchten die dat ploegwerk zal opleveren wanneer de
Hemelse genade de door U getrokken voren zegent met de nodige zon
en regen. Telkens U blijft staan om achterom te kijken, komt niet alleen
het ploegwerk tot stilstand, doch verliest U ook aan geestdrift en kracht
om Uw doel te bereiken. Herinneringen, negatieve associaties met
dingen die voorbij zijn, de hartenpijn en wonden uit de “veldslagen” van
vervlogen uren, zijn als een zak met loodzware stenen, die U tijdens het
ploegen op Uw rug meesleept, zodat U meer energie spendeert aan het
sleuren van de ballast dan aan het werk zelf. Daarom wil Jezus U vrij
van Uw verleden. Ik heb het reeds eerder geschreven: Uw verleden is
een ongedekte cheque bij een bank die niet meer bestaat. Dat betekent
dat U met al Uw herinneringen niets meer kunt kopen dat waarde heeft.
Aangezien Uw verleden loopt tot en met de seconde vόόr U deze
woorden leest, betekent dit ook meteen dat het ideaal dat U als
31
toegewijde christen (“landarbeider voor het Rijk Gods”) moet
nastreven, hieruit bestaat, dat U elk ogenblik ten volle beleeft alsof
dat het enige ogenblik was dat God U in dit leven geeft. Dit wil
concreet zeggen dat U werkt, handelt, spreekt, denkt, verlangt, nastreeft,
met het grote doel voor ogen (bijdragen tot de grondvesting van Gods
Rijk), in zuiverheid, Liefde en deugdzaamheid, en zonder U nog te laten
beïnvloeden door om het even welke herinnering of beeld uit Uw
verleden. God wil dat U ook reeds op aarde gelukkig bent. Daarom zijn
de mooie herinneringen niet noodzakelijk totaal uit te bannen (althans
voor zover ook zij Uw slagvaardigheid niet afremmen of geen enkel
nadeel voor de ontwikkeling van Uw ziel in zich bergen), maar al het
overige zou voor U moeten zijn als de ballast uit uren die voorbij zijn, die
nooit meer terugkeren, en die bovendien slechts de stoffering vormen
voor een aards leven. Voor Uw ziel en Uw eeuwig leven hebben die uren
geen enkel belang meer, omdat zij geen deel uitmaken van de
bovennatuurlijke werkelijkheid die eeuwigdurend en tijdloos is. U bent op
pad op Uw levensweg, en elke gebeurtenis is als een voorwerp dat
onderweg in Uw reiszak wordt gestopt. De ware kunst van een leven met
God bestaat in wezen hierin, dat U elke avond (of reeds eerder op de
dag, indien U dat kunt) Uw reiszak leegmaakt, om de volgende dageraad
te ontwaken en de tocht verder te zetten zonder gewicht op Uw rug. U
zult ervaren dat Uw levensweg onnoemelijk veel lichter wordt. Vaak
worden Uw dagen niet in de eerste plaats tot een loodzware last op
grond van de ervaringen van de dag zelf, dan wel door de stenen van de
herinneringen die plotseling op Uw hart drukken. Laat dit niet toe, want
dit alles werkt als een (vaak oude en beroeste) ketting die zich aan Uw
ziel vastmaakt en haar belet om naar de Hemelse dingen op te stijgen.
Een ziel in staat van vrede is een ziel die zich vederlicht voelt omdat zij
de dingen der wereld heeft losgelaten (toegewijd). Zij heeft haar reiszak
in Gods handen gelegd, die handen die hele werelden kunnen torsen en
er werkelijk iets mee kunnen doen, en is daardoor in staat om even
beweeglijk te worden als het Licht van Gods Geest, waarvan zij zich
heeft laten vervullen. Gods Geest maakt vrij, maar Hij kan dit slechts
doen in de mate waarin de ziel zich totaal laat beheersen door de
Hemelse dingen. Wereldse ballast is als een kast die vόόr de deur van
Uw ziel wordt geschoven om God de toegang tot de ziel te bemoeilijken.
Ik schreef reeds in Stormschrift nr. 28: “God trapt geen deuren in”.
Een even grote rem op de vlucht van Uw ziel kan worden gevormd door
Uw bezorgdheid over de toekomst. Het verleden is dat deel van Uw
levensweg waar U reeds langs bent gelopen en dat U dus bekend is. De
landschappen onderweg blijven U in hogere of geringere mate in de
geest gegrift, doch zij beïnvloeden vaak ongemerkt Uw hele denken,
voelen en handelen. De toekomst is het gedeelte van de levensweg dat
nog moet komen. Het is U nog niet bekend hoe het landschap er zal
32
uitzien, noch hoe ruw of hoe steil de weg zal zijn. Het onbekende geeft
gemakkelijk aanleiding tot bezorgdheid. Ook dàt gevoel kan veranderen
in aanvaarding door toewijding bij voorbaat. Vele zorgen zijn ongegrond
doordat de gevreesde gebeurtenissen zich nooit blijken voor te doen, en
de overige zijn ongegrond doordat een ziel die zich in Gods handen
legt, niets te vrezen heeft: God laat geen ontwikkelingen toe die
schadelijk zijn voor de ziel, voor zover de ziel Hem daarbij niet in de
weg staat door alles zelf te willen regelen. Wie protesteert, opstandig is
of twijfelt, verliest energie om te ploegen, en geeft blijk van gebrek aan
vertrouwen in het feit dat de nodige zon en regen de door hem getrokken
voren zullen bevruchten.
In Voluntate Dei,
Uw “Myriam”
GIJ ZULT DE HEER UW GOD AANBIDDEN
30. Openbaringen over Aanbidding als Bron van Licht
Van elke ziel wordt verwacht dat zij God (en alleen de ene ware God)
aanbidt. Aanbidding is in wezen: het op liefdevolle wijze contact
zoeken met het Goddelijk Licht, met het diepe wezen van God Zelf.
Waarom moet de ziel God aanbidden?
1. Omdat aanbidding, het zoeken naar diep contact met God, een
levensnoodzakelijke behoefte is voor de ziel. God heeft deze
behoefte in elke ziel gelegd met de bedoeling dat de ziel zelf het
verlangen zou ervaren om de levensstroom tussen God en haarzelf in
stand te houden. Een ziel die dit verlangen negeert, takelt geleidelijk af
en verliest het ware leven doordat zij in staat van ongenade vervalt: zij
krijgt niet meer het voedsel dat haar sterkt tegen alle kwaad, bekoring en
zonde. God eerbiedigt Uw vrije wil, en indien U geen contact met Hem
zoekt om Hem Uw liefde te betuigen, gaat Hij ervan uit dat U op Uw
beurt door Hem “met rust gelaten” wil worden. Het is dan Uw vrije keuze
om Uw leven op eigen kracht te leiden, zonder de leiding en hulp van
Zijn volmaakte Liefde en oneindige Wijsheid.
2. Omdat aanbidding eerbetoon geeft aan God als Schepper,
Verlosser en Heiligmaker. Elke ziel is dit aan God verschuldigd, want
zonder de Schepping zou zij niet eens bestaan, zonder de Verlossing
zou zij geen uitzicht hebben op eeuwig Leven na de aardse dood, en
zonder Heiliging zou de eeuwige verheerlijking onbereikbaar blijven en
zou zelfs de ware zin van haar bestaan nooit verwezenlijkt worden: de
ziel is immers louter en alleen in de wereld gestuurd om Gods Rijk op
aarde te helpen vestigen. De bijdrage daartoe is des te groter en
krachtiger naarmate de ziel heiliger wordt.
33
3.
Omdat aanbidding Licht over de zielen afroept, en aldus
bijdraagt tot:
- de ontwikkeling van de ziel naar de heiligheid.
- de verlamming van alle duisternis in en tussen de zielen.
- de voorbereiding van Gods Rijk op aarde.
4. Omdat aanbidding één van de meest rechtstreekse wegen
vormt om Gods Tegenwoordigheid te leren ervaren. Welke zijn de
voornaamste en meest werkzame wegen naar deze ervaring van Gods
Tegenwoordigheid?
- de Heilige Sacramenten: in alle Sacramenten komt God naar de ziel
toe. Om die reden heb ik de Sacramenten vroeger reeds “raakpunten
tussen Hemel en aarde” genoemd. De enige voorwaarde om deze
aanraking daadwerkelijk in Uw hart te voelen en er in Uw ziel waarlijk
vrucht uit te halen, is een ingesteldheid van Liefde, zuiverheid en
verlangen naar God.
- het diep gebed: wanneer U bidt vanuit Uw hart (dus niet louter met de
lippen, op mechanische wijze en zonder veel gevoel), kunt U in Uw hart
voelen dat dit geen eenrichtingsverkeer is van U naar God, doch dat Hij
als het ware de plaats van waaruit deze woorden van liefde vertrekken,
zalft. Een kenmerk van diep gebed met het hart is het feit dat dit
gevoelens van liefde in het hart wekt. De Bron van deze gevoelens is
God Zelf.
- de mystieke eenwording. Ik verwijs U hiervoor graag naar mijn boek
“De Hemelse Bruiloft”. De ware en authentieke mystieke aanraking kunt
U niet opwekken: op deze weg is het louter God Zelf die het initiatief
neemt door de mystieke ziel te roepen, haar speciale genaden te
verlenen om haar toe te rusten voor haar speciale opdracht, en een
kanaal te scheppen voor bovennatuurlijk contact tussen Hemzelf en de
betreffende ziel. Aan deze ziel worden bepaalde eisen gesteld om dit
contact in stand te kunnen houden en het “kanaal” zuiver te houden. In
de mystieke eenwording wordt de ziel uit de wereldse beleving
weggerukt en als het ware in een min of meer aanhoudende toestand
van aanbidding gehouden, doordat zij brandt in een liefdesvuur dat nooit
meer volledig dooft (zolang zij de genade waardig blijft).
- de aanbidding.
Deze vier wegen zijn wegen naar eenwording. De eenwording met God
(en via Hem met de medezielen) is het uiteindelijk doel van elke ziel.
Bedenk dat de volmaakte ziel van Maria volkomen één was met Jezus.
Zij aanbad God met Haar hele wezen, Haar hele gedrag, Haar hele
leven.
Hoe komt de ziel tot aanbidding van God? Waaruit bestaat aanbidding?
34
De volgende vijf punten zijn mij geopenbaard als zowel elementen die
onontbeerlijk zijn om te aanbidden, alsook als opeenvolgende fasen van
een akte van aanbidding:
1. Het verlangen om tot het Hart van God door te dringen. Word U
ervan bewust dat de kern van Uw ziel niets anders verlangt dan God te
kennen en in Hem over te vloeien.
2. De Liefde tot God: deze opent Uw hart voor de overvloeiing tussen
Uw ziel en God, in beide richtingen. Liefde moet gegrondvest zijn op
inwendige rust, en brengt op haar beurt ook diepere rust in de ziel.
3. De ontlediging van Uw geest: U moet trachten, aan niets meer te
denken. U kijkt alleen nog maar inwendig naar het Licht, het Kruis
(symbool voor Gods oneindige Liefde voor U), Maria met het Kind Jezus
(de Menswording van Gods Zoon) of elk Hemels beeld dat U vervult van
Liefde, vrede en rust.
4. De verheerlijking van God. U prijst God inwendig voor Uw leven, alle
genaden, de natuur, het vooruitzicht op het Eeuwig Leven, enzovoort.
5. De uitnodiging aan God. Wellicht de grootste vrucht die aanbidding
Uzelf kan opleveren, is het bezoek van God in Uw ziel. Door Uw
ingesteldheid kunt U mee bepalen of Hij U slechts voor de tijd van de
aanbidding bezoekt, dan wel voor onbepaalde tijd bij U intrekt met
bagage (genaden die U blijvend veranderen). Een werkzame aanroeping
om God in U uit te nodigen, kan bijvoorbeeld zijn: “God van Licht en
Liefde, ik bemin U. Ik geef mij aan U. Vervul mij met Uzelf”.
Aanbidding is dus in wezen een intense vorm van zoeken naar Gods
Tegenwoordigheid. Welke zijn nu de effecten van Gods
Tegenwoordigheid, van Zijn aanraking voor de ziel? Anders gesteld:
welke zijn de vruchten die God in de aanbiddende ziel tot rijping brengt?
1. Aanbidding doet de ziel openbloeien als een bloem die zich
ontvouwt, blaadje voor blaadje, in het besef van Gods
Tegenwoordigheid. God is de Bron van Leven. Zijn aanraking schept,
verlost, heiligt en herschept (geneest). De realiteit van dit gegeven blijkt
bij het mystiek contact: de voelbare (soms zichtbare en/of hoorbare)
Aanwezigheid en aanraking van Maria (Gods Gezante) lijkt de ziel, het
hart, de geest, en in zeker opzicht zelfs het lichaam “open te gooien”, en
maakt onvermoede krachten vrij. Aanbidding kan een enigszins
gelijkaardig effect krijgen in de ziel: zij kan vervuld worden met genaden,
en kan dit ervaren als een bevrijding. Wanneer de bloem van Uw ziel
zich onder invloed van deze Goddelijke kracht opent, kunnen hierdoor
haar kleur (bovennatuurlijke schoonheid) en geur (heiligheid) gewekt
worden, wat nieuwe impulsen van aanbidding in werking kan stellen.
2. Aanbidding stort intense gevoelens van dankbaarheid in de ziel,
in het besef van het vele mooie waarvan zij getuige mag zijn omdat God
35
er is. De aanbiddende ziel begrijpt dat God Bron, Oorzaak en
Bestemming van alle dingen is. Dit besef baart dankbaarheid,
dankbaarheid schept vreugde, en deze vreugde baart het ware geluk
omdat zij van Hemelse oorsprong is. Dankbaarheid is een emotie die
vaak verstikt wordt onder het gewicht van het leven. Waarom zou men
God danken terwijl men ten prooi is aan tegenslagen en lasten? De
aanbiddende ziel voelt dat God niet verantwoordelijk is voor het
negatieve in haar leven, maar dat Hij integendeel de enige waarborg
vormt voor de inlossing van de belofte van het ware geluk na het leven
op aarde. Alle lasten van Uw leven worden door God opgetekend als
aanleidingen voor een honderdvoudige vergoeding in Zijn Rijk. Dat is
ook wat Hij U tijdens aanbidding in het verborgene kan laten voelen.
3. Aanbidding levert gevoelens van diepe zaligheid, intense
vreugde, stil geluk, omdat het hart in aanbidding Gods Aanwezigheid
voelt. Deze Aanwezigheid is even onhoorbaar of onzichtbaar als
radiogolven, maar is even reëel als radiogolven: de atmosfeer is vervuld
van radiosignalen, die U noch kunt zien noch kunt horen tenzij U Uw
radiotoestel aanzet. Iets gelijkaardigs geldt voor Gods Aanwezigheid:
God is er altijd en overal, maar U kunt Hem pas aanvoelen zodra U het
“radiotoestel” van Uw ziel in werking laat komen. Aanbidding is één van
de wijzen bij uitstek om dit contact tot stand te brengen. Aanbidding
schept in de ziel de rust en vrede die U in staat stellen om U totaal te
laten gaan in de zaligheid van het Hemelse.
4. Aanbidding schept de spontane behoefte van diepe overgave aan
God in het bewustzijn dat Zijn heiligheid U omgeeft als een wolk van
bloemenparfum op een zomeravond: een atmosfeer van gelukzaligheid
die uitnodigt om U totaal aan God over te geven. Dit is de meest
natuurlijke emotie die de ziel kan opbrengen, want zo is zij oorspronkelijk
ook gemaakt: met een inwendig, natuurlijk vermogen om alles los te
laten en zichzelf zonder de geringste weerstand in Gods Hart uit te
storten.
5. Aanbidding schenkt de ziel het gevoel dat zij reeds
ondergedompeld is in een stuk Hemelse werkelijkheid. Dit gevoel is
het natuurlijke gevolg van de aanraking met Gods Wezen. Vele zielen
laten God vergeefs bij zich aankloppen (onbeantwoorde ingevingen).
God, daarentegen, doet steeds open wanneer U bij Hem aanklopt. De
wijze waarop Uw pogingen tot contact beantwoord worden, is
onvoorspelbaar. Vaak worden in Uw ziel genaden gestort die voor
onbepaalde tijd in het verborgene blijven en U eventueel pas na Uw
aardse leven geopenbaard worden, want voor God is slechts het Eeuwig
Leven van belang. Niettemin kan de aanbiddende ziel een gevoel
ervaren dat zij niet kan vergelijken met gevoelens die haar bekend zijn
uit het dagelijks leven. Zo worden nieuwe wegen geopend naar een
36
rijkere ervaringswereld die het wereldse sterk
verminderen.
in belang
doet
6. Aanbidding zet het hart, de geest en de ziel ertoe aan, zich totaal
te ontledigen in golven van ontembare, brandende Liefde, en elke
herinnering aan het wereldse in Gods Hart te begraven. De ziel die ooit
door de Hemel aangeraakt is, stelt steeds minder prijs op wereldse
dingen, want de ervaring van het Hemelse is met niets op aarde te
vergelijken. In deze gesteldheid verdwijnen ook vele beperkingen op het
vermogen om uitdrukking te geven aan de Liefde: aanbidding leert U,
ware Liefde te ervaren en te geven. Dit kan voor Uw hart en ziel een
ware genezing brengen en de deur openen naar een veel vrijere
belevingswereld: Uw leven wordt doordrongen van de ware Liefde, die in
de werkelijke zin van het woord een Goddelijke eigenschap is en U leert
begrijpen waar het in het leven werkelijk om gaat.
7. Aanbidding schept het verlangen om Uw hele leven op te offeren
als brandhout voor het Hemels vuur dat uitgaat van Gods
Tegenwoordigheid, in een verlangen naar wedergeboorte in een Hemels
leven. In deze ervaring wordt de ziel reeds hier en nu geraakt door de
gesteldheid van de engelen, en verwerft zij nooit vermoede inzichten in
de onbelangrijkheid en nietigheid van elke wereldse gesteldheid. U
begrijpt dan dat dit leven slechts zin heeft als offerande ten bate van
Gods Rijk.
8. Aanbidding wakkert het geloof in Gods Aanwezigheid aan, dat in
de ziel versterkt wordt door gevoelens waarvan men de bovennatuurlijke
oorsprong moet aannemen omdat zij niet met het verstand verklaard
kunnen worden.
9. Aanbidding versterkt in de ziel de nederigheid. De ziel ervaart de
behoefte om zich in alle eenvoud in God te laten opnemen, zich te laten
overvloeien in het oneindige, het ongrijpbare. Het bewustzijn van Gods
Tegenwoordigheid ontsluit in de ziel een groter bewustzijn van de
menselijke kleinheid, en een behoefte om “kind te zijn” teneinde zich te
kunnen laten dragen op deze golven van zaligheid, die de gesteldheid
van aanbidding in werking blijkt te zetten.
10. Aanbidding is zowel oorzaak als gevolg van een gesteldheid van
verering. “Verering” betekent in feite “diep eerbetoon bewijzen”. Dit kunt
U pas zodra U begrepen hebt dat God Bron is van alle goeds, ondanks
het feit dat de wereld om U heen ogenschijnlijk onder de heerschappij
van slechte invloeden staat. Zodra U beseft dat het niet God doch het
verkeerd gebruik van de vrije wil van de mens is die alle ellende over de
wereld afroept, zult U in staat zijn tot een volkomen verering van God.
In de aanbidding doorleeft de ziel meer bewust wat zij onbewust
verlangt, namelijk de eenwording met God te benaderen. Dit verlangen
heeft God in elke ziel gelegd. Het is alsof God elk maaksel van Zijn
37
handen voorziet van een ingeplant element dat (bij de meeste mensen
totaal onbewust) een leven lang tot God aangetrokken wordt. Men zou
bij vergelijking kunnen zeggen dat God een magneet is, en elke ziel een
blokje ijzer in zich draagt waardoor zij constant naar de magneet toe
getrokken wordt.
Hoe kunt U God aanbidden?
God kan aanbeden worden bij het uitgestalde Heilig Sacrament, in de
Heilige Communie, bij een beeltenis, door diepe verering van Maria,
engelen of heiligen (omdat al deze verheerlijkte zielen als Gods
gezanten beschouwd kunnen worden en tot op zekere hoogte dragers
zijn van Zijn eigenschappen; dit geldt zeker voor Maria). God kan echter
ook aanbeden worden in de natuur: wanneer U Gods Tegenwoordigheid
verheerlijkt in Zijn Schepping, leert U Zijn heerlijkheid voelen terwijl U
een bloem, een boom, een dier of een landschap waarneemt (ziet, hoort,
ruikt, betast...). In Gods ogen is de meest lovenswaardige vorm van
aanbidding deze in en door Uw dagelijkse activiteiten. Waarom? Omdat,
wanneer U in Uw dagelijks leven de gesteldheden betracht die hierboven
zijn beschreven, U daarmee God op volkomen wijze in Uw leven
inbouwt, en bijvoorbeeld niet alleen diep contact met Hem zoekt in het
kader van een uitstalling van het Heilig Sacrament. Verheerlijking van
God door Uw hele doen en laten, spreken, denken en voelen, in een
gesteldheid van blijmoedigheid, is een bloesem die bloeit op de tak van
de ware heiligheid. Het is weinige zielen gegeven, maar het is de edelste
betrachting die in een hart kan ontstaan. De ideale toestand die U kunt
nastreven, is deze waarbij U het punt bereikt waarop Uw hele leven één
onophoudelijke akte van aanbidding wordt. U kunt God verheerlijken
door wat U doet, zegt of denkt, maar U kunt Hem ook aanbidden door
wat U bent. Naarmate het proces van de heiliging dat God in Uw ziel is
begonnen door het vuur waaruit zij bij de bronnen van Gods Rijk is
gemaakt, vordert, wordt de ziel steeds méér gevoed door een steeds
bredere schakering van het Goddelijk Licht, tot zij als het ware gelijkt op
een volmaakte regenboog. Dat is de staat van genade, de toestand
waarin Uw hele wezen zo vervuld wordt van Gods eigen Wezen dat U
om zo te zeggen heiligheid begint uit te stralen. Dat kan bijvoorbeeld het
geval zijn in de verenigingsmystiek, waarbij het instrument van Maria
spontaan begint te handelen, te spreken, te denken en te voelen zoals
Maria, en Haar lijkt uit te ademen door zijn hele verschijning, zijn hele
manier van voorkomen of optreden. In dit stadium wordt het wezen zelf
tot één onophoudelijke aanbidding van God. Dit komt doordat Maria dan
Haar eigen wezen in Haar instrument laat overvloeien, tot zijn hart van
het Hare doordrongen is zoals een spons van water. Zij kan Haar
instrument zodanig beheersen dat deze ziel Haar woorden spreekt, Haar
gebaren maakt, Haar gevoelens, voor- en afkeur deelt, enzovoort.
Maria’s leven was één en al aanbidding van God. Zij wil dit ook in Haar
38
instrumenten herhalen, mits deze zich volkomen voor Haar invloed
openstellen. Om deze reden kan dus de totale en onvoorwaardelijke
Mariatoewijding beschouwd worden als een koninklijke weg van
aanbidding tot God. Wanneer de overvloeiing tussen Maria en Haar
geroepene de hoogst mogelijke graden begint te bereiken, kunnen wij
spreken van een Hemelse Bruiloft (vereniging, eenwording) met Maria.
Tot deze weg zijn heel weinig zielen geroepen, doch ook buiten de
mystiek is het voor de ziel niet onmogelijk om tot een volkomen
aanbidding van God te komen, indien zij zich met vastberadenheid
oefent in alle deugden en zo haar leven zelf tot een aanhoudende
verheerlijking van God maakt.
Heel vaak wordt aanbidding beschouwd als een geschenk van de ziel
aan God, doch de ware aanbidding is een ervaringstoestand waarbij de
geschenken van God aan de ziel de geschenken van de ziel aan God
ver overtreffen. Aanbidding is een gesteldheid van de ziel die tussen
God en de ziel een uitwisseling tot stand brengt die bron is van Licht.
Een ziel die haar hele leven tot aanbidding weet te maken, schept
hierdoor om zich heen een aura van Hemels Licht dat tot een schild
tegen bekoring en zonde wordt. Wanneer zielen via deze weg het Licht
van God in en om zich heen verspreiden, vormen zij hierdoor een ketting
van Licht. Hoe talrijker de zielen worden die een leven van aanbidding
leiden, des te groter en krachtiger wordt deze ketting. Dit is de ketting
van Licht waarover ik het reeds in vroegere geschriften heb gehad, en
die door de Heilige Maagd zo vurig wordt verlangd: door deze structuur
van bovennatuurlijk Licht zal het kwaad verblind worden. De satan kan in
zijn hoogmoed niet meer vatten dat uit het zozeer verdorven
mensengeslacht nog zielen kunnen opstaan die de heiligheid bezitten
om zijn werken te onthullen door het Licht dat zij in Gods Genade om
zich heen verspreiden. Dit zal hem verblinden en onder Maria’s voeten
leggen. Bid daarom om gelegenheden tot uitstalling van het Heilig
Sacrament, en om de genade dat Uw ziel een levende aanbidding zou
worden, want zo wordt U tot bouwsteen in de fundering van Gods Rijk op
aarde. Om Gods Rijk op aarde te vestigen, moet dit Rijk eerst in een
aantal harten gevestigd worden. Slechts een hart dat bereid is tot een
leven van aanbidding, bezit een bodem met de gesteldheid die
noodzakelijk is om Gods Rijk in zich te ontvangen en tot vrucht te laten
komen.
In Voluntate Dei,
Uw “Myriam”
VADER, MOGEN ALLEN EEN ZIJN
39
31. Eenheid als Bouwsteen voor het Rijk Gods
In één van de laatste gebeden die Jezus tijdens Zijn aardse leven tot de
Eeuwige Vader richtte, gaf Hij uitdrukking aan Zijn diep verlangen naar
de eenheid onder alle christenen onderling en tussen de mensen en
God. Onder meer gezien het tijdstip waarop Hij deze smeekbede
uitsprak (zo kort vόόr het Offer van Zichzelf in het Verlossend Lijden),
kan dit verlangen van Jezus als een geestelijke nalatenschap worden
beschouwd, een boodschap met als wezenlijke inhoud: heb elkaar
zodanig lief dat jullie harten en zielen in elkaar overvloeien en God
volkomen in jullie kan zijn.
Ieder mens is geschapen met zijn eigen lichaam, dat steeds in wezen
gescheiden zal blijven van het lichaam van ieder ander mens. Met
uitzondering van de buitengewone toestand van het aanvoelen van het
lichaam van Uw medemens via de mystieke weg, zijn lichamelijke
gewaarwordingen strikt persoonlijk. Uw lichaam ondergaat elke dag
talloze invloeden, doch blijft in wezen individueel. Ook de ziel is
individueel, in die zin dat geen twee zielen volkomen gelijk zijn: elke ziel
bezit haar eigen onoverzienbare waaier van specifieke eigenschappen,
vermogens, genaden, gaven, en haar strikt persoonlijke lotsbestemming
overeenkomstig Gods Plan met de ziel in kwestie. Hoe kan Jezus dan
verlangen dat alle zielen één zouden zijn?
God heeft alle zielen geschapen met de bedoeling dat zij op
eendrachtige wijze hun specifieke opdrachten zouden vervullen. De
uiteindelijke doelstelling van de schepping is deze, dat Gods Plan in
vervulling zou gaan. Dat Plan bestaat hieruit, dat de mens in staat van
heiligheid zou leven naar Gods beeld en gelijkenis, en dat Gods Rijk niet
alleen in de Hemel doch ook op aarde zou bestaan: “Uw Rijk kome, Uw
Wil geschiede op aarde als in de Hemel”. Sedert de zondeval leeft de
mens niet meer in overeenstemming met Gods bedoelingen, zodat de
vervulling van Gods Plan door de mens eerder tegengewerkt dan
bevorderd wordt. Tussen de zielen onderling heeft de na-ijver de plaats
ingenomen van de eendracht. De ene ziel beschouwt de andere niet
langer als een andere draagster van het Goddelijke, doch als een
concurrente die haar in de weg staat naar de vervulling van haar eigen
doelstellingen, die nu gewoonlijk niets meer te maken hebben met de
verwezenlijking van de eigen heiliging en van Gods Plan, doch met de
bevrediging van de eigen stoffelijke behoeften. Door deze levenshouding
beschouwen de mensen elkaar niet langer als broeders en zusters, doch
als concurrenten, en in vele gevallen zelfs vijanden. De aanvankelijk in
de zielen gelegde zin voor eenheid is dus verloren gegaan, prijsgegeven
aan alle overtredingen tegen de Liefde tot God en de naastenliefde. De
menselijke samenleving functioneert niet meer op de brandstof van de
ware Liefde, doch op de begoochelende, verslavende en verbijsterende
drug van haat, nijd, afgunst, na-ijver en jaloersheid. Ik zou het zo kunnen
40
uitdrukken, dat het bloed dat doorheen de schepping vloeit en drager is
van de Liefde als ware voedingsstof, steeds verder verdund wordt door
de duivelse alcohol van de tweedracht en onenigheid, het sluipend gif
dat in de zielen is gebracht door de beet van de slang bij de erfzonde.
Onze samenleving biedt daarvan dagelijks ontelbare voorbeelden. Wat
Jezus verlangt, is een terugkeer naar de oorspronkelijke toestand, door
de zielen te genezen van de sporen van dat gif dat de harten doet
kloppen op een ritme dat niet meer in harmonie is met de hartenklop van
God Zelf. Om dit te bereiken, moeten de zielen tot eenheid worden
gebracht.
De enige sleutel tot eenwording van zielen is de Liefde. Wie de
Liefde aanvaardt als de enige drijfveer van elke handeling, gedachte,
woord, bestreving of verlangen, laat hierdoor zijn ziel totaal overvloeien
in Gods Wil, en deze vormt het enige cement dat de zielen één maakt
voor de opbouw van Zijn Rijk.
De Liefde wekt in de ziel het verlangen om te zijn zoals de geliefde. Zo
kan bijvoorbeeld in de ziel die geroepen is tot de dienst aan Maria, een
brandende Liefde voor Haar gewekt worden. Dit is de genade waardoor
Maria Zelf deze ziel doet verlangen naar eenwording met Haar, omdat in
deze eenwording Gods Plan zijn vervulling vindt. Wanneer de roeping
geschiedt langs de weg van de mystiek, voltrekt dit proces van “Liefde verlangen - eenwording” zich soms op waarlijk stormachtige wijze. In
bepaalde gevallen voltrekt zich hierbij een voelbare overvloeiing van
gevoelens, indrukken, verlangens en Liefde tussen de harten. Hoe komt
een dergelijke overvloeiing tot stand? Hoe komen zielen tot eenwording?
Ik zou de ware Liefde kunnen vergelijken met een net van rivieren
waarvan het water gevoed wordt vanuit ontelbare Bronnen van God
(ontelbare, omdat God overal tegelijk aanwezig is), doorheen de hele
schepping stroomt, en naar God terugkeert, en zo in een
eeuwigdurende, nooit ophoudende beweging. Het water neemt
langsheen de volledige loop van het riviernet overal deeltjes van grond,
steen, bladeren en planten met zich mee, zet deze wat verder opnieuw
af, enzovoort, zodat een voortdurende stroming en uitwisseling van
elementen plaatsheeft: de ene plaats wordt voortdurend door andere
plaatsen “beïnvloed”. Zo gebeurt het ook tussen de zielen: zij worden
bevloeid door het “water” van Gods Liefde en genaden, nemen er
elementen uit over en geven op hun beurt elementen van zichzelf door
aan andere zielen. Wanneer twee zielen zich zo totaal en onbelemmerd
openstellen voor de invloed van Gods “water” dat zij zowel alles uit het
water opnemen alsook alles van zichzelf aan het water overdragen,
kunnen deze zielen via de stroom van de Liefde als het ware één
worden. Ik zou het zo kunnen uitdrukken: wanneer men op deze beide
plaatsen water schept, zal de analyse van de twee waterstalen vrijwel
identiek blijken te zijn.
41
Wanneer kunnen alle mensen één zijn?
In het licht van het mij geopenbaarde beeld van de rivier van de Liefde,
moet het antwoord luiden: wanneer de Liefde door alle mensen wordt
aanvaard, ervaren en in stand gehouden als de drijvende kracht van
alle leven in en met God. Onder welke voorwaarde kan dit geschieden?
Mits alle zielen Gods Waarheid kennen en ernaar leven. Wat één
maakt, is het element dat alle zielen in hun kiem met elkaar gemeen
hebben, namelijk het Goddelijk Vuur (het levensbeginsel). Dit
levensbeginsel moet groeien (openbloeien, rijpen) in een
ontwikkelingsproces dat wij heiliging noemen. Hoe meer het groeit, des
te sterker wordt de Aanwezigheid en de werking van God in de ziel. Dus:
naarmate de heiliging in méér zielen toeneemt, zal ook de
geestelijke eenwording onder de mensen toenemen. Jezus’
verlangen “Moge allen één zijn” kan derhalve slechts in vervulling gaan
indien:
1. De hele mensheid tot het volle Licht der Waarheid wordt
gebracht. Dit veronderstelt dat zoveel mogelijk zielen zich tot het
traditionele christendom bekeren, de oorspronkelijke Leer van Jezus
Christus, vrij van alle dwaling en van alle modernisme. In een wereld die
zozeer in verval is geraakt, lijkt een bekering van de totale mensheid tot
de christelijke Leer van de ware en onverdeelde Liefde een illusie.
Niettemin zal dit gebeuren, want de vestiging van Gods Rijk op aarde is
ons beloofd, en voor God is een belofte een heilig verbond. Bij de inzet
van de christenen berust de verwezenlijking van de voorbereiding
hiertoe, door ons volhardend gebed en vertrouwen. De inzet van Uw
hele leven zal bepalend zijn voor het tijdstip waarop deze eenheid door
een machtige tussenkomst van Gods Genade voltooid zal worden. Uw
persoonlijke verantwoordelijkheid bestaat hierin, dat U onvoorwaardelijk
gelooft en U totaal inzet en toewijdt voor de vestiging van het Rijk van
Christus op aarde. De wegen hiertoe heb ik U reeds getoond in mijn
vroegere openbaringen. God zal niet wachten tot elke ziel vurig christen
is geworden, wel tot de gezamenlijke inzet en vertrouwen van de
christenen voldoende gewicht in de schaal heeft gelegd om een
tussenkomt van de Goddelijke Genade te verantwoorden. De
bijzonderheden hiervan rusten in de geheime wisselwerking tussen de
Wetten van de Goddelijke Gerechtigheid en de Goddelijke
Barmhartigheid. Van U wordt slechts blinde overgave en
onvoorwaardelijke Liefde gevraagd.
2. In elke ziel het heiligingsproces zich zo volkomen mogelijk
voltrekt. De ziel is pas in staat om als bouwsteen in het proces van de
eenwording ingeschakeld te worden voor zover zij zichzelf laat heiligen
door de genaden volkomen te laten renderen.
42
3. Zoveel mogelijk zielen zich met hun hele leven totaal aan Maria
toewijden. Maria is de Middelares, die de eenheid zal smeden in het
vuur van de Heilige Geest, op grond van de onvergelijkbare
betaalwaarde van de offers die totale toewijding dag na dag oplevert.
Toewijding aan Maria garandeert U dat al Uw inspanningen verzegeld
worden tegen negatieve beïnvloeding die hen van hun waarde zouden
beroven. Alle toegewijden zijn vlammen van heiligend vuur. Wanneer
deze zich aan elkaar schakelen, ontstaat een ketting van lichtende
vlammen. Deze in elkaar overlopende vlammen zullen de hele aarde
herscheppen in een vuurzee van heiligheid, aangewakkerd door de
adem van de Heilige Geest.
4. De ketting van Licht waarvan sprake in punt 3, kan concrete vorm
krijgen via gebedsgroepen, onderlinge gebedsafspraken tussen mensen,
de verspreiding van Gods Waarheid (wat de bestaansreden vormt van
deze Stormschriften), en het opdragen van Heilige Missen en
Communies tot redding van de hele mensheid. Wanneer de
heiligmakende genade in Uw ziel wordt gestort, bent U verplicht om deze
tot nut te maken in dienst van Gods Rijk op aarde, en Uw medemensen
te stimuleren om zich op hun beurt in de ketting van Licht te laten
inschakelen om deze toestand van het ultieme geluk tot stand te kunnen
brengen. Leg door het vuur in Uw hart tegenover God getuigenis af voor
Uw verlangen naar Zijn tussenkomst tot vestiging van Zijn Rijk.
Dat God eenwording van de zielen als ideaal nastreeft, blijkt reeds uit het
feit dat Maria, de Kroon van Zijn Schepping, in geest en hart volkomen
één werd met Jezus, die Zelf volkomen één is met de Eeuwige Vader en
de Heilige Geest. In Maria is de mens dus als het ware “vergoddelijkt”.
Dat is de bestemming die God voor alle zielen heeft beoogd. God laat dit
verlangen naar eenheid ook blijken uit de mystieke ervaringen die Hij
bepaalde zielen laat doormaken: de verenigingsmystiek, waarbij een ziel
elementen van eenwording met God of Maria ervaart en/of eenwording
met medemensen kan ervaren (in de vorm van een volkomen inleving in
diens ziel, geest, hart en zelfs lichaam). Hierin ligt de diepe betekenis
van de stelling dat God de mens heeft geschapen “naar Zijn beeld en
gelijkenis”: de mens zou Goddelijke elementen in zich dragen, hij zou
Gods Wil tot de zijne maken en derhalve door dezelfde kracht en
bedoelingen gedreven worden als God Zelf. Naarmate méér zielen dit
ideaal nastreven, bereiken deze ook onderling een steeds grotere
eenheid, want zij worden dan als het ware gevoed door hetzelfde bloed.
“Eenheid” gaat veel verder dan wat dezer dagen hieronder verstaan
wordt (de eenheid van kerken en godsdiensten). Die eenheid is alleen
nastrevenswaardig indien de christelijke waarden hiervan niet het
slachtoffer worden. Onder geen enkele voorwaarde mogen de door
de Katholieke Kerk erkende dogma’s en de Waarheden met
betrekking tot de Sacramenten (in het bijzonder de wezenskern van
43
de Eucharistie) prijsgegeven worden aan de “eenheid” met andere
religieuze belijdenissen, want het resultaat is dan niets méér dan een
schijneenheid, die de enige Waarheid van God verloochent. Ons
christendom mag op deze essentiële punten geen enkel compromis
sluiten. Dit heeft niets te maken met onverdraagzaamheid, doch met
respect voor Gods enige Waarheid, en met onverzettelijkheid tegenover
elke dwaling. Ware eenheid begint bij Uw eigen wil om één te zijn met
Uw medemens in God.
Slechts weinige zielen ontvangen de gaven van de mystieke
eenwording. Hoe moet dan de eenheid van alle zielen verwezenlijkt
worden? Op eigen kracht is de mensheid daartoe niet in staat. De
volkomen eenheid zal door Gods Geest tot stand gebracht worden
bij de vestiging van het Rijk van Christus op aarde. Aan de
fundering van deze vestiging moet elke ziel meebouwen door met
alle krachten van haar wezen God in zich te sluiten. Hoe? Door een
heldhaftige, volhardende beoefening van alle deugden, in het
bijzonder van de ware Liefde. De hoge graad van verdeeldheid in onze
huidige wereld doet aan de vervulling van dit Goddelijk voornemen geen
afbreuk, want God laat Zijn Plannen niet door mensen vernietigen. Zijn
Glorie zal schitteren in de mate waarin de satan thans verdeeldheid
zaait, want het Licht heeft steeds het laatste woord.
In Voluntate Dei,
Uw “Myriam”
ALS DE GRAANKORREL NIET IN DE AARDE VALT...
32. Zelfofferande als Levensbestemming
De mens was bedoeld als een wezen dat zou delen in Gods geheimen,
gaven, eigenschappen, en in de volheid van Gods Liefde. Naar Gods
beeld en gelijkenis werd hij geschapen, wat betekent dat ook de
onverdeelde gelukzaligheid reeds op aarde zijn deel zou zijn. Door de
erfzonde heeft de mens dit recht verloren: door overtredingen van Gods
Wet van Liefde is de schepping in onevenwicht gekomen. Het is dan ook
de verantwoordelijkheid van de mens om dit onevenwicht te
herstellen, door het lijden in zijn lichaam, geest en gevoelens, want
alleen het lijden en de Liefde bezitten afkoopwaarde. Aangezien de
Liefde in de mens onvolkomen is geworden voor zover zijn ziel niet in
staat van heiligheid leeft, berust de grootste hoop op zijn heil dus in het
lijden. Het ultieme verlossende lijden is dat waarbij de pijn in lichaam,
hart en/of geest gekoppeld wordt met de ware heilige Liefde. Dat is het
geval in de zelfofferande. Zelfofferande is de offergave van Uzelf voor
Gods doelstellingen, belangen en Plannen, ten bate van het eeuwig
heil van Uw medemensen, want God verlangt slechts twee dingen,
44
die heel nauw met elkaar verbonden zijn: de Verlossing van alle
zielen, en de definitieve vestiging van het Rijk van Christus op
aarde, op het fundament van een mensheid die de oorspronkelijk
bedoelde heiligheid heeft teruggevonden.
God heeft de aarde bedoeld als een paradijs waarin de mens zou leven
in voorbereiding op het eeuwig Paradijs in de Hemel. Elke ziel komt ter
wereld met één uiteindelijk doel: bijdragen tot de verwezenlijking van
Gods Plan met de aarde, opdat deze opnieuw een paradijs zou worden.
Hoe verloopt dit alles? God schept de ziel, en laat haar rijpen onder de
zon van Zijn genaden en (omdat de mensheid nu eenmaal in een staat
van schuld verkeert) de regen der beproevingen. Wanneer het
vastgestelde uur aangebroken is, komt God om te oogsten. Om waarlijk
van nut te zijn, moet de graanhalm van de ziel tegen de oogsttijd
voldoende gerijpt zijn. Dit betekent dat de ziel klaar moet zijn om Gods
honger naar de verwezenlijking van Zijn Plan te stillen, en om andere
zielen te voeden. Hoe rijper Uw ziel wordt, des te meer andere zielen
kan zij tot voedsel dienen. Een heilige ziel is als een feestmaal voor haar
omgeving. Zij heeft het rijke voedsel van Gods genaden in zich
opgenomen, en hierdoor laait het vuur in de kern van haar wezen zo
hoog op dat zij niet alleen vele andere zielen kan voeden met de
woorden van Gods enige Waarheid, doch bovendien Licht en warmte
uitstraalt die vele andere zielen de juiste weg wijst en hen de
geborgenheid van Gods nabijheid laat ervaren. Om terug te keren naar
het beeld van de graanhalm: op Gods uur moet hij zodanig uitgerijpt zijn
dat hij reeds nieuwe graantjes in de aarde heeft gestort: dit zijn “de
vruchten die blijvend mogen zijn”, zoals Jezus de oogst van de apostel
voor God heeft genoemd. God is de Zaaier, Uw ziel is een zaadje. Uw
ziel kan ofwel wegkwijnen in het slijk van de wereld (bloeit dan niet om
zielen te voeden, doch leidt een kort leven van zelfvertering zonder
vrucht), of zij kan het werk van de Zaaier laten renderen door de zon der
genade optimaal in zich op te nemen, evenals de zuurstof die wordt
aangevoerd door de zoete bries van de Heilige Geest. Dan wordt de
graanhalm van Uw ziel groter en groter, soepel en sterk, en goudkleurig,
tot welbehagen van de Zaaier.
Geen graanhalm kent een leven zonder regen. De regen der
beproevingen verzwakt slechts de graanhalmen die Gods genaden
onvoldoende benutten en daardoor zwak en breekbaar worden. Zij die
alle gaven uit Gods hand ten volle in zich opnemen, en zich bovendien
actief en bewust naar de zon toewenden (Gods Wijsheid en Waarheid
zoeken als de ware bron van hun levenskracht), worden door de regen
sterker. Wat meer is: zij hebben de regen nodig, omdat zij ook de zon
reeds zo gretig in zich opgenomen hebben. Hier komen wij opnieuw aan
bij de alleenzaligmakende combinatie van lijden en Liefde, in een geest
van bereidheid tot zelfslachtoffering voor Gods Werken. De graanhalm
45
moet zowel de regen als de zon koesteren om graankorrels te vormen
en deze ten gepasten tijde in Gods akker te storten om zijn eigen
roeping vrucht te laten dragen. Jezus zei: “Als de graankorrel niet in de
aarde valt en sterft, blijft hij alleen, maar als hij sterft, brengt hij veel
vrucht voort”. Geen graantje wordt gezaaid om een leven voor zichzelf te
leiden. Zo ook wordt elke ziel in de wereld gezonden om zichzelf tot
rijping te laten brengen door de zon der genaden en gaven te laten
inwerken op de talenten die zij bij haar schepping heeft meegekregen,
en door de regen van beproevingen en lijden te drinken tot versterking
van haar groeikracht naar de heiligheid. Indien zij slechts “van het leven
wil genieten”, schuwt (en vervloekt) zij de regen, en wordt zij door de zon
verschroeid, want een ziel die niet wil groeien door het lijden, kan de
stralen van Gods Geest niet in zich vasthouden zonder dat deze de kern
van haar wezen ontwrichten. Het zonlicht wordt dan ofwel afgeweerd,
zodat de ziel in duisternis leeft, ofwel verkeerd gebruikt (gaven en
genaden die worden gebruikt voor de verwezenlijking van eigen
wereldse belangen). Wie het werkelijke Leven wil binnengaan, moet
zichzelf opofferen in overeenstemming met Gods Plan en onder
verloochening van eigen “belangen” (die zelden méér zijn dan
schijnbelangen, want heel vaak hebben zij niets gemeen met het Plan
dat God met de ziel heeft). De glorie die de ziel daarbij verwerft, hangt
grotendeels af van de mate waarin zij vrucht heeft voortgebracht voor
Gods Rijk op aarde. De grootste vruchten brengt die graanhalm voort,
die de regen van het lijden in vreugde opneemt zodat de zon der
genaden in hem regenbogen kan maken, en dan sterft voor de wereld in
overgave aan Gods grond (symbool voor het Rijk van Christus op
aarde).
In Voluntate Dei,
Uw “Myriam”
VERZAMEL U SCHATTEN IN DE HEMEL...
33. Openbaringen over het Eeuwig Heil van de Ziel
Uw leven hier op aarde is niets anders dan een doorgang, een
voorbereiding op het eeuwig leven van de ziel. Niettemin leiden talloze
mensen hun leven alsof dit het enige zou zijn dat van belang is. Dat is
een grove dwaling, die Uw ziel naar de ondergang kan leiden. Daarom
maande Jezus in het Evangelie dat de mens zich “schatten in de Hemel”
moet verzamelen. Hij bedoelde hiermee dat alles wat U doet, zegt, denkt
en nastreeft van zodanige aard moet zijn dat het geschikt is om U dichter
bij de eeuwige gelukzaligheid te brengen. In vroegere geschriften
schetste ik reeds het beeld van de menselijke handelingen die, indien zij
in Gods welbehagen worden gesteld, bloemen zaaien in de tuin die in de
Hemel op U wacht. Bij het oordeel dat God na Uw overlijden over Uw
46
leven op aarde zal spreken, worden Uw goede en minder goede
vruchten tegen elkaar afgewogen volgens de Wet van de Goddelijke
Gerechtigheid. Ik heb er vroeger reeds op gewezen dat Uw oordeel
positief beïnvloed kan worden door de uitwerkingen van de Wet van de
Goddelijke Barmhartigheid en door de oneindig machtige Voorspraak
van de Allerheiligste Maagd Maria. De Wet van Gods Gerechtigheid kan
echter slechts gedeeltelijk en binnen welbepaalde perken buiten werking
worden gesteld. Dat hoort zo, want anders zou de schepping in een
onherstelbaar onevenwicht komen: zonden moeten gecompenseerd
worden, op welke wijze dan ook, hetzij door Uw eigen uitboeting in het
vagevuur, hetzij door de oneindige Liefde van Maria’s Voorspraak, hetzij
door gedeeltelijke kwijtschelding in de Barmhartigheid. In gevallen van
ernstige of veelvuldige overtredingen tegen Gods Wet kan de ziel niet
meer gered worden en gaat zij verloren. Dat is wat bedoeld wordt met de
woorden “de ziel is verdoemd”. Bestaan er leefregels op grond van
dewelke U enige waarborg kunt krijgen dat Uw ziel niet voor eeuwig ten
onder zou gaan? Met welke sleutels kunt U de poort van het Eeuwig Rijk
openhouden? De volgende gesteldheden zijn mij geopenbaard als
schatkisten waarmee U het eeuwig heil van Uw ziel betaalt, met andere
woorden: zegels die Uw ziel kunnen verzegelen tegen de ondergang:
1. Laat God in U het verlangen vinden om in Uw ziel te groeien. Dit
verlangen is bij uitstek de sleutel die het mechanisme van de Goddelijke
Barmhartigheid in werking stelt, zelfs al hebt U geregeld gezondigd. Let
wel: dit betekent niet dat Uw ziel niet een zekere (in bepaalde gevallen
nog relatief lange) periode van goedmaking in het vagevuur kan moeten
doormaken, maar wel dat de eeuwige gelukzaligheid voor haar
toegankelijk blijft. God heeft Uw ziel gemaakt, en kent beter dan Uzelf
Uw zwakheden. Daarom kan een bepaalde zonde bij de ene mens
anders beoordeeld worden dan bij de andere. Van doorslaggevend
belang voor Uw heil is de wil om boven Uw zwakheden uit te stijgen. De
inspanning die U daartoe wil leveren, zal Uw levensoordeel beïnvloeden.
2. Betrek God bij alle beslissingen op Uw levensweg, en laat U in
alles leiden door Zijn Voorzienigheid. God heeft in Uw ziel bepaalde
talenten, gaven en vermogens gelegd, met de bedoeling dat U deze in
de eerste plaats aanwendt voor de verwezenlijking van Zijn Plan met de
schepping: de vestiging van het Rijk van Christus op aarde en de
verlossing en heiliging van alle zielen. U moet deze talenten, gaven en
vermogens zelf leren kennen. God Zelf geeft U vele kansen om deze
ontdekking te doen, via vele gebeurtenissen en situaties die Uw
levenspad kruisen en die bedoeld zijn om U tot bewustwording over
Uzelf te brengen. God verwacht van U dat U Uzelf regelmatig de vraag
stelt: Wie ben ik werkelijk? Wat is het doel van mijn leven, mijn ware
bestemming, en hoe bereik ik deze, rekening houdend met mijn talenten,
gaven en vermogens? Indien U het gevoel krijgt dat het U aan talenten
47
ontbreekt om deze doelstellingen te bereiken, verwacht God van U
gebed om met zekerheid te voelen of deze doelstelling echt in
overeenstemming is met Gods Wil en Gods Plan, en zo ja, eveneens
gebed om nieuwe genaden te bekomen om die gewenste stap vooruit te
zetten. Zo kunt U met de zekerheid van Gods zegen en welbehagen Uw
levensweg vervolgen van kruispunt naar kruispunt, zonder de vrees voor
veroordeling omdat U zou hebben gedwaald door te pogen, op eigen
kracht en zonder bekommernis om Gods Wil Uw levensweg zelf uit te
stippelen.
3. Tracht Uw leven zodanig vorm te geven dat het in zoveel mogelijk
opzichten een spiegelbeeld wordt van dat van Jezus en Maria. De
concrete invulling van Uw leven hangt in hoge mate af van de
gebeurtenissen en situaties die Gods Voorzienigheid voor U heeft
bereid. Niettemin hangt Uw heiligheid in de eerste plaats af van wat U
met die gebeurtenissen en situaties doet, Uw reacties tegenover datgene
wat in Uw dagelijks leven gebeurt. Het zijn deze reacties die U tot
spiegelbeeld van Jezus en Maria moeten maken. Bid om geïnspireerd te
worden hoe Jezus en Maria in een gelijkaardige situatie zouden
handelen, spreken, denken en voelen. Wanneer U in zuiverheid,
nederigheid en eenvoud verlangt om Hen in alles na te bootsen, zult U
steeds méér de indruk krijgen dat niet U leeft, maar Jezus en Maria in U.
Wanneer U in Uw levenswijze en optreden tot spiegelbeeld van Jezus en
Maria wil worden, moet U onvermijdelijk de gouden sleutel tot verlossing
van zielen in Uw hart koesteren: het lijden in al zijn vormen. Jezus
navolgen, betekent in blijmoedigheid, liefde en aanvaarding Uw kruis
opnemen. Maria navolgen, betekent een leven van uiterste
dienstbaarheid in onuitblusbare liefde en het meedragen van de smart
van Uw medemens.
4. Zorg ervoor dat U elke avond kunt zeggen: ik heb vandaag in de
positieve zin een verschil gemaakt voor mijn medemens. Stel U bij
elke stap die U op Uw levensweg wil zetten, hoe gering ook, de vraag
welke waarde deze kan hebben voor het heil van zielen en voor de
verwezenlijking van Gods Plannen. Laat U bij deze waardebepaling in de
eerste plaats leiden door de mate waarin de voorgenomen handeling de
naastenliefde en de liefde tot God dient. Al Uw handelingen moeten
gesteld worden om God te dienen en welgevallig te zijn. Met deze
doelstelling voor ogen blijft U op de weg van de deugden die leidt naar
de heiligheid, indien U volhardt in de weerstand tegen alle bekoringen en
misleidingen. Vergeet nooit dat de heiligheid de enige doelstelling van
Uw leven is, de bestemming waartoe ook U bent geroepen.
5. Maak van Uw leven één totale, onvoorwaardelijke en
onherroepelijke toewijding. Bega niet de vergissing, op lichtvaardige
wijze een toewijdingsgebed uit te spreken (bijvoorbeeld tot Maria, wat de
meest gebruikelijke vorm van toewijding is) en te geloven dat U daardoor
48
automatisch Mariatoegewijde bent. Toewijding is een levenshouding, en
na het uitspreken van een toewijdingsgebed moet U Uw hart en geest
maximaal openstellen voor elke verandering die Maria hierin wil
aanbrengen om U geschikt te maken voor Haar dienst. Toewijding aan
Maria is een heilig verbond waarbij U Uzelf met Uw hele wezen en elk
detail van Uw leven weggeeft aan Maria. Vanaf dat ogenblik bent U
Maria’s dienaar, onvoorwaardelijk en totaal. Indien U Haar niet toestaat
om met U alles te doen wat Zij wil, bent U niet geschikt voor deze dienst.
Zij zal U op Uw oprechtheid, volharding en ernst beproeven. Zij zal zich
ervan vergewissen dat U Uzelf wel degelijk tot het uiterste aan Haar
onderwerpt. In de praktijk van het leven als toegewijde blijkt dat pas
wanneer Maria U totaal en onvoorwaardelijk aan Haar voeten weet, Zij
Zichzelf totaal in U zal uitstorten, wat betekent dat U de grootste
genaden van bescherming en leiding kunt ontvangen. Een totale
aanvaarding van Uw toewijding kan blijken uit een speciale roeping, een
taak die tot Uw levensdoel wordt en die U de verantwoordelijkheid geeft
voor begeleiding, onderrichting of redding van zielen. Maria is de
Meesteres van de engelen en van de zielen die met de engelen ingezet
worden in de strijd tegen alle antichristelijke krachten. Hierdoor betekent
een leven als Mariatoegewijde steeds dat U in de vuurlijn van de strijd
tussen het Licht en de duisternis komt te liggen, zodat Uw opdracht
onveranderlijk gepaard gaat met lijden in de meest uiteenlopende
vormen. Precies hierdoor opent een leven van ware toewijding een weg
om Uw ziel te vrijwaren voor de ondergang. Deze grootste van alle
genaden moet U verdienen door Uw “uitverkiezing” tot de dienst aan
Maria waardig te blijken in een leven in deugdzaamheid en aanvaarding
van alles waartoe het Maria behaagt, U te gebruiken. Zodra U Uzelf aan
Maria geeft, wordt Zij de absolute Meesteres over Uw hele wezen (ziel,
geest, hart en lichaam) en over Uw hele leven. Bedenk dat dit zeer grote
gevolgen heeft. Uw leven behoort niet langer Uzelf toe, het ligt in Maria’s
handen, en Zij heeft er absolute macht over. U behoudt de vrijheid, U uit
de toewijding terug te trekken, doch hierdoor zou U God te kennen
geven dat U Uw eigen belangen boven deze van Maria (en de Zijne)
stelt. De volmaakte toewijding aan Maria is deze waarbij U Uzelf
slachtoffert aan Haar voeten, in totale overgave, zonder protest en in
vurige Liefde. Mariatoewijding is verteerd worden door het verlangen om
voor Maria te leven en te sterven. Wanneer Maria ondervindt dat U
bereid bent om alles voor Haar te doen, zal Zij U alles toevertrouwen,
met inbegrip van Haarzelf. Uzelf tot slaaf van Maria maken, betekent
voor de eeuwigheid door Haar verheven worden. Zij heeft er de macht
toe.
6. Koester in Uw hart een gesteldheid van oprechte
rouwmoedigheid over zonden en fouten. Een absolute noodzaak om
Uw ziel te vrijwaren van de ondergang, ligt in een oprecht berouw over
49
elke zonde, fout of dwaling. Zodra U voor een bekoring of dwaling bent
gezwicht, moet U dit uitspreken in het Sacrament van de Biecht, en de
sporen van Uw zonde uitwissen in een goedmakende penitentie. Berouw
is een noodzakelijke sleutel tot Gods Barmhartigheid. Biecht is een
wasbeurt voor Uw ziel, en door de boetvaardigheid toont U God Uw
bereidheid om ook Uzelf een soort van “straf” op te leggen als
tegengewicht voor het feit dat Uw misstap Gods Plan van heiliging
tegengewerkt heeft. Na dit alles moet U ook Uzelf kunnen vergeven,
anders legt U Uw eigen werkkracht voor Gods Rijk lam. Belangrijk voor
het eeuwig heil van Uw ziel is Uw wil en verlangen om Gods Plan te
bevorderen. Daarom leidt zonde niet tot veroordeling indien zij met
berouw wordt gebiecht en goedgemaakt, en niet lichtvaardig wordt
herhaald. Berouw en de wil om de zonde goed te maken, zijn uitingen
van Liefde voor God en Zijn Werken. God alleen kan oordelen of deze
wil verlossende kracht heeft voor Uzelf en Uw medemens.
7. Laat het verlangen naar God (Jezus, Maria) de grote passie van
Uw leven worden. Wie tijdens zijn leven niet het verlangen voelt om bij
Jezus of Maria te zijn, wekt hierdoor bij God de indruk dat het eeuwig
geluk in de Hemel hem onverschillig laat. Dit komt bij God over als een
belediging, omdat het wijst op een grote onvolkomenheid in de Liefde en
op ondankbaarheid voor de vele gaven, genaden, het Verlossingswerk
en de vele pogingen waardoor God in Uw hart wil binnentreden. Hij heeft
U gemaakt, U in de wereld gezonden, en U geroepen tot de grote
bestemming, na dit leven bij Hem te leven in de eeuwige gelukzaligheid
van de Hemel. Zolang dit alles niet in die mate Uw hart raakt dat U enig
liefdesvuur in U voelt oplaaien, is het noodzakelijk dat U de Heilige
Geest bidt om verlichting. In de mate waarin U naar Jezus en Maria
verlangt, zullen Zij werkelijk in U leven en door U handelen, en tot het
uiterste gaan om Uw levensweg zo te richten dat Zij U na dit leven voor
eeuwig bij Zich kunnen houden.
8. Wees God dankbaar voor alles wat op Uw levenspad komt. Elk
detail van Uw leven heeft betekenis voor Uw persoonlijke levensweg, en
alleen Gods oneindige Wijsheid weet welk nut elke gebeurtenis,
ontmoeting, verandering, enzovoort, voor Uw ziel kan hebben indien U
daar op een passende wijze op reageert. Daarom moet U Hem danken
voor alles, want in elk detail kan voor U een kans verborgen liggen om
Uw ziel dichter bij haar eeuwige gelukzaligheid te brengen. Het is iets
groots, door elke stap op Uw eigen levensweg te mogen bijdragen tot de
verwezenlijking van Gods eeuwig Plan. Door Uw dagelijks leven bent U
een radertje in Gods alomvattend Werk.
Geen ziel is gemaakt om verloren te gaan, maar U hebt Uw eeuwige
lotsbestemming in verregaande mate in Uw handen. Geef Uw ziel niet
goedkoop weg aan de duisternis, haar prijs is te hoog in Gods ogen. Uw
50
inspanningen daartoe staan in geen enkele verhouding tot de schatten
die God de kinderen van het Licht bereidt.
In Voluntate Dei,
Uw “Myriam”
AL WAT GIJ VOOR ÉÉN DEZER GERINGSTEN HEBT GEDAAN...
34. Openbaringen over de volmaakte Naastenliefde
God heeft de mens geschapen met de opdracht “gaat en
vermenigvuldigt u”. Alle zielen die de aarde bevolken, hebben uiteindelijk
dezelfde opdracht te vervullen: het Rijk Gods op aarde voorbereiden en
aldus de vervulling van Gods eeuwig Plan mogelijk maken. Deze
opdracht kan alleen voltooid worden indien alle zielen de specifieke
bijdrage die van hen wordt verwacht, weten te leveren in een geest van
saamhorigheid, eenheid, vrede en liefde. Wij zijn dragers van dezelfde
Goddelijke wezenskern, en wij zijn met hetzelfde doel in de wereld
gezonden. Elke afwijking van de geest van saamhorigheid, eenheid,
vrede en liefde vormt derhalve een hindernis voor Gods Plannen en
Werken. Hiermee is de absolute noodzaak van de naastenliefde als
cement voor de fundering van Gods bouwwerk duidelijk gemaakt. De
naastenliefde is de gesteldheid van Liefde die specifiek op Uw
medemens is gericht. Heel gemakkelijk wordt elke “goede daad”
beschouwd als naastenliefde, doch om haar volle bevrijdende en
heiligende waarde te verkrijgen, moet naastenliefde volkomen zuiver
zijn. De voorwaarden waaraan de naastenliefde moet voldoen om op
volkomen wijze in Gods Heilsplan ingebouwd te kunnen worden, zijn mij
geopenbaard als volgt:
1. Volmaakt is de naastenliefde voor zover Uw handelingen gesteld
worden in het besef dat U ze in feite voor Jezus en Maria stelt. In de
lijdende medemens verlicht U het lijden van Jezus en Maria, die het
lijden van de hele mensheid in hun Hart dragen in een eeuwigdurende
akte van verlossing.
2. Volmaakt is de naastenliefde indien en voor zover zij gericht is op
het heil van de ziel van Uw medemens. U moet al Uw handelingen en
woorden ten opzichte van Uw medemens zodanig gestalte geven dat zij
bijdragen tot een positieve vorming van zijn ziel. Goede daden kunnen in
hoge mate verontreinigd worden indien zij gepaard gaan met onzuivere
woorden of gedachten, omdat deze de ziel van de begunstigde van Uw
handelingen in negatieve zin kunnen vormen. Wees U er steeds van
bewust dat bij elk contact tussen mensen de ene ziel de invloed van de
andere ondergaat, en dat kleine dingen grote gevolgen kunnen hebben.
Betracht daarom steeds dat U bij elke medemens een invloed zou
nalaten die zijn ziel ten goede komt. Dat kan alleen indien U zelf de
51
vrede van hart bezit en daardoor in staat bent om “Hemelse trillingen”
om U heen te verspreiden.
3. Volmaakt is de naastenliefde wanneer zij volkomen vrij is van
eigenbelang, doch uitsluitend gericht is op de verwezenlijking van de
belangen van de medemens en van God. Bij elke handeling die U wil
stellen, moet U zich de vraag stellen of U daadwerkelijk een positief
verschil kunt maken, en deze bedenking moet de drijvende kracht zijn en
blijven terwijl U met Uw medemens in contact bent. Daarom ook heeft
een goede daad in het verborgene méér waarde dan een goede daad
gesteld voor het oog van mensen of een daad waarover U andere
mensen informeert. Indien het Uw bedoeling is, geprezen te worden,
hebt U trouwens Uw loon reeds gehad. Een goede daad gesteld om er
zelf op één of andere wijze beter van te worden, is in de spirituele zin
geen goede daad meer, zelfs al levert zij Uw medemens iets positiefs op:
U hebt ze niet gesteld vanuit de liefde voor Uw medemens en voor God,
doch uit eigenliefde. Daarom levert een dergelijke handeling geen
bijdrage tot de opbouw van Gods Rijk, want zij voedt niet de bron van de
Liefde waaruit de schepping haar brandstof put om te blijven
functioneren.
4. Volmaakt is de naastenliefde waarlijk wanneer U een goede daad
stelt in het bewustzijn dat U daardoor zelf nadeel of lijden kunt
ervaren. In dit geval is Uw daad niet alleen vrij van eigenbelang, zij
wordt bovendien gesteld in overeenstemming met Jezus, die het
verlossende Lijden op zich nam in het volle bewustzijn dat het Hem heel
groot leed zou kosten in lichaam en geest. Gelijkaardig hieraan is elke
versterving, boete of offer die U stelt met het oog op de bekering
van een medemens: U hebt daar geen enkel rechtstreeks belang bij, de
vruchten blijven vaak in het verborgene en leveren alleen God en de
staat van genade van de schepping in het algemeen voordeel op.
Hiervoor Uzelf lijden of ongemak opleggen, is een onvervalste akte van
Liefde en verheerlijking aan God, en kan leiden tot het grootste
geschenk dat U Uw medemens kunt geven: de eeuwige gelukzaligheid.
5. Volmaakt is de naastenliefde wanneer zij gegrondvest is op gebed
en voorspraak voor Uw medemens. Een handeling ten behoeve van
Uw medemens kan deze op het ogenblik zelf van nut zijn, doch om de
vruchten van Uw handeling verder door te laten dringen tot in de ziel van
Uw medemens, moet U ze stellen terwijl U deze medemens vurig heil en
zegen toewenst en voor hem bidt. Alleen zo opent U ook de poort van
het eeuwig heil voor hem. Dit geldt des te meer wanneer Uw “goede
daad” rechtstreeks betrekking heeft op het zielenheil van Uw medemens
omdat gebeurtenissen of situaties U aanleiding geven om aan te nemen
dat zijn ziel niet in staat van genade verkeert. Wat is voorspraak in feite?
Om een beeld te gebruiken: voorspraak is de act waarbij U met een
beurs vol goudstukken voor God (Jezus/Maria) verschijnt om de schuld
52
van Uw medemens jegens de Goddelijke Gerechtigheid te betalen.
Wanneer de schuld volledig betaald is, treedt de Goddelijke
Barmhartigheid in werking, en kan de genade van bekering verleend
worden.
6. Volmaakt is de naastenliefde wanneer U elke daad of woord stelt of
spreekt in de namen van Jezus en Maria, in het besef dat deze daad
ook een genade is voor Uzelf van wie zij uitgaat. Sterk worden in de
volmaakte naastenliefde, is een heiligmakende genade. Wees daarom
dankbaar voor elke gelegenheid om Uzelf op te offeren voor Uw
medemens.
Elke ziel is voor God van onschatbare waarde. Door een leven van
zelfopoffering voor hen die schijnbaar de geringste zijn onder Uw
medemensen, verzamelt U schatten voor God, voor Zijn Rijk en voor
Uzelf, want in hen die de geringsten worden geacht in de ogen der
wereld, werkt God in Zijn volheid.
In Voluntate Dei,
Uw “Myriam”
DE SLANG HEEFT MIJ VERLEID
35. Openbaringen over het Wezen van de Bekoring
Toen God Eva in het Aards Paradijs ter verantwoording riep over het feit
dat zij alle voorrechten van het leven in Zijn Aanschijn had prijsgegeven,
en de heiligheid van alle komende mensengeslachten aan de duivel had
“verkocht” door de erfzonde te bedrijven, antwoordde zij: “De slang heeft
mij verleid”. Hierdoor wees zij de oorsprong van alle zonde en van alle
ellende van het aardse leven aan: de bekoring. Bekoring is elke
ingeving vanwege de krachten van het kwaad, die erop gericht is,
de ziel te doen afwijken van de naleving van Gods Wet. Wanneer
aan een bekoring gehoor wordt gegeven, is sprake van ondeugd, en in
vele gevallen van zonde. Niet elke toegeving aan een bekoring is in de
strikte zin van het woord een zonde. Een zonde is elke handeling,
woord, gedachte, verlangen of nalatigheid waardoor U Gods Plan
met de Schepping tegenwerkt en de harmonie en goede werking
binnen de Schepping verstoort. In wezen is de zonde steeds een
uiting van ongehoorzaamheid jegens God (want zonde is handelen,
spreken of verlangen in afwijking van Gods Plannen en Werken), en van
gebrek aan Liefde voor God (want volkomen Liefde schuwt elke afwijking
van de bedoelingen en verlangens van diegene die men liefheeft). In
vele gevallen is zonde ook een uiting van een overmaat aan eigenliefde.
Waarom? Omdat de toegeving aan een bekoring vaak gericht is op het
bevredigen van wat als een persoonlijke behoefte wordt aangevoeld. Dit
betekent dat de ziel vatbaarder wordt voor bekoringen naarmate:
53
1) zij méér dingen meent nodig te hebben.
2) haar weerstand tegen deze gevoelens van “iets nodig hebben” kleiner
is. Dit gebrek aan weerstand wordt zwakheid genoemd.
Zwakheid berust op het instinct waardoor de mens gericht is op de
bevrediging van de stoffelijke behoeften van het eigen lichaam. De
zwakheid van de mens is de bron van de macht van de satan: hoe
zwakker de mens, des te groter de macht die de satan over hem kan
uitoefenen. Om deze reden schreef ik vroeger reeds dat de duivel
slechts machtig is omdat mensen hem macht geven, door hun
vatbaarheid voor de bekoringen.
Zoals ik hierboven heb aangeduid, zijn er bekoringen die niet leiden tot
zonde in de werkelijke zin van het woord. Ook deze vormen van
bekoringen werken echter Gods Plan tegen, zodat de inwilliging ervan
wel als ondeugd beschouwd moet worden. Deugden zijn alle
eigenschappen die U samen moet ontwikkelen om een steeds
hogere graad van volmaaktheid (heiligheid) te bereiken. Ondeugden
zijn derhalve alle afwijkingen in de ontwikkeling van één of meer
van deze eigenschappen. Een ondeugd vormt steeds een hindernis op
de weg naar de heiligheid die God van U verlangt. Ondeugd is de
wezenskern, de “materie”, het “bouwmateriaal” rond dewelke elke zonde
wordt gemaakt. Dit “bouwmateriaal” kan op zichzelf reeds een hinderpaal
vormen, zoals een steen die op Uw weg ligt en waarover U kunt vallen,
maar het kan ook nog een laag slijk rond zich krijgen, waardoor het Uw
levensweg zelf daadwerkelijk vervuilt. De steen van de ondeugd plus het
slijk (vaak zijn dit allerlei verkeerde verlangens, drijfveren of
beweegredenen) vormt samen de zonde.
Vaak wordt de ziel door de boosaardige verleider in een zodanige
gesteldheid gebracht dat zij als het ware iets dat haar nadeel berokkent,
integendeel als “behoefte” begint aan te voelen. Dat komt doordat de ziel
in deze gesteldheid:
1. verblind is ten aanzien van haar werkelijke behoeften, en derhalve
vaak de bevrediging van valse behoeften beschouwt als onontbeerlijk;
2. misleid is over het doel dat zij in haar leven geacht wordt, na te
streven;
3. soms de voor haar onverklaarbare en vaak onbewuste neiging bezit,
als het ware zichzelf te willen straffen. Zij slaagt er dan (soms tijdelijk, in
andere gevallen langdurig) niet in, zichzelf te aanvaarden. Dit betekent
dat zij in feite Gods werking in haar niet aanvaardt.
Niet alle bekoringen leiden tot zonde (niet elke struikelsteen is met slijk
bedekt). Dit betekent dus dat er verschillende soorten bekoringen zijn.
De volgende categorieën zijn mij geopenbaard:
54
1. bekoringen die erop gericht zijn, eigen behoeften te bevredigen.
Hierdoor beoogt de satan, de ziel vast te houden in het stoffelijke, het
materiële, en haar weg te leiden van haar werkelijk levensdoel: het
nastreven van de belangen en behoeften van de ziel. Enkele
voorbeelden: bekoring tot diefstal, tot bedrog, seksuele verleiding...
Aan deze vorm van bekoring kan de ziel zich onttrekken door te groeien
in vergeestelijking. Hoe meer de ziel zichzelf boven de invloeden van het
materiële, het wereldse, weet te verheffen, des te minder zal zij geneigd
zijn om te zwichten voor stoffelijke noden of voor influisteringen die haar
het gevoel willen aanpraten dat dit werkelijk onontbeerlijke behoeften
zijn.
2. bekoringen die erop gericht zijn, een medemens schade te
berokkenen. Hierdoor beoogt de satan, de ziel aan te zetten tot
overtredingen tegen de naastenliefde. Enkele voorbeelden: bekoring tot
diefstal, tot vandalisme, tot elke vorm van beschadiging van goederen
van een medemens, ook het bewust kwetsen van een medemens, en
zelfs de neiging om een medemens te ontmoedigen (hierdoor berokkent
U schade aan de ziel) ...
Tegen deze vorm van bekoring kunt U zich wapenen door te groeien
in de ware liefde. Ware liefde verhindert dat de ziel nog behagen
schept in enig nadeel van de medemens, wel integendeel: zij zoekt
het welbevinden van de ander.
3. bekoringen die erop gericht zijn, Uzelf te vernietigen. Door deze
influisteringen beoogt de satan dat de werkkracht van de ziel tot
verwezenlijking van Gods Plan ondermijnd zou worden. Enkele
voorbeelden: bekoring tot gevoelens van onvrede, angsten, twijfels,
onzekerheid, onveiligheid, droefgeestigheid, depressie, een regelmatig
gebruik van drugs, van tabak, van alcohol, van bepaalde medicijnen met
nadelige bijwerkingen, van voedingsmiddelen die niet gezond zijn of
waarvan U weet dat Uw lichaam ze niet goed verdraagt...
Tegen deze vorm van bekoring kunt U zich wapenen door de
bewustwording van het feit dat God in U leeft en dat Uw lichaam de
tempel is waarmee Uw ziel op deze wereld moet leven, en Uw gevoelens
en gedachten het voedsel vormen voor Uw ziel. Uw lichaam, evenals Uw
vermogens tot nadenken, tot voelen, en Uw verstand, zijn gaven van
God die U in staat moeten stellen om de voor U voorziene levenstaak te
vervullen. Het is daarom Uw plicht, Uw hele wezen in stand te houden,
maar wel zonder er een afgod van te maken. Alles waardoor U zelf Uw
eigen wezen ondermijnt, schept mogelijkheden voor de satan om U “uit
te schakelen”: U wordt dan in spiritueel opzicht een “levende dode” die
voor Gods Werken geen enkel gewicht meer in de schaal legt, tenzij in
de negatieve zin.
55
4. bekoringen die erop gericht zijn, Gods Plan te dwarsbomen.
Hierdoor beoogt de satan, U actief voor zijn eigen plannen te doen
werken. Enkele voorbeelden: aanvallen (in woord of daad) tegen de
Kerk, aanvallen tegen geloofwaardige instrumenten van Jezus of Maria,
het verlies van de lust om te bidden of te offeren, het gebrek aan eerbied
voor het leven, rechtstreeks werken voor antichristelijke bewegingen...
Tegen deze bekoringen kunt U zich wapenen door totale toewijding aan
Maria en door dagelijks gebed om inzicht en leiding teneinde de juiste
weg te volgen en daarin te volharden ondanks alle tegenslagen.
5. bekoringen die erop gericht zijn, de eenheid tussen mensen te
verwoesten. Hierdoor beoogt de satan, alle vrede en saamhorigheid
onder Gods kinderen onmogelijk te maken, opdat de mensheid niet door
haar leven en daden God zou verheerlijken doch Hem zou
schandvlekken: een mensheid die in totale onvrede, verdeeldheid en
onenigheid leeft, lijkt niet meer op de heilige vrucht van een volmaakte
God, doch op de rottende vrucht van een totale chaos die niet gemaakt
kan zijn door een Wezen dat absolute Wijsheid is. Deze gedachte is op
zich een bekoring voor vele zielen die het wezen van de schepping en
de uitermate belangrijke rol van de vrije wil van de mens zelf in de
ontwikkeling van het leven op aarde niet begrepen hebben. Enkele
voorbeelden voor deze categorie van bekoringen: zich laten verleiden tot
ruzie, tot twistgesprekken, tot polemieken, tot vetes, tot oorlog tussen
volkeren, ingaan op uitdagingen met een negatieve doelstelling,
kritiekzucht (de neiging om op alles en iedereen te vitten)...
Tegen deze bekoringen kunt U zich wapenen door te bidden om inzicht
in Gods bedoelingen met de schepping, en door het besef dat Uw
medemens en Uzelf hulpeloze wezens zijn, die op aarde slechts tot het
ware geluk kunnen komen zodra zij begrijpen dat zij slechts door ware
liefde, vrede en eensgezindheid alle ellende samen kunnen overwinnen,
en dat niet de medemens aan de bron ligt van die ellende, maar de
krachten van het kwaad.
Welke wegen gebruikt de bekoorder eigenlijk om in de ziel binnen te
dringen? Mij zijn de tien volgende getoond als de voornaamste:
1. de zwakheid van de mens. Zoals reeds aangeduid, is zwakheid elk
gebrek aan weerstandsvermogen tegen een plots opkomende lust tot
bevrediging van iets dat als behoefte wordt aangevoeld, maar het in feite
niet is. Bijvoorbeeld: meer eten of drinken dan nodig om te leven, dingen
kopen die niet noodzakelijk zijn om te leven, gebrek aan zelfbeheersing
op vele mogelijke vlakken zodat het zien van een bepaalde prikkel leidt
tot één of andere vorm van “kortsluiting”, en onvrede schept indien aan
de opkomende lust niet toegegeven kan worden. Het is geen zonde, zich
iets aan te schaffen of te nuttigen dat boven het levensnoodzakelijke
uitstijgt, maar indien dit tot een gewoonte wordt waartegen U weinig of
56
geen weerstand blijkt te hebben, wordt U kwetsbaar voor bekoringen en
diverse ondeugden (onmatigheid, onzuiverheid en andere). De
reclamewereld speelt hier een verderfelijke rol.
2. de verveling, elk gebrek aan zingeving aan Uw leven. Verveling is in
wezen een uiting van onvermogen om het nut te begrijpen van een
bepaalde gebeurtenis of situatie. Zij is een vorm van onvrede in de ziel
die niet in staat is om deze gebeurtenis of situatie in verband te brengen
met Gods Werken, Plannen en Voorzienigheid op haar levensweg. In de
ervaring van de verveling wint de satan toegang tot de ziel doordat zij
naar zingeving zoekt en deze niet vindt. Precies doordat zij in deze fase
niet volkomen met God verbonden lijkt, leidt de satan haar gemakkelijk
af naar situaties die haar een nieuwe invulling van de leegte in haar
leven beloven. Vaak worden via deze weg de criminaliteit en allerlei
vormen van afwijkend gedrag geboren. Vele van de uitspattingen die U
in deze moderne tijden om U heen kunt vaststellen, zijn daar vruchten
van.
3. de onwetendheid. De mens heeft nooit een alomvattende kijk op de
volle werkelijkheid van de dingen en situaties om hem heen. Daardoor
trekt hij vaak verkeerde conclusies, schat hij situaties onjuist in, en ziet
hij vaak niet (of pas heel laat) dat hij bezig is, geleidelijk aan van het
leven in en met God af te dwalen. Onwetendheid kan in vele gevallen
verontschuldigd worden, maar kan niettemin oorzaak zijn van vele
ondeugden bij de medemens, doordat deze niet steeds in het reine komt
met de vele fouten die de onwetende maakt en waar hij niet lijkt bij stil te
staan.
4. de verblinding. Hangt nauw samen met de onwetendheid.
Verblinding is het onvermogen om de hand van het kwaad te zien in een
gebeurtenis, situatie of ontwikkeling, omdat de dingen niet altijd zijn wat
ze lijken te zijn. Verblinding is de vrucht van een gebrek aan
onderscheidingsvermogen, doordat de ziel geen zuiver contact heeft met
Gods Geest. Deze gesteldheid is gevaarlijk omdat zij vaak het
fundament wordt van een levenshouding waarbij de ene zonde op de
andere volgt: het oordeelsvermogen kan onwerkzaam worden en de ziel
ziet zelfs de eigen ondeugden niet meer. Velen leiden een leven van
geestelijke duisternis, biechten nooit, en zijn er niettemin van overtuigd
dat zij niets verkeerds doen. Deze zielen geven vaak hun medemens de
schuld voor alles wat in hun leven verkeerd loopt.
5. de verslaving. Verslaving is het resultaat van zwakheid in hoge
graad. Zij is de gesteldheid van de ziel die afhankelijk wordt van de
gevoelens van schijnbevrediging die opgewekt worden door toe te geven
aan bepaalde schijnbehoeften. Verslaving heeft de neiging, de
verslaafde tot het grootste kwaad te brengen om deze bevrediging in
stand te houden. In vrijwel alle gevallen is verslaving slechts mogelijk
57
doordat de ziel volkomen ondervoed raakt en alle aandacht in het leven
naar het lichamelijk welbevinden gaat (of wat aldus aangevoeld wordt;
vaak is dit een heel groot zelfbedrog). Voorbeelden: verslaving aan
drugs, bepaalde medicijnen zoals antidepressiva en slaapmiddelen,
snoepzucht, bepaalde dwangmatige gewoonten, seksuele uitspattingen,
enzovoort. Verslaving legt vaak totaal onverwachte wegen open voor de
meest uiteenlopende afgeleide gewoonten die de ziel tot volmaakte slaaf
van de satan maken. Zo kan de mens bijvoorbeeld de behoefte voelen
om constant omringd te zijn door harde muziek, daardoor verzeild raken
in het uitgaansmilieu, en uiteindelijk verstrikt raken in drugs en
criminaliteit.
6. de teleurstelling. Dit is de gesteldheid waarin de verwachtingen van
de ziel ten aanzien van bepaalde ontwikkelingen in het leven niet
ingelost zijn. Teleurstelling is in wezen opstandigheid tegen (dus nietaanvaarding van) Gods beschikkingen voor de loop van Uw levensweg.
Teleurstelling kan leiden tot gedrag dat precies het tegenovergestelde is
van wat de ziel aanvankelijk beoogde of nastreefde. Bijvoorbeeld: een
christen kan ketter worden, een priester kan uittreden en een losbandig
leven leiden. Teleurstelling kan in kleine dingen schuilen en kan, indien
zij herhaaldelijk optreedt, een vrijwel aanhoudende onvrede in het hart
scheppen, die een zeer rijke voedingsbodem voor bekoringen vormt.
Teleurstelling kan aanleiding geven tot een hele levenshouding die
gebaseerd is op spot, hatelijkheid, laster, roddel, achterklap,
godslastering enzovoort, in een verwrongen poging om de eigen onvrede
te compenseren door medemensen (en al wat heilig is) neer te halen.
7. de vermoeidheid. Lichamelijke, geestelijke of emotionele
vermoeidheid verlaagt vaak de weerstand tegen bekoringen om af te
wijken van de deugdzaamheid. Indien de vermoeide mens onvoldoende
gerijpt is in de liefde, de overgave, de aanvaarding en de offerbereidheid,
loopt hij constant het gevaar dat zijn toestand aanleiding geeft tot
opvliegendheid, onvriendelijkheid, ontevredenheid, norsheid, ongeduld,
prikkelbaarheid, agressie, en ook onmatigheid (zichzelf schade
toebrengen door de neiging om zich “te verwennen”).
8. de angst. Angst is een vruchtbare voedingsbodem voor afwijkend
gedrag. Angst geeft aanleiding tot twijfels, gebrek aan vertrouwen,
ondoordacht handelen en spreken, en soms tot agressief gedrag. Angst
sluipt in de ziel zodra deze het gevoel van houvast verliest. Vaak
ontstaat zo een levenshouding waarbij de macht van elke Hemelse
tussenkomst in het leven onderschat of niet meer geloofd wordt.
9. de ontmoediging. Dit is de gesteldheid van de ziel die overweldigd is
door de lasten en tegenslagen van het leven, of die geschokt is doordat
een verwachting niet ingelost is. Ontmoediging legt de ziel lam: zij vindt
niet meer de kracht noch de lust om te strijden voor de verbetering van
58
haar levenslot, of om het hoofd te bieden aan de hinderpalen op haar
weg. Ontmoediging is het werk van de satan, die hierdoor tracht te
verhinderen dat de ziel nog zou bijdragen tot de verwezenlijking van
Gods Plannen. Een vaak voorkomend gevolg is de onverschilligheid
tegenover alles wat heilig is, en de laksheid in de naastenliefde in al haar
elementen.
10. de twijfel en onzekerheid. Een ziel die onzeker wordt, heeft geen
vast vertrouwen meer in Gods werking in haar leven. Zij begint in zekere
zin te verwachten dat haar ondernemingen zullen mislukken. Onbewust
snijdt deze ziel zich van God af en gelooft zij dat zij alles op eigen kracht
moet oplossen, terwijl zij bovenmatig rekening houdt met een slechte
afloop van de dingen van het leven. Met andere woorden: de onzekere,
twijfelende ziel gelooft in feite dat de satan machtiger is dan God. Zo
schakelt zij zichzelf uit als werktuig voor het goede.
Hoe kunt U Uw ziel wapenen tegen de bekoringen?
1. Bid om zelfkennis, zelfbewustzijn, inzicht in eigen gedragingen,
reacties en gewoonten. Zo kunt U Uw eigen zwakheden ontdekken. Leer
Uzelf bekijken alsof U naar iemand anders zou kijken. Zo kunt U een
meer onbevooroordeelde kijk krijgen op de valstrikken waar Uzelf telkens
weer dreigt in te trappen.
2. Bid voor het herkennen van bekoringen, en om inzicht in de
strategieën van de satan. Om Uw vijand doeltreffend te bestrijden, moet
U hem kennen en zijn werkwijzen beginnen te begrijpen.
3. Leef met Uw innerlijke blik op Maria en Jezus gericht. Zo zal Uw
ziel automatisch afgestemd raken op heiligheid in gedachten, gevoelens,
woorden, verlangens en handelingen. Wanneer U op Maria en Jezus
ingesteld bent, komt automatisch een zekere overvloeiing van Hen naar
U toe op gang.
4. Leid een leven van veelvuldig, aandachtig en vurig gebed. Tijdens
gebed kan de satan U niet raken, want gebed schept een verbinding
tussen Uw hart en God Zelf. Een leven dat doordrongen is van de geest
van gebed, schept aldus een blijvend sterke band met het Licht.
5. Leer elke bekoring beschouwen als een vernedering die de satan
U wil doen ondergaan. Dit zal U ertoe aanzetten om hem niet de
genoegdoening te verschaffen dat hij U kan manipuleren naar zijn
goeddunken. U bent niet geschapen om speelbal van Gods vijand te
worden.
6. Leer Uzelf onderzoeken in handelingen, woorden, gedachten en
verlangens, en vraag U af of deze negatieve gevolgen (kunnen/zullen)
hebben voor Uw eigen ziel of de ziel van medemensen. Indien U twijfelt,
en de twijfel wijkt niet na intens gebed tot de Heilige Geest, mag U ervan
uitgaan dat Uw geweten U waarschuwt dat Gods Geest U van Uw
59
voornemen wil wegleiden omdat het niet in overeenstemming is met
Gods bedoelingen. Indien een handeling, woord, gedachte of voornemen
geen onverdeeld gevoel van vrede in U nalaat, doet U er goed aan, ze
niet (meer) toe te laten. De satan en zijn ingevingen laten geen goede
gevoelens na.
7. Leer Jezus en Maria zien in al Uw medemensen. Dan zult U niet de
neiging voelen om iemand te benadelen.
8. Leer te beseffen dat de dingen der wereld slechts een relatieve
waarde hebben, dat zij vergankelijk zijn en van geen nut voor de ziel.
Besef bovendien dat U hen slechts in bruikleen krijgt. God blijft Eigenaar
van alles: Uw huis, Uw goederen, Uw kinderen en Uw eigen leven.
9. Oefen Uzelf in het besef dat elke goede daad, woord of gedachte
de vestiging van Gods Rijk op aarde helpt bespoedigen, en dat elke
toegeving aan de bekoring in daad, woord of gedachte die vestiging
helpt uitstellen. Wanneer U begrijpt dat Gods Rijk op aarde het einde
betekent van alle ellende, alle lijden, alle pijn, alle verdriet en ongeluk,
zult U steeds méér vreugde scheppen in elke overwinning die U op de
bekoorder behaalt, ook in de kleine dingen van elke dag.
10. Wijd Uzelf en Uw hele leven totaal toe aan Maria. Dit is het
belangrijkste, alles overkoepelende wapen. Een ware, oprechte, totale,
onvoorwaardelijke en eeuwigdurende toewijding aan Maria is een heilig
verbond waardoor U Uzelf en alles wat U hebt, Uw hele leven, alle
ervaringen, alle lijden en lasten in Maria’s handen legt opdat Zij het
zonder beperkingen kan gebruiken voor het heil van de zielen en Uw
eigen heiliging. Wanneer de ziel zich volkomen aan Maria geeft en Haar
in volle vrijheid in zich laat werken, wordt zij beschermd tegen alle
bekoring, omdat zij dan Maria’s bezit en eigendom wordt, en Maria Haar
eigendom niet laat bezoedelen door de werken van Haar grote
tegenstander, de satan. Alles wat waarlijk in Maria’s handen rust, wordt
heilig gemaakt.
U bent geschapen naar Gods beeld en gelijkenis. De heiligheid is het
uiteindelijk doel van Uw leven. Elke toegeving aan de bekoring verstoort
dit plan. Elke overwinning op de bekoring brengt het paradijs dichterbij,
want de heiligheid is totale zelfoverwinning.
In Voluntate Dei,
Uw “Myriam”
GIJ HEBT MAAR ÉÉN LERAAR: DE CHRISTUS
36. Openbaringen over verborgen Vijanden van Gods Rijk
Onze westerse samenleving, die bij uitstek het deel van de wereld
beslaat waarin het christendom gegrondvest is, wordt vooral sedert
60
enkele eeuwen steeds zwaarder getekend door de invloeden van
krachten die in wezen antichristelijk zijn en die steeds grotere
struikelblokken vormen voor de vestiging van Gods Rijk op aarde. Het
gaat om vaak onvoldoende bekende invloeden op het denken van
mensen en op de wijze waarop zij naar de wereld en het leven kijken.
Deze invloeden werken als een sluipend en dodelijk gif, dat onder vele
verschillende vormen in de zielen wordt gespoten. De eerste doelstelling
van Uw leven als christen bestaat eruit, de vestiging van het Rijk van
Christus op aarde te helpen voorbereiden. Dat is alleen mogelijk indien U
de vijanden van dit Rijk herkent. De volgende denkstromingen en
wereldbeelden zijn mij geopenbaard als de gevaarlijkste voor ons
christelijk gedachtegoed:
1. Materialisme
Het materialisme is wellicht de oudste levensvisie van de mensheid
vanaf de erfzonde. Sedert de zondeval kon de mens niet langer zonder
enige inspanning leven van de gaven die God hem in het Aards Paradijs
ter beschikking stelde. De bevrediging van zijn stoffelijke behoeften eiste
voortaan een veel groter gedeelte van zijn aandacht op. Doch de
stoffelijke noden werden voor steeds meer mensen een doel op zich, en
zelfs het enige doel van hun leven. Dit was de geboorte van het
materialisme, de levensvisie die alle klemtoon legt op de materiële
(stoffelijke) belangen, en de behoeften van de ziel steeds méér
verwaarloost. Terwijl het christendom in het westen de belangstelling
voor het leven van de ziel nog lange tijd in stand heeft weten te houden,
is het materialisme pas echt zijn vernietigend werk begonnen ten tijde
van de industriële revolutie in de 18e eeuw, toen de techniek en de
wetenschap zo snel begonnen te ontwikkelen dat de mens van de
nieuwe uitvindingen zijn god begon te maken. In vele harten
betekende dit de dood van de christelijke gedachte. Het materialisme
heeft in talloze zielen elk venster op God gesloten. Steeds meer worden
niet langer behoeften bevredigd door stoffelijke bezittingen, doch
integendeel meer en meer nieuwe behoeften geschapen. Wij leven nu
volop in een consumptiemaatschappij: er wordt niet meer geproduceerd
of gekocht om behoeften te bevredigen, er wordt geproduceerd om winst
te maken en gekocht om te bezitten, macht en aanzien tentoon te
spreiden, en in grotere luxe te kunnen leven.
Jezus zei: “Gij hebt slechts één Leraar: de Christus”. Hij bedoelde
hiermee dat U Uw leven uitsluitend mag afstemmen op de woorden en
ideeën van Jezus. In het materialisme heeft de “leraar” vele gezichten:
de reclamewereld, de media, het bank- en kredietwezen en de
beursberichten schrijven hier de regels voor, waar de materialistisch
ingestelde mens zijn leven op afstemt.
Welke gevaren voor het christendom schuilen in het materialisme?
61
- de behoeften van de ziel worden verwaarloosd. De mens is zozeer
bezig met wereldse doelstellingen dat het eeuwig leven hem niet echt
interesseert. Hij wil te allen prijze zijn stoffelijke behoeften bevredigen,
en wanneer deze op enige wijze in strijd zijn met wat volgens de
christelijke Leer wenselijk of geoorloofd is, zal hij eerder het christendom
terzijde schuiven dan zijn levenswijze aan te passen.
- er worden de mens steeds méér stoffelijke behoeften aangepraat,
omdat elke vermeende behoefte leidt tot de aankoop van stoffelijke
dingen, en dit voor de producenten van goederen geld en winst oplevert.
De materialistische samenleving is totaal gegrondvest op de circulatie
van geld, en ieder mens die zich niet in dit systeem inpast, wordt als
abnormaal of afwijkend beschouwd. De druk om “te doen zoals de
anderen” is soms vernietigend groot.
- elk verlangen of elke behoefte om zichzelf iets te ontzeggen
(boetvaardigheid en offerbereidheid) wordt door de omgeving afgekeurd,
want “men leeft slechts één maal, en moet dus zoveel mogelijk genieten
van het goede van het leven”. Deze stelling is een regelrechte aanval op
het medeverlossend lijden.
- doordat iemands aanzien in onze samenleving gewoonlijk gemeten
wordt aan de hand van zijn zichtbare bezittingen, is de bekoring groot
om zichzelf te verrijken ten koste van de medemens. Deze houding
betekent in vele harten de doodsteek aan elk gevoel van naastenliefde
en onbaatzuchtigheid. Bedenk steeds dat de naastenliefde een vuur is
dat zeer vele andere deugden aansteekt, en dat zodra dit vuur gedoofd
wordt, de ziel als geheel koud wordt en alle levenskracht verliest.
Naarmate de naastenliefde uitsterft, verdwijnt ook de ziel van de
samenleving als geheel. Op een ontzielde samenleving rust niet langer
Gods zegen. Daarom is een materialistische maatschappij zoals
drijfzand waarop elk fundament van Gods Rijk gewoon verzinkt.
2. New Age
“New Age” betekent letterlijk "Nieuwe Tijd" of het "Nieuwe Tijdsdenken".
Het is in feite een complex geheel van allerlei visies op een nieuwe
wereld, die een aantal grote gevaren voor het christendom in zich
verbergen. Volgens de astrologen komt de zon elke 2000 jaar in een
ander sterrenbeeld te staan. Omstreeks onze huidige tijd zouden wij
volgens hen overgaan van het sterrenbeeld Vissen naar dat van de
Waterman. Het Vissentijdperk was de tijd van de voorbije 2000 jaar
christendom. Om die reden is de vis een symbool voor de christenen.
New Age-aanhangers zien dat die tijd veel chaos in de wereld heeft
gebracht, en stellen het christendom grotendeels daarvoor
verantwoordelijk. Het Watermantijdperk moet volgens hen harmonie
brengen tussen mensen onderling en met het geheel van de kosmos, de
dieren en planten, en eenwording van allerlei godsdiensten tot één
62
wereldreligie. Zij zien deze laatste als een soort “alternatieve
godsdienst”, een mengelmoes van magie, mystiek en wetenschap. Zij
willen die wereldreligie vormen naar het model van de oosterse
godsdiensten, maar zij wijzen af dat er een persoonlijke God zou
bestaan: zij zien God als “alomvattende kosmische energie”. Uiteindelijk
valt God voor hen samen met de mens zelf, want volgens New Age moet
de mens zijn ziel ontwikkelen tot “godsrealisatie”: zelf als het ware God
worden. Zij zoeken deze godsrealisatie via spirituele oefeningen zoals
yoga, bepaalde meditatietechnieken, en zelfs via het opwekken van
extasen en “Godsschouwing” door gebruik van drugs en gelijksoortige
middelen. Hieruit blijkt de duivelse invloed van New Age: ook in het
Aards Paradijs zei de satan reeds tijdens zijn geslaagde
verleidingspoging “gij zult zijn zoals God”. Overigens bestaan zonde en
kwaad volgens het New Age-denken niet eens.
New Age dweept met begrippen zoals wereldvrede, liefde en eenheid,
maar aanvaardt niet dat deze uitsluitend van Jezus Christus afkomstig
kunnen zijn. Zij zien Christus niet als God doch louter als een verlichte
profeet. Andere mysterieuze figuren (onder andere de Indische
“avatars”) beschouwen zij daarentegen als vertegenwoordigers van God
op aarde, de vele leraars die de ziel naar de godsrealisatie moeten
voeren.
New Age beschouwt elk ongeluk als iets dat niet thuishoort in het leven.
Volgens deze visie betekent ongelukkig-zijn dat men iets fout doet, en
daar moet men zelf iets aan veranderen door bepaalde spirituele
therapieën te volgen en de eigen toekomst te leren kennen en
beïnvloeden door gebruik van systemen zoals waarzeggerij, tarotkaarten
en allerlei occulte bezigheden zoals pendelen en astrologie.
De wereldvrede verwachten zij niet van Jezus Christus, doch van allerlei
onchristelijke visies en vormen van aanbidding of eredienst met sterk
magische trekken zoals tovenarij, occultisme, hekserij, heidense rituelen,
esoterische wetenschappen en dergelijke, die soms regelrechte
bindingen hebben met het satanisme. Zij zoeken het heil voor de wereld
niet bij God zoals wij christenen Hem kennen, doch bij de mens zelf. De
mens draagt alle macht in zich. Zij willen een “nieuwe orde” in de wereld
brengen, waarin geen plaats meer is voor Christus, want volgens hen
heeft het christendom de wereld gebracht tot de warboel die wij nu om
ons heen zien. New Age lokt talloze mensen door in te spelen op de
algemene ontevredenheid en ontgoocheling en te wijzen op de vele
conflicten die de menselijke geschiedenis kenmerken. Deze beweging
gaat ervan uit dat deze er niet geweest waren indien Jezus Christus
werkelijk God is. New Age wil alle tegenstellingen wegwerken, en zoekt
daarom naar een soort cement om alle denken samen te brengen in een
wereldreligie waarin de christelijke leer geen plaats meer krijgt doch de
mens zelf uiteindelijk God moet worden.
63
De christelijke leer wordt dus verworpen. Het Verlossingsmysterie wordt
met kracht bestreden en vervangen door de reïncarnatiegedachte: de
geschiedenis wordt niet bekeken als een lijn, maar als een cirkel waarin
alles blijft terugkeren. De ziel wordt herhaaldelijk "opnieuw geboren"
(reïncarnatie betekent letterlijk “opnieuw in het vlees komen”) om
uiteindelijk de godsrealisatie te voltooien. Dit betekent meteen dat de hel
en het vagevuur volgens aanhangers van reïncarnatie niet bestaan, want
de ziel komt zogenaamd toch steeds op aarde terug om haar
ontwikkeling te voltooien. Zij zien het leven dus niet als een eenmalige
kans, doch als één van ontelbare kansen. Hierdoor ontbreekt de
stimulans om de ziel elke dag weer naar de ware heiligheid te brengen:
voor God heeft de mens slechts één leven, en de ziel kent dag noch uur
van het einde van dat ene leven. Daarom moet zij elke dag leven alsof
die dag haar laatste kans was om heilig te worden. Voor de aanhanger
van reïncarnatie is dit onaanvaardbaar.
In feite maken ook de vele systemen om dingen en gebeurtenissen te
verklaren en te ordenen, deel uit van het New Age-denken. Hiertoe
behoren onder andere Feng Shui, allerlei persoonlijkheidsklassificaties,
stenen met magische kracht die bij welbepaalde mensen passen,
systemen voor de verklaring van dromen, horoscopen, enzovoort. Dit zijn
pogingen van de mens om zelf totaal greep te krijgen op alles, zodat
God overbodig lijkt.
Precies doordat het New Age-denken zo veelzijdig en complex is, en
zoveel elementen en aspecten kan behelzen, is het buitengewoon
vatbaar voor satanische invloeden. New Age weigert de christelijke leer
te beschouwen als enige Heilsleer, en opent daardoor reeds de deur
naar volkomen dwaling, misleiding en zelfverdoeming voor elke ziel die
ermee omgaat. Deze beweging bedient zich trouwens graag van valse
mystiek met boodschappen en leerstellingen die niet te bewijzen maar
ook soms moeilijk te ontkennen zijn, alsook van stellingen uit de
“wetenschap”, zoals de evolutieleer van Darwin, volgens dewelke de
mens niet geschapen is doch ontstaan is uit een aapachtig wezen. Niet
alleen is deze dwaling een gruwel in Gods ogen, zij legt bovendien niet
uit waar dan de aap vandaan komt. Ook door deze dwaasheid slaagt de
misleide mens er niet in, God helemaal weg te denken.
3. Humanisme
Het humanisme is een levensbeschouwing die enkele eeuwen geleden
veld begon te winnen. Het legt de klemtoon op de kwaliteit van het leven
en het feit dat het leven “menswaardig” moet zijn. In het humanisme
ligt de klemtoon op de mens, zodat God afgeschaft wordt. De
humanist legt het volle vertrouwen op de mens en zijn eigen verstand, en
gaat ervan uit dat God niet meer nodig is. God wordt beschouwd als een
maaksel van de menselijke geest. Volgens deze visie moet de mens
64
alles zelf doen, op eigen kracht, en moet hij zijn eigen wil volgen. De Wil
van God is voor de humanisten van geen tel, aangezien God volgens
hen niet eens bestaat. In de 17e eeuw was er zelfs een bekende
humanistische filosoof die zei dat de Bijbel niet het Woord van God maar
“mensenwerk” is.
Welke gevaren voor het christendom schuilen in het humanisme?
- de christelijke Leer predikt meer dan enige andere leer de noodzaak
van naastenliefde. In het humanisme wordt deze visie echter misbruikt
door te stellen dat de mens niet meer mag lijden. Dit betekent echter dat
elke inspanning om door menselijk lijden bij te dragen tot de aflossing
van de gemeenschappelijke zondeschuld, bij voorbaat ontmoedigd
wordt. De zondigste vruchten van humanistisch denken zijn
euthanasie en abortus. Door euthanasie wordt het lijden in het zieke
lichaam afgebroken, en door abortus wordt een gemakkelijke
mogelijkheid geboden om niet de financiële en andere eventuele lastige
gevolgen te moeten dragen van seksueel gedrag dat in bepaalde
gevallen niet verenigbaar is met de christelijke Leer.
- in het humanistisch denken wordt de mens als het ware tot zijn eigen
god gemaakt, worden de menselijke krachten en mogelijkheden
overdreven, en wordt de mens niet meer aangespoord om Gods Wil te
doen. Is er een ergere vorm van afgoderij dan de aanbidding van
zichzelf? Wanneer de mens, die door de erfzonde zondig geboren wordt,
zichzelf begint te beschouwen als almachtig, alwetend en boven alles
verheven, wordt elke band tussen de mensheid en God definitief
doorgesneden. In dat geval is er geen enkel uitzicht meer op Verlossing
en Eeuwig Leven. Mede door dit wereldbeeld, dat in feite niet eens
verschilt van heidendom, worden de wetenschap en de techniek
verheven tot verwezenlijkingen die aanbeden moeten worden en waarin
alle geloof gesteld wordt. Het feit dat iets “wetenschappelijk bewezen,
aangetoond of ontdekt is”, schept dan een soort verplichting om het
onvoorwaardelijk te respecteren en ernaar te leven. Hij die er tegenin
gaat, haalt zich de vijandschap van velen op de hals. Doordat het
wetenschappelijk denken vaak in conflict is met Gods belangen, wordt
de wetenschap als uitvinding van een mensheid die zichzelf god waant,
uiteindelijk tot grote vijand van Gods Rijk op aarde.
4. Protestantisme
Het protestantisme is in de 16e eeuw ontstaan als reactie tegen de
Katholieke Kerk. Hoewel het een godsdienstige stroming is die
oorspronkelijk uit het ware christendom is voortgekomen, ondermijnt het
op diverse punten Gods Eeuwige Waarheid en de vorming van Zijn Rijk
op aarde. De protestanten hechten geen geloof aan het gezag van de
Kerk of aan de pauselijke beslissingen. Dit betekent dat zij ook de
dogma’s niet erkennen. De dogma’s zijn geloofspunten die de Kerk ons
65
voorhoudt, te geloven, omdat de Heilige Geest ze heeft geopenbaard als
wezenlijke elementen van Gods Waarheid, bijvoorbeeld de Onbevlekte
Ontvangenis van Maria, de Maagdelijkheid van Maria, enzovoort. De
protestanten baseren hun geloof overigens uitsluitend op de Bijbel, wat
meteen alle openbaringen gegeven na Jezus Christus uitsluit. Op grond
van deze beide laatstgenoemde redenen is het begrijpelijk dat de
protestanten fel gekant zijn tegen Mariaverering: de ware grootheid van
Maria blijkt vrijwel alleen uit de dogma’s en uit de openbaringen via
mystici. Het protestantisme erkent slechts twee sacramenten: het
doopsel en het “avondmaal”: een protestantse eredienst is derhalve
geen Eucharistie, want er gebeurt geen transsubstantiatie (geen
verandering van brood en wijn in Lichaam en Bloed van Christus). De
“communie” in de protestantse dienst is slechts de herdenking van het
Laatste Avondmaal, niet van het Verlossingsoffer van Jezus. De
protestanten geloven trouwens dat verlossing louter en alleen een gave
is van God die niet verdiend kan worden door aan zichzelf te werken. Dit
betekent dat volgens hen geen zonden vergeven worden in de Biecht,
dat de ziel zich niet kan louteren in het vagevuur, en dat de ziel ook niet
de Hemel kan verdienen door deugdzaamheid en goede werken.
Welke gevaren voor het christendom schuilen in het protestantisme?
- een zogenaamd christelijke godsdienst die geen geloof hecht aan de
beslissingen en dogma’s die door de Paus afgekondigd worden, maakt
de Kerk stuurloos en bevordert chaos. Alle verwarring en stuurloosheid
is een voedingsbodem voor de krachten die de vestiging van Gods Rijk
op aarde tegenhouden.
- elk verzet tegen de verering van de Heilige Maagd verbreekt op de
meest drastische wijze de banden tussen God en de mensheid. Maria is
de Brug tussen Hemel en aarde, de Middelares van alle Genaden, de
machtige Voorspreekster bij God, de grote Medeverlosseres en de
Leidster van de zielen naar de heiligheid. Geen verering van Maria,
betekent meteen het uitsluiten van alle toewijding aan Maria, zodat het
cement uit de funderingsmuur van Gods Rijk op aarde weggenomen
wordt. Ik verwijs U hiervoor naar al mijn andere geschriften.
- een “christelijke” godsdienst die niet gelooft in de verandering van de
offergaven van het altaar in het Lichaam en Bloed van Christus, is als
onvervalst heidens gif voor de zielen. Op de Waarheid van deze
verandering is de eeuwigdurende herhaling van het Verlossingsmysterie
van het Kruis gebaseerd, de onophoudelijke Zelfgave van Christus aan
de zielen die Hem komen ontvangen in de Eucharistie (“Zie, Ik ben met u
alle dagen, tot het einde der tijden”).
- een “christelijke” godsdienst die de zielen laat geloven dat alles wat zij
aan goeds kunnen doen, geen waarde heeft voor hun verlossing,
66
bevordert niet de naastenliefde en spoort niet aan tot de ware navolging
van Jezus.
5. Vrijzinnigheid
Vrijzinnigheid is de gezindheid volgens dewelke ieder mens vrij zijn
overtuiging moet kiezen en zich niets mag laten opleggen. Om die reden
wordt bijvoorbeeld de Goddelijke Wil niet aanvaard, omdat deze
beschouwd wordt als een macht die van buitenaf opgelegd wordt. De
vrijzinnige wijst God Zelf af. Hij aanvaardt niet dat er regels van goed en
kwaad bestaan die door God opgelegd worden. Alles wat met God te
maken heeft, moet voor de vrijdenker “van de samenleving afblijven”.
Daarom vindt hij dat de Kerk geen invloed mag krijgen op het dagelijks
leven. Ook de kerkelijke dogma’s worden afgewezen, want ook zij
leggen zogezegd waarheden op. Volgens de vrijzinnige moet de
genotzucht het leven leiden, en zeker niet het christelijk
Verlossingsmysterie, want dit legt de nadruk op de immense waarde van
het lijden. Vrijzinnigheid komt onder andere tot uitdrukking in de
vrijmetselarij (die trouwens ook een band heeft met New Age), die
Christus afwijst als de enige ware weg naar God en zeker het
Verlossingsmysterie niet aanvaardt. In elke vorm van vrijzinnigheid wordt
de nadruk gelegd op de vrijheid van de mens. Binnen een dergelijke
denkwijze past God totaal niet, omdat God (en de Kerk, de godsdienst
en alles wat met God verband houdt) wordt beschouwd als een soort
(ingebeeld) controlemechanisme dat de vrijheid van de mens aan
banden legt. Eén van de grootste gevaren van vrijzinnigheid bestaat
hierin dat zij de deur openstelt voor een leven zonder regels en de
verwerping van alles wat noodzakelijk is om de verlossing van de ziel te
verwezenlijken.
Dit beknopt overzicht velt geen oordelen. Het wil niet zielen
schandvlekken indien zij de gevangene zijn (geweest) van één of meer
van deze valstrikken. Het wil U slechts als christen waarschuwen voor
denk- en leefwijzen die de fundamenten van Gods Rijk ondermijnen.
Waarom doen zij dit? Omdat zij gefundeerd zijn op de dwalingen van
valse “leraren” in plaats van op de ene Waarheid van de enige echte
Leraar, de Christus. Materialisme is de vrucht van de gretigheid,
hebzucht en de uitsluitende belangstelling voor de behoeften van het
stoffelijk element van het aardse leven: het lichaam en zijn noden. De
andere zijn vruchten van het feit dat de mens vaak onwillig is om de
Wetten en Waarheid van God in eenvoud te aanvaarden vanuit zijn hart
en te leven op de kracht van de Liefde, doch in de plaats daarvan de
wereld en het leven vaak neigt te benaderen vanuit de geest, alles te
beredeneren en te analyseren in een poging, de werkelijkheid te vatten
door menselijk denken. Zodra de mens Gods Waarheid, Wet en Wil, die
hem nochtans in de ziel zijn gelegd en waaraan hij dagelijks in zijn hart
67
herinnerd wordt, begint af te wijzen om de wereld te interpreteren vanuit
zijn eigen verstand, begint hij te dwalen omdat hij niet langer de ene
Goddelijke Leraar, Christus, volgt, doch de valse leraren die uit zijn eigen
menselijk midden opstaan. De dwalende mens wordt zijn eigen god, en
aanbidt zijn eigen vermogens, verstand en “wijsheid”, die nochtans
niets anders zijn dan dwaasheid die hem naar de ondergang voeren
indien zij niet door God Zelf bezield worden. In deze mens worden de
verzuchtingen van de Heilige Geest overstemd door de misleidingen en
leugens van de vorst der duisternis, die spreekt door de mond van
misleiden. Wees daarom waakzaam, en laat nooit toe dat Uw levensvisie
of wereldbeeld getekend worden door enige leer die afwijkt van Gods
ene en eeuwige Waarheid zoals deze tot uiting komt in de traditionele
leer van de Rooms-katholieke Kerk van Jezus Christus, het Evangelie en
de dogma’s. Noem geen mens “meester”, want U hebt maar één Leraar:
de Christus.
In Voluntate Dei,
Uw “Myriam”
BIDT DAT GIJ NIET OP DE BEKORING INGAAT
37. Openbaringen over de Zwakheid van de Mens
In Stormschrift nr. 35 hebben wij het gehad over de bekoring. Een
bekoring kan overwonnen worden, en in dat geval blijft zij
onvruchtbaar voor de satan maar brengt zij wel vrucht voor de ziel
zelf en voor andere zielen. Indien de bekoring niet overwonnen
wordt, doet zij de ziel struikelen tot ondeugd of tot zonde. Zwakheid
is de gesteldheid die onmiddellijk voorafgaat aan dat “struikelen”. U
zou zwakheid kunnen beschouwen als de deur naar de zonde.
Uw verzet tegen de bekoring is de inspanning om die deur gesloten
te houden. Zodra U eraan toegeeft, gaat de deur open. Zwakheid is
het gebrek aan weerstand tegen het gevoel dat U een bepaalde
bevrediging nodig hebt. Het gaat hierbij niet om het toegeven aan
de aandrang om een levensnoodzakelijke behoefte te bevredigen,
bijvoorbeeld eten omdat U honger hebt, drinken omdat U dorst hebt,
slapen omdat U moe bent, enzovoort. Zwakheid wordt het wèl
wanneer U toegeeft aan een behoefte die uitstijgt boven datgene
wat voor het leven nodig is, bijvoorbeeld overdadig eten, of eten van
ongezonde doch voor het oog aantrekkelijke dingen, drinken van
dranken die U kunnen schaden, en dergelijke.
Zwakheden zijn eigen aan het leven in een lichaam, omdat een
lichaam bestaat uit stof (materie, dus - eenvoudig uitgedrukt - vlees,
bloed en beenderen) die voeding en bescherming verlangt en nauw
68
verbonden is met de zintuigen (zien, horen, voelen, smaken en
ruiken). De indrukken die Uw zintuigen opvangen uit Uw omgeving,
zijn nodig om Uw lichaam te informeren over Uw leefwereld en U
tijdig te waarschuwen over mogelijke bedreigingen. Doch deze
indrukken binden U ook aan de wereldse belevingen vast. Hoe
groter het belang dat U toekent aan de wereldse belevingen, des te
groter worden de behoeften die U vanuit Uw lichaam aanvoelt, en
des te groter wordt Uw drang om deze te bevredigen. Wanneer Uw
hart en geest weinig bezig zijn met de dingen van de Hemel, zult U
eerder geneigd zijn om te geloven dat Uw leven niet meer leefbaar
is indien U niet onmiddellijk toegeeft aan de drang om elke
stoffelijke behoefte te bevredigen. U kunt dit bijvoorbeeld
gemakkelijk vaststellen wanneer U winkelt: hoe groot is Uw
weerstand tegen de drang om dingen te kopen die niet
levensnoodzakelijk zijn? In welke mate kunt U zich bedwingen
wanneer U iets waarneemt dat Uw zinnen prikkelt (in de breedste
zin van het woord)? Raakt U snel opgewonden door bepaalde
prikkels? Wanneer een beeld, geluid, geur, gevoel of smaak een
bepaalde lust in U wekt, geeft U daar dan meteen aan toe, of kunt U
die prikkel snel en zonder veel strijd van U afzetten, of blijft deze U
achtervolgen (in Uw hoofd, hart of lichaam knagen) tot U eraan
toegeeft, of indien U er niet kunt of mag aan toegeven: wordt U door
die niet-bevrediging knorrig, droefgeestig, agressief, ongenietbaar
of algemeen ontevreden? Om Uzelf te leren kennen, moet U letten
op Uw eigen reacties, gevoelens en gedragingen nadat Uw
zintuigen bepaalde prikkels hebben opgevangen. De innerlijke strijd
die volgt op een prikkel vanuit Uw zintuigen, gevoelens die daarmee
gepaard gaan, en de wijze waarop U daar in daden, woorden,
gedachten en verlangens op reageert, kan U veel leren over de
aard en de intensiteit van Uw eigen zwakheden.
Het feit dat zwakheid eigen is aan het leven in de materie, betekent
niet dat U onvermijdelijk slaaf moet blijven van behoeften die niet
echt noodzakelijk zijn. U moet begrijpen dat de noodzakelijke
behoeften deze zijn welke God in U heeft voorzien. Zij stellen Uw
lichaam in staat om op aarde te leven als vervoermiddel en tempel
van Uw ziel. De niet noodzakelijke behoeften zijn deze welke U als
bekoring in het hart worden gelegd en die U dus op dwaalwegen
kunnen voeren. Waar komen zij vandaan, indien God ze niet heeft
voorzien? En waar komt de zwakheid vandaan die de mens zo
gevoelig kan maken om eraan toe te geven?
69
Zwakheden zijn vruchten van de erfzonde. Hoe kunnen ze dan
overwonnen worden? Hoe overwint de mens de uitwerkingen van
de erfzonde? Door te groeien in de ware Liefde tot God en tot
Maria. De ware Liefde is de onvoorwaardelijke Liefde tot de
Hemelse dingen, en deze verbondenheid drijft de toeneiging naar
de wereldse dingen uit, zodat deze meer en meer aan belang lijken
te verliezen. Dit proces loopt gelijk met het proces van de heiliging
van de ziel. Deze ontwikkeling kunt U concreet ervaren in de totale,
onvoorwaardelijke en eeuwigdurende toewijding aan Maria.
Wanneer U Uw hele wezen en Uw hele leven totaal aan Maria
toewijdt, wordt Uw hele belangstellingssfeer grondig veranderd, Uw
vermogen tot onvoorwaardelijk liefhebben wordt steeds groter, Uw
toeneiging naar het wereldse wordt steeds kleiner, en Uw verlangen
naar de verwezenlijking van Gods belangen wordt spoedig de enige
drijfveer van al Uw handelingen, woorden, gedachten en
bestrevingen. Dit alles in de mate waarin U zich door Maria laat
leiden en inspireren.
Hoe kunt U dan de ware Liefde in U tot ontwikkeling laten komen?
In de eerste plaats is het vermogen tot liefhebben een vrucht van de
genade. Uw eigen inbreng is echter van doorslaggevend belang
voor de mate waarin deze genade in Uw ziel benut wordt. Ziehier
enkele hulpmiddelen:
1. Wees U steeds bewust van de vergankelijkheid van de wereldse
dingen en de kortstondigheid van Uw leven op aarde, teneinde
goed te begrijpen hoe relatief het belang van Uw wereldse
interessen is. Dit besef zal U leren, een minder grote klemtoon te
leggen op de bevrediging van materiële behoeften, en kan Uw
weerstand in ogenblikken van zwakheid versterken.
2. Wees U er steeds van bewust dat Uw eeuwig geluk bepaald
wordt door de mate waarin U tijdens Uw leven bekommerd bent
om het nastreven van Gods belangen en van de behoeften van
Uw ziel (niet-stoffelijke dingen, bijvoorbeeld de groei in de ware
Liefde!). Wanneer U Uw leven verspilt door het najagen van de
bevrediging van materiële behoeften, zullen de Hemelse dingen U
ook na dit leven niet geschonken worden, daar U er hier op aarde te
weinig belangstelling voor hebt laten blijken.
3. Wees U steeds bewust van de ontelbare gunsten, gaven en
geschenken die God U in de loop van Uw leven laat toekomen,
en besef dat de moeilijkheden en lasten van het leven niet Gods
werk zijn, doch de resultaten van de erfzonde, van het feit dat U Uw
70
vrije wil zo vaak niet gebruikt in overeenstemming met Gods Wil en
Wet, en van de ondeugden waartoe de satan Uzelf en Uw
medemensen dagelijks verleidt. God zou vele dingen op de wereld
anders willen, maar grijpt hierop niet in tenzij de mensheid Hem
daar massaal om vraagt (gebed!). De positieve dingen lijken vaak
niet op te wegen tegen de negatieve, omdat de zonde en de
liefdeloosheid in de meeste zielen het gebed overwoekert. Geef niet
God hiervan de schuld: Hij laat de mens zoveel vrijheid (zelfs in het
negatieve) omdat Zijn Liefde voor de mens onmetelijk is. God de
schuld geven voor al het negatieve in de wereld, komt er op neer
dat U Hem Zijn Liefde voor de mens kwalijk zou nemen. Naarmate
U zich van dit alles bewuster wordt, kunt U hieruit putten om Uw
eigen Liefde te laten groeien, en een steeds groter aandeel in Uw
inspanningen te richten op de verwezenlijking van Gods behoeften
in plaats van op de Uwe.
4. Wees U steeds bewust van de bewijzen van Gods Liefde in de
geschiedenis van de mensheid: de Schepping, de Verlossing
door Jezus aan het Kruis, de belofte van het Eeuwig Rijk voor elke
ziel van goede wil, de belofte van de Wederkomst van Jezus om
Gods Rijk van Vrede en Liefde op aarde te vestigen, enzovoort. Het
besef van Gods grenzeloze, onvoorwaardelijke Liefde voor de
mensheid kan in U de behoefte wekken om God iets terug te geven
door een leven dat Hem verheerlijkt. Een leven van verheerlijking
aan God is een leven van zelfoverwinning, dus overwinning op Uw
zwakheden.
5. Kijk om U heen en begin de grootheid en de wonderen van de
natuur te begrijpen, en besef dat God dit alles voor U heeft
bedacht, om U tot vreugde te zijn op Uw dagelijkse weg. Zie de
schoonheid van de ongerepte natuur als één van de vele
liefdesverklaringen die God jegens de mensheid uitspreekt in de
vorm die voor de mens het rijkst is aan informatie, namelijk in de
vorm van beelden. Onze gezichtszin is het zintuig dat het sterkst
betoverd kan worden: beelden drukken zich uit in kleuren (en besef
hierbij dat er verscheidene duizenden kleurschakeringen bestaan
op de wereld) en in vormen, en de oneindige combinaties van
kleuren en vormen onderling roepen specifieke emoties op. De
natuur biedt U oneindige variaties van bloemen, planten, bomen,
dieren, verschijnselen aan de hemel enzovoort, als een samenspel
van miljarden kleine werelden binnen de ene grote wereld. Ook dit
besef kan het hart aansporen om zich meer naar de dingen van de
Hemel toe te wenden.
71
6. Bid om vermeerdering van Uw Liefde. Geen gebed is mooier en
waardevoller dan dat waarin U vraagt om een groter vermogen tot
liefhebben. Waarom is dat zo? Omdat Liefde de brandstof van de
hele schepping is. Zij is als het ware het Bloed van God. Wie het
vermogen tot de ware Liefde bezit, bezit zijn Schepper Zelf, en
wordt op volkomen wijze door Hem gevoed. Tussen de ziel en God
verloopt alle communicatie slechts via de Liefde. Niet woorden op
zich raken Gods Hart, wel de Liefde waarvan die woorden vervuld
zijn.
Toen Jezus na het Laatste Avondmaal met Zijn apostelen naar de
Hof van Gethsemani ging en hen verzocht om met Hem te waken
en te bidden, trof Hij hen kort na Zijn eigen gebed tot de Vader
slapend aan. Daarop sprak Hij; “Bidt dat gij niet op de bekoring
ingaat. De geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak”. De
apostelen hadden het Avondmaal genuttigd, en hun lichaam zocht
rust. Op zich dus een normale reactie, geen zonde. Doch Jezus
wijst met Zijn waarschuwing op het gevaar dat rijst wanneer de
behoeften van het lichaam ook de ziel van haar waakzaamheid
beroven. Het grootste kwaad uit de geschiedenis van de mensheid
stond op het punt om toe te slaan: het verraad en de
gevangenneming van de Verlosser. Daarom was het noodzakelijk
om te bidden. Het kwaad bedreigt ook U in deze tijd onophoudelijk.
Daarom is een leven van gebed en van totale toewijding
noodzakelijker dan ooit. Om ook gedragen te worden in de
ogenblikken waarop U niet bewust kunt bidden, is het belangrijk dat
U Uw hele wezen en leven toewijdt aan Maria, U voortdurend
bewust bent van het feit dat U daardoor partij bent in een heilig
verbond, en hiernaar leeft. Alleen zo kan aan Uw ziel de alertheid
worden geschonken om tijdig te herkennen wanneer Uw lichaam of
geest op het punt staan om Uw ziel te verraden door de deur naar
de zonde te ontsluiten. Zoals ik heb geschreven: die deur is de
zwakheid. Deze deur kan ontelbare vormen en kleuren hebben. Het
is van het grootste belang dat U bidt om Uw eigen zwakheden te
leren kennen en herkennen, want zij zijn de grote verraders en
vijanden van Uw ziel. De strijd tegen deze verraders bestaat uit drie
fasen: ze leren kennen (welke zijn het?), ze tijdig leren herkennen
(hoe zien zij eruit, en wanneer komen zij tevoorschijn?), en tenslotte
ze overwinnen. Dit laatste betekent in feite: de kracht en het middel
vinden om die deur gesloten te houden. Het slot dat op die deur
past, heeft drie namen: “zelfoverwinning”, “deugdzaamheid”,
“heiligheid”. Het materiaal waaruit dit slot is opgebouwd, is de
72
genade. De installatie van het slot op de deur moet U zelf verzorgen
door Uw onophoudelijke strijd tegen Uzelf. De gebruiksaanwijzing,
de richtlijnen voor de installatie, wordt U aangereikt in volhardend
gebed. Bedenk dat elke overwinning op een zwakheid niet alleen
Uw ziel verheft, doch ook heil brengt over de hele schepping, en
een verheerlijking betekent aan God (en aan Maria, indien U aan
Haar toegewijd bent). Bedenk tevens, dat hoe groter de
overwinning op persoonlijke zwakheden, en hoe groter het
aantal zielen die volhardend aan hun zelfoverwinning werken,
des te sneller de grondvesting van Gods Rijk op aarde zich
voor Uw ogen zal voltrekken.
In Voluntate Dei,
Uw “Myriam”
VREDE ZIJ MET U...
38. Openbaringen over de ware Vrede van Christus
Toen Jezus op aarde leefde, waren Zijn eerste woorden bij elke
ontmoeting met mensen en bij elk bezoek aan een huis onveranderlijk:
“Vrede zij met u”. Wat is vrede? Vrede is méér dan “afwezigheid van
oorlog”. De ware vrede is de Vrede van Christus, die Jezus ons beloofd
heeft met de woorden: “Mijn Vrede geef Ik u”. Deze ware vrede is de
gesteldheid waarbij het hart zich volkomen overgeeft aan Gods
Plannen, omdat het begrijpt dat Gods beschikkingen tot in de kleine
bijzonderheden een zin hebben binnen de voltrekking van het
Heilsplan. Ware vrede is derhalve vrij-zijn van innerlijke strijd, weerstand
of verzet tegen de ontwikkelingen van het leven, in het besef dat ook
datgene wat als onaangenaam ervaren wordt, door God toegelaten
wordt omdat Hij het voor Zijn doelstellingen kan gebruiken. Negatieve
ontwikkelingen of gebeurtenissen kunnen in de oneindige macht van
Gods Licht omgesmeed worden tot springstof waarmee de werken der
duisternis ondermijnd worden om op Gods tijd Gods Werken te
verheerlijken. De enige vereiste om dit te bekomen (het vuur dat de lont
van deze springstof kan ontsteken), is de toewijding van deze negatieve
ervaringen, ontwikkelingen of gebeurtenissen. Wanneer U deze toewijdt
(aan God of Maria opdraagt) kunt U er vrede mee krijgen. Hoe komt dit?
Doordat God U laat voelen dat U door die offerande Zijn Plannen dient.
Zijn antwoord daarop is het gevoel van vrede in Uw hart. De ware Vrede
van Christus is in die zin dan ook een uiting van het zich-in-Godgeborgen-voelen, zich één weten met Zijn Eeuwig Plan.
Waaruit bestaat nu deze Vrede van Christus, die de enige ware vrede
is? De basis van alle vrede is de vrede van hart. Onvrede in Uw hart
73
ligt ten grondslag aan alle ondeugden en zonden, en schept hierdoor
een onrust in Uw ziel. De ziel die voelt dat het hart gevoelens koestert
die niet in overeenstemming zijn met Gods bedoelingen, of dat het hart
overmand wordt door indrukken die als negatief ervaren worden, voelt
zich in zekere zin ontwapend in de strijd tegen de bekoringen,
ondeugden en zonden. Men zou het zo kunnen beschouwen, dat Uw
hart (Uw gevoelsbeleving) een filter is tussen Uw omgeving (Uw
leefwereld) en Uw ziel. Zolang het hart op een gezonde wijze overweg
kan met negatieve, “bedreigende” gevoelens, loopt Uw ziel geen gevaar,
want een hart dat negatieve indrukken “wegfiltert”, is een zuiver hart, een
schild tegen de bekoringen. Een hart waarin deze filterwerking optimaal
verloopt, is een hart dat in vrede is met God. Een dergelijk hart vormt de
vruchtbare grond waarop de heiligheid groeit. De filter van een zuiver
hart is een systeem dat door God in elk hart wordt gelegd, doch dat door
de lasten en teleurstellingen van het leven heel vaak vervuilt of in een
zekere mate (soms totaal) onwerkzaam wordt. Naarmate deze functie
vermindert of uitgeschakeld wordt, verlaagt de weerstand van de ziel.
Daarom is een gebrek aan vrede in het hart een constant gevaar voor
Uw ziel. Precies om die reden stelt Jezus er zozeer prijs op, de mens die
Hij ontmoet in de eerste plaats Zijn Vrede te wensen. De Vrede van
Christus is de volmaakte Vrede, die bloeit in de overvloeiing tussen God
en de ziel. Deze overvloeiing kan slechts tot stand komen, en
gehandhaafd blijven, door intens contact tussen de ziel en God door
middel van gebed en toewijding.
Wanneer de filter van Uw hart vervuild raakt, moet hij gereinigd worden
om zuiver contact met God in stand te houden. Toewijding aan Maria is
het volmaakte reinigingsmiddel. Maria is de volmaakte vrede van hart,
want Zij was onvergelijkbaar sterk in de blijmoedigheid,
zachtmoedigheid, verdraagzaamheid, mildheid, welwillendheid, stille
berusting en totale overgave. Wie zich totaal en onvoorwaardelijk aan
Maria geeft, wordt ook met Haar eigenschappen bevrucht. De vrede van
hart is het grootste fundament voor een stevig bouwwerk in Uw ziel.
Daarom is zij ook het eerste wat Maria in Haar toegewijden zoekt te
bewerken.
Hoe komt het dat de lasten en teleurstellingen van het leven de filter van
Uw hart verontreinigen? Doordat de erfzonde de mens naar een lager
niveau heeft gehaald, waardoor zijn belangstelling en bestrevingen
gemakkelijk op de dingen der wereld gericht worden. Waarom? Omdat
hij na de zondeval in zijn eigen behoeften moest beginnen te voorzien en
niet meer kon leven van Gods overvloed zonder de noodzaak van eigen
inspanningen. Dit heeft tot gevolg gehad dat de mens sedertdien ook
sneller geconfronteerd wordt met zijn zwakheden, de neiging vertoont
om genot na te streven, en steeds minder vrede neemt met ongemak. In
de mens is het gif van de opstandigheid van de satan gebleven,
74
waardoor hij protesteert tegen de lasten en tegenslagen van het leven.
Deze gesteldheid is niets anders dan onvrede met God. Doordat Uw
diepste wezen het merkteken van God in zich draagt, loopt de onvrede
met God steeds gelijk met onvrede over Uzelf. Onvrede in Uw hart keert
zich daarom tegen Uw eigen ziel. Het is een zelfvernietigende kracht die
U belemmert om te functioneren zoals God van U verwacht. Een hart dat
niet meer in staat blijkt om de negatieve invloeden vanwege Uw
leefwereld weg te filteren, is als een defecte filter tussen vergiftigd water
en zuiver water: het gif loopt onbelemmerd in het zuiver water over. Zo
ook met dit hart: het kan niet meer verhinderen dat de ziel ziek wordt. De
verontreinigende invloeden der wereld kunnen niet bestreden worden
zonder Hemelse tussenkomst. God Zelf heeft Uw filtersysteem gemaakt,
Hij is ook de enige die het kan herstellen, en ook het reinigingsmiddel
vloeit uit Zijn Bronnen: wijd Uzelf totaal, onvoorwaardelijk en voor eeuwig
toe aan Maria. Zijzelf zal de Filter van Uw hart worden, opdat Uw ziel
nog slechts gevoed zou worden door de Liefde, die de brandstof van de
hele schepping is, en alle negatieve invloeden die Uw hart bereiken,
omgevormd zouden worden in het Licht van Haar Hart. Bedenk dat U
slechts kunt uitstralen wat U in Uzelf draagt. Indien Uw ziel verduistert
doordat Uw hart in onvrede verkeert, kunt U geen licht om U heen
verspreiden. Zorg dat Uw ziel, eerder dan Uw mond, de woorden van
Jezus kan herhalen: “Vrede zij met u”. Dan is Gods Rijk reeds in U
gegrondvest.
In Voluntate Dei,
Uw “Myriam”
ZOZEER HEEFT GOD DE MENS LIEFGEHAD...
39. Openbaringen over Gods Liefde voor de Mens
God is de Bron van alle Liefde. In de schepping van de mens heeft Zijn
Liefde haar hoogtepunt en volheid bereikt. Daar de mens geschapen is
naar Gods beeld en gelijkenis, mag van de mens verwacht worden dat
hij deze Liefde op volkomen wijze zou weerspiegelen. Dat blijkt
allerminst zo te zijn. Door de zondeval heeft de mens het vermogen
verloren om Gods Liefde op volkomen wijze over zijn omgeving uit te
stralen. Elke zonde is in wezen een overtreding tegen de Wet van de
Liefde. De grote opdracht van elk mensenleven bestaat hierin, dat de ziel
de weg naar de volmaaktheid terugvindt en deze met volharding zoekt te
volgen tot in de staat van heiligheid. De kern van deze heiligheid is het
vermogen om de Liefde in al haar aspecten tot maximale ontplooiing te
laten komen, haar ongeremd te kunnen ontvangen en haar om zich heen
te verspreiden op een zodanige wijze dat zij het sluimerende (en veelal
vrijwel uitgedoofde) vuur van andere zielen nieuw leven inblaast, want
Liefde is leven.
75
God heeft de mens geschapen naar Zijn beeld en gelijkenis, doch de
mens heeft dit beeld door zijn ongehoorzaamheid jegens Gods Wetten
zelf vervormd. Dat is de betekenis van het gezegde dat de mensheid in
de ziel melaats geworden is. Een mens die waarlijk oprecht liefheeft,
zonder voorwaarden of beperkingen en in navolging van God Zelf, is
volmaakt mooi. Maria is daarvan het grote voorbeeld. Het is de zonde,
elke afwijking van de Wet van Liefde, die lelijk maakt. Van de Goddelijke
schoonheid die oorspronkelijk in de mens was gelegd, is weinig
overgebleven. Zij keert pas terug indien, en in de mate waarin, de mens
de weg van de heiliging volgt. De ziel kan slechts opnieuw een spiegel
van Gods Liefde worden indien zijn Liefde zich tot het uiterste toe
spiegelt aan Gods Liefde. Niet alleen is voor de heiliging Gods genade
nodig, het is tevens noodzakelijk dat de mens de genade door eigen
inspanning tot vrucht brengt. U zou het zo kunnen zien: bij haar
schepping is Uw ziel een mooie akker, met een bodem die alles in zich
draagt om de rijkste vruchten voort te brengen. Doch de meeste mensen
laten deze akker gewoon liggen, onbewerkt. De krachten van het kwaad
zaaien er allerlei onkruid in, maar deze zielen laten begaan. Het onkruid
begint uit te groeien tot een wildernis en put geleidelijk de bodem uit,
zodat deze zijn vruchtbaarheid verliest. Wat doet nu de ziel die kiest voor
de weg naar de heiligheid? Zij bevrijdt regelmatig haar akker van alle
onkruid (berouw, biecht en boetedoening), zij ploegt hem om zodat alle
voedingsstoffen gemengd worden (gebed en betrachting van de
deugden) en zij stelt alles in het werk om de vochtigheid op het
gewenste peil te houden (zij zorgt voor evenwichtige benutting van de
regen der genade en de zon der bezieling). Al deze handelingen
waardoor de toegewijde ziel haar akker in stand zoekt te houden,
vormen samen de uitingen van haar Liefde, want zij eren God door Zijn
geschenken zichtbaar te waarderen, en bevorderen het goed van de
naaste door de eigen akker in staat te stellen om rijke vruchten voort te
brengen waarmee velen gevoed zullen worden. De rijpe vruchten van de
eigen akker dragen zaad dat door veelvuldige Goddelijke genaden
zodanig vruchtbaar is dat, wanneer zij door de winden van Gods Geest
naar andere akkers gevoerd worden, zij ook daar de vruchtbaarheid
verhogen. Dit alles is het effect van de versmelting van Gods Liefde (de
schepping van de akker door de Vader, de bevruchting van het zaad
door de Vrucht van het Kruisoffer van Jezus, en de overdracht van het
zaad door de Heilige Geest) met de Liefde van de mens die zich beijvert
om Zijn beeld in zich te laten ontwikkelen. De mens die de heiligheid
betracht, heeft de waarde van Gods Liefde als enige Bron van
Leven begrepen, en spiegelt zich in zijn hele gedrag, in al zijn
woorden, gedachten en bestrevingen aan God Zelf. Naarmate de
genade van de roep tot de heiligheid beantwoord wordt door het
verlangen naar omvorming tot Gods beeld en gelijkenis, worden de ogen
van de ziel geopend, en leert deze te schouwen in de bron der Mysteries
76
waarvan de aanblik en kennis door de erfzonde voor de ziel verborgen
waren. Zo worden aan de ziel de bewijzen voor Gods oneindige Liefde
geopenbaard:
1. De Eeuwige Vader, Schepper van de mens en alles wat hem omringt,
heeft Zijn Zoon Jezus in de wereld gezonden om als Mens onder de
mensen te leven, hun lot te delen in een onvoorstelbaar zwaar leven, en
te sterven in ondenkbare omstandigheden. Het doel van de
Menswording van Gods Zoon was de Verlossing van de zielen door de
effecten van de erfzonde te compenseren door het Kruisoffer, zodat de
mensheid opnieuw toegang zou krijgen tot de eeuwige gelukzaligheid in
de Hemel. De gemakkelijke oplossing voor God zou zijn geweest: de
zozeer verdorven mensheid hetzij de rug toe te keren (waardoor zij
uiteindelijk haar eigen leven onmogelijk zou maken, want zonder God is
er geen leven), hetzij de schepping te vernietigen en te herbeginnen.
Doch Hij heeft Zijn schepping tegen de hoogst denkbare prijs willen
redden met een onvergelijkbaar Offer van zelfvernedering. Hij had
dit niet hoeven te doen, maar Hij heeft het willen doen.
De les die U hieruit moet trekken, is deze, dat ook Uzelf het beste moet
maken van elke situatie, in overeenstemming met Gods Plan, in plaats
van te wensen dat alles totaal en radicaal veranderd wordt. Dat is een
uiting van grote Liefde voor datgene wat is, omdat God het zo gewild en
voorzien heeft.
2. Gods belofte van Zijn Rijk op aarde bij de Wederkomst van Jezus.
Weinigen begrijpen de diepgang van deze belofte. Zij betekent de
vestiging van de afspiegeling op aarde van het eeuwig Rijk der Hemelen:
een Rijk van Liefde, vrede en gelukzaligheid door innige eenheid tussen
God en de mensenzielen. De enige voorwaarde die God hierbij stelt, is
de heiliging van de mensheid. De mens heeft bewezen, zelfs de
vruchten van de Verlossing niet ten volle te kunnen benutten. Men zou
het zo kunnen stellen: de mens sterft van honger aan de rijkste tafelen.
De vruchten van de Verlossing zijn in staat om alle zielen te voeden voor
de Hemel, doch de menselijke zwakheid, het veelvuldig zwichten voor de
bekoringen, verhindert de zielen om deze vruchten tot zich te nemen, of
maakt ze onverteerbaar. God Zelf heeft Zich echter voorgenomen, de
mensheid terug te voeren naar de oorspronkelijk bedoelde staat van
heiligheid. Dat is veel méér dan de mensheid op grond van haar gedrag
door de eeuwen heen verdiend heeft.
3. De Goddelijke Barmhartigheid, die zo groot is dat een ziel, die
nochtans in de loop van een leven op aarde ontelbare malen Gods
Liefde beschaamt door in te gaan op bekoringen in al hun vormen,
niettemin de kans krijgt om de gelukzaligheid van het Eeuwig Leven in
de Hemel te verwerven. God heeft geen moeite gespaard om de mens
tegemoet te komen. Enkele uitingen van Gods Barmhartigheid:
77
- de Sacramenten (Communie, Biecht, Ziekenzalving). Ik heb vroeger
reeds de Sacramenten betiteld als “raakpunten tussen Hemel en aarde”.
Zij brengen God in de ziel, zodat zij het ware Leven terug kan vinden. Zo
krijgt de ziel gelegenheden om haar staat van genade te verhogen, haar
schuld jegens de Goddelijke Gerechtigheid te verminderen en zichzelf
opnieuw klaar te maken om de onbeschrijflijke uitwerkingen van Gods
Liefde in zich op te nemen en te verteren.
- Uw engelbewaarder. God heeft elke mensenziel een engelbewaarder
gegeven, die de opdracht heeft om haar te begeleiden en te sturen op de
wegen van God. Van U wordt de inspanning gevraagd dat U Uw hart
opent voor de voortdurende ingevingen van Uw Hemelse gids. Hij kan
Uw ziel voor veel onheil behoeden.
- de onophoudelijke inspiraties van de Heilige Geest. Geen mens heeft
het recht, voor te geven dat hij alleen staat in de dagelijkse strijd voor het
eeuwig heil. Gods Geest spreekt in elke ziel, maar of zij deze richtlijnen
waarneemt, hangt af van de mate waarin zij geopend is voor de dingen
van de Hemel. Wie slechts oog heeft voor de belangen die verband
houden met het aardse leven, sluit de ogen van zijn ziel voor de
Hemelse tekenen, en wie zich laat overrompelen door de drukte van de
wereld, sluit de oren van zijn ziel voor de vredige stilte waarin Gods
Geest de eeuwige Waarheid openbaart en de wegen naar het heil
bekendmaakt.
- de begeleiding op Uw levensweg door ontelbare tussenkomsten van de
Voorzienigheid: elke dag weer doen zich allerlei gebeurtenissen voor die
bedoeld zijn om de mens bij te staan, te bemoedigen of “van richting te
doen veranderen”. Deze gebeurtenissen zijn zachte tekenen van God,
die gewoonlijk niet bruusk ingrijpt in de dingen der wereld, maar wel zijn
geliefde mensheid wil waarschuwen voor elke stap die haar nog verder
van Hem zou verwijderen. Gods Voorzienigheid werkt niet alleen via
gebeurtenissen, doch eveneens via ontmoetingen. Wanneer een mens
Uw pad kruist, kan dit een diepere betekenis hebben: ieder mens heeft
zijn eigen begaafdheden, zijn eigen levenstaak, is drager van zijn eigen
ervaringen die hij met anderen kan delen, enzovoort. God kan tot U
spreken door de mond van mensen. God is onophoudelijk bezig met de
mens, zoekend naar gelegenheden om hem naar Zich toe te trekken
zonder hem van zijn vrije wil te beroven. In Zijn oneindige Wijsheid regelt
Hij het in elkaar passen van gebeurtenissen, ontwikkelingen,
ontmoetingen, het spreken van woorden door mensen op welbepaalde
ogenblikken, enzovoort. Zalig de ziel die Hij waakzaam vindt om deze
tekenen te merken, die de genade in zich opneemt om ze te
onderscheiden en te begrijpen, en die voldoende Liefde opbrengt om er
op te reageren in de bestreving om Gods Plannen te bevorderen.
78
- de gelegenheden om te lijden om de eigen verdoeming te verhinderen,
eigen zondeschuld af te betalen, en de komst van Gods Rijk van Liefde
en Vrede te bespoedigen tot heil van de hele mensheid. Met wereldse
ogen wordt lijden zelden beschouwd als een zegen. Nochtans is het één
van de grootste geschenken uit Gods hand. God veroorzaakt geen
lijden, maar Hij laat het toe omdat Hij het kan gebruiken voor de
verwezenlijking van Zijn Plan, dat slechts de eeuwige gelukzaligheid van
de zielen beoogt. De Wet van de Goddelijke Gerechtigheid wordt
dagelijks massaal en zwaar beledigd door de ontelbare zonden die over
de hele wereld bedreven worden. Het lijden van de mens in lichaam en
gevoelens is bij uitstek het betaalmiddel om de schuld van de mensheid
tegenover God te vereffenen. Om die reden is Jezus Mens geworden:
om in een menselijk lichaam en een menselijk hart te kunnen lijden en
daardoor de mensheid te verlossen van de eeuwige verdoeming. Alle
lijden dat U treft (in Uw lichaam, gevoelens, bezittingen, relaties
enzovoort) is een geschenk van Gods Liefde, omdat het is als een
onzichtbare spaarpot voor het eeuwig Leven: hier op aarde merkt U
daarvan gewoonlijk slechts de lasten, na Uw aardse leven echter wordt
de opbrengst ervan U uitbetaald met een onvergelijkbaar grote intrest.
- het vagevuur als gelegenheid om schuld jegens de Gerechtigheid af te
betalen, die U tijdens Uw aardse leven niet door lijden, toewijding,
overgave, gebed en met Liefde aanvaarde beproevingen hebt vereffend.
Slechts de ziel die in volkomen staat van genade dit leven verlaat, wordt
rechtstreeks in de Hemel toegelaten. Het vagevuur is een plaats
(eigenlijk eerder een toestand) van uitboeting, goedmaking. Het is de
voorlopige bestemming van elke ziel die nog onbetaalde schulden
tegenover de Goddelijke Gerechtigheid op zich draagt, die “afbetaalbaar”
is, dit wil zeggen: schuld die goedgemaakt kan worden door een
loutering, een vorm van lijden dat na een welbepaalde tijd (afhankelijk
van de aard en de omvang van de schuld) uitloopt in een volkomen
reinheid die de ziel geschikt maakt voor de Hemel. De schuld is niet
“afbetaalbaar” indien zij zo zwaar is dat volgens de Wet van Gods
Gerechtigheid zelfs geen eeuwenlang lijden zou volstaan om God met
haar te verzoenen. In dit laatste geval verdoemt de ziel zichzelf, en kan
haar zelfs niet meer de loutering van het vagevuur worden toegestaan.
De louteringstijd in het vagevuur is een zeer grote uiting van Gods
Liefde, want zelfs de noodzaak van een loutering gedurende vele jaren
geeft de ziel niettemin de zekerheid dat zij ooit Gods Glorie zal
aanschouwen en de eeuwige gelukzaligheid zal ervaren. Indien deze
mogelijkheid niet bestond, zou het aantal zielen dat voor eeuwig verloren
zou gaan, nog ontelbaar groter zijn dan nu reeds het geval is.
- het stervensuur. Zeer weinige mensen geven zich hier rekenschap van,
maar God roept geregeld zielen uit het aardse leven weg als een uiting
van Liefde om hen te vrijwaren voor de eeuwige verdoeming, omdat Hij
79
in Zijn oneindige Wijsheid voorziet dat hun zondeschuld te zwaar dreigt
te worden vanwege hun onwil om de weg van de deugd in te slaan.
4. Het geschenk van Maria als groot model, Moeder en Begeleidster.
Ik hoef hier slechts te verwijzen naar vele van mijn vroegere geschriften.
Het grootste geschenk van Liefde dat U God kunt geven, is dat van een
leven van gebed, offerbereidheid en totale toewijding. Bedenk echter dat
geen enkel offer dat U kunt brengen, de liefdegaven van God aan U kan
overtreffen, want Zijn gaven, die voor het grootste gedeelte in het
verborgene worden geschonken, betreffen Uw eeuwigdurende
gelukzaligheid. De enige weg om Gods beeld en gelijkenis dichter te
benaderen, is daarom deze van een heldhaftige Liefde, dus van een
totale navolging van Jezus en Maria, in de deugd zowel als in het lijden.
In Voluntate Dei,
Uw “Myriam”
80
© Copyright 2008: Deze heilige boodschappen zijn een vrije publicatie.
Daarom werd door Myriam van Nazareth toegestaan, kopieën te maken
onder voorwaarde dat de tekst op geen enkele manier wordt veranderd
en alleen mag doorgeven worden zonder financieel gewin.
Apostolaat „Myriam van Nazareth“
Postbus 50 15 59,
D-50975 Keulen
Duitsland
Verdere teksten
www.myriam-van-nazareth.net
e-mail: [email protected]
Spendenkonto für das Apostolat „Myriam van Nazareth“:
Apostolat • Deutsche Bank • BLZ 37070060 • Konto-Nr. 3646445
Für Überweisungen aus dem Ausland: BIC: DEUTDEDKXXX , IBAN:
DE66370700600364644500
81
Download