OPEN FORUM KINDERRECHTENCOALITIE Thema: “Zorg voor kinderen met

advertisement
OPEN FORUM
KINDERRECHTENCOALITIE
Thema: “Zorg voor kinderen en jongeren
met Gedrags- en Emotionele Stoornissen
(GES)”
20 / 04 / 2007
Dr. Franky D’Oosterlinck
Universiteit Gent, Vakgroep Orthopedagogiek
Directeur OOBC ‘Nieuwe Vaart’
Opbouw
1. Noden en kenmerken van de populatie
van kinderen en jongeren met GES
2. Vergelijking Bijzondere Jeugdbijstand en
Vlaams Agentschap
3. Voorstellen op vlak van beleid en zorg
1. Noden en kenmerken van de
doelgroep
1 a. Populatie van kinderen en jongeren met
GES in Oost-Vlaanderen
1 b. Evolutie van de zorgvraag
1 c. Nood aan bijkomende zorg bij
zorgverlaters
1 a. Kinderen en jongeren met
GES in Oost-Vlaanderen

517 personen

95 % van alle plaatsingen voor GES in
Oost-Vlaanderen

Dossieranalyse
N = 517 - gender
(jongens: 86 % - meisjes: 14 %)
Meisjes
88
429
Jongens
0
100
200
300
400
500
Leeftijd (in jaren)
100
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0
2j
3j
4j
5j
6j
7j
8j
9j 10j 11j 12j 13j 14j 15j 16j 17j 18j 19j 20j 21j
Duur van de huidige opname
(in jaren)
160
140
120
100
80
60
40
20
0
<1 j 1 j
2j
3j
4j
5j
6j
7j
8j
9 j 10 j 11 j 12 j 13 j 14 j
Stelsel waarin kinderen en
jongeren zijn opgenomen
Deeltijds semi-internaat en
internaat
1
Deeltijds semi-internaat
3
Deeltijds internaat
11
Semi-internaat
151
Internaat
350
0
100
200
300
400
Was er reeds vroegere
hulpverlening ?
geen info
3%
ja
80%
nee
17%
0%
20%
40%
60%
80%
100%
Aard van de vroegere
hulpverlening
100
90
80
70
60
58,7
50
40
30
20
11,6
10
8,9
0
residentieel
semi-residentieel
ambulant
Welke stoornissen?
33,8
ADHD
23
CD
33,5
ODD
pervasieve ontw .
stoornis
11,6
reactieve
hechtingsstoornis
17,8
lich. m ishand., seks.
m isbr.
7
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
Aantal stoornissen per jongere
enkel
25,9%
dubbel
37,7%
tripel
20,3%
viervoudig
11,8%
vijfvoudig
2,4%
0%
20%
40%
60%
80%
100%
Waar loopt men school?
regulier
onderwijs
9,7%
buitengewoon
onderwijs
85,5%
andere
4,8%
0%
20%
40%
60%
80%
100%
CBCL / 4-18
100
90
80,3
80,2
80
70
61,3
60
CBCL EXT
50
CBCL INT
40
CBCL TOTAAL
30
20
22,8
12,5
16
12,3
7,2
10
7,6
0
normaal
subklinisch
klinisch
Verschillen tussen jongens en
meisjes

Doorverwijzingstype:
jongens meer vrijwillig
 meisjes meer bijzondere jeugdbijstand en
jeugdrechtbank


Intelligentie:
jongens gemiddeld hoger IQ dan meisjes (zie
grafiek)

Intelligentie bij jongens en meisjes
100
90
89,6
87,8
79,9
89,1
80,9
81,3
80
70
60
jongens
50
meisjes
40
30
20
10
0
totaal IQ
Performaal IQ
Verbaal IQ
Methode gedragsprofiel
Correlaties gemeten tussen de totale CBCL score en de
twee breedbandschalen van de CBCL (internaliseren /
externaliseren)


Externaliseren (E) is het sterkst
Correlaties gemeten tussen Externaliseren en bijhorende
syndroomschalen



Sociale problemen (S) is het sterkst
Daarom: ES-profiel
Procentuele verdeling profiel
jongens N = 427 - meisjes N = 87
100%
90%
80%
70%
60%
50%
49,4%
40,3%
45,9%
44,0%
40%
m idden ES
hoog ES
30%
20%
laag ES
10,3%
10,1%
10%
0%
m eisjes
jongens
Jongens met hoog ES-profiel:
meer in B.O. type 3
6,3
10,9
19,5
gewoon
onderwijs
4,7
B.O. niet
type 3
12,6
14,6
hoog ES
midden ES
82,7
75,4
B.O. type 3
laag ES
61
6,3
1,1
4,9
andere
0
20
40
60
80
100
Meisjes met een hoog ES-profiel:
meer op internaat.
deeltijds
semiinternaat
deeltijds
internaat
0
0
11,1
0
0
hoog ES
22,2
midden ES
25,6
semiinternaat
laag ES
37,1
33,3
74,4
62,9
internaat
33,3
0
20
40
60
80
100
Onderzoeksbesluit
Uitgesproken externaliserend en sociaal
probleemgedrag

Geen verband tussen de aard van de
stoornis en het ES-profiel

Link tussen ES-profiel en intensiteit van
plaatsing of onderwijstype

1 b. Evolutie van de zorgvraag

Kinderen worden vroeger aangemeld

Meer geregistreerde problemen per gezin

Kind: meer externaliserend probleemgedrag (agressie,

Gezin: verschuiving naar problemen bij ouders zelf bv.
hyperactiviteit, lage frustratie, overtreden van regels…)
mentale problemen, delinquentie. Ook meer één
oudergezinnen, meer problemen omtrent inkomen, werk en
huisvesting.

School: minder rekenproblemen, meer storend gedrag,
meer problemen met concentratie en aandacht.
1 c. Nood aan bijkomende zorg bij
zorgverlaters
N = 99
• Geen nood aan extra zorg
• N = 25
• Aangepaste zorg
buiten een Vlaams
Agentschap voorziening
• N = 18
• Nood aan extra zorg
• N = 74
• Geen aangepaste zorg
buiten een Vlaams Agentschap voorziening
• Geen aanvraag Vlaams
Agentschap
• N = 51
• Aanvraag Vlaams
Agentschap
•N=5
Zorgverlaters
Het vastlopen op school zorgt vaak voor het
stopzetten van de hulp.
Slechts 38 % heeft een kwalificatie bij het
verlaten van de voorziening
 De transitieperiode naar volwassenheid
verloopt moeilijk. Wordt die voldoende
voorbereid ?

2. Vergelijking met Bijzondere
Jeugdbijstand

Steekproef voorzieningen Bijzondere
Jeugdbijstand





Onderzoek door Prof. Dr. W. Hellinckx en Prof.
Dr. H. Grietens (KUL)
Kadert in Europees onderzoek naar ‘Mental
health problems’ bij 6- tot 18-jarigen
27 voorzieningen (30 %) van alle Vlaamse
voorzieningen betrokken.
10 kinderen per voorziening
CBCL gebruikt als instrument
Vergelijking aantal jongens en
meisjes
44,5
jongens
83
BJB
Vl. Ag.
55,5
meisjes
17
0
20
40
60
80
100
Vergelijking vroegere hulp en
schoolkeuze
100
90
90,3
82,7
83,6
80
70
60
vroeger reeds
hulpverlening
50
40,2
40
30
20
10
0
Vl. Ag.
BJB
buitengewoon
onderwijs
Vergelijking procentuele score
CBCL items
26,2
agressie
47,7
21,1
delinquentie
49,8
11,3
aandachtsproblemen
32,1
9,4
denkproblemen
32,7
20,4
sociale problemen
38,3
BJB
7,4
7,4
lichamelijke klachten
Vl. Ag.
14,1
angstig/depressief
12,5
teruggetrokken
32,9
18,3
55,1
CBCL externaliseren
41,8
CBCL internaliseren
80,3
61,3
56,2
CBCL totaal
0
10
20
30
40
50
60
80,2
70
80
90
100
Vergelijking voorkomen van
stoornissen
24,2
CD
26,4
15,2
ODD
BJB
Vl. Ag.
38,4
11,3
ADHD
39,3
0
20
40
60
80
100
Besluiten


Doelgroep kenmerkt zich door ernstig
probleemgedrag
Profiel van dit gedrag




Agressie
Delinquentie
Sociale problemen
Deze kenmerken zorgen voor exclusie
3. Voorstellen op vlak van beleid
en zorg

Recht op effectieve zorg!

Nood aan gedifferentieerde aanpak

Gewoon onderwijs: preventie door aandacht voor sociale
vaardigheden

Intensieve thuisbegeleiding

Residentiële zorg in combinatie met buitengewoon onderwijs

Hechtingsstoornissen : bvb. nurture-groepen


Intensief en gericht
Gedragstherapeutische groepen: bvb. psychopathiform gedrag

Intensief en gericht
Intensief en gericht: concreet

Behandelingsmethodieken





Methodisch
Gespecialiseerde hulp ngl. problematiek
Kortdurend
Steeds in samenspraak met de ouders
Evidence-based cultuur in Vlaanderen moet
uitgebreid worden
Evidence-based cultuur: voorbeeld

Bvb. LSCI





Life Space Crisis Intervention
Conflicthanteringsmethodiek die crisis aanvat
als integraal deel van de behandeling
Crisis als leermoment
Effectonderzoek is positief over deze
methodiek
Implementatie in behandeling
Residentiële zorg: intensief en gericht voorbeelden
Hechtingsstoornissen: nurture-groepen





Kleine groepen
Specifieke aandacht
Gespecialiseerde hulpverlening
Accent op basale noden en basiszorg
Toewerken naar leerbereidheid
Psychopathiform gedrag:
gedragstherapeutische groepen



Intense behandeling
Vergelijkbaar met therapeutische gemeenschap
Cfr. aanpak bij Glenn Mills:
Jongens hebben potentieel om te leren en te
groeien
 Verantwoordelijkheid voor het gedrag

Noden



Selectie van evidence-based
methodieken
Vorming aan professionele hulpverleners
Onderzoek over effectiviteit van
methodieken
Informatie over de spreker
Dr. Franky D’Oosterlinck
OOBC ‘Nieuwe Vaart’
Jozef Guislainstraat 47-49
9000 GENT
09 / 226 70 70
[email protected]
Download