ERCP - Reinier de Graaf

advertisement
Endoscopie
Patiënteninformatie
ERCP
Endoscopische retrograde cholangio- en pancreaticografie
U ontvangt deze informatie omdat uw arts heeft voorgesteld om bij u een ERCP te doen. ERCP is
een afkorting voor endoscopische retrograde cholangio- en pancreaticografie. Dit is een onderzoek
waarbij we met een kijkinstrument, de endoscoop, de binnenkant van de galgang en/of de
afvoergang van de alvleesklier bekijken. Hierna informeren we u graag over de voorbereiding van
dit onderzoek, over de aandoeningen die we ermee kunnen opsporen en over de verwachtingen na
afloop.
Wat is de functie van de gal en de alvleesklier?
Als we eten en drinken, begint de vertering van ons voedsel al in de mond. De vertering gaat
verder in de maag, maar vooral in de dunne darm vinden de belangrijkste spijsverteringsprocessen
plaats. Daarbij zijn twee sappen onmisbaar: gal en alvleeskliersap. Gal, dat vooral een rol speelt bij
de vertering van vetten, wordt aangemaakt in de lever en opgeslagen in de galblaas, rechtsboven
in de buik. Het sap uit de alvleesklier is belangrijk bij de vertering van koolhydraten, vetten en
eiwitten. De alvleesklier, ook wel pancreas genoemd, ligt achter de maag. Galblaas en alvleesklier
staan met een klein buisje in verbinding met de dunne darm. Beide afvoerbuisjes monden via
dezelfde opening, de papil van Vater, uit in de twaalfvingerige darm. De twaalfvingerige darm is het
eerste gedeelte van de dunne darm.
ERCP: alles over het onderzoek
Wat is een ERCP?
ERCP is een afkorting voor de medische term endoscopische retrograde cholangio- en
pancreaticografie. In gangbaar Nederlands betekent dit: kijkonderzoek van de galwegen en de
afvoergang van de alvleesklier. Met een ERCP kunnen wij veel te weten komen over uw klachten.
Endoscoop
We voeren het onderzoek uit met een speciaal instrument, de endoscoop. Een endoscoop bestaat
uit een dunne flexibele glasvezelbuis, die licht kan doorgeven. Aan de onderkant van de buis zit
een klein lampje dat de binnenkant van uw darm verlicht. De endoscopen hebben in de top een
piepkleine videocamera, waardoor we het onderzoek op een scherm kunnen volgen. Bovendien
kunnen we tijdens de endoscopie foto's, films of dia's maken. Om een duidelijker beeld te krijgen,
brengen we via de endoscoop contrastvloeistof in de galwegen en/of de afvoergang van de
alvleesklier. Vervolgens maken we een röntgenfoto waarop de eventuele afwijkingen beter
zichtbaar zijn.
Pagina 1/6
Wat zijn de voordelen van het ERCP-onderzoek?
Met een ERCP kunnen we op een vrij eenvoudige manier bepaalde afwijkingen aan uw galwegen
en de afvoergang van uw alvleesklier opsporen. Denk aan stenen in de galweg, ontstekingen van
de alvleesklier, of een mogelijke vernauwing of afsluiting van de galwegen en/of van de afvoergang
van de alvleesklier. Bovendien is het mogelijk om tijdens dit onderzoek kleine ingrepen te doen. Zo
kunnen we bijvoorbeeld galstenen uit de galwegen (niet uit de galblaas) verwijderen, of een stukje
weefsel wegnemen voor nader onderzoek. Dit laatste noemen we een biopsie. Daarnaast kunnen
we een vernauwing in de galwegen opheffen door een kunststof buisje in te brengen. Dit heet een
endoprothese. Soms is een te nauwe gemeenschappelijke uitgang van de galwegen en de
afvoergang van de alvleesklier in de twaalfvingerige darm, de papil van Vater, de veroorzaker van
de klachten. In dat geval kunnen we de klachten opheffen door de papil van Vater iets in te snijden.
Dat noemen we een papillotomie.
Welke aandoeningen sporen we op met een ERCP?
Hierna sommen we enkele aandoeningen op die we met een ERCP kunnen opsporen.
Galstenen in de galbuis
Galvloeistof speelt een belangrijke rol bij de vertering van vetten. De lever maakt galvloeistof aan
die via een dun buisje, de galweg, in de galblaas terechtkomt. In de galblaas wordt de gal
opgeslagen en ingedikt. Bij sommige mensen dikt de galvloeistof te veel in en ontstaan er
galstenen. Als er vervolgens gal nodig is voor de vertering van vetten, knijpt de galblaas samen,
waardoor een galsteen klem kan komen te zitten in de galgang. Als galstenen in de galblaas zitten,
geven ze meestal geen klachten. Raken ze echter vast in de galweg, dan verhinderen ze de
doorstroming van galvloeistof en veroorzaken daardoor hevige pijn (rechts)boven in de buik. Ook
een vol gevoel, het niet verdragen van vet, stopverfachtige, witte ontlasting, colakleurige urine en
geelzucht kunnen op galstenen wijzen. Als de galstenen de galweg volledig afsluiten en koorts en
koude rillingen optreden, dan is er sprake van een (levens)bedreigende situatie die we zo snel
mogelijk moeten opheffen.
Ontsteking van de alvleesklier (pancreatitis)
Een ontsteking van de alvleesklier kan acuut of chronisch zijn. Een acute alvleesklierontsteking kan
het gevolg zijn van alcoholmisbruik, een galsteen die de afvoergang van de alvleesklier dichtdrukt,
of een infectie. De klachten zijn: constante hevige buik- en/of rugpijn, koorts, misselijkheid, braken
en een opgezette buik. Een acute alvleesklierontsteking is zeer ernstig. Wij moeten u dan
onmiddellijk behandelen. Treden aanvallen van acute alvleesklierontsteking regelmatig op? Dan
kan de ontsteking chronisch worden.
Pagina 2/6
Kwaadaardige gezwellen
Kanker van de alvleesklier en de galwegen komt voornamelijk op oudere leeftijd voor. Het is een
ernstige ziekte die we meestal pas in een laat stadium ontdekken. Klachten die optreden zijn:
gewichtsverlies, buikpijn en geelzucht. Kwaadaardige gezwellen kunnen ook de galbuis afsluiten.
De verschijnselen hierbij zijn: gewichtsverlies, jeuk, geelzucht, buikpijn en stopverfachtige
ontlasting.
Te nauwe papil van Vater
De papil van Vater is soms vernauwd door een goed- of kwaadaardig gezwel. Dit uit zich meestal
als geelzucht en soms als een alvleesklierontsteking. Als we de papil endoscopisch opensnijden of
een endoprothese plaatsen, dan kunnen we de afvoer van galvloeistof en/of alvleeskliersappen
herstellen, al dan niet tijdelijk.
Voor het onderzoek
Waar moet u van tevoren rekening mee houden?
Nuchter zijn
Wij moeten het onderzoek goed kunnen uitvoeren, daarom moeten uw slokdarm, maag en
twaalfvingerige darm leeg zijn. En daarom mag u vanaf twaalf uur 's nachts vóór het onderzoek
niets meer eten of drinken. Tot drie uur voor het onderzoek mag u nog wel kleine hoeveelheden
water drinken. Vindt het onderzoek pas 's middags plaats? Dan mag u vanaf zes uur vóór het
onderzoek niets meer eten of drinken. Alleen kleine beetjes water zijn tot drie uur voor het
onderzoek toegestaan.
Gebruikt u 's ochtends medicijnen? Vraag dan aan uw arts hoe u dit kunt aanpassen. Dit geldt ook
voor mensen met diabetes die insuline spuiten of medicijnen gebruiken en daarom 's ochtends
moeten eten.
Kortdurende opname
Voor een ERCP nemen wij u meestal korte tijd in het ziekenhuis op. In de meeste gevallen brengt u
de nacht na het onderzoek in het ziekenhuis door en mag u de volgende ochtend weer naar huis.
Neem dus uw toiletspullen, nachtgoed en dergelijke mee. Zorg vooraf ook voor vervoer naar huis.
Zie ook onze patiënteninformatie Opname of kijk op onze website www.reinierdegraaf.nl.
Gemakkelijke kleding
Tijdens het onderzoek kunt u het beste gemakkelijk zittende kleding of een pyjama dragen. Als u
een bh aantrekt, draag er dan één zonder beugel.
Pagina 3/6
Medicijnen
Tijdens een ERCP kunnen we kleine ingrepen doen; we nemen bijvoorbeeld soms een stukje
weefsel weg. Als u bloedverdunnende middelen gebruikt, zoals Sintrom Mitis of Marcoumar, kan
een langdurige bloeding optreden. Ook aspirine en Ascal kunnen dit effect hebben. Overleg vooraf
met uw arts als u deze middelen gebruikt. Het is overigens altijd verstandig om uw arts op de
hoogte te brengen van het feit dat u deze en/of andere medicijnen gebruikt.
Tijdens het onderzoek
Wat staat u tijdens het onderzoek te wachten?
Voorbereiding
Nadat u zich op de afgesproken tijd in het ziekenhuis heeft gemeld, krijgt u een bed voor de nacht
toegewezen en een kast waarin u uw persoonlijke spullen kunt opbergen. Vervolgens brengen wij u
naar de onderzoekskamer. Hier krijgt u een drankje dat schuimvorming in de maag tegengaat.
Eventuele losse gebitsdelen doet u uit. Ook brengen wij in een ader van uw arm een dunne
injectienaald in, waardoorheen we een verdovingsmiddel en pijnstillers toedienen. Daarna zetten
we een knijper op een van uw vingers, zodat we tijdens het onderzoek uw hartslag, bloeddruk en
ademhaling kunnen controleren. Vervolgens plaatst de endoscopieassistent(e) een soort bijtring
tussen uw kaken ter bescherming van de endoscoop en uw gebit.
Onderzoek
Wij verzoeken u om op uw buik op de onderzoekstafel te gaan liggen. Als alle voorbereidingen zijn
getroffen, dienen we door het naaldje in de arm een slaapmiddel toe. Hierdoor merkt u niets van
het verdere onderzoek. De arts brengt de flexibele buis door de ring in uw keel en schuift het
uiteinde van de slang in uw slokdarm. Als dit eenmaal is gebeurd, dan kan de arts de slang verder
naar binnen schuiven tot het punt waar de galbuis en de afvoergang van de alvleesklier in de
twaalfvingerige darm uitkomen. Daarna voeren we via de endoscoop een katheter in die we, al
naar gelang de reden van het onderzoek, via de papil van Vater, óf in de galbuis, óf in de
afvoergang van de alvleesklier brengen. Via de katheter spuiten we vervolgens contrastvloeistof in
de afvoergangen. Zo zijn deze goed te zien onder röntgendoorlichting en op de röntgenfoto’s die
we hierna maken. Soms lukt het niet om de katheter in de afvoergangen te brengen. In dat geval
kunnen we met een naaldvormig draadje de uitgang een beetje insnijden om de opening te
vergroten en het invoeren van de katheter te vergemakkelijken.
Tijdens het onderzoek dienen we een medicijn toe om uw darm te laten ontspannen en blazen we
via de endoscoop lucht in. Hierdoor gaat de twaalfvingerige darm wijder openstaan, zodat we die
beter kunnen bekijken. Waarschijnlijk moet u hiervan boeren en winden laten. Dit is heel normaal
en dus niet iets om u voor te schamen.
Pagina 4/6
Extra ingrepen
Als de arts het nodig vindt, kan hij tijdens de endoscopie een stukje weefsel wegnemen voor verder
onderzoek, een galsteen verwijderen uit de galgang of een andere handeling verrichten. Blijkt
bijvoorbeeld dat afwijkingen de afvoer van gal- en/of alvleeskliervloeistof verhinderen? Dan kan de
arts besluiten de papil van Vater, die de afvoergang afsluit, door te snijden. Dit noemen we
papillotomie. Het resultaat is een grotere uitgang, waardoor we eventuele galstenen kunnen
verwijderen. Ook kunnen we een buisje in de galwegen aanbrengen. Dat noemen we een
endoprothese. Deze extra ingrepen bespreekt de arts van tevoren met u.
Hoe lang duurt het onderzoek?
De voorbereiding in de onderzoekskamer neemt ongeveer vijf tot tien minuten in beslag. Een
ERCP duurt gemiddeld dertig tot 45 minuten. Als we de katheter moeilijk in de galbuis of in de
afvoergang van de alvleesklier kunnen brengen, loopt het onderzoek soms uit tot zestig minuten.
Doet het onderzoek pijn?
Wij brengen de endoscoop pas in nadat we het slaapmiddel hebben toegediend. Daarom merkt u
hier meestal niets van. Ook hoeft u niet bang te zijn dat u niet meer goed kunt ademen, want bij het
inbrengen en tijdens het verdere onderzoek blijft er genoeg ruimte in de keelholte over om dit
normaal te kunnen doen.
Ook is het niet pijnlijk als we een stukje weefsel wegnemen, een buisje in de galwegen plaatsen, of
een papillotomie uitvoeren. Na afloop van het onderzoek kan uw keel een tijdje wat rauw en
gevoelig zijn, vooral als u veel hebt moeten boeren. Dit gevoel verdwijnt binnen enkele uren.
Na het onderzoek
De uitslag
Na afloop van het onderzoek brengen we u naar de uitslaapkamer. Als u bent bijgekomen, komt de
arts die het onderzoek heeft verricht kijken hoe u het maakt en bespreekt hij/zij globaal met u wat
hij/zij is tegengekomen tijdens het onderzoek. Bij een volgend consult lichten wij u uitgebreider in
over de bevindingen tijdens het onderzoek. Hebben we een stukje weefsel weggenomen? Dan
verrichten onze laboranten verder onderzoek. De uitkomst daarvan krijgt u ook van uw
behandelend arts te horen. Hij/zij bespreekt met u wat verder noodzakelijk is.
Wat kunt u verwachten na het onderzoek?
Hebben we tijdens het onderzoek een papillotomie gedaan? Dan controleren we mogelijk de eerste
uren om het halfuur uw bloeddruk en pols. Bovendien mag u de eerste vier uur niet eten of drinken
en daarna krijgt u slechts vloeibare maaltijden tot de volgende dag. De volgende ochtend prikken
we bloed om te beoordelen of zich een bloeding van betekenis heeft voorgedaan. Is de uitslag
goed? Dan ontslaan we u uit het ziekenhuis.
Pagina 5/6
Heeft u nog vragen na het onderzoek?
Als u na afloop van het onderzoek nog vragen heeft, bespreek deze dan met uw arts. En treden er
na thuiskomst onverhoopt klachten op, zoals meer buikpijn of koorts? Neem dan onmiddellijk
contact op met de afdeling endoscopie of met de arts die het onderzoek heeft uitgevoerd. Als dit
buiten kantooruren gebeurt, raadpleeg dan via het centrale nummer van het ziekenhuis de
dienstdoende maag-darm-leverarts.
Wat kan er mis gaan?
Een ERCP is een veilige onderzoeksmethode. Toch kunnen soms complicaties optreden. Een
luchtweginfectie of een longontsteking kunnen ontstaan als u zich verslikt in de maaginhoud. Dit
gebeurt vaker bij spoedonderzoeken, omdat iemand dan niet nuchter is. Een enkele keer kan een
scheurtje in de slokdarm, of heel zelden in de maag, ontstaan. Dit komt voor als de slang heel
moeizaam door de keel gaat of als er vernauwingen in de slokdarm zijn. Dit kan een bloeding tot
gevolg hebben.
Doordat we het contrastmiddel inspuiten, kan de alvleesklier ontstoken raken. De ontsteking is
meestal binnen enkele dagen genezen, maar heeft soms een ernstiger verloop. Als we de papil van
Vater moeten opensnijden, kan dat ontstekingen en bloedingen veroorzaken. Een enkele keer
ontstaat hierbij een gaatje in de darm. Daarvoor is verdere medische behandeling in het ziekenhuis
noodzakelijk. Soms kan een bloeding ook na een paar dagen nog optreden. Als de galstenen te
groot zijn, levert dit mogelijk problemen op bij het verwijderen. Ook treedt soms een infectie van de
galwegen, galblaas of de alvleesklier op, nadat we een buisje (endoprothese) hebben geplaatst. Dit
uit zich als koorts en pijn.
Hoe meer ingrepen we tijdens het onderzoek verrichten, hoe groter de kans op complicaties. Over
het algemeen komen deze niet vaak voor.
Vragen
Heeft u vragen over deze ingrepen? Bespreek deze dan vooraf met uw arts. Tijdens kantooruren is
uw arts ook bereikbaar via zijn/haar assistent(e). Kijk voor meer informatie op onze website
www.reinierdegraaf.nl. Of bel bij vragen de afdeling endoscopie: (015) 260 40 05.
Bent u verhinderd?
Als u uw afspraak wilt veranderen of afzeggen, dan moet u dit zo spoedig mogelijk doorgeven; in
elk geval 24 uur van tevoren.
Versie: augustus 2015
Pagina 6/6
Download