Introductie GD Tankmelk Mineralen Onjuiste dosering verleden tijd Gezondheid | Tekst en foto’s: Durkje Hietkamp De weg naar gezondere dieren, meer melk en lagere kosten wordt eenvoudiger. Dat stelt de GD tijdens de introductie van de mineralencheck. Met GD Tankmelk Mineralen krijgen veehouders inzicht in de selenium- en jodiumvoorziening van hun melkvee, waardoor ze over- of onderdosering beter kunnen voorkomen. M ineralen en spoorelementen kan de koe niet zelf aanmaken. Van mineralen heeft de koe meer nodig dan van spoorelementen. Ruwvoer bevat mineralen en spoorelementen, maar vaak niet voldoende om de behoefte te dekken. “De hoeveelheid spoorelementen in een gewas is afhankelijk van de plant, bemesting, zuurgraad en grondsoort. Zo vind je in veen- en zandgrond meestal minder spoorelementen dan in kleigrond. Langs de kust is het jodiumgehalte vaak hoger. Bepaalde planten als smalle weegbree en brandnetel onderscheiden zich door hoge seleniumwaarden”, vertelt Guillaume Counotte, biochemicus en toxicoloog bij de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD). Mineralencheck Calcium, magnesium, kalium, natrium, chloride en fosfor zijn essentiële mineralen. Belangrijke spoorelementen zijn koper (Cu), ijzer (Fe), zink (Zn), mangaan (Mn), cobalt (Co), seleen (Se) en jodium (I). Spoorele- Website De nieuwe website www.mineralencheck.nl bevat actuele informatie over het onderzoek GD Tankmelk Mineralen en het belang van mineralen in brede zin. Ook worden er koppelingen gelegd met sociale media als Twitter. Veehouders die willen deelnemen kunnen zich digitaal aanmelden via de website of via de post (op aanvraag). menten zijn essentieel voor regeling en ondersteuning van processen in het lichaam en nodig bij de regulatie van enzymen en hormonen. “Alleen in gebonden vorm kunnen ze hun werk doen. In vrije vorm zijn ze schadelijk”, legt Counotte uit. De inbouw in eiwitten en cellen duurt zo’n vier tot acht weken. Aanpassing van het rantsoen is dan ook pas merkbaar na enkele weken. Om bij te sturen, is behoefte aan snelle diagnostiek. Om daarin te voorzien, biedt de GD sinds kort de mineralencheck GD Tankmelk Mineralen, waardoor via een eenvoudig tankmelkonderzoek de gehalten Se en I worden vastgesteld. “Spoorelementen worden vanuit de pens en darm opgenomen in het bloed en getransporteerd naar een opslagorgaan zoals de lever. Een overmaat wordt via urine, mest en melk uitgescheiden. Se en I zijn twee elementen die bij uitstek via melk zijn aan te tonen. De metingen geven een goede indicatie van de opname in de afgelopen dagen”, zegt Jan Muskens, dierenarts bij de GD. De eerste monsters worden eind januari genomen. De uitslagen volgen in februari. Bepaling van Se en I in tankmelk vindt plaats met behulp van een ICP-MS (inductief gekoppeld plasma massaspectrometer), een complexe techniek voor elementanalyse op (zeer) lage concentratieniveaus. in de status van beide elementen bij melkvee van groot belang, stelt Counotte. “Tussen Se en I is een duidelijke interactie. Selenium is nodig om jodium te activeren in de schildklier en onmisbaar voor groei en melkproductie.” Selenium speelt verder een belangrijk rol in de werking van bloedcellen die zorgen voor afweer. “Witte bloedcellen maken zuurstofradicalen om bacteriën af te doden, maar deze radicalen zijn ook schadelijk voor eigen cellen. Selenium is onderdeel van de stof GSH-Px, dat overtollige radicalen opruimt”, legt Counotte uit. “Maar bij een overmaat aan selenium worden zuurstofradicalen weggevangen voordat ze hun werk kunnen doen.” Muskens noemt de verschijnselen die kunnen optreden bij een overmaat. Sloomheid, vermagering, kreupelheid en stijfheid zijn mogelijke verschijnselen bij een chronische seleniumovermaat. Acute vergiftiging, waarbij de normale dosering met ten minste de factor tien is overschreden, treedt zelden op, maar kan resulteren in blindheid, speekselen, ademnood, of zelfs een hartstilstand. “Bij een Se-tekort kunnen zuurstofradicalen lichaamseigen cellen kapotmaken. Witte bloedcellen kunnen hun werk niet goed doen en bacteriën worden niet afgedood”, zegt Counotte. Een tekort kan leiden tot een verminderde weerstand, slappe en mogelijk doodgeboren kalveren. Voldoende opname door de koe is ook gewenst voor de voorziening van de vrucht in de baarmoeder. Spierstijfheid, een snelle ademhaling, sterfte na plotseling veel beweging (vooral bij kalveren), aan de nageboorte blijven staan en spierscheuring, zijn symptomen die op een Se-tekort kunnen duiden. Bij veel mastitis-gevallen rond afkalven of wanneer meer dan de helft van de kalveren dood of slap wordt geboren, adviseert Muskens het Se-gehalte in het rantsoen eens kritisch onder de loep te nemen. Selenium Se en I zijn van vitaal belang voor het functioneren van dieren. Omdat zowel een tekort als overschot schadelijk kunnen zijn, is inzicht Jodium Jodium is essentieel voor de productie van schildklierhormonen die een rol spelen bij onder andere de regulering van de hartslag en bloeddruk, energieverbruik en groei. “De schildklier reguleert het gehele metabolisme en is als het ware de thermostaat van het lichaam”, zegt Counotte. Jodium wordt met name gebruikt als bouwsteen van de hormonen T4 (thyroglobuline, thyroxine) en T3 (triodothyronine). “Jodium wordt ingebouwd in T4 en omgezet tot T3, dat zorgt voor een goede stofwisseling. Bij deze omzetting speelt ook Se een belangrijke rol.” Jodium wordt effectief opgenomen uit de darmen. “Ongeveer 80 procent van wat de koe aan I binnenkrijgt wordt geabsorbeerd. Er vindt actief transport plaats naar de vrucht in de baarmoeder. Dus als een koe te weinig binnenkrijgt, geldt dat ook voor het kalf”, zegt Counotte. Juist een jong dier heeft voor groei extra jodium nodig. Vooral de biest bevat veel jodium. Een I-tekort kan leiden tot vergroting van de schildklier bij pasgeboren kalveren, dood- en slapgeboren kalveren, sloomheid door een verminderde schildklierfunctie en verminderde fertiliteit. Verschijnselen van een overmaat, bijvoorbeeld uitvloeiing uit neus en ogen, speekselen, een verminderde melkproductie, hoesten en een schilferige huid, treden op bij een opname van meer dan 5 mg/kg drogestof in het voer. In de Warenwet is vastgelegd dat melk niet meer dan 300 microgram I per liter mag bevatten. Boven deze kwaliteitsgrens moeten melkveehouders dit melden aan hun afnemer. Muskens merkt op dat door sprayen met jodiumhoudende dip of andere I-preparaten de resultaten uit het tankmelkonderzoek kunnen worden beïnvloed. “Door te dippen kan de I-waarde zo’n 50 tot 100 microgram per liter verhogen en hiermee moet rekening worden gehouden bij de interpretatie van de tankmelkuitslag.” Counotte waarschuwt dat de symptomen Selenium is nodig om jodium te activeren in de schildklier en onmisbaar voor groei en melkproductie. van een I- en Se-tekort sterk op elkaar lijken. “Beide leiden tot lage T3-waarden, wat bijvoorbeeld bij kalveren een vergrote schildklier kan veroorzaken.” Advies Bij een Se- of I-tekort adviseert Muskens in overleg met de voeradviseur of dierenarts eerst de mineralenvoorziening van de voeding te analyseren en mede op basis daarvan extra mineralen te voeren. “Een tekort kan het beste worden opgeheven via een allround mineralenmengsel, omdat er vaak een tekort is aan meerdere elementen. Her- haal het tankmelkonderzoek veertien dagen nadat de mineralenvoorziening is aangepast”, adviseert hij. Bij tekenen van een Seovermaat adviseert Muskens de maat van de seleniumvoorziening bij vijf koeien in midlactatie te onderzoeken in het bloed op GSH-Px. Bij bloedwaarden tussen 120-600 microgram GSH-Px per gram hemoglobine wordt aangenomen dat er een goede hoeveelheid Se beschikbaar is voor de koe. “In de melk stijgt het Se-gehalte vrij snel, in het bloed niet. Door het bloedonderzoek is na te gaan of er niet te veel Se is opgenomen door het dier.” >> PlattelandsPost | januari | nr.1 18 19 >>> Onjuiste dosering verleden tijd Met GD Tankmelk Mineralen worden via een eenvoudig tankmelkonderzoek de gehalten Se en I vastgesteld. Ook zou het bemesten van het weiland met 8 gram Na-selenaat per ha/jaar een optie kunnen zijn om het Se-tekort op te heffen. “Houd dan wel rekening met eventueel hoge waardes in het kuilgras en met het feit dat de waarden van andere spoorelementen als kobalt dan nog steeds te laag kunnen zijn. Pas de rest van de mineralengift hierop aan”, waarschuwt Muskens. Abonnement Volgens buitendienst-medewerker Sietske Zantinge is het tankmelkonderzoek een eenvoudige en betrouwbare methode die een goede indicatie van de mineralenopname geeft. Veehouders kunnen kiezen uit een basis, standaard of uitgebreid abonnement, bestaande uit twee, vier of zes metingen per jaar. De kosten bedragen Tabel 1. Interpretatie uitslagen (microgram/liter). Tekort Selenium<10 Jodium<25 Laag - Goed normaal 10-20 20-35 25-100 100-300 Hoog - normaal 35-45 300-500 Mogelijke overmaat >45 >500 Tabel 2. Se-behoefte (milligram/kg drogestof) (CVB-norm). Droogstand 1e deel 2e deel Selenium 0,13 0,13 Jodium 0,5 0,5 Lactatie 20 kg melk 0,15 0,5 40 kg melk 0,18 0,5 afhankelijk van het abonnement 69,95, 119,95 of 164,95 euro per jaar. Een eenmalige test kost 45 euro (excl. verzendkosten), laat Zantinge weten. De uitslagen worden op papier aangeleverd, maar zijn ook digitaal via VeeOnline in te zien. De onderzoeksresultaten worden ingedeeld in vijf categorieën: tekort, laagnormaal, goed, hoog-normaal, mogelijke overmaat (zie tabel 1). Op de uitslag is te zien hoe het bedrijf scoort. Dit wordt vertaald naar een passend advies. Naast toetsing met eerdere resultaten, is ook inzicht in uitslagen van collega-deelnemers mogelijk. “Uit marktonderzoek van de GD in 2012 blijkt dat veehouders gemiddeld 1000 tot 3000 euro op jaarbasis uitgeven aan mineralen. Bij meer dan 23 procent van de melkveehouders bedragen de kosten zelfs meer dan 3000 euro”, vertelt Zantinge. “Door efficiënter te voeren kunnen veehouders aanzienlijk besparen op de voerkosten en vermindert het risico op over- of onderdosering.” u PlattelandsPost | januari | nr.1 20 21