Studie over ‘de kerk’ Wat is een (plaatselijke) kerk? Lid worden van een (plaatselijke) kerk. Dat kan een boel vragen oproepen, alleen al over het begrip kerk. Wat is het verschil tussen een kerk en een gemeente? Wat is het verschil tussen een huisgemeente (kerk), een plaatselijk gemeente en de universele gemeente. Is er een zichtbare en een onzichtbare kerk? Wie behoren er tot de kerk? Ons woord 'kerk' komt van het Griekse woord, 'kuriakos'. Dit betekent letterlijk: 'van de Heer'. (Bijv. Hd 7:31, de stem van de Heer.) Het woord 'gemeente' komt van het Griekse woord 'ekklesia'. In het oude Griekenland werd dit woord gebruikt om een volksvergadering mee aan te duiden. Het was meestal een politieke vergadering, waarin de burgers met burgerrechten mochten stemmen over een bepaalde zaak. Het woord betekende dus: een vergadering van het volk (vgl. Hd 19:32). Maar veel Griekse woorden in het Nieuwe Testament hebben een oudtestamentische achtergrond, dat wil zeggen: een joodse achtergrond en niet een Griekse. De discipelen lazen in een Griekse vertaling van het Oude Testament, de LXX, de septuagint. En het Griekse woord 'ekklesia' is een vertaling van het Hebreeuwse woord 'qahal'. Dit woord wordt vooral gebruikt voor een samenkomst met een religieus doel. Dus niet een vergadering met een politieke, maar met een religieuze betekenis. De uitdrukking "de gemeente des Heren" is in het Grieks "ekklesia kuriakos". Ons woord gemeente komt van ekklesia (Fr: église) en ons woord kerk komt van kuriakos (Ned.: kerk, Eng: church en Duits: Kirche) . Dubbelop dus! Een ander Hebreeuws woord: 'edah' - dat vrijwel dezelfde betekenis heeft - wordt vooral vertaald met synagoge! Dit woord 'edah' heeft ook iets meer de betekenis van de religieuze gemeenschap in zijn geheel, dus heel het volk Israël. Terwijl 'qahal' meer op de samenkomst op zich duidt. (Vgl. Lev 4:13) Het woord 'ekklesia' wordt in de bijbel gebruikt voor • • • • Om de gelovigen in een bepaalde plaats aan te duiden: 1Cor 1:2, Hd 8:1, Hd 13:1 (zie ook: 2Cor 1:1, Gal 1:2, 1Tes 1:1, Hd 5:11, 11:22, 12:1,5, 14:23, 15:41, 16:5). Voor huisgemeenten: Rm 16:5, Col 4:15 (zie ook: 1Cor 16:19) Voor een heel gebied: Hd 9:31, 1Cor 16:19 (zie ook bij huisgemeenten) Wereldwijd (universeel): Mt 16:18, Ef 3:10 (zie ook: Ef 1:22, 3:21, 5:23-25,27,29,32 1Cor 10:32, 11:22, 12:28, Col 1:18,24) Hierbij is het opvallend, dat een plaatselijke groep gelovigen nooit wordt beschouwd als 'enkel een deel' van de gehele gemeente. Iedere groep, hoe klein ook, vertegenwoordigt de totale gemeenschap van gelovigen, de gemeente. Anders gezegd: een deel vertegenwoordigt het geheel en is niet minderwaardig aan het geheel. Elke plaatselijk gemeente is dus een volwaardige en volledige ekklesia. De gemeente is de gemeenschap van hen, die door Christus' dood gered en verzoend zijn met God en nieuw leven hebben ontvangen. De gemeente is universeel in haar wezen maar vindt expressie in plaatselijke groepen gelovigen (gemeenten), die dezelfde kwaliteiten in zich dragen als de gemeente van de Heer in haar totaliteit. Wanneer we dus zeggen: "de gemeente van Flevoland", dan worden daarmee dus alle gelovigen in Flevoland aangeduid. Direct wordt de enorme versplintering van de kerk anno de 21e eeuw zichtbaar. Er zijn vele kerken in Flevoland. Dit was in de tijd van het Nieuwe Testament nog heel anders. Al kwamen ze misschien samen in verschillende huizen (huisgemeenten), de gemeente van een bepaalde plaats was veel meer een eenheid dan nu. Wanneer we over ‘Evangelische kerk de Pijler' spreken, bedoelen we dus: een plaatselijke gemeente; eigenlijk - nieuwtestamentisch gezien - een zeer grote huisgemeente. Maar…, zoals we al zagen, is die plaatselijke gemeente een volwaardige de gemeente. Deze plaatselijke gemeente komt dan ook niets tekort (1Cor 1:1-9). Het is echter wel aan ons om dit alles zichtbaar te maken! Het is onze verantwoordelijkheid om de gemeente zo gestalte te geven, dat veel bijbelse waarheden d.m.v. haar tot uiting kunnen komen. Drie beelden van de kerk De kerk wordt in de bijbel wel vergeleken met drie metaforen: met een gebouw, met een lichaam en met een kudde. Het zijn drie beelden om te verduidelijken wat de kerk is. Een gebouw Zo bent u dus geen vreemdelingen of gasten meer, maar burgers, net als de heiligen, en huisgenoten van God, gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, met Christus Jezus zelf als de hoeksteen. Vanuit hem groeit het hele gebouw, steen voor steen, uit tot een tempel die gewijd is aan hem, de Heer, in wie ook u samen opgebouwd wordt tot een plaats waar God woont door zijn Geest. (Efeziërs 2:19-22) U hebt toch ondervonden hoe goed de Heer is? Voeg u bij hem, bij de levende steen die door de mensen werd afgekeurd maar door God werd uitgekozen om zijn kostbaarheid, en laat u ook zelf als levende stenen gebruiken voor de bouw van een geestelijke tempel. Vorm een heilige priesterschap om geestelijke offers te brengen die God, dankzij Jezus Christus, welgevallig zijn. (1 Petrus 2:4,5) Een lichaam Een lichaam is een eenheid die uit vele delen bestaat; ondanks hun veelheid vormen al die delen samen één lichaam. Zo is het ook met het lichaam van Christus. Wij zijn allen gedoopt in één Geest en zijn daardoor één lichaam geworden, wij zijn allen van één Geest doordrenkt, of we nu uit het Joodse volk of uit een ander volk afkomstig zijn, of we nu slaven of vrije mensen zijn. Immers, een lichaam bestaat niet uit één deel, maar uit vele. Als de voet zou zeggen: ‘Ik ben geen hand, dus ik hoor niet bij het lichaam,’ hoort hij er dan werkelijk niet bij? En als het oor zou zeggen: ‘Ik ben geen oog, dus ik hoor niet bij het lichaam,’ hoort het er dan werkelijk niet bij? Als het hele lichaam oog zou zijn, waarmee zou het dan kunnen horen? Als het hele lichaam oor zou zijn, waarmee zou het dan kunnen ruiken? God heeft nu eenmaal alle lichaamsdelen hun eigen plaats gegeven, precies zoals hij dat wilde. Als ze met elkaar slechts één lichaamsdeel zouden vormen, zou dat dan een lichaam zijn? Het is juist zo dat er een groot aantal delen is en dat die met elkaar één lichaam vormen. Het oog kan niet tegen de hand zeggen: ‘Ik heb je niet nodig,’ en het hoofd kan dat evenmin tegen de voeten zeggen. Integendeel, juist die delen van het lichaam die het zwakst lijken zijn het meest noodzakelijk. De delen van ons lichaam waarvoor we ons schamen en die we liever bedekken, behandelen we zorgvuldiger en met meer respect dan die waarvoor we ons niet schamen. Die hebben dat niet nodig. God heeft ons lichaam zo samengesteld dat de delen die het nodig hebben ook zorgvuldiger behandeld worden, zodat het lichaam niet zijn samenhang verliest, maar alle delen elkaar met dezelfde zorg omringen. Wanneer één lichaamsdeel pijn lijdt, lijden alle andere mee; wanneer één lichaamsdeel met respect behandeld wordt, delen alle andere in die vreugde. Welnu, u bent het lichaam van Christus en ieder van u maakt daar deel van uit. (1 Korintiërs 12:12-27) Een kudde Hij roept zijn eigen schapen bij hun naam en leidt ze naar buiten. Wanneer hij al zijn schapen naar buiten gebracht heeft, loopt hij voor ze uit en de schapen volgen hem omdat ze zijn stem kennen. (Johannes 10:3b,4) Daarom worden leiders van een gemeente ook wel ‘herders’ genoemd Deze beelden laten zien dat ‘samen’ heel erg belangrijk is in de kerk. Samen mogen we als levende steen, als lid van het lichaam, als schaap van de kudde, gemeente zijn. Dat samen krijgt in de bijbel erg veel nadruk. Zie ook al de ‘elkaar’-teksten in het Nieuwe Testament. Het christelijk geloof krijgt handen en voeten in de relatie die iemand heeft met zijn naaste. De gemeenschap met elkaar en alles wat daarbij hoort ervaren en uitleven, dat is de bedoeling van de gemeente. Groeien in liefde voor elkaar, toegroeien naar het beeld van Jezus Christus. En dat kan alleen met behulp van God en op grond van zijn Woord. … leef in vrede met elkaar… Marcus 9:50 … elkaars voeten wassen… Johannes 13:14 … heb elkaar lief… Johannes 13:34 … elkaar liefhebben… Johannes 13:34 … heb elkaar lief… Johannes 15:12 … heb elkaar lief… Johannes 15:17 … houd veel van elkaar als broeders en zusters… Romeinen 12:10 … toon respect voor elkaar… Romeinen 12:10 … het enige dat u elkaar schuldig moet zijn is liefde… Romeinen 13:8 … elkaar niet langer veroordelen… Romeinen 14:13 … aanvaard elkaar… Romeinen 15:7 … elkaar terecht te wijzen… Romeinen 15:14 … groet elkaar met de heilige kus… Romeinen 16:16 … wanneer u dus, broeders en zusters bij elkaar komt om de maaltijd te gebruiken… 1 Korintiërs 11:33 … de lichaamsdelen moeten zorg hebben voor elkaar… 1 Korintiërs 12:25 … groet elkaar met een heilige kus… 1 Korintiërs 16:20 … groet elkaar met de heilige kus… 2 Korintiërs 13:12 … wees elkaar juist dienstbaar in een geest van liefde… Galaten 5:13 … maar als u elkaar als dieren bijt en verscheurt, pas dan op dat u niet door elkaar verslonden wordt... Galaten 5:15 … en elkaar niet uitdagen en benijden… Galaten 5:26 … helpt elkaars lasten te dragen… Galaten 6:2 … en verdraag elkaar liefdevol… Efeziërs 4:2 … wees goed en hartelijk voor elkaar… Efeziërs 4:32 … en vergeef elkaar… Efeziërs 4:32 … zing met elkaar psalmen, hymnen en geestelijke liederen… Efeziërs 5:19 … onderwerp u aan elkaar uit eerbied voor Christus… Efeziërs 5:21 … lieg ook niet tegen elkaar… Kolossenzen 3:9 … verdraag elkaar… Kolossenzen 3:13 … vergeef elkaar als iemand over een ander te klagen heeft… Kolossenzen 3:13 … Leer en vermaan elkaar in alle wijsheid… Kolossenzen 3:16 … liefde voor elkaar en voor allen steeds groter maakt… 1 Tessalonicenzen 3:12 … elkaar lief te hebben… 1 Tessalonicenzen 4:9 … troost elkaar dus hiermee… 1 Tessalonicenzen 4:18 … blijf elkaar hiermee troosten en steunen… 1 Tessalonicenzen 5:11 … moedig elkaar elke dag aan… Hebreeërs 3:13 … laten we op elkaar letten en elkaar aansporen tot liefde en goede daden… Hebreeërs 10:24 … elkaar juist aanmoedigen… Hebreeërs 10:25 … spreek geen kwaad van elkaar… Jakobus 4:11 … maak elkaar geen verwijten… Jakubus 5:9 … beken dus aan elkaar uw zonden… Jakobus 5:16 … en bid voor elkaar… Jakobus 5:16 … heb elkaar dan ook met hart en ziel lief… 1 Petrus 1:22 … in de eerste plaats moet u elkaar met hart en ziel liefhebben… 1 Petrus 4:8 … stel uw gaven… in elkaars dienst… 1 Petrus 4:10 … in de omgang met elkaar, siert een bescheiden houding u allen… 1 Petrus 5:5 … groet elkaar liefdevol met een kus… 1 Petrus 5:14 … dat we elkaar moeten liefhebben… 1 Johannes 3:11 … elkaar liefhebben… 1 Johannes 3:23 … laten we elkaar liefhebben… 1 Johannes 4:7 … moeten wij ook elkaar liefhebben… 1 Johannes 4:11 … maar als we elkaar liefhebben… 1 Johannes 4:12 … laten we elkaar liefhebben… Waarom kent de Pijler een formeel lidmaatschap? Op het moment van bekering en doop wordt iemand lid van het universele lichaam van Christus. In de bijbel is het altijd zo dat iemand die lid is van het universele lichaam ook ‘deelnemend’ lid is van het plaatselijke lichaam. Het universele lichaam vindt haar expressie in plaatselijke groepen van gelovigen, in een plaatselijk lichaam. De bijbel roept ons ook op om onze eigen! bijeenkomsten niet te verzuimen (Heb 10:25), daar vinden we de gemeenschap met broeders en zusters. Het formele lidmaatschap is het plaatselijk zichtbaar maken van een reeds bestaand universeel lidmaatschap. Het is de verantwoordelijkheid van de oudstenraad en de voorgangers om de kudde te hoeden en te weiden. Zij dragen veel verantwoordelijkheid voor het reilen en zeilen in de kudde (Hd 20:28, 1Pt 5:2). Om deze taak naar behoren te kunnen uitvoeren is het voor hen (en de gemeenteleden) waardevol om op een gegeven moment te weten ‘wie bij de kudde hoort en wie niet’. Dit t.a.v. het delegeren van verantwoordelijkheden, het vermanen, het geven van de pastorale zorg, etc. De verantwoordelijkheden die gemeente zijn met zich mee brengt schrikt soms af. Maar verbondenheid, gemeenschapszin, verantwoordelijkheden t.o.v. elkaar; dit zijn centrale begrippen in de christelijke omgang met elkaar. Het formele lidmaatschap maakt zichtbaar dat je volmondig ja zegt tegen deze plaatselijke gemeenschap en dat je bereid bent verantwoordelijkheden op je te nemen en zorg te delen. In een kleine gemeente zou er niet eens een officieel lidmaatschap nodig zijn om deze functie, het zichtbaar maken van iemands toewijding, duidelijk te krijgen. Maar in een grote gemeente, waar lang niet iedereen elkaar meer kent, is de vorm van een officieel lidmaatschap nodig om aan de functie ervan gestalte te kunnen geven. Sommige kerken maken een onderscheid tussen doopleden en belijdende leden. Er zijn ook kerken die een tijdelijk lidmaatschap kennen wat dan telkens weer vernieuwd kan worden. De Pijler kent op dit moment een (in principe) éénmalig lidmaatschap.