- Scholieren.com

advertisement
Domein D: Totale markt
Vraag en aanbod.
Vraaglijn en aanbodlijn.
Vraaglijn daalt, want als de prijs van een product stijgt neemt de vraag af.
Aanbodlijn stijgt, want als de prijs van een product stijgt, het aanbod toeneemt.
Collectieve vraag en het collectieve aanbod.
Je kunt het evenwichtspunt afleiden.
Het evenwichtspunt is het punt waarin vraag en aanbod aan elkaar gelijk zijn.
NIET hetzelfde als het break-even punt, break-even is bij 1 producent en dit is gehele
markt.
Evenwichtspunt: Qv = Qa (P’s links en getallen rechts)
Uitkomst = P, P invullen in één van de formules en die uitkomst is de afzet.
Wat beïnvloedt de vraag?
- De prijs van het product zelf.
- De prijs van andere producten.
- Het aantal vragers.
- Het inkomen.
- De voorkeuren.
- De rente.
Verschuiving van de prijsvraaglijn.
Stel het inkomen van een consument neemt toe: dan schuift de prijsvraaglijn naar rechts
want er worden meer (in dit voorbeeld) IPads verkocht bij dezelfde prijs.
Neemt de vraag toe? Vraaglijn naar rechts.
Neemt de vraag af? Vraaglijn naar links.
Wat beïnvloedt het aanbod?
- De winst er product (hogere verkoopprijs, lagere productiekosten).
- In totaal meer producenten.
- Meer productie per producent.
Verschuiving van de aanbodlijn.
Toename aantal producenten? Aanbodlijn naar rechts.
Afname aantal producenten? Aanbodlijn naar links.
Prijselasticiteit van de vraag.
Hoe sterk reageert de vraag naar een product op een verandering van de prijs van het
product?
% verandering hoeveelheid
Prijselasticiteit = ----------------------------------% verandering prijs
Uitkomst kleiner dan -1? Product = prijselastisch
Uitkomst tussen -1 en 0? Product = prijsinelastisch
Uitkomst 0? Product = volkomen inelastisch
Inkomenselasticiteit.
Hoe sterk reageert de vraag naar een product op een verandering van het inkomen?
% verandering hoeveelheid
Eiv = --------------------------------------% verandering inkomen
Inkomenselasticiteit:
Onder 0? Inferieure goederen
Tussen 0 en 1? Primaire goederen
Groter dan 1? Luxe goederen
Kruislingse prijselasticiteit.
VB: hoe sterk reageert de vraag naar Apple IPad’s op een verandering van de prijs van
Samsung Galaxy Tab’s.
Procentuele verandering hoeveelheid product X
Ek = ------------------------------------------------------------Procentuele verandering van prijs van product Y
Uitkomst kruislingse elasticiteit:
Positief getal: substitutie goederen +
--- = + en --- = +
+
Negatief getal: complementaire goederen +
--- = - en --- = Consumentensurplus:
Marktprijs van een IPad = €379,- Een consument is bereid €500,- te betalen.
De consument krijgt de IPad dus voor €500 - €379 = €121,- minder.
Consumentensurplus is dan dus €121,Consumentensurplus is dus het verschil tussen de marktprijs en wat de consument
bereid is te betalen voor het product.
Producentensurplus:
Marktprijs van een IPad = €379,- Apple is bereid om een IPad voor €299,- te verkopen.
De producent op de markt krijgt dus €379 - €299 = €80,- meer voor de IPad.
Producentensurplus is dan dus €80,Producentensurplus is dus het verschil tussen de marktprijs en de minimale prijs die
een producent wil ontvangen voor zijn product.
Surplus berekenen?
Basis x Hoogte : 2.
Maximumprijzen worden ingesteld om de consumenten te beschermen.
Minimumprijzen worden ingesteld om de producten te beschermen.
Inzoomen op één producent.
Break-even punt is de productieomvang waarbij geldt:
TO = TK, totale opbrengst = totale kosten.
TO en TK niet gegeven? Met de GO en GTK lijn kun je ook break-even afleiden.
GO = gemiddelde opbrengst, GTK = gemiddelde totale kosten.
Break-even is wanneer een bedrijf geen winst en geen verlies maakt.
Maximale Winst is MO = MK. (marginale opbrengst = marginale kosten)
Hoe bereken je maximale winst bij volkomen concurrentie?
Volkomen concurrentie is 1 producent op een markt met heel veel aanbieders.
Omdat deze aanbieder 1 van de vele aanbieders is, heeft hij geen invloed op de prijs.
Uit de grafiek aflezen wanneer zijn winst maximaal is.
We weten: maximale winst is MO = MK. Snijpunt = maximale winst.
Prijs per product aflezen en dat vermenigvuldigen met het aantal producten (evenwicht)
Hier krijg je een getal uit, dit getal is zijn opbrengst.
Maar hoeveel kost elk product, deze producent? Als je geen TK lijn hebt, kijk je naar GTK.
Je kijkt bij het aantal producten zoals bij maximale winst.
Snijpunt levert aan de Y-as ook een getal op.
Dit getal doet je keer het aantal producten bij de maximale winst.
Antwoord hiervan, haal je af van je antwoord bij maximale winst.
Nú heb je de maximale winst.
Totale opbrengst = totale winst – totale kosten.
TW = TO - TK
Download