- Scholieren.com

Antwoorden Kapitel 5 – Schule und Schüler
Einleitung
a+b
eigen antwoord
c
A Sport
B Geschichte
C Chemie
D Mathe
Opdracht 1.1
1. Nee
2. De kinderen die op het platteland wonen
3. met de bus, metro of tram
4. met ski’s
Opdracht 2.1
1. op de eerste schooldag van de basisschool
2. snoep, schriften, pennen, linialen
Opdracht 3.1
1. nee
2. sport, talen, creatieve AG's
3. Ze zijn gratis, alleen voor Krea-AGs moet je het materiaal betalen.
Opdracht 3.2
1F; 2R; 3R; 4F; 5R
Opdracht 3.3
1. Tribüne
2. Spielerin
3. vorne
4. Schiedsrichter
5. Gitarre
6. lesen
7. reservieren
8. Ball
9. Musik
10. Ferien
Opdracht 3.5
a
1. Der
2. Die
3. Die
4. Der, die
5. Die
6. die
7. Das
8. die
b
1. fragt
2. gelernt
3. Wohnst
4. vergesse
5. steht – auf
6. duschen
7. geht
8. ist
9. gefragt
10. gemacht
c
1. er
2. sie
3. sie
4. er
5. es
6. sie
7. sie
8. es
9. es
10. er
Opdracht 3.6
b
1. die Frage, schwierig
2. Die Schule
3. Wir verstehen, die Antwort
4. Der Stundenplan, Tasche
5. Klasse, Schüler
6. Hausaufgaben, vergessen
7. Die Lehrerin, Klassenzimmer
8. Fach, Noten
Opdracht 4.1
1A; 2B; 3A; 4A; 5B
Opdracht 4.2
Aktivitäten Klasse 7: streetdance
Aktivitäten Klasse 8: badminton
Aktivitäten Klasse 9: tassen ontwerpen
Opdracht 4.3
2. keine
3. eine
4. kein
5. ein
6. eine
7. keine
8. kein
9. ein
10. ein
11. keine
12. ein
13. eine
14. kein
Opdracht 5.1
1R; 2R; 3F; 4F; 5R; 6R
Opdracht 6.1
1. 'geen school' en 'schoolvrij'
2. Pause
3. watjes
4. discoliedjes
5. Duits, biologie en muziek
Opdracht 6.3
Familienname
Alter (leeftijd)
Geschwister
Hobbys
Klasse
Lieblingsfächer
bester Schultag
nicht so guter
Schultag
Meinung über
Deutsch
Opdracht 7.1
a eigen antwoord
b
1. Deutsch
3. Englisch
4. Französisch
5. Geschichte
6. Erdkunde
7. Biologie
9. Chemie
10. Mathe
11. Religion
Hanna
Müller
13
2
voetbal, chatten
8
sport, kunstvakken, Engels
woensdag
vrijdag
Sascha
Klein
14
0
gitaar spelen, (voetbal)
9
muziek en wiskunde
dinsdag
donderdag
moeilijk, maar een leuke
lerares
niet eenvoudig, heeft vaak problemen met
de leraar
12. Kunst
13. Sport
14. Musik
Opdracht 8.1
a
1. Tamburin
2. Rassel
3. Mundharmonika
4. Holzratsche
5. Waschbrett
6. Kontrabass
b
1. Hoe klinkt blues? / Waar komt deze stijl muziek vandaan?
2. drie
3. een platenspeler
4. Een beroemde Amerikaan die mondharmonica speelde.
5. Dan spelen de leerlingen samen met de band.
Opdracht 9.1
1. 'loopt het met jullie nog eens net zo af als met mij.'
2. Als jullie je best niet doen op school, dan worden jullie ook nog eens leraar! Hij wil daarmee zijn
leerlingen afschrikken: als je slecht op school bent, dan word je nog eens een leraar, en welke leerling
wil nou leraar worden? Dat is wel heel verschrikkelijk…
3. Hij vindt het leraarschap kennelijk een baan voor sukkels.
Opdracht 10.1
1. wiskunde
2. Oostenrijk
3. De bagagekoffer van zijn brommer is opengegaan en alle toetsen vlogen door de lucht.
4. Van sommige leerlingen werd het werk niet teruggevonden.
Opdracht 10.2
a
1. Kerst
2. leuk / knap
3. op een andere plek / naast Jan
4. warm
5. huiswerk
6. Duits
b
1G; 2D; 3A; 4F; 5H; 6C; 7E; 8B
Opdracht 10.3
a. Kugelschreiber
b. Schultasche
c. Klassenzimmer
d. Pausenbrot
e. Wörterbuch
f. Buntstift
g. Radiergummi
h. Landkarte
i. Taschenrechner
j. Stundenplan
Opdracht 10.4
b
1. gestern, vorgestern
2. aufstehen, frühstücken
3. Nachmittags, nach Hause
4. heute, morgen
5. Zuerst, danach
6. Morgens, essen wir
Opdracht 11.1
a
1F; 2R; 3F; 4R; 5R; 6R
Opdracht 12.1
a
1. Nieuwe school, nieuwe leraren, geen paniek!
2. Met je ouders en leraren gaan praten.
3. Je zult de oude niet kwijtraken, je zult nieuwe leren kennen.
4. goed in de les opletten, je schoolwerk goed organiseren
b
eigen antwoord
Opdracht 12.2
1. Deutsch
2. Mathematik
3. Biologie
4. Religion
5. Französisch
6. Geschichte
Opdracht 12.3
2. ein
3. keine
4. ein
5. kein
6. ein
7. keine
8. ein
9. kein
10. ein
11. keine
12. eine
Opdracht 14.2
a
1. Kinder müssen Musikunterricht haben
2. Kinder muss man ausfragen
3. Kinder brauchen Spielzeug zum Spielen
4. Jungs sollte man keine Pistole schenken
Opdracht 14.2
Montag
1 Englisch
2 Religion
3 Sport
4 Sport
5 Mathe
6 Kunst
Opdracht 15.1
a+b
1.
Tekening D
Gesprek III
Dienstag
Deutsch
Niederländisch
Geschichte
Französisch
Erdkunde
Französisch
2.
B
IV
3.
C
I
Mittwoch
Englisch
Musik
Musik
Biologie
Physik
Mathe
Donnerstag
Physik
Geschichte
Erdkunde
Kunst
Niederländisch
Deutsch
Freitag
Chemie
Chemie
Niederländisch
Deutsch
Physik
Biologie
4.
A
II
d
1. Essen und Trinken ist im Unterricht verboten.
2. Die Klassenregeln stehen meistens in der Schulordnung.
3. Wir müssen respektvoll miteinander umgehen.
4. Bücher und Hefte liegen zu Unterrichtsbeginn auf dem Tisch.
Opdracht 17.1
Het woordje bitte staat hier in vraagzinnen tussen haakjes op de twee plaatsen waar je het kunt
invoegen (halverwege de vraag of helemaal aan het einde)!
1. Guten Tag / Guten Morgen, Herr / Frau...!
2. Ich habe Geburtstag. Darf ich (bitte) Süßigkeiten ausgeben (bitte)?
3. Können Sie das (bitte) nochmal erklären (bitte)?
4. Darf ich mich (bitte) neben Piet setzen (bitte)?
5. Entschuldigung, darf ich (bitte) zur Toilette gehen (bitte)?
6. Können Sie das (bitte) wiederholen (bitte)?
7. Darf ich das Fenster (bitte) aufmachen (bitte)?
8. Schönes Wochenende!
Opdracht 17.4
1. das Dreieck
2. die Schere
3. der Anspitzer
4. der Trichter
5. der Stuhl
6. der Pinsel
7. das Buch
8. der Füller
9. die Brille
10. der Bleistift
11. das Etui
Opdracht 18.1
1F; 2R; 3R; 4F
Opdracht 18.2
a
1. Minuten – Schalter
2. Polar – Kreis
3. Schweiß – Kabine
4. vogel – frei
b
1. het modelvliegtuig
2. de verenigingsmascotte
3. het liefdesavontuur
4. het kindergeschreeuw
5. de oplossing van het probleem
Opdracht 19.1
b
1. Ich heiße … und ich bin … Jahre alt.
2. Ich besuche die … .
3. Ich gehe in Klasse … .
4. Ich habe … Fächer.
5. Mein Lieblingsfach ist … . … mag ich nicht.
6. Ich habe meistens … Unterrichtsstunden an einem Tag.
7. Ja / Nein, wir arbeiten in den Unterrichtsstunden nicht / regelmäßig in Gruppen oder Zweiergruppen
….
8. Ja / Nein, wir arbeiten in den Unterrichtstunden nicht / regelmäßig mit ICT … .
9. Ja / Nein, ich habe ( nicht) viele Hausaufgaben.
10. Ich gebe die Note … .
Opdracht 19.2
1
2
3
staat om … uur op
is om … uur beneden
eet dit bij het ontbijt
4
drinkt dit bij het ontbijt
5
vertrekt op … uur van
huis
is om … uur op school
heeft het eerste uur
6
7
Mittwoch
ongeveer half 7
7
twee boterhammen met
kaas
een glas melk
Freitag
ongeveer kwart over 6
kwart voor 7
twee boterhammen met honing en jam
half 8
een glas sinaasappelsap en een kopje
thee
kwart over 7
10 voor 8
klas 9A, voor Engels
5 voor 8
Duits
Opdracht 19.3
c
1 darf
2. mag
3. Magst
4. kann
5. dürfen
6. kann
7. Könnt
8. mag
Opdracht 19.4
a
Dialoog 1 (variaties hierop zijn mogelijk)
A: In was für eine Schule gehst du?
B: Ich gehe in die Hauptschule.
A: In welcher Klasse bist du?
B: Ich bin in Klasse 8B.
A: Was ist dein Lieblingsfach?
B: Mein Lieblingsfach ist Mathe.
A: Wie findest du Deutsch?
B: Das finde ich super.
Dialoog 2 (variaties hierop zijn mogelijk)
A: Was machst du in der Pause?
B: Dann rede ich mit Freunden.
A: Wie spät ist die Schule aus?
B: Um halb drei.
A: Was machst du abends?
B: Dann trainiere ich.
A: Wie spät gehst du schlafen?
B: Um Viertel nach zehn.
Opdracht 20.1
a
1. buitenschoolse activiteiten, sport, theater, een andere taal leren en huiswerk maken
2. scholengemeenschap
3. de klassenleraar
4. eigen antwoord
5. zevende/achtste klas
6 15/16 jaar
b
1. Eins
2. Sechs
c
eigen antwoord
Opdracht 20.3
1. Kannst
2. darf
3. möchte
4. können
5. kann
6. Mögt
7. möchte
8. dürfen
9. Magst
10. mag
Opdracht 20.4
Satz
Dat zijn de personen die in Duitsland een eigen lokaal hebben.
Dat krijgen leerlingen van de basisschool op de eerste schooldag mee.
Dat is de afkorting voor buitenschoolse activiteiten.
Dat is hoogste cijfer in Duitsland.
Dat zijn cijfers voor gedrag en meedoen.
Op zo'n school zitten leerlingen die de hele dag naar school gaan.
Dat is het laagste cijfer in Duitsland.
Dat is het cijferoverzicht dat je een paar keer per jaar krijgt.
Dat is een bekend type school in Duitsland.
Dat is het overzicht van vakken en lokalen per klas.
Antwort
die Schüler
Schultüte
AG
eine Eins
Kopfnoten
Ganztagsschule
eine Sechs
Zeugnis
Hauptschule
Stundenplan