CONGENITALE NIERAANDOENINGEN 1. Hypoplasie 2

advertisement
CONGENITALE NIERAANDOENINGEN
1. Hypoplasie
= Te weinig aanleg van overigens normaal nierweefsel
A. Agenese:Geen ureterknop gevormd
Unilateraal
 bij 1/1000
 50-70% geass urogenitale afwijkingen)
Bilateraal
 1/7000 – 1/10000
 Oligohydramnios → longhypoplasie & Pottersyndroom →
neonatale sterfte
B. Hypoplasie: te weinig nefronen
Te weinig splitsing ureterknop
Te weinig nefron-inductie
Combinatie
Geeft hypertrofie van de nefronen focale sclerose → te weinig nefronen →
progressief instellende NI
Prognose afh van aantal gevormde nefronen
Beeld: normale of kleine nieren
2. Dysplasie
= aanlegfout
≠ premaigne!
Malformatie → mstl door obstructie-atresie van kelk of ureter
o Hoge obstructie (nierbekken) → volledig abnormale nier
o Lage obstructie (blaashals, uretraklep) → enkel laatst gevormde nefronen
zijn abnormaal
Kan in kader genetische aandoening: beide nieren abnl, meestal talrijke cysten
Histologie: fout in de inductie → fout weefsel in de nier
o Peritubulair glad spierweefsel
o Kraakbeen
o Resten van nefrogene ampulla
o Aplasie, cysten
ERFELIJKE NIERZIEKTEN
1. Autosomaal dominante Polycystose
Voorkomen: 1/400 – 1/1000
Opm: Vrij frequent voor autosomaal dominante ziekte → veel spontane mutaties de novo
Altijd bilateraal!
2 types:
o 85%: PKD1 = Genetisch defect chrom 16 → overexpressie polycystine =
transmembraaneiwit → cellen hechten aan elkaar en aan extracell matrix → cysten
o 15%: PKD2 = genetisch defect chrom 4 → overexpressie eiwit dat polycystine
transporteert en verankert. Meer gunstige prognose.
Symptomen
o Renaal:
 Start op volwassen lft (cysten groot genoeg).
 Hematurie (micro/macroscopisch)
 Pijn in nierstreek door bloeding in cyste → spanning/druk
Indien bloed niet kan afgevoerd worden → lijkt op koliek
 Infectie cyste → hoge koorts!
R/: AB (quinolone) langdurig (6w) want cyste niet altijd in contact met urine
 Secundaire Hypertensie
 Anemie: weinig uitgesproken en pas laat wegens lang behoud EPOproductie in interstitium
 Géén verhoogd risico op cancerisatie cysten (<-> Von Hippel-Lindau)
o
Extrarenaal:
 Levercysten (70% > 60j)
 Pancreascysten
 Liesbreuken
 Darm: Verhoogd risico op diverticulose
 Klepinsuff: aorta, mitralis, tricuspid
 Intracerebrale aneurysmata (freq ↑ met lft)
Diagnose
Macroscopische diagnose! → echo
Opm: screening pas zinvol vanaf 20-25 jaar, daarvoor cysten makkelijk gemist wg te klein
Evt CT = gevoeliger maar duur → geen routine
Prognose
o Nierinsuff bij 70-75%
o Neg Beïnvloed door
 Jonge Leeftijd bij diagnose
 Hypertensie (controleren!)
 Zwarte ras
 Mannelijk geslacht
 Type 1 PKD
R/:
o experimenteel
 Somatostatine
 Vaptanen: verlagen vochtinstroom in cysten

o Anti-hypertensiva: ACE-I/ sartanen
o Pijnbehandeling
o Infectie: AB quinolonen 6w
2. Autosomaal recessieve polycystose (Fanconi)
Incidentie: 1/10000 – 1/40000
Obligaat samen met leverfibrose!
Defect gen op chromosoom 6p21 → fibrocystine → EGF-like
Radiaire tubuleuze cysten op verloop tubuli colligentes
2 vormen
o Ernstig:
 Prenataal
 Nierinsuff → oligohydramnios → Potter syndroom → longhypoplasie,
misvormingen, …
 2 grote nieren → moeilijke bevalling
 Vroegtijdige dood
o
Minder ernstig
 Langer overleven
 leverproblemen
3.
Medullaire sponsnier (Cacchi – Ricchi)
incidentie: 1/5000 – 1/20000
erfelijk? Autosomaal dominant?
Ontwikkelingsstoornis → verwijding medullair deel van de urinaire verzamelbuizen, kan evt
unilateraal en focaal zijn
Symptomen (vaag!)
o Op volwassen lft : 40-50 j
o Microsc of macrosc hematurie
o Urinaire infecties
o +/- Concentratiestoornissen (urine)
o +/- Distale renale acidose
o +/- hyperCa-urie → +/- nefrolithiasis
o zeer zelden nierinsuff
diagnose:
i.v. pyelografie → typisch beeld: met contrast gevulde verzamelbuisjes = fijne radiaire
streepjes op nierpapillen gecentreerd
4.
Medullaire cystenier
cysten in de medulla + interstitiële fibrose
ontdubbelde tubulaire BM
2 vormen
o Autosomaal recessief (Fanconi)
 Kinderen
 Nierinsuff na enkele jaren
 Polyurie (opnieuw bedwateren) : interstitiële fibrose → cortico-medullaire
gradiënt, nodig voor concentratie vd urine, neemt af!
 Zoutverlies
 Tapetoretinale degeneratie → blindheid (= syndr van Senior)
 Leverfibrose
 Afwijkingen kleine hersenen
o
5.
Autosomaal dominant (milder)
 > 30 j
 Polyurie
 Zoutverlies
 Zelden nierinsuff
Syndroom van Alport
Afwijking in niet-collageen deel van collageen type IV
Dominant erfelijk
Meestal X- gebonden →
o ♀: minder ernstig ( nog deels normale collageen IV): nierinsuff rond 40-50j
o ♂: meer uitgesproken: nierinsuff vanaf 30 j
Symptomen
o Hematurie
o Proteïnurie
o perceptiedoofheid (aantasting BM binnenoor)
o Cataract (aantasting BM oog)
o Hypertensie
o Progressieve nierinsuff
diagnose:
o grondige famiiale anamnese!!
o Labo
o audiogram
o Soms biopsie ter bevestiging
Histologie
o Brede, hobbelige BM
o Geen donkere band = lamina densa (= binnenste brede band BM waar coll IV zit)
eerder fragmenten
o
Immunohistochemie:
 Controlekleuring: coll. IV alfa 1
 Coll. IV alfa 3 kleurt niet aan! ( bij vrouwen partieel afwezig)
Behandeling
o Antihypertensiva om stadium van nierinsuff uit te stellen → ACE-I (sartanen)
o Transplantatie: bij 10% worden antistoffen gevormd tg normale coll IV alfa3 in de
getransplanteerde nier → anti-BM-glomerulonefritis
CASUS




♂, 17 j
Bloed: K: 5,93 mmol/L → licht verhoogd, geen onmiddellijke actie nodig
Creatinine: 2,27 mg/dl
eGFR < 40
→ nierinsufficiëntie:
 acuut of chronisch?
→ navragen HA: al stijging creatinine sinds 2-3 jaar
→ CHRONISCH

pre-renaal, renaal of post-renaal?
→ Echo: normale grootte, geen argumenten voor obstructie → niet
post-renaal
→ KO: geen hypovolemie → niet pre-renaal
→RENAAL! → urine OZ doen!
 Urine:
o Totaal eiwit 6,01 g / 24u
→ proteïnurie in de nefrotische range
→past bij renaal probleem
→maar GEEN nefrotisch syndroom want geen oedemen, geen hypoalbuminemie, geen hyperlipidemie
o
o
Stick:
 heem +++
 proteïne +++
sediment:
 RBC 257/µl, 80% dysmorf → glomerulaire pathologie
 (Familiale) anamnese
o Moeder & oom: niertransplant
o Zus: hematurie maar nog nle nierfunctie (vrouw typisch milder verloop
Alport want X-gebonden)
o Gezichtsproblemen sinds enkele jaren
o Lichte gehoorsvermindering
→ALPORT! Geen biopsie nodig ter diagnose!
6.
Dunne basale membraanziekte
Autosomaal dominant
♀>♂
symptomen
o Microscopische dysmorfe hematurie op jonge leeftijd
o zz lichte proteïnurie
o Mstl:
 Geen afwijkende nierfunctie
 Geen nierinsuff
 Geen hypertensie
Diagnose:
grondige familiale anamnese = mstl voldoende, niet alijd biopsie nodig, soms (bij twijfel) ter
bevestiging
Histologiebeeld: →Afwijkende dikte BM:
 normaal: 300 nm
 dunne BM-ziekte: < 200 nm
Andere erfelijke nefropathieën
1. Nagel-Patella syndroom
Hematurie & proteïnurie
Nierinsuff bij 10%
Typisch afwijkingen van de nagels
Hypoplastische patella
Subluxatie
Elleboogafwijkingen
2. Ziekte van Fabry
Hematurie & proteïnurie
Nierinsuff rond 50j
Kleine angiohematomen huid
Erfelijke tubulopathieën
1. Renale glucosurie
2. Cystinurie
Transportstoornis voor bep AZ → stenen
3. Tubulaire acidose
Prox: gestoorde bicarb reabs
Distaal: onvermogen H-secretie
4. Nefrogene DM
5. Hypofosfatemische rachitis
Stoornis in fosfaatreabsorbtie in de PT
6. Cystinose
Transportstoornis van cystine over lysosomale membraan → nierinsuff op 5-6 j
Download