E+B Naam: ……………………………… Klas: 1A…… /17 Nr.: ………… V* Datum:…………………………… /5 SO….: G24 + G25 Machten en vierkantswortels van natuurlijke getallen Tot. /22 Parate kennis /3 Vul in hoe je geleerd hebt: Niet bekeken Gelezen Mondeling geleerd / opnieuw gemaakt Schriftelijk geleerd / opnieuw gemaakt Knooppunt Theorie Oefeningen B 1) Vul het kader verder aan. 2.2.2 3.3 Schrijf de vermenigvuldiging als een macht. Grondtal Exponent /3 B B V V 2) Reken uit. a) 1004 = …………………………… d) 130 = ……………………………. b) 120 = ……………………………… e) 7² = ………………………………. c) 122 = …………………………….. f) 43 = ………………………………. 3) /3 Vul in met >, < of =. a) 32 ………….. 23 b) 121 ………… 112 c) 100 ………… 1000 4) Vind het juiste getal. d) 63 ………… 72 e) 13 …………. 112 f) 53 …………. 35 a) Van welk getal is het kwadraat gelijk aan 121? ……………………………………… b) Van welk getal is het kwadraat gelijk aan 144? ………………………………………. c) Welke macht met exponent 2 is gelijk aan 81? ……………………………………….. d) Van welk getal is het kwadraat het drievoud van het getal zelf? ……………………… 5) We gooien een muntstuk 5 keer in de lucht. Het muntstuk kan op kop of munt vallen. a) Hoeveel verschillende uitkomsten zijn er mogelijk? Welke bewerking heb je gebruikt? ……………………………………………………………………………….. b) Hoeveel verschillende uitkomsten zijn er mogelijk als ik het muntstuk 10 keer in de lucht gooi? ……………………………………………………………………………….. /3 /2 /2 B B 6) Reken uit en vul in. a) √9 = ……….. want …………………. b) √64 = ……….. want ……………… /4 7) Omcirkel de getallen die een vierkantswortel hebben in N a) 16 b) 1 V c) √169 = …….. want …………………. d) √49 = ……….want …………………. 160 10 1600 100 /2 8) Vul de definitie verder aan. Vierkantsworteltrekking: a en b zijn natuurlijke getallen √π = b als ……………………………………………………………………………… /1 Parate kennis: hoeken meten vad. n° 83-84 Geef de naam van de soort hoek en schrijf op hoe groot de hoek is. /3 Naam: …………………………….. Naam: …………………………… Naam: …………………………….. πΈΜ = ………………………… πΏΜ= ………………………... Μ = ………………………… πΎ