Tabel 3 - Anti-emetica Geneesmiddel/ Werkingsmechanisme Toedieningsvormen Metoclopramide Tablet, drank, zetpillen, injectie • • • Domperidon Tablet, suspensie, zetpil • Dosering Dopamine-2-antagonist (centraal + perifeer) Zwakke serotonine (5HT3)-antagonist 5HT4-agonist (bevordert maagontlediging) Dopamine-2-antagonist (centraal + perifeer) • • 3-4 dd 10-20 mg p.o. of 2040 mg supp. 40-100 mg/24 uur s.c./i.v. Dosering p.o. : rectaal: s.c./i.v. = 1 : 2 :1 Bijzonderheden • • • 3-4 dd 10 mg p.o 3-4 dd 60 mg supp. • • • • • • Kan koliekachtige buikpijn bij ileus doen verergeren Niet combineren met anticholinergica Centrale bijwerkingen: extrapiramidale stoornissen, acathisie, sufheid Alternatief voor metoclopramide Kan koliekachtige buikpijn bij ileus doen verergeren Niet combineren met anticholinergica Weinig of geen centrale bijwerkingen Haloperidol Tablet, druppels(buccaal), Injectie • Dopamine-2-antagonist (centraal) • • • 2 dd 1-2 mg p.o. 2-4 mg/24 uur s.c./i.v. Dosering p.o.: s.c./i.v. = 2 : 1 • Bij chemisch/metabole oorzaken Ondansetron Tablet, smelttablet, stroop, zetpil, injectie • Serotonine (5HT3)antagonist (centraal + perifeer) • • • 1-2 dd 8 mg p.o. of i.v. 1 dd 16 mg supp. 16-32 mg/24 uur s.c./i.v. • M.n. bij chemotherapie of radiotherapie Obstipatie als bijwerking Granisetron Tablet, injectie • Serotonine (5HT3)antagonist (centraal + perifeer) • • 2 dd 1 mg p.o. 1-3 dd 3 mg i.v. • Serotonine (5HT3)antagonist (centraal + perifeer) • Tropisetron Tablet, injectie • • • 1 dd 5 mg p.o. of i.v. • • M.n. bij chemotherapie of radiotherapie Obstipatie als bijwerking M.n. bij chemo- of radiotherapie Obstipatie als bijwerking Aprepitant Capsule • Neurokinine-1 (NK1)antagonist • • 1 dd 125 mg p.o. op dag 1 1 dd 80 mg p.o. op dag 2-3 • Bij misselijkheid en braken t.g.v. chemotherapie Dexamethason Tablet, injectie • Vermindering hersenoedeem en mogelijk ook oedeem rondom tumor c.q. metastasen Andere mechanismen onbekend • • 1 dd 4-8 mg p.o., s.c./i.v. Dosering p.o. = s.c./i.v. • M.n. bij chemotherapie (acute en vertraagde misselijkheid en braken) of verhoogde hersendruk Bij therapieresistente misselijkheid en braken Antihistaminicum Zwak anticholinergicum • • • Cyclizine Tablet, zetpil • • • 3-4 dd 50 mg p.o. 3 dd 100 mg supp. • • Scopolamine Pleister • Anticholinergicum • 1-2 pleisters à 1,5 mg om de 3 dagen • Achter het oor plakken Droge mond, visusstoornissen, urineretentie, verwardheid Niet combineren met prokinetica Wordt niet vergoed • Bij ileus • • • Scopolaminebutyl Injectie • Anticholinergicum • 40-120 mg/24 uur s.c./i.v. Niet combineren met prokinetica Alleen vergoed bij recept voor chronisch gebruik Geneesmiddel/ Werkingsmechanisme Toedieningsvormen Dosering Bijzonderheden • • Olanzapine Tablet, injectie Levomepromazine Tablet, injectie Droge mond, visusstoornissen, urineretentie, verwardheid Niet combineren met prokinetica • 1-2 dd 5 mg p.o. • • • Dopamine-1/4-antagonist Serotonine (5HT2,3,6)antagonist Antihistaminicum Anticholinergicum Toegenomen kans op CVA en sterfte beschreven bij gebruik bij oudere patiënten met dementie • • • • Dopamine-2-antagonist 5-HT2-antagonist Antihistaminicum Anticholinergicum • Startdosis 1 dd 6,25 mg p.o. a.n. of 3,12 mg s.c. (bolus of continue infusie), z.n. ophogen tot max. 25 mg dd Dosis p.o.: s.c. = 2 : 1 • • • Sedatie, droge mond Kan ook in de wangzak worden toegediend Als monotherapie bij therapie-resistente misselijkheid en braken Wordt niet vergoed • • • • Octreotide Injectie • Antisecretoir middel • 3 dd 100-300 µg of 300-900 µg/24 h s.c./i.v. • Bij ileus Lanreotide PR Injectie • Antisecretoir middel • 30 mg i.m. 1x per 2 weken • Bij ileus, goed reagerend op octreotide