Hst. 2 Het circulatieapparaat

advertisement
Hst. 2 Het circulatieapparaat
Ligging van het hart
Circulatie apparaat
Bestaat uit:
- hart (cor, cardia)
- slagaders (arteriën)
- aders (venen)
- haarvaatjes (capilairen)
- lymfevaten met lymfenoduli
Bouw van het hart
•
•
•
•
•
•
2 boezems (atria)
2 kamers (ventrikels)
één septum
Sinusknoop
AV-knoop
Krans(slag)aders
Filmpje werking hart
• https://www.youtube.com/watch?v=fXQTe
S8f9wY
Anatomie hartlagen van het hart
1. Epicard
2. Myocard
3. Endocard
4. Spierweefsel
5. Losmazig bindweefsel
6. Pericard
diastole
• Rustfase: hart wordt voorzien vn bloed
systole
• Bloed wordt door lichaam gepompt
Circulatiesysteem bij gewervelden
AMPHIBIANS
REPTILES
MAMMALS AND BIRDS
Lung and skin capillaries
Lung capillaries
Lung capillaries
FISHES
Gill capillaries
Artery
Pulmocutaneous
circuit
Gill
circulation
Heart:
ventricle (V)
A
Atrium (A)
Systemic
Vein circulation
Systemic capillaries
A
V
Left
Right
Systemic
circuit
Systemic capillaries
Right
systemic
aorta
Pulmonary
circuit
A
V
Right
Pulmonary
circuit
Left
Systemic
V aorta
Left
A
Systemic capillaries
A
V
Right
A
V
Left
Systemic
circuit
Systemic capillaries
Filmpje bloedvaten
• https://www.youtube.com/watch?v=pULytf
pp5Dc
Circulatiesysteem in zoogdieren
7
Capillaries of
head and
forelimbs
Anterior
vena cava
Pulmonary
artery
Aorta
Pulmonary
artery
9
6
Capillaries
of right lung
Capillaries
of left lung
2
4
3
Pulmonary
vein
5
1
Right atrium
3
11
Left atrium
Pulmonary
vein
10
Left ventricle
Right ventricle
Aorta
Posterior
vena cava
8
Capillaries of
abdominal organs
and hind limbs
Geleidingssysteem
• Sinusknoop
– De boezems trekken samen
– van boven naar beneden
• AV-knoop
– Tussen boezems en kamers geen voortgeleiding
– alleen bij de AV-knoop
• Bundel van His
– Kamers trekken samen
– van beneden (apex) naar boven
Elektrocardiogram ECG
Doel:
Om prikkelvorming en
geleiding zichtbaar te maken
Uitvoering:
• Scheren
• Geleidende gel
• Electroden op de huid
Elektrocardiogram ECG
•
•
•
•
P top: depolarisatie (contractie atria)
QRS-complex: depolarisatie (contractie ventrikels)
PQ-interval: maat voor de snelheid van prikkelgeleiding
T top: repolarisatie ventrikels (repolarisatie atria valt in QRS,
maar is niet zichtbaar)
Het circulatieapparaat
•
•
•
•
•
•
•
Kleine circulatie
Grote circulatie
Hart
Arteriën (slagaders)
Capillairen (haarvaten)
Venen (aders)
Lymfevaten/-knopen
Slagader en ader: 3 lagen
1. endotheel (tunica intima)
2. glad, elastisch, ringvormig spierweefsel (tunica media)
3. losmazig bindweefsel, opvangen bloeddruk (tunica adventitia)
Arteriën en capillairen
• Arterie: bloed van hart naar
organen (altijd O2-rijk?)
→hoge druk→sterke spierwand
• Arteriole
– Kleine slagader
– Tunica media neemt af
• Capillairen
– 1 laag endotheel
– Diffusie en osmose van stoffen
venen
• Vene =ader. Bloed stroomt van orgaan naar hart
→minder druk→dunnere (spier)wand. Altijd O2-arm?
– valt samen indien leeg.
– bevat kleppen
– spatader
• Venule= kleine ader
• hulptroepen
• hart
• abdominale pomp (negatieve thorax druk)
• perifere pomp (spieren, arterie, kleppen)
Aanvoer en afvoer van bloed naar weefsels
• Aanvoer door arterien
Bovendruk (systole)
• Afvoer door venen
– contractie spieren
– kleppen in aderen
– lagere druk in thorax
Onderdruk (diastole)
Reservecapaciteit bloedvoorziening
• Anastomosen
• Op meeste plaatsen in
lichaam aanwezig
Eindarteriën (gevaar
infarct)
• Hersenen, nieren en hart
Foetale circulatie
Foramen ovale
Ductus Botalli
Poortader
Lymfevaten en lymfeknopen
• Lymfe: het te veel aan vocht dat uit haarvat geperst
wordt dan aan het eind wordt teruggezogen
• Lymfe oiv druk vh weefsel in lymfebaan geperst
door wand heen
• Lymfebanen verzamelen zich tot grote lymfebuis:
Ductus thoracicus, in borstbolte (mondt uit in grote
holle ader)
• Lymfeknopen = lymfeklieren
- Bevinden zich in lymfevaten
- Boonvormig, 0,5-1,5 cm groot
- Bindweefsel + witte bloedcellen
- Zegt iets over gezondheid dier
Bloedvatenstelsel
• de bloedvaten:
– slagaders (arteriën)
– haarvaatjes
(capillairen)
– aders (venen)
• de lymfevaten:
- lymfevaten
- lymfeknopen
- ductus thoracicus
Fig. 2.7
Bloedstroom
1
2
2
3
Download