Oefensommen stroom spanning weerstand vermogen Formules: VAB = I.R P= VAB. I E =P.t 1. geef de betekenis van de letters in de formules hierboven. Vermeld ook de bijbehorende eenheden. 2. a. Op een lamp staat 12V- 35W. Wat betekent dit? b. Bereken de stroom die door dit lampje loopt als deze brandt. c. Bereken de weerstand van dit lampje als deze brandt d. Hoeveel energie is omgezet als het lampje 8 uur blijft branden? Geef je antwoord in J en in kWh e. Bereken de kosten als 1 kWh €0,16 kost. 3. Op een groep zijn een koelkast (125 W) en een elektrische oven (1,25 kW) aangesloten. (spanning van het lichtnet: 230 V) a. Bereken de totale stroom b. Bereken de weerstand van de oven 4. Een stop slaat door bij 10A. a. Hoeveel lampen van 60 W kunnen maximaal via deze stop worden aangesloten? (spanning van het lichtnet: 230 V) b. Zijn de lampen in serie of parallel geschakeld? Geef uitleg. c. Teken de schakeling