Scan.ppt

CT SCAN
= computertomografie met röntgenstraling
Ronddraaiende rontgen buis + meedraaiende detector bouwt beeld op
Verschillende delen van het lichaam absorberen verschillende hoeveelheden straling.
MRI SCAN
= magnetic resonance imaging
Maakt zachte weefsels zichtbaar zoals hersenen en ruggenmerg.
Door magnetisch veld worden wateratomen gelijk gericht.  Door
gerichte radiogolf wordt patroon verstoord. Bij terugkeren naar
positie wordt signaal afgegeven dat gedetecteerd wordt.
FMRI
= Functioneel MRI
Maakt onderscheid tussen hemoglobine met en zonder O2.
Actieve delen van de hersenen verbruiken veel O2.
Hersenactiviteit kan met fMRI zichtbaar worden gemaakt.
PET
= postion-emissie-tomografie
Kan fysiologische en biologische processen detecteren
Radioactief gelabeld molecuul (O2 of glucose) in bloedsomloop gespoten
Staan positronen af (=positief ion): Als positron + electron elkaar neutraliseren
ontstaat gamma straling  detectie
Rood
Groen
Blauw
Geel
Zwart
Groen
Geel
Blauw
Groen
Geel
Rood
Geel
Blauw
Groen
Blauw
Rood
Rood
Rood
Geel
Blauw
Groen
Groen
Blauw
Geel
Zwart
Finished files are the result of years of scienctific study combined with the
experience of many years
Hoeveel keer zag je de letter F?
Finished files are the result of years of scienctific study combined with the
experience of many years