InfraTech onderzoek t.b.v. Ahoy

advertisement
Onderzoek crisis 4-meting
t.b.v. Koninklijke Hibin
September 2011
Henri Busker – Project Manager
Christian Schrauwen – Research Analyst
Inhoudsopgave
1
Onderzoeksverantwoording
2
Gevolgen economische situatie
3
Getroffen en aanstaande maatregelen
4
Personeel
5
Conclusies
2
Onderzoek crisis 4-meting – Koninklijke Hibin (r11hibov3)
Hoofdstuk 1. Onderzoeksverantwoording
§ 1.1 Aanleiding en doel onderzoek
• Sinds de Hibin Branchedag 2009 wordt twee maal per jaar een vergelijkbaar onderzoek gehouden onder de Hibin leden,
zodat mogelijke ontwikkelingen en trends kunnen worden waargenomen. Sinds de Hibin Branchedag 2009 kent dit
onderzoek het volgende traject:
• 0-meting; juni 2009. Koninklijke Hibin wil weten hoe het haar leden en buitengewone leden vergaat in de economische
recessie en welke maatregelen eventueel getroffen worden dan wel aanstaande zijn. Daarnaast heeft Koninklijke Hibin
dringend behoefte aan kengetallen voor de belangenbehartiging, de brancheontwikkeling en positionering van de branche.
Alle metingen die daarna volgen zijn vergelijkbare onderzoeken om verdere ontwikkelingen in kaart te brengen. In de loop
van de tijd is de vragenlijst soms licht aangepast, echter is de kern altijd hetzelfde gebleven.
• 1-meting; februari 2010. Vanaf deze meting zijn ook de buitengewone leden (fabrikanten) in het onderzoek betrokken.
• 2-meting; oktober 2010.
• 3-meting; januari/februari 2011.
• 4-meting; september 2011. Voorliggend rapport brengt verslag uit van deze meting. De officiële doelstelling van deze
meting luidt als volgt:
“Het in kaart brengen van enerzijds de gevolgen van de huidige economische omstandigheden onder
Hibin leden en anderzijds de maatregelen die men getroffen heeft en voornemens is te treffen.”
3
Onderzoek crisis 4-meting – Koninklijke Hibin (r11hibov3)
Hoofdstuk 1. Onderzoeksverantwoording
§ 1.2 Onderzoeksverloop
• Het overzicht op deze pagina geeft het tijdspad van het onderzoek weer.
• Aangezien in de periode januari/februari 2011 een 3-meting heeft plaatsgevonden, is er niet veel veranderd in de vragenlijst.
In week 35 heeft de kick-off plaatsgevonden en is de vragenlijst geprogrammeerd.
• In de weken 36 t/m 38 heeft het online veldwerk gelopen; uitnodigingen en reminders zijn toen verstuurd. Tevens is in week
38 begonnen met de analyse.
• De verdere analyse van de data, alsmede het schrijven van het rapport, heeft plaatsgevonden in de weken 38 en 39.
Week 35
• Kick-off
• Programmeren vragenlijst
Week 36-38
• Online veldwerk (uitnodigingen + reminders)
• Analyse
Week 38-39
• Analyse
• Rapportage
4
Onderzoek crisis 4-meting – Koninklijke Hibin (r11hibov3)
Hoofdstuk 1. Onderzoeksverantwoording
§ 1.3 Respons
• De Hibin leden (handelaren en buitengewone leden) zijn per e-mail en uit naam
van Hibin op de hoogte gebracht van het onderzoek en de achtergrond ervan en
zijn daarbij uitgenodigd om middels deelname aan het onderzoek hun ervaringen
en opmerkingen te delen. In totaal zijn er 258 online uitnodigingen verstuurd,
waarvan 215 naar handelaren en 43 naar buitengewone leden. Het te mailen
bestand is door Hibin verstrekt.
• In totaal zijn 91 complete online enquêtes binnengekomen, waarvan 70 enquêtes
onder handelaren en 21 onder buitengewone leden. Deze aantallen zijn hoger
dan de afgelopen 3 metingen (alleen bij de 0-meting was er een iets hogere
respons, maar toen werd enkel nog de handel bevraagd). Daarnaast zijn er een
aantal afgebroken enquêtes meegenomen, die zo ver waren gevorderd dat ze
ook waardevol waren voor de analyse en resultaten. De tabel op deze pagina
toont een compleet overzicht van de respons, inclusief het responspercentage.
Totaal
Handelaren
Buitengewone
leden
Uitgenodigd
258
215
43
Aantal geslaagd
91
70
21
95
72
23
35%
33%
49%
Respons
Aantal geslaagd (incl.
afgebroken)
Responspercentage
(excl. afgebroken)
5
Onderzoek crisis 4-meting – Koninklijke Hibin (r11hibov3)
Hoofdstuk 1. Onderzoeksverantwoording
§ 1.4 Achtergrondkenmerken en onderzoeksaanpak
• Om een goede vergelijking te kunnen
maken met de vorige metingen, zijn de
resultaten
gewogen
naar
de
regioverdeling van de 0-meting (dit is in
de andere metingen ook zo gedaan). Dit
betekent in dit geval dat de resultaten
van de leden die (inter)nationaal actief
zijn minder zwaar wegen in de analyse
en dat de antwoorden van de leden
actief in de andere regio’s zwaarder
meetellen. De tabel op deze pagina
rechtsboven geeft de regioverdeling
weer vóór en ná wegen.
• Bij deze 4-meting is gevraagd naar de
omzet over geheel 2010. De tabel
rechtsonder toont hiervan een overzicht,
zowel op totaalniveau van alle Hibin
leden als gesplitst naar handelaren en
buitengewone leden.
Voor wegen
Na wegen (terug naar
verdeling 0-meting)
Noord & Oost
15%
22%
West/Randstad
24%
29%
Zuid
25%
32%
(Inter)nationaal
36%
17%
Regioverdeling
Omzet 2010
Totaal
Handelaren
Buitengewone
leden
0 - 5 miljoen
24%
27%
14%
5 - 10 miljoen
24%
27%
14%
10 - 25 miljoen
21%
23%
14%
25 - 50 miljoen
8%
7%
10%
50 - 100 miljoen
8%
6%
14%
100 - 250 miljoen
4%
0%
19%
> 250 miljoen
4%
6%
0%
Weet niet/geen mening
7%
4%
14%
6
Onderzoek crisis 4-meting – Koninklijke Hibin (r11hibov3)
Hoofdstuk 1. Onderzoeksverantwoording
§ 1.4 Achtergrondkenmerken en onderzoeksaanpak
• Verder gelden voor dit onderzoek en rapport de volgende aandachtspunten:
• Vanwege de relatief lage N van de buitengewone leden (N=21) in combinatie met het wegen dienen de resultaten van
deze groep met voorzichtigheid geïnterpreteerd te worden.
• Waar dit aanvullende inzichten biedt (en nog niet middels tabellen/figuren is uitgewerkt) zijn verschillen in resultaten
tussen handelaren en buitengewone leden tekstueel toegelicht.
• Indien relevant, zijn de resultaten voor handelaren uitgesplitst naar regio weergegeven. Ook hierbij dienen de resultaten,
vanwege de beperkte N per regio, met voorzichtigheid geïnterpreteerd te worden.
• Indien relevant en mogelijk, zijn de resultaten vergeleken met de voorgaande metingen (waarbij deze 4-meting als
uitgangspunt is genomen om antwoorden eventueel te sorteren).
• De rapportopbouw is grotendeels gelijk aan de voorgelegde vragenlijst.
• Indien relevant, zijn in tabellen opvallende resultaten gekleurd weergegeven (groen is als positief te interpreteren, rood als
negatief en oranje is niet zozeer als positief dan wel negatief te kwalificeren).
• Ten behoeve van de overzichtelijkheid in de figuren en tabellen zijn de resultaten uit de 1-meting weggelaten.
7
Onderzoek crisis 4-meting – Koninklijke Hibin (r11hibov3)
Inhoudsopgave
1
Onderzoeksverantwoording
2
Gevolgen economische situatie
3
Getroffen en aanstaande maatregelen
4
Personeel
5
Conclusies
8
Onderzoek crisis 4-meting – Koninklijke Hibin (r11hibov3)
Hoofdstuk 2. Gevolgen economische situatie
§ 2.1 Ervaring van gevolgen economische crisis
• Dit hoofdstuk focust zich op de gevolgen van de economische crisis. Allereerst is gevraagd in welke mate men deze
gevolgen ervaart. Het blijkt dat het merendeel van de leden deze in enige mate ervaart, maar men geeft aan het wel vol te
houden (65%). Ten opzichte van de vorige metingen zijn de cijfers positief, aangezien in vorige metingen meer leden
aangaven in sterke mate de gevolgen van de crisis te ervaren. De grootste onrust lag duidelijk bij de 2-meting (okt. 2010).
• Uitgesplitst naar regio, blijkt dat men zich vooral in het zuiden zorgen maakt. Bij de vorige meting lag de onrust nog vooral in
de regio’s Noord & Oost en West/Randstad.
Ervaringen gevolgen verslechterde econ..
0-meting
2-meting
3-meting
4-meting
Geheel niet; het gaat goed
5%
0%
0%
6%
Niet meer, het gaat weer beter
0%
0%
7%
10%
In enige mate, maar houden het wel vol
65%
25%
69%
65%
In sterke mate, ik maak me ernstig zorgen
29%
75%
24%
16%
In zeer sterke mate, zo houden we het niet vol
0%
0%
0%
1%
Weet niet/geen mening
0%
0%
0%
2%
Ervaringen gevolgen verslechterde econ. 4-meting naar regio
Handelaren
Noord & Oost
West/ Randstad
Zuid
Nationaal
Geheel niet; het gaat goed
10%
4%
3%
0%
Niet meer, het gaat weer beter
20%
4%
3%
20%
In enige mate, maar houden het wel vol
60%
74%
66%
80%
In sterke mate, ik maak me ernstig zorgen
10%
15%
24%
0%
In zeer sterke mate, zo houden we het niet vol
0%
4%
0%
0%
Weet niet/geen mening
0%
0%
3%
0%
9
Onderzoek crisis 4-meting – Koninklijke Hibin (r11hibov3)
Hoofdstuk 2. Gevolgen economische situatie
§ 2.2 Gevolgen verslechterde economie
Gevolgen verslechterde economie (82%)
75%
66%
66%
64%
71%
58%
65%
64%
68%
49%
51%
46%
67%
77%
81%
72%
54%
52%
63%
55%
40%
37%
44%
55%
Opdrachten veel beperkter
Meer discussie over tarieven en
prijzen
Er zijn klanten failliet gegaan
Het aantal opdrachten/werken/omzet
is verminderd
Betalingstermijnen lopen op
Opdrachten tot nader order uitgesteld
24%
Minder werknemers in dienst
16%
14%
16%
Minder beschikbaar werkkapitaal
Financieringsproblemen
Onze voorraden lopen op
14%
6%
11%
3%
3%
3%
4-meting
3-meting
2-meting
0-meting
• De leden die aangaven in bepaalde mate last te hebben van de verslechterde economie (82%) is gevraagd waarin men de
gevolgen ervaart. Bovenstaand figuur geeft hiervan een overzicht weer, tezamen met de resultaten uit de voorgaande
metingen. Opvallend is dat bij de voorgaande metingen de gevolgen het meest merkbaar waren vanwege een terugloop van
het aantal opdrachten. Bij deze meting blijkt dat de opdrachten vooral veel beperkter zijn geworden (75%), dat er meer
discussie over tarieven en prijzen is gekomen (71%) en dat er klanten failliet zijn gegaan (68%). Daarna komt pas de
vermindering van opdrachten/omzet (67%). Deze feiten tezamen genomen kunnen een teken zijn dat de economie zich
weliswaar nog in zwaar weer bevindt, maar toch op aan het krabbelen is uit een dieptepunt (wel opdrachten maar beperkter,
men is scherper op prijzen en ‘zwakke’ bedrijven zijn inmiddels failliet gegaan).
10
Onderzoek crisis 4-meting – Koninklijke Hibin (r11hibov3)
Hoofdstuk 2. Gevolgen economische situatie
§ 2.2 Gevolgen verslechterde economie
• De tabel op deze pagina geeft de resultaten omtrent de gevolgen van de crisis weer, uitgesplitst naar regio. De grootste
verschillen tussen de regio’s zijn met een kleur gemarkeerd. Van de handelaren ervaart 83% de gevolgen van de
verslechterde economie.
• Uit deze resultaten blijkt dat de regio’s Noord & Oost en West/Randstad de gevolgen het meest merken vanwege beperktere
opdrachten (resp. 86% en 90%) en financieringsproblemen (resp. 43% en 20%). Daarnaast geeft driekwart van de
handelaren in regio West/Randstad aan dat de betalingstermijnen oplopen als gevolg van de verslechterde economie. In
regio Noord & Oost heeft men daar aanzienlijk minder last van (29%). Ook is een vermindering van het aantal opdrachten
beduidend minder in regio Noord & Oost (43%) vergeleken met de andere regio’s.
• Het zuiden van het land springt nergens echt uit, noch in positieve noch in negatieve zin. Bij de handelaren opererend op
nationaal niveau, valt het aantal klanten dat failliet is gegaan relatief mee (45% geeft dit aan) en ook hebben op nationaal
niveau de meeste medewerkers hun baan behouden (slechts 9% geeft aan dat er minder medewerkers in dienst zijn als
gevolg van de crisis).
Gevolgen verslechterde economie –
4-meting naar regio (83%)
Handelaren
Noord & Oost
West/ Randstad
Zuid
Nationaal
Opdrachten veel beperkter
86%
90%
68%
64%
Meer discussie over tarieven en prijzen
71%
75%
68%
64%
Er zijn klanten failliet gegaan
71%
70%
73%
45%
Het aantal opdrachten/werken/omzet is
verminderd
43%
75%
73%
64%
Betalingstermijnen lopen op
29%
75%
50%
55%
Opdrachten tot nader order uitgesteld
43%
50%
32%
64%
Minder werknemers in dienst
29%
30%
23%
9%
Minder beschikbaar werkkapitaal
14%
25%
14%
9%
Financieringsproblemen
43%
20%
0%
0%
Onze voorraden lopen op
14%
0%
0%
0%
11
Onderzoek crisis 4-meting – Koninklijke Hibin (r11hibov3)
Hoofdstuk 2. Gevolgen economische situatie
§ 2.2 Gevolgen verslechterde economie
Redenen minder opdrachten (55%)
26%
22%
20%
28%
Financieringsproblemen
opdrachtgever
Simpelweg geen opdrachten meer
26%
16%
20%
Groot % woningen/kantoren niet
verkocht
22%
27%
25%
20%
38%
12%
18%
16%
Minder verhuizingen
8%
14%
11%
13%
Minder verbouwingen
4%
Anders
4-meting
Weet niet/geen mening
2%
2%
4%
3%
3-meting
2-meting
0-meting
• Aan de leden die aangaven minder opdrachten binnen te krijgen (55% van totale populatie), is gevraagd wat de belangrijkste
reden hiervoor is. De belangrijkste redenen hiervoor zijn financieringsproblemen bij de opdrachtgever en dat er simpelweg
geen opdrachten meer zijn (beide 26%).
• Bij de vorige twee metingen was het grootste probleem nog dat een groot percentage van de woningen en/of
kantooroppervlakte in een project niet meer werd verkocht.
12
Onderzoek crisis 4-meting – Koninklijke Hibin (r11hibov3)
Hoofdstuk 2. Gevolgen economische situatie
§ 2.2 Gevolgen verslechterde economie
Segmenten grootste gevolgen (82%)
87%
76%
81%
85%
Woningnieuwbouw
21%
Renovatie en onderhoud
24%
27%
27%
24%
Kantorenmarkt
Winkels/retail
Stedenbouw
Handel
Gezondheidszorg
Export
41%
33%
4%
2%
1%
7%
2%
9%
3%
4%
2%
18%
5%
2%
1%
Anders
4%
5%
3%
Weet niet/geen mening
4%
4%
4%
4-meting
3-meting
2-meting
0-meting
• Voorts is onder de leden die de gevolgen van de crisis ervaren (82%) nagegaan in welke segmenten deze gevolgen het
grootst zijn (max. 2 antwoorden). Net als in alle voorgaande metingen blijkt dit veruit het meest op het gebied van de
woningnieuwbouw te zijn (87%). Dit is overigens logisch te verklaren vanwege het feit dat de woningnieuwbouw sinds het
begin van de crisis flink is afgenomen. Daarnaast zijn ook de verwachtingen nog niet heel positief, met 60.000 gereed te
komen woningen in 2011 en 2012 en 62.000 in 2013. Vergeleken met de ‘topjaren’ 2007 en 2008 (ongeveer 80.000 gereed
gekomen woningen) is dit dus erg mager.
• In tijden dat de nieuwbouw stokt, probeert men de focus meer te verleggen naar de renovatie- en onderhoudsmarkt. Uit deze
meting blijkt echter dat ook in dat segment de gevolgen van de verslechterde economie goed merkbaar zijn (41%). Ten
opzichte van de vorige meting geven twee maal zoveel leden dit aan. Dit is waarschijnlijk het gevolg van het feit dat de
tijdelijke BTW-verlaging (van 19% naar 6%) per 1 oktober is afgelopen.
13
Onderzoek crisis 4-meting – Koninklijke Hibin (r11hibov3)
Hoofdstuk 2. Gevolgen economische situatie
§ 2.2 Gevolgen verslechterde economie
• Uitgesplitst naar regio, blijkt dat men op nationaal niveau opvallend veel de kantorenmarkt aangeeft als segment waar de
gevolgen het grootst zijn (45%). Dit is te verklaren door het feit dat de landelijke spelers ook de grotere zijn, die dus vaker in
de kantorenmarkt betrokken zijn dan de kleinere regionale bedrijven.
• In regio Noord & Oost geven aanzienlijk meer handelaren dan gemiddeld aan, dat in de renovatie- en onderhoudsmarkt de
gevolgen van de crisis het grootst zijn (71%).
Segmenten grootste gevolgen - 4-meting
naar regio (83%)
Handelaren
Noord & Oost
West/ Randstad
Zuid
Nationaal
Woning nieuwbouw
86%
80%
95%
82%
Renovatie en onderhoud
71%
35%
36%
27%
Kantorenmarkt
14%
25%
18%
45%
Winkels/retail
0%
5%
5%
0%
Gezondheidszorg
0%
5%
0%
0%
Stedenbouw
0%
0%
5%
0%
Anders
0%
5%
5%
9%
14
Onderzoek crisis 4-meting – Koninklijke Hibin (r11hibov3)
Hoofdstuk 2. Gevolgen economische situatie
§ 2.2 Gevolgen verslechterde economie
• Enkel aan de handelaren is vervolgens gevraagd op welk
gebied en bij welke activiteit de omzetdaling het grootst is
(indien men een omzetdaling ervaart, wat 67% van de
handelaren doet).
Gebied grootste omzetdaling (handel, 67%)
57%
62%
Ruwe bouwmaterialen
61%
• Evenals in de voorgaande metingen, geeft een
meerderheid van de handelaren (57%) aan dat deze daling
het grootst is op het gebied van ruwe bouwmaterialen. Dit
heeft te maken met het feit dat vooral de nieuwbouwsector
stagneert, waarin deze materialen het meest gebruikt
worden. Wel is het zo dat dit percentage lager ligt bij de
eerdere metingen.
• Verder valt het op dat, ten opzichte van de vorige meting,
aanzienlijk meer handelaren aangeven dat de grootste
omzetdaling ligt op het gebied van afbouwmaterialen
(19%). Eerder in deze paragraaf is de link gelegd met het
aflopen van de tijdelijke BTW-verlaging per 1 oktober en
dat dit van negatieve invloed is op de renovatiesector.
Aangezien in de renovatiesector veelal afbouwmaterialen
worden gebruikt, is de omzetdaling op het gebied van
afbouwmaterialen goed te verklaren door het aflopen van
de BTW-regeling.
• Voor wat betreft de activiteiten van de handel, blijkt dat de
omzetdaling het grootst is geweest op de rechtstreekse
leveringen (70%). Dit is in lijn met de voorgaande
metingen.
Sanitair
Tegels
Keukens
Anders
Weet niet/geen mening
19%
7%
Afbouwmaterialen
2%
79%
21%
35%
9%
9%
15%
6%
9%
12%
17%
2%
9%
25%
15%
2%
2%
8%
2%
4%
2%
2%
2%
4-meting
3-meting
2-meting
0-meting
Activiteit grootste omzetdaling (handel, 67%)
4-meting
70%
3-meting
69%
2-meting
30%
29%
77%
0-meting
60%
Rechtstreekse levering
16%
34%
Magazijn leveringen
2%
7%
6%
Weet niet/geen mening
15
Onderzoek crisis 4-meting – Koninklijke Hibin (r11hibov3)
Hoofdstuk 2. Gevolgen economische situatie
§ 2.3 Indexcijfers
• In deze paragraaf worden een aantal indexcijfers besproken die te maken hebben met de economische ontwikkelingen van
de bedrijven. Op deze pagina de omzetindex (voor alle leden) en de afzetindex (alleen buitengewone leden).
• Voor wat betreft de omzet, blijkt dat deze in de 1e helft van 2011 hoger was dan in de 1e helft van 2010 (omzetindex van
106,0 op totaalniveau). Ook wanneer onder de handelaren uitgesplitst wordt naar regio, zijn positieve omzetindices te zien,
vooral bij regio Noord & Oost en bij de landelijk opererende handels (omzetindices resp. 113,1 en 110,5).
• De afzetindex (buitengewone leden) voor de 1e helft van 2011 t.o.v. de 1e helft van 2010 is praktisch gelijk aan de omzetindex
(106,5). Ofwel, een stijging van de afzet vergeleken met een jaar geleden.
• Wanneer gekeken wordt naar de verwachtingen van geheel 2011 t.o.v. geheel 2010, dan blijkt dat men de omzet wel iets ziet
groeien t.o.v. vorig jaar (omzetindex 101,5 op totaalniveau), echter is dit indexcijfer wel beduidend lager dan het indexcijfer
van de 1e helft 2011 t.o.v. de 1e helft 2010. Wellicht dat men dus de omzetgroei in de 2e helft van 2011 wat minder groot
schat. Dit kan wederom te maken hebben met het aflopen van de BTW-verlaging per 1 oktober, waardoor het laatste kwartaal
van 2011 toch wat negatiever uit zou kunnen pakken. Uitgesplitst naar regio, verwachten de regio’s West/Randstad en Zuid
zelfs een kleine daling van de omzet van geheel 2011 t.o.v. geheel 2010 (omzetindices resp. 98,1 en 99,3).
• De buitengewone leden verwachten dat de afzetgroei van geheel 2011 t.o.v. geheel 2010 min of meer gelijk is aan de
afzetgroei in de 1e helft van 2011 t.o.v. de 1e helft 2010 (afzetindex 106,3).
• Bij de vorige meting (januari/februari 2011) waren de omzet- en afzetindices nog overwegend negatief (<100).
Omzetindices
Afzetindices (alleen
buitengewone leden)
1e helft 2011 t.o.v. 1e helft 2010
106,0
106,5
Verwachting heel 2011 t.o.v. heel 2010
101,5
106,3
Handelaren
Omzetindices - naar regio
Noord & Oost
West/ Randstad
Zuid
Nationaal
1e helft 2011 t.o.v. 1e helft 2010
113,1
102,8
102,7
110,5
Verwachting heel 2011 t.o.v. heel 2010
107,8
98,1
99,3
106,1
16
Onderzoek crisis 4-meting – Koninklijke Hibin (r11hibov3)
Hoofdstuk 2. Gevolgen economische situatie
§ 2.3 Indexcijfers
• De brutomarge is in de 1e helft van 2011 iets gedaald t.o.v. de 1e helft 2010 (alle indexcijfers iets lager dan 100). De
verwachting voor geheel 2011 t.o.v. geheel 2010 ligt zelfs nog iets lager. Dit is wellicht het gevolg van het feit dat er meer
discussie is gekomen over prijzen en tarieven, zoals uit de vorige paragraaf is gebleken (gevolgen verslechterde economie).
• De laagste indexcijfers met betrekking tot de brutomarge worden gegeven in het zuiden van het land.
Brutomarge-indices
1e helft 2011 t.o.v. 1e helft 2010
97,7
Verwachting heel 2011 t.o.v. heel 2010
96,4
Handelaren
Brutomarge-indices - naar regio
Noord & Oost
West/ Randstad
Zuid
Nationaal
1e helft 2011 t.o.v. 1e helft 2010
99,7
98,2
96,3
99,8
Verwachting heel 2011 t.o.v. heel 2010
99,0
96,6
94,5
97,8
17
Onderzoek crisis 4-meting – Koninklijke Hibin (r11hibov3)
Hoofdstuk 2. Gevolgen economische situatie
§ 2.4 Betaaltermijn
• Op deze pagina wordt kort een overzicht gegeven van de ontwikkeling van de betaaltermijn van klanten (alle leden) en
leveranciers (alleen handel), uitgedrukt in dagen.
• In de 1e helft van 2011 deden klanten langer over hun betalingen dan in (geheel) 2010. De verwachting is dat de
betaaltermijn in 2011 nog verder op zal lopen onder klanten.
• De betaaltermijn van leveranciers aan de handel is redelijk stabiel en zal naar verwachting ook zo blijven in 2011, namelijk
ongeveer 28 dagen.
• Wanneer dieper wordt ingegaan op de betaaltermijn van klanten aan de handel en aan buitengewone leden, dan blijkt dat
buitengewone leden ongeveer 13 dagen eerder worden betaald dan handelaren.
Betaaltermijn (dagen)
Klanten
Leveranciers (handel)
43,7
28,2
1 helft 2011
46,3
28,4
Verwachting geheel 2011
47,0
28,3
2010
e
18
Onderzoek crisis 4-meting – Koninklijke Hibin (r11hibov3)
Hoofdstuk 2. Gevolgen economische situatie
§ 2.5 Faillissementen
• De tabellen op deze pagina geven weer hoeveel klanten van
leden in 2010 en de 1e helft van 2011 failliet zijn gegaan,
alsmede hoeveel faillissementen men verwacht dat er in
geheel 2011 zullen zijn. De figuur rechts geeft weer wat het
effect van deze faillissementen is op de bedrijfsvoering.
• Met uitzondering van de nationale spelers, blijkt dat men
verwacht dat er in geheel 2011 meer faillissementen onder
klanten zullen zijn dan in 2010.
• Over het algemeen hebben de faillissementen een klein effect
op de bedrijfsvoering.
Effect faillissementen op bedrijfsvoering
Faillissementen
2010 (85%)
17%
Faillissementen
1e helft 2011
(82%)
68%
20%
Verwachte
faillissementen
2011 (96%)
58%
16%
Geen effect
15%
22%
64%
Klein effect
Groot effect
18%
3%
Weet niet/geen mening
Faillissementen
2010
e
3,5
1 helft 2011
2,2
Verwachting geheel 2011
4,3
Handelaren
Faillissementen - naar regio
Noord & Oost
West/ Randstad
Zuid
Nationaal
3,5
4,3
2,5
7,2
1 helft 2011
2,4
2,9
1,6
2,5
Verwachting geheel 2011
4,7
5,6
3,3
4,9
2010
e
19
Onderzoek crisis 4-meting – Koninklijke Hibin (r11hibov3)
Hoofdstuk 2. Gevolgen economische situatie
§ 2.6 Omzetaandeel rechtstreekse leveringen
• Voorts is gevraagd naar de ontwikkeling van het
omzetaandeel van rechtstreekse leveringen. Dit is alleen
gevraagd aan de handelaren.
• Van de handelaren geeft 35% aan dat de rechtstreekse
leveringen in de 1e helft van dit jaar minder zijn dan in de 1e
helft vorig jaar. Daarentegen zegt 32% juist meer
rechtstreekse leveringen te hebben en 28% meent dat dit
gelijk is. Kortom, de resultaten hieromtrent liggen niet erg ver
van elkaar.
• Voor geheel 2011 geldt dat de meeste handelaren
verwachten dat de rechtstreekse leveringen minder zullen zijn
dan in 2010 (40%). Bij de vorige meting (januari/februari
2011) was men hier nog een stuk positiever over; toen
verwachtte een derde (33%) dat dit minder zou zijn en de
helft dacht dat het gelijk zou blijven (49%).
Omzetaandeel rechtstreekse leveringen (handelaren)
1e helft 2011
t.o.v. 1e helft
2010
Verwachting
geheel 2011
t.o.v. 2010
32%
23%
Meer
28%
32%
Gelijk
Minder
35%
40%
5%
5%
Weet niet/geen mening
20
Onderzoek crisis 4-meting – Koninklijke Hibin (r11hibov3)
Hoofdstuk 2. Gevolgen economische situatie
§ 2.7 Prefab
• Tenslotte is aan alle leden gevraagd of men actief is in
prefab (zie tabel). Het blijkt dat met name de buitengewone
leden hierin actief zijn (45%); van de handelaren is een
derde (32%) actief in prefab.
Actief in
prefab
Handel
Buiteng. leden
Totaal
Ja
32%
45%
34%
Nee
68%
55%
66%
Omzetaandeel prefab (handelaren, 32%)
1e helft 2011
t.o.v. 1e helft
2010
Verwachting
geheel 2011 t.o.v.
2010
• Aan de leden die actief zijn in prefab, is vervolgens
gevraagd naar de ontwikkeling van het omzetaandeel
(handelaren), dan wel het afzetaandeel (buitengewone
leden).
• Uit de figuren hiernaast blijkt dat een derde van de
handelaren (33%) het omzetaandeel prefab in de 1e helft
van 2011 heeft zien dalen t.o.v. de 1e helft vorig jaar. Voor
wat betreft de verwachting voor geheel 2011, verwacht een
nog groter deel (41%) een daling van de omzet. Dit kan
verklaard worden door het feit dat de nieuwbouwproductie
in de bouw nog steeds in het slop zit, waardoor de vraag
naar prefab elementen ook stagneert.
• De helft van de buitengewone leden heeft het afzetaandeel
prefab in de 1e helft van 2011 zien verminderen t.o.v. de 1e
helft 2010. De verwachtingen voor geheel 2011 zijn gelijk
aan tot wat men tot nu toe (1e helft 2011) heeft ervaren.
26%
15%
30%
33%
Meer
Gelijk
33%
41%
Minder
11%
11%
Weet niet/geen mening
Afzetaandeel prefab (buitengewone leden, 45%)
1e helft 2011
t.o.v. 1e helft
2010
25%
25%
50%
Verwachting
geheel 2011 t.o.v.
2010
25%
25%
50%
Meer
Gelijk
Minder
21
Onderzoek crisis 4-meting – Koninklijke Hibin (r11hibov3)
Inhoudsopgave
1
Onderzoeksverantwoording
2
Gevolgen economische situatie
3
Getroffen en aanstaande maatregelen
4
Personeel
5
Conclusies
22
Onderzoek crisis 4-meting – Koninklijke Hibin (r11hibov3)
Hoofdstuk 3. Getroffen en aanstaande maatregelen
§ 3.1 Maatregelen tegen gevolgen economische crisis
• De focus van dit hoofdstuk ligt voornamelijk op de getroffen en aanstaande maatregelen m.b.t. de crisis. Allereerst geeft de
tabel hieronder weer welke maatregelen de leden tot nu toe getroffen hebben tegen de gevolgen van de economische crisis.
Uit deze tabel blijkt dat vooral financiële en geldbesparende maatregelen veelvuldig worden toegepast, zoals een strakker
debiteurenbeleid (67%), het scherper inkopen van materialen en het besparen op loonkosten (beide 60%). Uit deze meting
blijkt ook dat tweederde van de leden (66%) een actievere marktbewerking bewerkstelligt. In de drie voorgaande metingen (1t/m 3 meting) werd deze maatregel vaker genoemd (belangrijkst) dan bij deze huidige 4-meting. Wellicht dat men ondertussen
het meeste wel uit de kast heeft gehaald om verder in de markt door te dringen, en zich nu dus meer gaat focussen op de
financiën. Verder blijkt uit diepere analyse dat handelaren zich over het algemeen meer focussen op financiële maatregelen en
buitengewone leden op de meer pro-actieve maatregelen (marktbewerking, nieuwe segmenten etc.).
Maatregelen gevolgen economische crisis
0-meting
2-meting
3-meting
4-meting
Strakker debiteurenbeleid
83%
64%
61%
67%
Actievere marktbewerking
61%
81%
71%
66%
Scherper inkopen materiaal
71%
62%
66%
60%
Besparen op loonkosten
62%
64%
59%
60%
Lagere tarieven/marges
37%
41%
37%
46%
Voorraden afbouwen
62%
31%
48%
40%
Bewerken nieuwe segmenten
29%
49%
37%
35%
Nieuwe activiteiten
18%
32%
26%
31%
Ontplooiing e-commerce activiteiten
0%
31%
21%
26%
Samenwerken
11%
24%
20%
19%
Verduurzaming bedrijfsvoering anticiperend
op de marktvraag
0%
0%
0%
12%
Fuseren
1%
3%
0%
8%
Scherper inhuren onderaannemers
13%
6%
12%
7%
23
Onderzoek crisis 4-meting – Koninklijke Hibin (r11hibov3)
Hoofdstuk 3. Getroffen en aanstaande maatregelen
§ 3.1 Maatregelen tegen gevolgen economische crisis
Meest en minst effectieve maatregelen
Besparen op loonkosten
Actievere marktbewerking
-8%
Scherper inkopen materiaal
-8%
Strakker debiteurenbeleid
32%
34%
-6%
Lagere tarieven/marges
-6%
15%
13%
-14%
17%
Fuseren
1%
Samenwerken
Nieuwe activiteiten
40%
-11%
Bewerken nieuwe segmenten
Voorraden afbouwen
42%
-6%
-4%
-7%
Scherper inhuren onderaannemers
4%
7%
-2%
Verduurzaming bedrijfsvoering anticiperend op de marktvraag
-5%
2%
Minst effectief
Meest effectief
Ontplooiing e-commerce activiteiten
-15%
2%
• Bovenstaand figuur geeft weer welke maatregelen (indien toegepast) het minst, dan wel het meest effectief waren. Het blijkt
dat het besparen op loonkosten en een actievere marktbewerking de meeste vruchten afwerpen. Opvallend is dat het
ontplooien van e-commerce activiteiten als minst effectief ervaren wordt. Wellicht dat op dit gebied toch juist slagen vallen te
winnen, indien men hier goed mee om weet te gaan (denk aan kansen als social networks, twitter, smartphones etc.).
24
Onderzoek crisis 4-meting – Koninklijke Hibin (r11hibov3)
Hoofdstuk 3. Getroffen en aanstaande maatregelen
§ 3.1 Maatregelen tegen gevolgen economische crisis
Te treffen maatregelen tegen gevolgen crisis
Actievere marktbewerking
52%
Ontplooiing e-commerce activiteiten
39%
Scherper inkopen materiaal
38%
Voorraden afbouwen
33%
Strakker debiteurenbeleid
32%
Bewerken nieuwe segmenten
25%
Nieuwe activiteiten
23%
Verduurzaming bedrijfsvoering
20%
Besparen op loonkosten
20%
Samenwerken
12%
Lagere tarieven/marges
11%
Fuseren
3%
Scherper inhuren onderaannemers
3%
GEEN maatregelen
Weet niet/geen mening
9%
5%
• Voorts is onderzocht welke maatregelen de leden de komende periode nog zullen treffen tegen de gevolgen van de
economische crisis. Een (nog) actievere marktbewerking blijkt hier de belangrijkste maatregel (52%). Verder valt op dat 39%
van de leden aangeeft de e-commerce activiteiten verder te ontplooien. Op de vorige pagina bleek dat men dit over het
algemeen de minst effectieve maatregel vindt, maar toch wil men dit nog verder ontwikkelen zodat het uiteindelijk wel
effectief zal zijn.
• Uitgesplitst naar soort lid, blijkt dat de buitengewone leden wederom meer proactieve maatregelen zullen gaan toepassen
dan de handelaren dit van plan zijn.
25
Onderzoek crisis 4-meting – Koninklijke Hibin (r11hibov3)
Hoofdstuk 3. Getroffen en aanstaande maatregelen
§ 3.2 Gebruik diensten
• Aan de handelaren is gevraagd of hun belangrijkste
leveranciers in de 1e helft van 2011 meer, even veel of
minder gebruik hebben gemaakt van een viertal diensten
dan in de 1e helft van 2010. Tevens is gevraagd hoe zij dat
voor geheel 2011 verwachten t.o.v. geheel 2010.
• Over het algemeen geldt dat in de 1e helft van 2011 door
leveranciers even veel gebruik is gemaakt van de
verschillende diensten van de handelaren als in de 1e helft
vorig jaar. Indien er meer gebruik is gemaakt van een
bepaalde dienst, dan geldt dit vooral voor de
magazijnfunctie (39%).
Gebruik diensten 1e helft 2011 t.o.v. 1e helft 2010
(handelaren)
Magazijnfunctie
Logistieke
dienstverlening
Financiering
Acquisitie
39%
36%
14%
61%
20%
5%
50%
10%
Meer
10%
4%
51%
Even veel
Minder
16%
19%
26%
13%
27%
Weet niet/geen mening
Gebruik diensten geheel 2011 t.o.v. geheel 2010
(handelaren)
• Voor geheel 2011 geldt dat 41% van de handelaren denkt
dat hun belangrijkste leveranciers meer gebruik gaan
maken van de magazijnfunctie. Voor wat betreft de overige
diensten, denkt ongeveer de helft van de handelaren dat
leveranciers hier in 2011 even veel gebruik van zullen
maken als nu het geval is.
Magazijnfunctie
Logistieke
dienstverlening
Financiering
Acquisitie
41%
33%
19%
55%
21%
48%
14%
Meer
8%
49%
Even veel
Minder
5%
2%
10%
18%
21%
29%
27%
Weet niet/geen mening
26
Onderzoek crisis 4-meting – Koninklijke Hibin (r11hibov3)
Hoofdstuk 3. Getroffen en aanstaande maatregelen
§ 3.2 Gebruik diensten
• Aan de buitengewone leden is dezelfde vraag, maar dan
vanuit hun positie t.o.v. de handelaren, gesteld. Ofwel, of
de buitengewone leden in de 1e helft van 2011 meer, even
veel of minder gebruik hebben gemaakt van de diensten
van handelaren vergeleken met de 1e helft van 2010.
Eveneens is naar hun verwachtingen met betrekking tot
geheel 2011 gevraagd.
• Over het algemeen geldt dat, zowel voor de 1e helft van
2011 als de verwachtingen voor geheel 2011 t.o.v. vorig
jaar, de meeste buitengewone leden aangeven even veel
gebruik te hebben gemaakt/zullen maken van een
bepaalde dienst van de handel. Tevens valt het op dat,
voor beide vragen, een aanzienlijk deel van de
buitengewone leden geen antwoord op deze vragen kan
geven (relatief veel ‘Weet niet/geen mening’).
Gebruik diensten 1e helft 2011 t.o.v. 1e helft 2010
(buitengewone leden)
Magazijnfunctie
10%
Logistieke
dienstverlening
10%
Financiering
Acquisitie
30%
40%
9%
36%
10%
Meer
20%
18%
40%
Even veel
10%
Minder
10%
40%
40%
36%
40%
Weet niet/geen mening
Gebruik diensten geheel 2011 t.o.v. geheel 2010
(buitengewone leden)
Magazijnfunctie
9%
Logistieke
dienstverlening
10%
Financiering
Acquisitie
36%
40%
9%
36%
10%
Meer
18%
18%
40%
Even veel
10%
Minder
10%
36%
40%
36%
40%
Weet niet/geen mening
27
Onderzoek crisis 4-meting – Koninklijke Hibin (r11hibov3)
Hoofdstuk 3. Getroffen en aanstaande maatregelen
§ 3.3 Voortbestaan organisatie & gezondheid markt
• Verder is, in het kader van getroffen en aanstaande maatregelen tegen de gevolgen van de crisis, gevraagd hoe groot men
de kans acht dat de organisatie in 2011 als gevolg van de economische crisis (in zijn huidige vorm) ophoudt te bestaan.
Tevens is gevraagd of men denkt dat de markt er over 2 jaar gezonder uit zal zien doordat eventueel concurrenten
wegvallen.
• Van de leden geeft 72% aan dat het geheel niet aan de orde is dat zij moeten ophouden te bestaan in 2011. Nog eens 23%
schat die kans zeer gering in. Ofwel, 95% van de leden zal dit jaar (zeer waarschijnlijk) gewoon doorkomen. Wel staat bij 1%
van de leden het water aan de lippen, aangezien zij verwachten dat zij zullen moeten stoppen wanneer er niet snel wat
gebeurd. Deze kleine groep leden zal de steun van Hibin naar alle waarschijnlijkheid dus goed kunnen gebruiken.
• Voor wat betreft het ontstaan van een gezondere markt bij het wegvallen van concurrentie, zijn de meningen bij deze meting
nogal verdeeld. 34% van de leden denkt dat het wegvallen van concurrentie zal resulteren in een gezondere markt, echter
denkt een even zo groot deel het tegenovergestelde. Nog eens ongeveer een derde (32%) weet hier geen antwoord op te
geven. Kortom, verdeeldheid en onzekerheid omtrent dit issue.
Kans ophouden te bestaan
0-meting
2-meting
3-meting
4-meting
Geheel niet aan de orde (0%)
78%
82%
69%
72%
Kans is zeer gering (1-10%)
16%
11%
17%
23%
Kans is gering (11-30%)
4%
6%
9%
4%
Kans is er zeker als het zo doorgaat (31-70%)
1%
0%
3%
0%
0%
2%
2%
0%
0%
0%
0%
1%
1%
0%
0%
0%
Ja
57%
48%
60%
34%
Nee
22%
29%
29%
34%
Weet niet/geen mening
21%
23%
10%
32%
Kans is zeer reëel, maar op heel korte termijn
niet (71-90%)
Als niet snel wat gebeurt moeten we stoppen
(91-100%)
Weet niet/geen mening
Gezondere markt door wegvallen concurrentie
28
Onderzoek crisis 4-meting – Koninklijke Hibin (r11hibov3)
Hoofdstuk 3. Getroffen en aanstaande maatregelen
§ 3.4 Herstel bouwbranche & effect overheidsmaatregelen
• In het kader van herstel van de markt, is gevraagd wanneer
men verwacht dat de bouwbranche weer op het niveau van
2008 (dus voordat de crisis intrad) zal zijn. Maarliefst
driekwart van de leden (75%) denkt dat dit pas na begin
2013 zal zijn.
• Wanneer de twee voorgaande metingen erbij worden
gepakt (bij de 0- en 1-meting is de betreffende vraag niet
gesteld), dan is een trend te zien dat naarmate de crisis
voortduurt, men verwacht dat het herstel ook langer op zich
zal laten wachten. Men ziet op korte termijn in ieder geval
nog geen verbetering van de economische situatie.
Waarschijnlijk zal de bouwbranche weer gaan aantrekken,
wanneer ook de nieuwbouwproductie weer op gang komt.
Helaas is het zo dat de prognoses hiervoor de komende
twee jaar nog niet erg positief zijn (zie ook paragraaf 2.2;
verwachtingen ‘slechts’ 60.000 en 62.000 gereed te komen
woningen in resp. 2012 en 2013).
• Onder de handelaren is vervolgens onderzocht in welke
mate men de effecten ervaart van overheidsmaatregelen
zoals BTW verlaging en subsidies. Het blijkt dat 52% deze
effecten slechts in enige mate ervaart; ruim een kwart
ervaart deze zelfs helemaal niet (27%).
• Ten opzichte van de vorige meting zijn de resultaten wel
positiever; bij de 3-meting gaf namelijk 44% aan helemaal
niets te merken van de overheidsmaatregelen. Wel is het
zo dat bij de 2-meting, toen gevraagd is naar de
verwachtingen
van
de
effecten
van
de
overheidsmaatregelen, de verwachtingen hoger lagen dan
dat tot nu toe de ervaringen zijn (bij de 2-meting verwachtte
‘slechts’ 15% niets te merken van de maatregelen.
Bouwbranche terug op niveau 2008
4-meting
13%
3-meting
5% 7%
2-meting
2%
75%
40%
37%
40%
Nog in 2011
12%
12%
25%
Begin 2012
Begin 2013
30%
Later dan begin 2013
2%
Weet niet/geen mening
Effect overheidsmaatregelen (handelaren)
4-meting
2% 12%
(ervaring
maatregelen)
3-meting
4%
(ervaring
maatregelen)
52%
44%
2-meting
(verwachting 2%4%
maatregelen)
27%
44%
80%
In zeer sterke mate
In sterke mate
Geheel niet
Weet niet/geen mening
6%
8%
15%
In enige mate
29
Onderzoek crisis 4-meting – Koninklijke Hibin (r11hibov3)
Hoofdstuk 3. Getroffen en aanstaande maatregelen
§ 3.5 Stellingen crisis
Stellingen crisis
De BTW verlaging die op 1
juli afloopt, zou verlengd
moeten worden
De crisis heeft ons doen
beseffen dat we bepaalde
zaken anders moeten
organiseren
38%
47%
14%
63%
De bouw heeft geleerd van
deze crisis en bij een
volgende crisis is iedereen
goed voorbereid
8%
28%
We hebben de zwaarste
tijden, als gevolg van de
crisis, inmiddels achter ons
11%
22%
Zeer mee eens
15%
46%
45%
Mee eens
12% 2% 1%
Neutraal
Mee oneens
5% 2%
12%
7%
20%
3%
“Efficiëntie ((faal)kosten
reduceren), flexibilisering,
bouw/woningmarkt stimuleren
(o.a. door
overheidsmaatregelen),
samenwerking,
ketenintegratie, partnership
tussen handel en fabrikant.”
Weet niet/geen mening
• Tenslotte is aan de leden nog een aantal stellingen voorgelegd met betrekking tot de economische crisis. Men kon daarbij
aangeven in hoeverre men het daarmee eens is. De figuur op deze pagina geeft de resultaten hieromtrent weer, gesorteerd
op mate van (zeer) mee eens.
• Het meest eens is men het met de stelling dat de BTW verlaging verlengd zou moeten worden; 38% van de leden geeft zelfs
aan het hier zeer mee eens te zijn. Verder heeft de crisis ook het merendeel van de leden doen beseffen dat bepaalde zaken
anders georganiseerd moeten worden (77% (zeer) mee eens, zie tekstballon voor meest genoemde organisatorische
veranderingen). Ruim een derde van de leden (36%) geeft aan dat de bouw geleerd heeft van de crisis en bij een volgende
crisis beter voorbereid zal zijn. Dit is aanzienlijk meer dan bij de vorige 3-meting, toen ‘slechts’ 12% het hiermee eens was.
Door de tijd heen leert men dus, zou hieruit geconcludeerd kunnen worden. Tenslotte denkt een derde (33%) dat de
zwaarste tijden als gevolg van de crisis wel achter ons liggen. Dit is iets meer dan bij de vorige meting (26%).
30
Onderzoek crisis 4-meting – Koninklijke Hibin (r11hibov3)
Inhoudsopgave
1
Onderzoeksverantwoording
2
Gevolgen economische situatie
3
Getroffen en aanstaande maatregelen
4
Personeel
5
Conclusies
31
Onderzoek crisis 4-meting – Koninklijke Hibin (r11hibov3)
Hoofdstuk 4. Personeel
§ 4.1 Personeelsbestand
• Dit hoofdstuk gaat in op het onderwerp personeel. Allereerst is gevraagd hoeveel medewerkers (in FTE) men op 1 januari
2010 in dienst had, hoeveel dit er op 1 januari 2011 waren en wat men verwacht voor eind 2011.
• Handelaren hadden op 1 januari 2010 gemiddeld 29,1 FTE in dienst. Een jaar later was dit gedaald naar 28,8 FTE. Voor eind
2011 verwachten de handelaren dat dit min of meer stabiel zal blijven (28,9 FTE).
• Bij de buitengewone leden is eveneens een daling in FTE te zien, namelijk van 138,9 FTE op 1 januari 2010 naar 135,0 FTE
op 1 januari 2011. Voor eind 2011 verwachten de buitengewone leden dat de daling licht voort zal zetten naar 134,2 FTE.
FTE in dienst
1 januari 2010
1 januari 2011
Eind 2011
Handelaren
29,1
28,8
28,9
Buitengewone leden
138,9
135,0
134,2
• De tabel hieronder is opgesteld ten behoeve van het weergeven van een trend in het FTE verloop voor handelaren (voor
buitengewone leden altijd relatief weinig waarnemingen, waardoor er meer fluctuatie is bij deze groep). Tussen haakjes staat
de bron van waaruit het meest zuivere cijfer is gehaald (meetmoment dichtst bij betreffende datum). Verder is de aanname
gedaan dat de verwachting voor 1 januari 2012 gelijk is aan die van eind 2011. Uit deze resultaten valt op te maken dat er
een daling van 8% in FTE is vanaf 1 januari 2009 (33,2 FTE) t/m 1 januari 2011 (30,4 FTE). Naar verwachting zullen er op 1
januari 2012 gemiddeld 28,9 FTE in dienst zijn. Dit zou een daling in 3 jaar tijd van 13% betekenen (2009 – 2012).
FTE in dienst - verloop
Handelaren
1 januari 2009
(1-meting)
1 januari 2010
(1-meting)
1 januari 2011
(3-meting)
1 januari 2012
(4-meting)
33,2
31,1
30,4
28,9
32
Onderzoek crisis 4-meting – Koninklijke Hibin (r11hibov3)
Hoofdstuk 4. Personeel
§ 4.2 Beïnvloeden loonkosten
• In het begin van het vorige hoofdstuk (§3.1 Maatregelen tegen gevolgen economische crisis) is te lezen dat 60% van de
leden tot nu toe heeft bespaard op loonkosten als maatregel tegen de crisis. Voor 42% was dit zelfs de meest effectieve
maatregel en 20% geeft aan deze maatregel in de toekomst toe te gaan passen.
• In het kader van het onderwerp personeel is expliciet gevraagd naar welke maatregelen de leden hebben genomen om de
loonkosten te beïnvloeden. Ten opzichte van de vorige metingen is hierin niet veel veranderd. De top 3 van genomen
maatregelen bestaat nog steeds uit 1) het beëindigen van het dienstverband van medewerkers met een tijdelijk contract
(50%), 2) het niet vervangen van natuurlijk verloop (41%) en 3) het beëindigen van het dienstverband van medewerkers met
een vast contract (35%).
Maatregelen loonkosten beïnvloeden
0-meting
2-meting
3-meting
4-meting
Beëindiging dienstverband van medewerkers
met een tijdelijk contract
55%
47%
48%
50%
Niet vervangen natuurlijk verloop
49%
45%
37%
41%
Beëindiging dienstverband van medewerkers
met een vast contract
28%
36%
31%
35%
Inzet stagiaires
13%
14%
7%
13%
Deeltijd WW voor medewerkers
7%
4%
5%
7%
Korter werken met aangepast salaris
14%
4%
2%
5%
Outsourcing / detachering
5%
6%
3%
5%
Inleveren salaris met behoud baan
8%
5%
5%
5%
Anders
8%
8%
2%
6%
Geen maatregelen
23%
3%
28%
13%
33
Onderzoek crisis 4-meting – Koninklijke Hibin (r11hibov3)
Hoofdstuk 4. Personeel
§ 4.2 Beïnvloeden loonkosten
Toekomstige maatregelen beïnvloeden loonkosten (dit jaar)
Beëindiging dienstverband van medewerkers
met een tijdelijk contract
Beëindiging dienstverband van medewerkers
met een vast contract
21%
13%
Niet vervangen natuurlijk verloop
13%
Inzet stagiaires
Outsourcing / detachering
11%
4%
Inleveren salaris met behoud baan
3%
Deeltijd WW voor medewerkers
1%
Korter werken met aangepast salaris
1%
Geen maatregelen
51%
Anders
5%
Weet niet/geen mening
4%
• Voorts is onderzocht of men in de loop van dit jaar van plan is om maatregelen te nemen om de loonkosten te beïnvloeden.
Het blijkt dat dit voornamelijk zal gebeuren door het beëindigen van het dienstverband van medewerkers met een tijdelijk
contract (21%).
• Verder valt op dat de helft van de leden aangeeft helemaal geen maatregelen te nemen ter beïnvloeding van de loonkosten
(51%).
34
Onderzoek crisis 4-meting – Koninklijke Hibin (r11hibov3)
Hoofdstuk 4. Personeel
§ 4.3 Afvloeien type personeel
• Verder is onderzocht welke type medewerker het meest is weggegaan. Dit is gevraagd voor 2010 en wat men verwacht voor
2011. De cijfers met betrekking tot 2009 komen oorspronkelijk nog uit de 2-meting. De tabellen zijn gesorteerd op de cijfers
voor 2010.
• Bij de handelaren is in 2010 het meest afscheid genomen van personeel uit de verkoop binnendienst en magazijnpersoneel
(1,1 FTE). In 2009 was het vooral magazijnpersoneel wat vertrok (1,4 FTE). Voor 2011 verwachten handelaren het meest van
overig personeel afscheid te moeten nemen (0,5 FTE). Wanneer gekeken wordt naar de totaalcijfers per jaar, dan blijkt dat er
in 2010 een stijging was t.o.v. 2009 voor wat betreft het aantal FTE wat moest vertrekken (van 4,3 naar 5,6 FTE). Men
verwacht echter dat in 2011 weer minder personen zullen moeten vertrekken (2,0 FTE).
• Voor de buitengewone leden geldt dat in 2009 nog veel personeel van de verkoop binnendienst weg ging (9,7 FTE). In 2010
was dit vooral het personeel op de afdeling productie & logistiek (4,2 FTE) en voor 2011 verwacht men dat dit ook zo zal zijn.
De totaalcijfers zien er voor de buitengewone leden, gekeken naar de trend vanaf 2009, positief uit. In 2010 zijn namelijk
aanzienlijk minder mensen moeten vertrekken (7,0 FTE) dan in 2009 (16,8 FTE) en men verwacht dat dit aantal in 2011 nog
lager zal zijn (5,4 FTE).
Handelaren
2009
2010
2011
Verkoop binnendienst
0,6
1,1
0,4
Magazijn
1,4
1,1
0,2
Administratief/HRM/ICT
0,5
0,9
0,3
Showroom
0,4
0,7
0,3
Transport
0,7
0,7
0,1
Verkoop buitendienst
0,2
0,6
0,2
Overig personeel
0,5
0,5
0,5
Totaal
4,3
5,6
2,0
Buitengewone leden
2009
2010
2011
Productie & Logistiek
4,0
4,2
4,2
Verkoop buitendienst
0,0
1,3
0,3
Administratie/ HRM/ ICT
1,0
0,5
0,3
Inkoop
0,2
0,5
0,0
Marketing en
Communicatie
0,3
0,5
0,0
R&D
0,0
0,0
0,0
Verkoop binnendienst
9,7
0,0
0,7
Overig personeel
1,6
0,0
0,0
Totaal
16,8
7,0
5,4
35
Onderzoek crisis 4-meting – Koninklijke Hibin (r11hibov3)
Hoofdstuk 4. Personeel
§ 4.4 Scholingsbudget & werven personeel
• Het scholingsbudget is eveneens onder de loep genomen.
Gevraagd is hoe het scholingsbudget voor 2011 eruit ziet
ten opzichte van vorig jaar. De bovenste figuur hiernaast
geeft de resultaten hieromtrent weer, alsmede die van de
vorige metingen. De meeste leden geven aan dat het
scholingsbudget voor 2011 gelijk zal zijn aan dat van 2010
(41%). Ten opzichte van de vorige meting blijkt dat men
verwacht dat er toch meer scholingsbudget zal zijn in 2011
dan vorig jaar.
Scholingsbudget
4-meting
3-meting
12%
41%
7%
2-meting
43%
15%
0-meting 4%
14%
11%
34%
25%
15%
34%
26%
20%
34%
Hoger budget dan vorig jaar
Lager budget dan vorig jaar
Weet niet/geen mening
• Verder is nagegaan hoe de leden, wanneer (op termijn) de
activiteiten weer aantrekken, weer aan voldoende
personeel denken te komen. De meest genoemde
maatregel is (logischerwijs) allereerst de eigen werknemers
in te zullen zetten wanneer er weer meer werkzaamheden
komen (47%). Daarna geeft 42% aan advertenties/
vacatures in regionale kranten/ dagbladen te zullen
plaatsen.
18%
15%
14%
9%
7%
Evenveel budget als vorig jaar
Geen budget dit jaar
Werven voldoende personeel
Via eigen medewerkers
47%
Advertentie/ vacature regionaal blad
42%
Via de website van het bedrijf
35%
Via een uitzendbureau
31%
Via een vacature op het internet
25%
Aanbieden van stageplaatsen
22%
Via een vrienden/ familie/kennissen
15%
Advertentie/ vacature in vakblad
11%
Via vakantiewerk
2%
Benaderen van schooldecanen
2%
Anders
Weet niet/geen mening
5%
11%
36
Onderzoek crisis 4-meting – Koninklijke Hibin (r11hibov3)
Hoofdstuk 4. Personeel
§ 4.5 Loonkostenindex
• In deze paragraaf wordt kort ingegaan op de loonkostenindex. Het blijkt dat, op totaalniveau, de loonkosten in de 1e helft van
2011 t.o.v. 2010 gedaald zijn. Men verwacht dat de uiteindelijke loonkosten in 2011 ook lager zullen zijn dan in 2010.
• Opvallend is dat, wanneer uitgesplitst wordt naar regio, in regio Noord & Oost men verwacht dat in 2011 de loonkosten 5%
hoger zullen liggen dan in 2010. Op nationaal niveau is een aanzienlijke (verwachte) daling te zien van de loonkosten.
Loonkostenindices
1e helft 2011 t.o.v. heel 2010
98,6
Verwachting heel 2011 t.o.v. heel 2010
99,0
Handelaren
Loonkostenindices - naar regio
Noord & Oost
West/ Randstad
Zuid
Nationaal
1e helft 2011 t.o.v. heel 2010
99,3
96,7
100,7
90,4
Verwachting heel 2011 t.o.v. heel 2010
105,0
94,7
100,8
90,8
37
Onderzoek crisis 4-meting – Koninklijke Hibin (r11hibov3)
Hoofdstuk 4. Personeel
§ 4.6 Kenmerken bouwmaterialenhandel
Kenmerken bouwmaterialenhandel
Vriendelijk
11%
Professioneel
11%
Kwaliteit
10%
56%
44%
Goedkoop
Trendzettend
10%
44%
22%
22%
11%
30%
44%
11%
11%
33%
40%
Meedenkend
Duurzaam
22%
11%
44%
11%
44%
38%
22%
50%
Zeer van toepassing
Van toepassing
Niet van toepassing
Weet niet/geen mening
10%
11%
11%
13%
Enigszins van toepassing
• Tenslotte is aan de buitengewone leden gevraagd in hoeverre zij een zevental aspecten vinden passen bij de
bouwmaterialenhandel. Bovenstaande figuur geeft hieromtrent de resultaten weer, waarbij is gesorteerd op welk aspect men
het meest (zeer) van toepassing vindt.
• Het blijkt dat de bouwmaterialenhandel vooral vriendelijk wordt bevonden (67% (zeer) van toepassing), gevolgd door
professioneel en kwalitatief (resp. 55% en 50% (zeer) van toepassing). Daarentegen wordt de bouwmaterialenhandel door de
buitengewone leden niet als erg trendzettend beschouwd, aangezien 38% dit slechts enigszins en 50% dit helemaal niet van
toepassing vindt bij deze partij.
38
Onderzoek crisis 4-meting – Koninklijke Hibin (r11hibov3)
Inhoudsopgave
1
Onderzoeksverantwoording
2
Gevolgen economische situatie
3
Getroffen en aanstaande maatregelen
4
Personeel
5
Conclusies
39
Onderzoek crisis 4-meting – Koninklijke Hibin (r11hibov3)
Hoofdstuk 5. Conclusies
• Dit laatste hoofdstuk vat de belangrijkste bevindingen van het onderzoek samen, waaruit de conclusies zullen voortvloeien.
• Hoofdstuk 2 ging in op de economische situatie en de gevolgen daarvan. Het blijkt dat het merendeel van de Hibin leden
(65%) in enige mate de gevolgen van de verslechterde economie ervaart, maar aangeeft het nog wel vol te houden. Verder
geeft 16% aan dit in sterke mate te ervaren en zich ernstig zorgen te maken en 1% denkt het niet lang meer vol te houden.
Wel blijkt dat de cijfers ten opzichte van de vorige metingen positiever uitpakken. Ofwel, de sterkste impact van de crisis
begint langzaam weg te ebben.
• De gevolgen van de crisis zijn het meest te merken aan beperktere opdrachten, meer discussie over tarieven en prijzen en
dat er klanten failliet zijn gegaan. Op de vierde plaats van gevolgen komt een vermindering van het aantal opdrachten/omzet.
Dit was bij de voorgaande metingen nog het meest genoemde gevolg. Deze ‘omslag’ zou een teken kunnen zijn dat de
economie zich weliswaar nog in zwaar weer bevindt, maar toch op aan het krabbelen is uit een dieptepunt (wel opdrachten
maar beperkter, men is scherper op prijzen en ‘zwakke’ bedrijven zijn inmiddels failliet gegaan). In de woningnieuwbouw
ervaart men de gevolgen van de verslechterde economie het meest. In lijn hiermee is dan ook de omzetdaling op het gebied
van ruwe bouwmaterialen het grootst. Nog steeds is het, voor de gehele bouwsector, wachten tot de nieuwbouwmarkt weer
aantrekt, zodat nieuwe en uitgebreidere opdrachten kunnen worden binnengesleept en de gehele bouwnijverheid weer op
gang komt. De prognoses voor de komende jaren laten echter nog niet erg positieve cijfers zien, met 60.000 gereed te komen
woningen in 2011 en 2012 en 62.000 in 2013. Vergeleken met de ‘topjaren’ 2007 en 2008 (ongeveer 80.000 gereed
gekomen woningen per jaar) is dit erg mager te noemen.
• Naast de malaise in de woningnieuwbouw, dreigt ook de renovatie- en onderhoudsector toch weer wat weg te zakken. In
tijden dat de nieuwbouw stokt, gaat men zich meer focussen op renovatie en onderhoud. De door de overheid ingestelde
BTW-verlaging voor renovatie- en onderhoudsactiviteiten zorgde even voor een opleving in deze sector. Echter zal deze
regeling per 1 oktober van dit jaar aflopen (initieel was 1 juli al de bedoeling). De gevolgen van deze beëindiging zijn nu al te
merken in de renovatie- en onderhoudsector en in een afname van de omzet op het gebied van afbouwmaterialen.
• Andere bijkomende zaken van de economische crisis zijn dat de betaaltermijnen van klanten steeds langer worden (men is
minder kapitaalkrachtig en stelt betalingen vaker uit) en dat het aantal faillissementen toeneemt. Voor beide zaken geldt dat
men verwacht dat deze ook in 2011 verder zullen stijgen.
40
Onderzoek crisis 4-meting – Koninklijke Hibin (r11hibov3)
Hoofdstuk 5. Conclusies
• Het 3e hoofdstuk behandelde de getroffen en aanstaande maatregelen met betrekking tot de crisis. De meest genoemde
maatregel die men tot nu toe heeft genomen is een strakker debiteurenbeleid (67%), gevolgd door een actievere
marktbewerking (66%), het scherper inkopen van materiaal en besparen op loonkosten (beide 60%). Deze vier maatregelen
worden ook veruit het meest effectief bevonden. De maatregel die men in de toekomst het meest zal toepassen is een (nog)
actievere marktbewerking (52%).
• Van de leden geeft 72% aan dat het geheel niet aan de orde is dat zij moeten ophouden te bestaan in 2011. Nog eens 23%
schat die kans zeer gering in. Ofwel, 95% van de leden zal dit jaar (zeer waarschijnlijk) gewoon doorkomen. Wel staat bij 1%
van de leden het water aan de lippen, aangezien zij verwachten dat zij zullen moeten stoppen wanneer er niet snel wat
gebeurd. Deze kleine groep leden zal de steun van Hibin naar alle waarschijnlijkheid dus goed kunnen gebruiken. Voor wat
betreft het ontstaan van een gezondere markt bij het wegvallen van concurrentie, zijn de meningen bij deze meting nogal
verdeeld. 34% van de leden denkt dat het wegvallen van concurrentie zal resulteren in een gezondere markt, echter denkt
een even zo groot deel het tegenovergestelde. Nog eens ongeveer een derde (32%) weet hier geen antwoord op te geven.
Kortom, verdeeldheid en onzekerheid omtrent dit issue. Bij de vorige meting was 60% nog van mening dat de markt gezonder
zal worden als er concurrenten wegvallen. Wanneer de bouwbranche weer terug op het niveau van 2008 zal zijn, is volgens
veruit de meeste de leden (75%) pas na begin 2013.
• Hoofdstuk 4 ging tenslotte in op het onderwerp personeel. Het blijkt dat onder handelaren het aantal FTE sinds 1 januari
2010 met gemiddeld 5% gedaald is. Tot en met het einde van 2011 verwachten de handelaren dat dit min of meer stabiel zal
blijven. Onder buitengewone leden is eveneens een daling te zien (2,8%) en tot en met het einde van 2011 verwachten de
buitengewone leden dat het aantal FTE nog iets verder af zal nemen.
• Verder is onderzocht in hoeverre men tot nu toe maatregelen heeft genomen om de loonkosten te beïnvloeden en hoe deze
maatregelen er dan uit zien. De meest genoemde maatregelen zijn het beëindigen van het dienstverband van medewerkers
met een tijdelijk contract (50%), het niet vervangen van natuurlijk verloop (41%) en het beëindigen van het dienstverband van
medewerkers met een vast contract (35%). Deze ‘top 3’ van maatregelen is sinds de 0-meting al hetzelfde. Verder blijkt dat
de helft van de leden dit jaar geen maatregelen meer zal nemen om de loonkosten te beïnvloeden.
41
Onderzoek crisis 4-meting – Koninklijke Hibin (r11hibov3)
Hoofdstuk 5. Conclusies
• Uiteindelijk zal de economie weer aantrekken. Wanneer dit gebeurt en er meer werkzaamheden komen, dan zullen deze
allereerst opgevangen worden door het al aanwezige eigen personeel (547%). Indien men dan nog niet voldoende personeel
heeft, dan zal dit voornamelijk worden aangevuld middels advertenties/vacatures in regionale kranten en dagbladen (42%).
• Over het algeheel kan gesteld worden dat de economische crisis nog steeds voortkabbelt. Hier en daar zijn wat positieve
feitjes zichtbaar, echter is er nog steeds geen duidelijke doorbraak aanwezig of in het vooruitschiet om uit de malaise van de
crisis te ontsnappen. In het gehele verhaal dient ook vermeld te worden dat het consumentenvertrouwen omhoog zal moeten
gaan. Consumenten houden momenteel veelal angstvallig de hand op de knip. Wanneer zij niet de ‘moed’ krijgen om te
investeren in nieuwbouwwoningen of nog niet eens in renovatie- en onderhoudsklussen, dan zal de bouw niet snel op gang
komen. Van een economische crisis zijn we in een vertrouwenscrisis terecht gekomen: de banken stellen strengere eisen
mede als gevolg van de gebeurtenissen in Zuid-Europa waardoor consumenten onzeker zijn over de toekomst. Als deze
groep het vertrouwen herwint zal dit positieve effecten op de doorstroming op de woningmarkt en op de renovatie- en
onderhoudsmarkt.
• De resultaten van deze meting zijn, over het geheel gezien, wel iets positiever dan bij de voorgaande meting. Volledig herstel
van de economie en daarbij de bouwsector zal naar verwachting echter nog wel minimaal een jaar of 2 op zich laten
wachten.
42
Onderzoek crisis 4-meting – Koninklijke Hibin (r11hibov3)
Download