Sint – Calasanz – Instituut Nonnenstraat 21 Naam: Klas: Schooljaar: 2005-2006 Datum: Vak: Nr: 2560 Nijlen / Magnetisch veld van een elektrische stroom. 1. Een tramlijn loopt pal noord-zuid . De stroom in de bovenleiding is 90 A en loopt N-waarts. 1. Bepaal de magnetische veldvector die de stroom in die leiding opwekt in een punt op 3,00 m juist onder de draad. 2. Het magnetisch veld van de aarde is op die plaats 42,0 μT . Bepaal de resulterende magnetische veldvector. Stel dat de magnetische declinatie en inclinatie O° is 3. Bereken de afwijking van een kompas in dat punt. 2. Hieronder zie je een tekening van een automatische zekering. Is ze in geschakeld? ***************************************