1. A Browser B Gebruiker, laatste ingelogd C Elke keer dat ze op facebook inlogt. D Onpersoonlijke reclame 2. Persoonlijke reclame en geen inloggegevens onthouden 3. Kost geheugen 4. Nee, dit is per site. 5. A Nee, ze moeten het vragen. B Ja, ze vragen er goed naar. C Nee, ze vragen geen toestemming. 1. Cookies hebben die informatie. 2. Die site heeft het op zijn server opgeslagen 3. A Alles wat in hun eigen database staat B Alles wat in de database en in de cookies staat. 4. Dan onthoudt facebook je wachtwoord niet en krijg je onpersoonlijke reclame. 5. Andere sites laten facebook hun cookies lezen voor reclame. 6. A Ja, je bent dan ingelogt op facebook B Nee, tenzij facebook die site cookies kan lezen. 7. A persistant cookies B Internet cafe hebben session cookies 8. Cookies van wehkamp worden aan de reclamemakers op nu.nl verkocht. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. Het is geen beveiligde verbinding. HTTPS is beveiligd en HTTP niet Internetbankieren 4 Sites met HTTPS Op HTTPS klikken. Domeinnaam, of het certificaat in orde is en verschaffen van het certificaat. Certificaat aanvragen, controleren en toestemming vragen. Geen teostemming gestuurd, een onbeveiligde site. Verisign Door de bovenliggende certificaten. Stamcertificaten Geen HTTPS 1) A 3 B3 C4 D Daar staat de US hoofd server E Nee hoeft niet per se 2) Kan dit niet vinden 3) Kan ik ook niet vinden 4) 1. Het is allebei slecht, en zitten allebie op je pc. Worm geen menselijke hulp nodig. 2. A Of het dingen doet die je niet wilt en of het op je persoonlijke informatie uit is. B? C Een trojaans paard doet dingen die je niet wil D ransomware wil persoonlijke informatie zoals bankgegevens enzovoort hebben. 3. Ransomware neemt je hele computer over. 4. A een van de twee B De gegevens worden niet meer gebruikt, maar komen in een botnet. C je bankgegevens achterhalen. 5. Data Software Filmpje Tekstverwerker Tekstbestand Virus Html-bestand Programma Instructies Browser 6. De software raakt dan outdated en de informatie klopt niet meer. 7. Het is verboden 8. Virusbeveliging, firewall en goed opletten. 9. ? 1. A Virus, het verspreid niet uit zichzelf B virus, de gebruiker moet het zelf downloaden. D Worm, het komt door een botnet. 2. A Trojaans paard, man-in-the-browser, keylogging. Het wordt verspreid door phishing. B Worm, het verspreid zichzelf, het kreeg controle over de computer. C Trojaans paard, botnet en verspreid zichzelf. Het hackt je persoonlijke gegevens. D Worm, het verspreid zichzelf en schakelt systeemdiensten uit. 3. Virus, je moet het zelf openen. 4. Worm, het heeft zichzelf verspreid. 5. In b, c, d, e kan een virus zitten. 6. A Java, doordat java een lek in de software had, java updaten. B MS windows, websites, email en sms, software kunnen installeren en verwijderen. C Apple IOs, een lek in oudere Apple software, Apple updates uitvoeren.