Bali in historisch perspectief! Het eiland van de Goden, eiland van smaragd, het meesterwerk van de natuur met prachtige standen, geweldige surfgolven, heerlijk klimaat en uitstekende uitgaansgelegenheden; kortom, Bali (het woord betekent ‘offeren’) is een paradijs op aarde. Bali heeft een tropisch klimaat en is qua luchtvochtigheid het best te bezoeken tussen april en september maar het hele jaar aangenaam van temperatuur. Het eiland heeft een rijke flora en fauna en kent mede door de terras-rijstbouw en de keten van zes vulkanen prachtige landschappelijke vergezichten. Door zijn beperkte omvang is Bali uitermate geschikt om dagtochten te maken. Op talloze locaties kan er in het kristalheldere water gedoken worden; de rijkdom aan vissen en koraal is er adembenemend. In nog veel meer opzichten dan hierboven beschreven is Bali uniek. De kaste-indeling, de ceremoniën, de desa-cultuur en het waterdeelsysteem (subak) zijn evenzeer onderdeel van het leven nu, dat door de Balinezen in spiritualiteit en vruchtbare samenwerking met elkaar en zoveel mogelijk in harmonie wordt geleefd. Die geestelijke en aardse Balinese wereld werden al in de middeleeuwen met elkaar verbonden door de bouw van negen grote tempels, zoals de ‘moeder-tempel’ hoog op de helling van de Agung.. De Balinese culturele Gouden Eeuw begon in 1550 en door de 30 weken tellende Wudu-Kalender werd het schema van rituelen en verplichtingen, dat nu nog bestaat, vastgelegd. Het uiteenvallen in een tiental staatjes, geleid door raja’s en die 3 eeuwen bleven bestaan, hebben de tradities van dans, muziek, schilderkunst, beeldhouwkunst, poëzie, toneel en architectuur verder versterkt. Het respect dat de Nederlandse kolonisator had voor de Balinezen en hun trots voorkwam de grootschalige verwoestingen, zoals die wel op andere eilanden in de archipel plaats vonden. Na de voltooiing van de verovering van Bali rond 1900 kreeg een aantal vorsten onder het koloniaal bestuur de status van regent. In de koloniale historie van Bali was echter ook sprake van een serie gruwelijke, massale zelfmoorden, puputan. Balinese vorsten en hun hovelingen wierpen zich liever op hun kris, of liepen vol doodsverachting het Nederlandse geweervuur tegemoet, dan de vernedering van de overgave, het verlies van autonomie, te moeten ondergaan. Werd hen door de republikeinse landhervormingen in de jaren ’50 de feodale macht ontnomen, tot op de dag van vandaag dwingen de Balinese aristocraten nog veel respect af in hun rol als ‘pengamong’: beheerders van de meer dan 5000 belangrijke tempels op het eiland. De geschiedenis van het eiland heeft aangetoond dat Bali in het verleden grote culturele invasies heeft weerstaan. Ondanks de gedwongen intreding in de 20e eeuw en de daarna op gang gekomen invasie van toeristen, zijn de culturele identiteit en inheemse charme van de bevolking niet verloren gegaan. De veelzijdigheid van de Balinese kunst is een opvallend voorbeeld van het vermogen van de Balinezen om nieuwe invloeden in hun eigen traditionele leven in te passen en juist die elementen af te stoten, die niet in overeenstemming kunne worden gebracht met hun verfijnde, conservatieve, alomvattende levensstijl. Het maakt Bali uniek, maar pas op, juist het aangeraakt worden door die magie doet je levenslang verslaafd raken aan het eiland van de Goden.