- Scholieren.com

advertisement
Levensbeschouwing samenvatting H3
Paragraaf 1
Joden leven vaak als vreemdelingen in hun eigen land, of in hun eigen land met
vreemde overheersers.
1000 v.c.j koningen tijdperk Saul-David
900 v.c.j Salomo zorgde voor de bouw van de eerste tempelsplitsing:
noordelijk rijk Israël met de hoofdstad Samaria
zuidelijke staat Juda met de hoofdstad Jeruzalem
Joden zijn nakomelingen van de mensen die 590 v.c.j uit hun land Juda werden
verdreven. Zij leefden als ballingen uit Babylonië, een land dat later werd ingelijfd bij
het Perzische rijk. De ballingen werden hier Joden genoemd.
722 v.c.j deportatie naar Assyrië; einde koninkrijk Israel.
590 v.c.j de Perzische generaal Nebukadnessar neemt Jeruzalem in. De tempel
wordt verwoest en een deel van de bevolking gaat als Ballingen mee naar Babylonië.
538 v.c.j In het Perzische rijk moesten Joden zich aanpassen aan hun cultuur en
godsdienst maar de Joden weigerden. Toen kwam koning Cyrus en van hem
mochten de Joden terug naar hun land en de stad en tempel herbouwen, maar het
land bleef een Perzische provincie.
In Jeruzalem hadden de Joden vrijheid maar de buitenlandse heersers hadden de
macht. De Perzische legers werden verslagen door Alexander de Grote: koning van
Griekenland. Hij wilde Grieks bestuur in Jeruzalem, Grieks werd de wereldtaal en
Juda werd Judea: land van de Joden.
323 v.c.j dood van Alexander de Grote. Het rijk stort in en er komt een Syrische
overheersing in Juda.
200 v.c.j van de Syrische koning Antiochus IV moesten de Joden hun godsdienstige
gebruiken opgeven. De Griekse cultuur werd ingevoerd en in de tempel werd een
beeld van Zeus geplaatst. Er werden Torarollen verbrand en het werd verboden om
Sabbat te vieren.
164 v.c.j Na de felle Joodse opstanden versloegen zij de Syrische heersers en werd
Juda een zelfstandige Joodse staat. Chanoeka herinnert aan de herinwijding van de
tempel nadat deze gereinigd was van alle niet-Joodse voorwerpen.
De Romeinen noemden Juda na enkele jaren Palestina.
63 v.c.j kreeg Juda te maken met nieuwe wereldheersers: de Romeinen. Na een
belegering van 3 maanden werd Jeruzalem ingenomen door het Romeinse leger
onder leiding van Pompeius. Juda werd een Romeins protectoraat = Joden hadden
in het dagelijks leven wel godsdienstvrijheid, maar de Romeinen hielden de politieke
macht in handen.
66 c.j kwam er een Joodse opstand tegen de Romeinen omdat de Joden zich
verzetten tegen de maatregelen van de Romeinen en door de wreedheid en corruptie
van de Romeinse bestuurders in Jeruzalem.
70 c.j om het Joodse verzet te breken, nam het Romeinse leger onder leiding van
Titus Jeruzalem in. De soldaten plunderden de stad en staken de tempel in brand.
Van de opbrengst van de tempelgoederen liet Titus in Rome een triomfboog bouwen.
De Joden trekken zich terug in de woestijn en in de bergen van Judea om te strijden
tegen de Romeinen, de Joden werden verdreven.
Bij het laatste verzet zagen de Joden dat ze gingen verliezen en pleegden ze
zelfmoord om te voorkomen dat ze levend in de handen van de Romeinen zouden
vallen.
De Romeinen verboden de Joden in Jeruzalem en Judea te wonen en sindsdien
wonen de Joden vaak buiten Palestina. Dit heet diaspora = verstrooiing over de
wereld.
Dit was niet het eind van het Joodse volk want er kwamen scholen om de Tora te
bestuderen, dit om de Joodse godsdienst en cultuur door te geven. Dit zorgde ook
voor torarollen en synagogen.
Paragraaf 2
Omdat de Joden niet meer in Palestina mochten wonen, gingen ze overal in het
Romeinse rijk wonen en sloten ze zich aan bij Joodse gemeenschappen in de
handelssteden, ook in Rome.
Het Romeinse rijk had best veel godsdienstvrijheid: als een godsdienst respectabel
was en de gelovigen niet in conflict kwamen met de Romeinse overheid, was de
godsdienst toegestaan.
Dit veranderde allemaal toen keizer Constantijn de Grote overging tot het
Christendom. Toen kreeg het Christendom ook voorrechten. Vooral de Joden
hadden veel last van de groeiende invloed van het Christendom.
Een van zijn opvolgers, Theodosius I, maakte het Christendom een staatsgodsdienst.
De Joden kregen nu ook een slechte maatschappelijke situatie.
De anti-Joodse maatregelen van sommige keizers kwamen door beschuldigingen
naar de Joden. De Joden zouden verantwoordelijk zijn voor de kruisiging van
Christus. Als straf hiervoor had god hen vervloekt en moesten zij zwerven over de
aarde. Vanaf toen waren de Joden niet meer gods volk, maar waren de Christenen
‘het volk van god. Dit werd later de vervangingsleer genoemd. Dit heeft lang geleid
tot haat en geweld tegen de Joden.
De kruistochten
Ook in de middeleeuwen hadden de Joden niet dezelfde rechten als de Christenen,
dit was nog op basis van de vervangingsleer. De joden mochten hierdoor geen
landerijen bezitten en geen lid worden van een gilde. Dat is heel lang zo geweest en
zorgde ervoor dat de joden in de handel zijn gegaan.
Eind 11e eeuw was de eerste kruistocht, Paus Urbanus II spoort in 1095 de
christenen in Europa aan om naar Palestina te trekken en jeruzalem te bevrijden van
islamitische heersers. Dit omdat de ‘heilige stad’ onder christelijk bestuur moet
komen.
Een menigte van boeren, arbeiders, soldaten en ridders gaat in 1096 op weg om de
ongelovigen uit Jeruzalem te halen. Ze gaan samen via dalen van de Rijn en de
Donau naar het zuidoosten. Er is een gerucht dat joden samenwerken met moslims
om de christenen tegen te houden. Hierdoor is er veel haat en geweld tegen de
joden die wonen in de steden waar de kruisvaarders langskomen.
In Keulen wordt de synagoge vernield, en joodse bezittingen worden geplunderd en
verbrand. Er vallen ook veel doden. Na twee jaar zijn de kruisvaarders in Jeruzalem,
hier worden veel joden vermoord doordat ze de synagogen in zijn gevlucht en die
werden later in brand gestoken.
Rituele moord
Joden werden ervan beschuldigd dat zij een christelijk kind zouden hebben ontvoerd,
gekruisigd en het bloed ervan hebben gedronken. Het bloed zou ook gebruikt zijn
voor de bereiding van matzes.
Dit gerucht ging later ook in een franse stad rond en joden werden toen ook ervan
beschuldigd dat ze dit gedaan hadden bij franse kinderen. Alle joodse mensen
gingen toen op de brandstapel. Er werden ook synagogen vernield en heilige joodse
boeken verbrand. Ook in Europa ging dit gerucht rond en er kwamen duizenden
slachtoffers.
De zwarte dood
Er brak in Genua een geheimzinnige ziekte uit, deze ging ook door naar andere
havensteden. Niemand wist toen dat deze ziekte, de pest, werd overgedragen door
vlooien op zwarte ratten die via schepen van Azië naar Europa waren gekomen. Het
verspreidde zich over bijna heel Europa. Heel veel mensen stierven en niemand wist
wat er aan de hand was. Sommige leiders van de kerk noemden het een straf van
god voor de zonden van de mensen.
Mensen zijden ook dat joden er de oorzaak voor waren. Toen de joden werden
gearesteerd bekenden zij dat dze de bronnen, meren en rivieren hadden vergiftigd
om wraak te nemen op de christenen. Hierdoor kwam er nog meer jodenhaat. Joden
vluchtten deze tijden naar het noordoosten van Europa zoals Polen en Litouwen.
De joden moesten tijdens de pest afgesloten worden van de ‘eigen’ bevolking. Ze
moesten vaak wonen in ommuurde wijken en dit werdt een getto genoemd. Buiten de
gettos moesten joden iets dragen waardoor ze herkenbaar waren.
Paragraaf 3
De joden kenden ook een gouden tijdperk, dit toen een Arabische generaal vanuit
noord-afrika overstak naar Europa en Spanje veroverde. De joden werden
welvarender en de joodse kunst, literatuur en wetenschap kwam tot bloei. Er kwamen
Hebreeuwse boeken over geneeskunde en wiskunde. Maimonides, de meest geniale
joodse geleerde uit het tijdperk was arts, talmoedgeleerde en filosoof. Zijn boeken
hebben in Europa veel invloed gehad op joden en niet-joden.
Maar eind 14e eeuw veroverden de christenen weer grote delen van Spanje op de
moslims. Nu zaten de joden tussen twee strijdende partijen en werden ze
beschuldigd van verraad en hulp aan de vijand. Toen in 1492 de spaanse koning
Ferdinand het islamitische bolwerk veroverde was de reconquista voltooid. Toen
kwam ook het besluit dat alle joden uit Spanje moesten worden verdreven. De reden
hiervoor was dat het katholieke land liep te ‘verjoodsen’. De joden gingen naar
Londen, Amsterdam, Italië,Griekenland, Turkije en het Midden-Oosten.
Paragraaf 4
Vele joden ontvluchten na de pestepidemie West-Europa voorgoed en gaan naar
Polen en Litouwen. De meesten spraken Jiddisch, dit was de omgangstaal van alle
joden in Midden- en Oost-Europa. In Polen mochten de joden een eigen leven leiden
met een grote mate van zelfbestuur op gebied van godsdienst, onderwijs en
rechtspraak. Er ontstond ook het chassidisme. Hierin wordt veel aandacht
geschonken aan een leven in eenvoud en gebed, met nadruk op godsdienstig
gevoel. Volgens hun moet een gelovige in het dagelijks leven laten zien hoe hij god
vereerd. In de 2e helft van de 17e eeuw kregen de joden weer last van discriminatie
en vervolgingen.de poolse katholieke kerk zaze door de vervangingsleer als veraders
van christus. De ergste vervolgingen kwamen door de beschuldeging dat joden
christenkinderen vermoordden en het bloed gebruikten voor de bereiding van
matzes. Er werden toen duizenden joden vermoord door Oekraiense kozakken en
Poolse boeren.
Paragraaf 5
Vanuit Spanje en Portugal zijn veel joden naar West-Europa gevlucht. Toen de
zuidelijke Nederlanden onder spaans bestuur kwamen, trokken veel joden naar
Nederland. Een voordeel dat deze Spaans-Portugese joden naar ons land kwamen
was dat ze kapitaal meebrachten en ervaring hadden met internationale handel. Ze
waren nu belangrijk voor de economie. In amsterdam leefden er ongeveer 10.000
joden en dit was toen de grootste bevolkingsgroep in West-Europa.
Na de vervolgingen in Oost-Europa kwam vanuit Duitsland een tweede golf
immigranten naar Nederland. Nederland had godsdienstvrijheid en geen
jodenvervolgingen. Joden hoefden er geen belasting te betalen, niet in getto’s te
wonen en geen uiterlijke kenmerken te dragen. De joden noemden Amsterdam
‘Mokum’ (de stad) of het Hollandse Jeruzalem. Joodse gemeenten in Nederland
waren goed georganiseerd, hadden veel synagogen en deden veel aan sociale zorg
en onderwijs.
De joden in Nederland komen vooral uit twee richtingen:
-
Rond 1500 vanuit Spanje en Portugal naar Amsterdam, zij worden sefardische
joden genoemd. Sefarad is de hebreeuwse naam voor Spanje
In de 17e eeuw komen de joden uit Duitsland en Polen naar Nederland,
vluchtend voor Oekraiense kozakken. Ze werden askenazische joden
genoemd, askenaz is de hebreeuwse naam voor Duitsland.
Download