Tijdvak 1: Jagers en boeren tot 3500 v.Chr. Prehistorie Icoon: Voorgrond: pot (staat voor boeren) Achtergrond: grottekeningen (staat voor jagers) Kenmerkende aspecten: 1.1 Jagers en verzamelaars > levenswijze jager-verzamelaars 1.2 Ontstaan van de landbouw > ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen 1.3 Eerste steden > ontstaan van eerste stedelijke gemeenschappen Paragraaf 1.1 Het leven van jagers-verzamelaars Zonder schriftelijke bronnen - Prehistorie = tijd zonder schriftelijke bronnen = tijd van jagers en boeren eindigt 3000 v.Chr - Informatie uit 1. Ongeschreven bronnen > archeologie 2. Ook informatie door jagers-verzamelaars van nu te bestuderen - Er is weinig bekend over hoe mensen in die tijd dachten Een zwervend bestaan Kenmerken jagers-verzamelaars (tot 10.000 v.Chr. iedereen): - jagen en verzamelen - grove stenen werktuigen (tot 50.000 v.Chr), daarna ingewikkelder - rolverdeling: man = jacht vrouw = verzamelen, zorgen voor de kinderen - kennis van de natuur - groepen van enkele tientallen mensen - nomaden > rondtrekken (geen vaste woonplaats, wel basiskamp) - weinig bezit Kunstuitingen - Jagers- verzamelaars leefden in de laatste ijstijd (115.000 v.Chr tot 10.000 v.Chr) - Noordwest- Europa: poolwoestijn > onbewoonbaar - Cromagnonmensen : vooral in Zuid-Europa (grottekeningen) - Ook maakten ze vrouwenbeeldjes (magie > vruchtbaarheid en hulpjacht) Otzi - 5300 jaar oud - Jager want dat kan je zien aan zijn bepakking en aan wat hij heeft gegeten. Ook draagt hij een hertenhuid Paragraaf 1.2 Het ontstaan van de landbouw Landbouwrevolutie: - Overstap van jagen en verzamelen naar akkerbouw en veeteelt, zo’n 10.000 v.Chr (duurde duizenden jaren, maar had grote gevolgen > revolutie) (landbouwrevolutie = neolistische/ nieuwe steentijd) De vruchtbare halve maan - Landbouw ontstaan in Zuidwest- Azië (Irak en Syrië) = vruchtbare halve maan - 8000 v.Chr : mensen gingen dieren temmen (veeteelt) - Landbouw verspreide zich > 6500 v.Chr: Europa 5300 v.Chr: Nederland - Steeds meer verschillende gewassen verbouwd en dieren getemd - Los van vruchtbare halve maan ontstond landbouw in China (7500 v.Chr, rijst en varkens) en Amerika (3500 v.Chr aardappelen, maïs, kalkoen) Oorzaken van de landbouwrevolutie Klimaatverandering na ijstijd > 1. Granen groeiden sneller 2. Minder jaagbaar wild en meer tembare dieren - Eerst was landbouw aanvullend, later werden de mensen ervan afhankelijk en konden steeds meer mensen gevoed worden > bevolkingsgroei > meer voedsel nodig > 1. Verbeterde landbouwmethoden veredeling graan en beter fokken vee ( en gebruik melk) 2. Uitvindingen als de ploeg De landbouwsamenleving - produceerde voedsel en zet natuur naar zijn hand (sedentaire leefwijze) - natuurwezen -> cultuurwezen - bezit verzamelen - bouwden stevige huizen - geloof in leven na de dood, voorouderverering, begraven/gecremeerd) Europeanen en Indiane - Hoe was het mogelijk dat de Europeanen moeiteloos anderen volkeren onderwierpen? (vb. Indianen) 1. Europeanen kenden eerder de landbouw > ontwikkelingen: paard en metalen wapens en Europeanen brachten ziektes mee waarvoor de Indianen niet immuun waren 2. Landbouw in Amerika niet over hele continenten pas later ontstaan en in Amerika waren nauwelijks grote tembare zoogdieren Paragraaf 1.3 De eerste steden Landbouwstedelijke samenleving - Eerste stedelijke beschaving ontstond rond 3500 v.Chr in Soemerië Stad? - stadsmuur, tempel, bestuursgebouwen en pakhuizen, vb Uruk Hoe ontsonden steden? - als landbouw genoeg oplevert om deel van de bevolking ander werk te laten doen - voor leven op rivieroevers samenwerking en organisatie nodig. Ambtenaren verdelen werk. (irrigatielandbouw) Landbouwstedelijke samenleving ontstond: - verschillende beroepen > sociale verschillen - bestuur - Nijverheid (ambachten) en handel Het schrift 1. Brons: koper en tin samen > harder > wapens 2. Schrift: > nodig voor organisatie > ambtenaren krasten tekentjes > letters > spijkerschrift Vanaf 3000 v.Chr ontstonden ook andere beschavingen, zoals Egyptische en Chinese > op vruchtbare rivieroevers en met schrift Voordelen schrift Kennis en informatie overdragen en verzamelen > regels vastleggen > betere organisatie mogelijk Godsdienst Dankzij schrift weten we meer over godsdienst van de Someriërs: - Polytheïstisch (veel goden) - Mythologisch wereldbeeld (wereld verklaart uit handelen goden) > 1. Goden bepaalden alles 2. Mensen moesten bidden en offeren > 3. Daarom tempels gebouwd en priesters aangesteld koning had speciale band met goden (vb. Gilgamesj > zelf 2/3 god) De oudste stad? Catal Huyuk (turkije) - zeer oud (7500 vC) en zeer groot (10.000 inwoners) - dorp of stad? Dorp, want - geen verdedigingsmuren, geen tempels, geen openbare gebouwen - geen sociale verschillen - muurschilderingen van jagende dieren Middel van bestaan Voornaamste voedsel Woonplaats Belangrijke uitvindingen Grootte van de groep Soorten bronnen 1.1 jagers en verzamelaars Jagen en verzamelen Dieren en vruchten Hutten, tenten: nomadisch Werktuigen (schrapers) Enkele tientallen Archeologisch 1.2 ontstaan landbouw 1.3 eerste steden Akkerbouw en veeteelt, jagen Graan en vlees Boerderij/Dorp: sedentair Ploeg, wiel, aardewerk Nijverheid, handel en landbouw Graan en vlees Stad: sedentair Het schrift, bestuur, brons Enkele duizendtallen Geschreven/ Archeologisch Enkele honderdtallen Archeologisch Examenvraag Tijdvak 1: Jagers en boeren Veel prehistorische culturen worden gedateerd aan de hand van potscherven. Deze culturen zijn bijna nooit culturen van jagers en verzamelaars. Ondersteun deze bewering door A twee redenen te noemen waarom vaak potscherven gebruikt worden voor deze dateringen en B hierbij aan te geven dat het hierbij (vrijwel altijd) gaat om boerensamenlevingen A Tijdvak 2: De tijd van de Grieken en Romeinen 3500 vC – 500 nC Oudheid Icoon: Voorgrond: Griekse tempel Achtergrond: Latijns schrift Kenmerkende aspecten: - De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap - De groei van het Romeins Rijk > Romeinse imperium en verspreiding GR cultuur - Grieks-Romeinse cultuur > vormentaal vd Grieks-Romeinse cultuur - Romeinen en Germanen > confrontatie tussen Grieks-Romeinse en Germaanse cultuur - Jodendom en Christendom > ontwikkeling jodendom en christendom Paragraaf 2.1 Wetenschap en politieke in de Griekse stadstaat Kenmerkend aspect: ontwikkeling van het: 1. Wetenschap 2. Politiek (en burgerschap) in de Griekse stadstaat Wetenschap Klassieke oudheid: 1) behorend bij Grieks-Romeinse oudheid 2) voortreffelijk, tot voorbeeld dienend bijv. klassieke muziek Griekenland is de bakermat(oorsprong) van de westerse beschaving: - Onze beschaving begint bij de Grieken (de grondslagen) Grieken hadden een mythologisch wereldbeeld? - Grieken verklaarden de wereld met godenverhalen Welke ontwikkeling ontstond vanaf de 6e eeuw vC? - Filosofen gingen met hun verstand alles beredeneren. De goden spelen geen rol meer Van welke ontwikkeling is sprake in de 5de eeuw vC in Griekenland? - Er ontstonden aparte takken van wetenschap, zoals natuurkunde, wiskunde en de medische wetenschap Filosofen - Denker met rationeel-wetenschappelijke manier van denken Rationeel – wetenschappelijke manier van denken: - Redelijk met je verstand Wetenschap - Systematisch en rationele manier van onderzoek doen ( P = persoon) (G = gebeurtenis (maak je 1 keer mee)) (V= verschijnsel (meerdere gebeurtenissen)) (O= ontwikkeling (verandering)) Noem drie belangrijke filosofen - Socrates, Plato, Aristoteles Leg kort Plato’s idealisme uit - Alles verdwijnt en alles is anders. Toch is er een eeuwige onveranderlijke vorm, voor ons onzichtbaar, maar die we met denken kunnen kennen Wat was voor Aristoteles het belangrijkste? - De zichtbare werkelijkheid Politiek Bestuur door 1 persoon Monarchie Tirannie Autocratie Bestuur door groep Aristocratie Oligarchie Bestuur door volk Democratie In 510 vC stichtte Cleisthenes de democratie Democratie (toen en nu) Overeenkomsten: 1. Burgers waren gelijk voor de wet 2. Burgers hadden vrijheid van meningsuiting Verschillen: 1. Athene was een directe democratie (iedereen mocht zelf stemmen) 2. Vrouwen, slaven, immigranten mochten niet stemmen Welk bezwaar had Aristoteles tegen de democratie? - Kiesrecht moest afhankelijk zijn van verstand en bezit Wat was Plato’s bezwaar? Hoe zag zijn ideale staat eruit? - Volk liet zich door emoties en hebzucht leiden > - Filosofen moesten de macht hebben Wanneer en hoe verdween de Atheense democratie? - 338 vC > Griekenland veroverd door vader van Alexander de Grote Wat vond Socrates van de democratie? - Niks > politici willen gunst kiezer en zullen dus liegen Paragraaf 2.2 Het Romeinse imperium -753 vC: Rome gesticht door Romulus, zoon van Mars - Tot 500 vC: een koninkrijk, daarna Republiek > aristocratie: macht in handen Senaat (rijkste en belangrijkste families) - 3500 vC – 264 vC: Rome veroverde grootste deel Italië - 264 vC: expansie buiten Italië > Carthago > oorlogsvloot, Hannibal - 200 vC: Rome veroverde oosten: Griekenland, Turkije, Syrië, Judea - Periode van burgeroorlogen> - Julius Ceasar > 44vC vermoord - 27 vC: republiek wordt keizerrijk = imperium, Augustus 1e keizer - 0 – 200 nC : pax Romana : Romeinse vader: periode van rust - Natuurlijke grenzen: (Rijn, Donau, Eufraat, Woestijn, Zee) Hoe kon Rome wereldrijk worden? 1. Gedwongen tot oorlog (bondgenoten helpen) 2. Verlangen naar roem, buit, grond 3. Rijk goed georganiseerd 4. Aantrekkelijk voor overwonnen volken 5. Kracht van leger (discipline, hardheid, wapens, beroepsleger) 6. Verharde wegen (snelle troepenverplaatsing) - Griekse cultuur al door Alexander de Grote verspreid naar het oosten - Na Romeinse verovering van Griekenland > mengcultuur - Griekse invloeden: wetenschap, literatuur, bouwstijlen, goden > - Grieks- Romeinse cultuur > verspreid door Romeinse rijk - Geromaniseerd / Romanisering: overnemen van Romeinse cultuur - In West-Europa : komt schrift en steden, geldeconomie - Wat bleef/ deel veranderde: godsdienst: vaak samengaan goden - Leger speelde grote rol bij verspreiden cultuur - Latijn > basis Romaanse talen - Latijns schrift nu in hele westerse cultuur gebruikt 3e eeuw nC > verval Romeinse rijk. Oorzaken: 1. Epidemieën 2. Machtsstrijd 3. Germaanse stammen drongen rijk binnen > volksverhuizingen - Kort herstel eind 3e eeuw > - 395 : splitsing rijk > West- en Oost- Romeinse rijk - 476: laatste keizer West- Romeinse rijk afgezet - 1453: eind Oost- Romeinse = Byzantijnse rijk Paragraaf 2.3 De Grieks-Romeinse cultuur Wat bedoelde Horatius met: het verslagen Griekenland overwon zijn wilde veroveraar? - Rome veroverde Griekenland, maar hadden zoveel ontzag voor de Grieken dat die Grieken eigenlijk de cultuur van Rome bepaalden Beschrijf kort welke ontwikkeling de Griekse beeldhouwkunst doormaakte - Veel invloed vanuit Egypte > stijve, platte beelden > - Door kennis van anatomie en het menselijk gezicht > - Klassieke periode: natuurlijke houding en levendig gezicht Welke drie bouwstijlen kenden de Grieken? - Dorisch > strak, robuust, sober - Ionisch > rank, voetstuk en gekruld bovenstuk - Korintisch > nog uitbundigere versiering Noem het belangrijkste verschil tussen de Griekse en Romeinse beeldhouwkusnt - Grieken > perfectie - Romeinen > realisme Belangrijk kenmerk van de Romeinse architectuur - Boogvorm (gewelf, koepel) 5 typische Romeinse bouwwerken - Triomfboog, fontein, thermen, aquaduct, amfitheater Belangrijk Grieks en Romeins bouwwerk - Grieks > Parthenon - Romeins > Pantheon/ Colosseum Verschil tussen een theater en een amfitheater - Theater > half rond - Amfitheater > helemaal rond Wat is het verschil tussen een zuil en een pilaster - Om zuil kan je heen lopen - Pilaster > platte zuilvorm Belangrijke Griekse beeldhouwer - Phidias 3 = Timpaan 7 = Fries met afbeeldingen van oorlogen 13 = Architraaf 16 = Kapiteel 17 = zuil Paragraaf 2.4 Romeinen en Germanen - 58 vC > Ceasar noemt stammen ten oosten van de Rijn Germanen - Tacitus > Germanen zijn barbaren (primitief), maar ook echte mannen - Germanen > verschillende volkeren (Teutonen, Friezen, Goten, Saksen, etc.) - 600 vC > Germanen uit Oostzeegebied naar Noord-West- Europa - Landbouwsamenleving (zonder schrift) - Romeinen wilde rijk tot Elbe uitbreiden > - Slag in het Teutoburgerwoud ( 9 nC) > Romeinse nederlaag > trauma Contacten - Leger > Germaanse bondgenoten en opgenomen in Romeinse legioenen - Handel > grensgebied: huiden en slaven tegen glas en aardewerk - Goden en gebruiken (geld en schrift) - 3e eeuw nC > volksverhuizingen > Germaanse volken vallen Romeinse rijk binnen vanwege rijkdommen en goede landbouwgrond - Soms Latijn, maar Germaans taalgebied uitgebreid - Limes = grens van Romeinse rijk Paragraaf 2.5 Jodendom en Christendom (Monotheïsme > er is een god: Jodendom, Christendom, Islam) - Jaweh : almachtig, goed en rechtvaardig, geen menselijke zwakheden - Joden uitverkoren > verbond met Abraham > Kanaän = beloofde land - Tenach: heilig boek, met tien geboden (Mozes) en geschiedenis Joden - 1000 vC: koning David > alle joden in een rijk - 587 vC: Jeruzalem verwoest > begin diaspora (verspreiding Joden) - 1e eeuw nC > uit Jodendom komt Christendom - In Jodendom: geloof in Messias/ verlosser - Jezus > Christos = gezalfde (als koning) - 50 nC > Paulus maakt Christendom los van Jodendom - Petrus (apostel) sticht in Rome christelijke gemeente - 64 nC > Petrus en Paulus gedood > martelaren -3e eeuw > christenvervolgingen, maar steeds meer christenen - 313: Edict van Milaan > keizer Constatijn wordt zelf christen - 395: christendom staatsgodsdienst, andere godsdiensten verboden - Steeds meer kerken - Geloofsleer vastgelegd > Jezus zowel goddelijk als menselijk - Mensen die afweken van de leer werden vervolgd - Evangelie: levensbeschrijving van Jezus - Bijbel: Oude Testament (Tenach) en Nieuwe Testament (over Jezus) Vergelijking Jodendom en Christendom Heilig boek God Symbool Gebedshuis Jodendom Tenach Jahweh Davidster Synagoge Christendom Bijbel God Kruis Kerk