Vol van de wereld of vol van de Geest?

‘Vol van de wereld of vol van de Geest?’
Ds. M. Ezinga - 2 Petrus 1:3
Jongerenavonden Alblasserwaard
Donderdagavond 26 april 2012
Verslag door Marcel Vroegop
‘Moge genade en vrede vermeerderd worden... immers Zijn goddelijke kracht heeft ons alles
geschonken wat tot leven en godsvrucht behoort’. Alles wat je hebt ontvangen om een krachtig,
vruchtbaar en getuigend christen te zijn, een kind van God in deze wereld, dat heb je ontvangen op
hetzelfde moment dat je onder het overtuigende werk van de Heilige Geest tot geloofsaanvaarding
komt van de persoon van de Heere Jezus Christus; Die in onze plaats aan het kruis is gestorven.
Er zijn moeilijke teksten over de Heilige Geest. Als die er niet zouden zijn zou er ook geen verwarring zijn
binnen de kerk over het werk en de persoon van de Heilige Geest. En daar gaan we vanavond naar
kijken. We gaan veel Bijbelteksten bekijken over het werk van de Heilige Geest en wat er nu met een
zondaar gebeurt als hij of zij tot geloof komt. Heb je dé Christus wel ontmoet als je na de verzoening
met Christus nog steeds blijft zoeken en nog steeds honger hebt? Alleen die mensen die de Christus van
de Schriften niet hebben ontmoet blijven verder zoeken en zien Christus als een tussenstation.
Vanavond hebben we een soort van korte cursus pneumatologie over het werk en de persoon van de
Heilige Geest. We gaan een aantal teksten lezen en we gaan zien wat er over de Heilige Geest wordt
gezegd.
Johannes 7:37 Allen die geloven hebben de Heilige Geest ontvangen in Zijn volheid. Nergens staat er in
de Schrift dat we maar een deel of stukje van de Geest ontvangen. Een deling in het ontvangen van de
Geest vinden we nergens. Zoals de tekst ook zegt: ‘stromen van levend water’.
Johannes 14:16-17 In het Oude Testament waren het de koningen, priesters en profeten die de Heilige
Geest ontvingen voor zolang ze in het ambt dienden. Daarom lezen we bij Saul dat de Geest van hem
werd weggenomen en lezen we dat David bad dat de Geest hem niet werd ontnomen. Zolang als je in de
bediening stond was de Heilige Geest op je, gaf Hij je kracht, wijsheid en motivatie om je ambt uit te
voeren. Niet iedereen in het Oude Testament ontving dus de Heilige Geest. Dat is anders in het Nieuwe
Testament.
In Johannes 7 en 14 zien we dat de Geest nog niet is uitgestort omdat Christus nog niet is verheerlijkt.
Dat gebeurt met Pinksteren, dan komt Hij over alle gelovigen. Jezus wijst op een ‘Andere Trooster’. Wat
bedoelt Hij, want je hebt een ‘ander’ van hetzelfde soort en een ‘ander’ van een ander soort/wezen.
Jezus geeft een Andere Trooster (parakletos) maar wel van hetzelfde Wezen! Er komt straks iemand
langszij (para=naast) maar Hij doet hetzelfde als wat Ik heb gedaan. Iemand die Geest vervuld is, is een
christen die vol is van Christus. We leren in dit tekstgedeelte dat de Heilige Geest ons niet ontnomen
wordt, maar voor altijd bij ons blijft. Wat David bad in psalm 51 hoeven wij niet meer te bidden in de
nieuwe bedeling. De gave van de Geest was in het Oude Testament van een andere/beperktere orde als
in het Nieuwe Testament. Daar was de werking van de Geest gekoppeld aan de drie ambten. Dit is in het
Nieuwe Testament werkelijk anders.
Romeinen 5: 5-6 Van de 13 Nieuw Testamentische boeken zijn er 27 van Paulus en nergens in zijn 13
boeken en ook bij Johannes niet en de anderen... lees je de opdracht om je te laten dopen met de
Heilige Geest. Er wordt wel over de doop met de Geest gesproken. Maar niet dat je eerst tot geloof
komt en daarna nog eens een doop met de Geest nodig zou hebben. Als dit werkelijk zo belangrijk zou
zijn zoals sommigen doen geloven, waarom spreekt Paulus daar dan niet over? Nee, de Bijbel gaat er
juist vanuit dat de Geest ons gegeven is op het moment dat we tot geloof kwamen.
Romeinen 8:7 -9 Deze tekst leert dat je van Christus bent als je de Geest hebt. Wanneer je Hem niet
hebt, ben je niet van Christus.
Romeinen 8:11 Deze tekst spreekt over de inwoning van de Heilige Geest in de gelovige.
Romeinen 8:15 We hebben de Geest van aanneming tot kinderen ontvangen door wie we roepen: Abba,
Vader.
1 Korinthe 2:12 Besef dat deze gemeente te Korinthe de meest vleselijke gemeente was van die tijd.
Deze vleselijke gemeente is werkelijk vreselijk te noemen. Opvallend wat Paulus tegen hen zegt. Ze
leefden dan wel vleselijk, maar ze hebben de Geest van God ontvangen.
1 Korinthe 6:19 Je moet weten dat je lichaam een tempel van de Geest is en Hij woont in je. En je hebt
Hem ontvangen om tot eer van Hem te leven.
1 Korinthe 12:13 We zijn door één Geest tot één lichaam gedoopt. Wij allen zijn van één Geest
doordrenkt. Wij allen,... dat is cruciaal in deze tekst. Allen die hun vertrouwen op de Heere Jezus stellen
zijn doordrenkt van dezelfde Geest. Denk hierbij aan een spons in een emmer water; dat is werkelijk
doordrenkt zijn! Dat geldt voor ‘wij allen’ en dus ook voor die vleselijke gelovigen in Korinthe.
2 Korinthe 5:5 De Geest is ons gegeven als onderpand. Een onderpand wordt gegeven als garantie en als
een soort van ‘voorafje’, de zekerheidsstelling van de erfenis waarin je deelt als kind van God als medeerfgenaam van Christus. Wanneer je de Heere Jezus van harte liefhebt en Hem hebt aangenomen als je
persoonlijke Zaligmaker, dan mag je weten dat je doordrenkt bent met de Geest.
2 Korinthe 11:4 Hier wordt gesproken over een ‘andere geest’ ontvangen dan Degene die je ontvangen
hebt. Zoek daarom geen andere bronnen dan de enige Bron van leven, de Heere Jezus Christus
Galaten 3:2 We hebben de Geest ontvangen vanuit de prediking van het geloof en niet door prestaties.
Galaten 3:26-27 U bent in Christus gedoopt en u bent met Hem bekleed.
Efeze 1:3 Deze tekst leert ons dat we alle zegeningen hebben ontvangen in Christus Jezus. Dit betekent
dat we nadat we tot Christus zijn gekomen Hem enorm beledigen als we dan nog méér en verder
zoeken. Er is geen méér buiten Christus. Want we zijn in Hem gezegend met alle geestelijke zegeningen.
We moeten niet méér zoeken, maar we moeten Hem beter leren kennen!
Efeze 1:13 De prediking van het Evangelie was er en door het overtuigende werk van de Geest ben je tot
geloof gekomen... verzegeld met de Heilige Geest. En opnieuw wordt hier genoemd dat we Hem als
onderpand hebben ontvangen. Niet op een later moment, maar op het moment dat je tot geloof kwam.
Kolossenzen 2:9 -10 Alles wat de Heere God als God kenmerkt dat woont in Christus. De volheid van
God is in Christus. Christus is dus God. Jullie hebben de volheid verkregen in Hem! We hebben de
volheid ontvangen en zijn de volheid geworden in Hem. We hebben deel aan Zijn goddelijke volheid. De
achtergrond van dit gedeelte is de gnostiek van die tijd. Je moet, nadat je tot geloof kwam, worden
‘ingewijd’ in diepere kennis. Dat is de ‘gnosis’ de verborgen kennis. Paulus keert zich daar tegen en in
deze brief benadrukt hij dat we alles al hebben ontvangen in Christus. Buiten Hem is er niet meer kennis
of genade. Ook in die tijd had je dus al een soort leer van ‘second blessing’. Zoek niet een ‘second
blessing’, maar zoek Christus.
2 Timotheus 1:14 Paulus zit in de gevangenis en hoort de menigte in het colosseum op gehoorafstand
joelen om de dood van de gevangenen. Dan schrijft hij de laatste dingen aan Timotheüs die nog echt
gezegd moeten worden. Hij roept op om het pand dat ons is toevertrouwd goed te bewaren.
Titus 3:5-6 Goedertierenheid = doortrokken van goedheid. De tekst leert ons dat de Geest in rijke mate
is uitgestort in Zijn volheid.
Jakobus 4:5 Hier zie je dat het argument wordt gebruikt dat de Geest in ons woont.
1 Johannes 3:23-24 Hij heeft ons de Geest gegeven en hieraan weten we dat Christus bij ons blijft.
Judas :19 Zij die geen kind van God zijn, hebben de Geest niet en zij die wel een kind van God zijn,
hebben de Geest wel.
Vanuit al deze teksten mag duidelijk zijn dat iedere gelovige de Geest ontvangen heeft en niet een gave
is voor een enkele gelovige.
Nu nog een aantal moeilijke teksten die voornamelijk in de Handelingen der apostelen staan.
We kunnen de geschiedenis van de Handelingen niet één op één kopiëren op ons eigen leven. Denk aan
de geschiedenis van Ananias en Safira.
Het lichaam van Christus was er na de uitstorting van de Geest. Toen pas heeft het lichaam een Hoofd
gekregen, toen Hij aan de rechterhand van de Vader zat. Wij leven nu niet meer in de overgangsfase van
de periode dat de Geest nog niet was uitgestort en wanneer dit wel gebeurde. Dat is nu juist wel
kenmerkend voor de periode van de Handelingen der Apostelen. Dit boek is een geschiedenisboek en
niet in de eerste plaats een leerstellig boek.
Handelingen 8 & 19 “Hebt u de Geest ontvangen toen u tot geloof kwam?” Een merkwaardige vraag als
we zojuist hebben gezien dat iedereen die tot geloof komt de Geest ontvangt. Hij predikt hen eerst
Christus omdat ze niet weten van Christus en de Geest. En nadat hij had gepreekt had geloofden ze,
ontvingen de Geest en werden gedoopt.
Er is een verschil tussen doop en vervulling met de Geest. De doop laat zien dat dit in het begin is.
Waterdoop, Geestesdoop... dit is allemaal aan het begin van ons christen-zijn. We ontvangen door het
geloof alles van Christus. De vervulling met de Geest ziet wel op een proces in ons leven. De Geest
verlaat ons levenshuis nooit, maar het kan wel zijn dat door zonden de Geest ons hele leven niet meer
vol maakt. Hij is niet in alle kamers van ons huis aanwezig.
Romeinen 12, 1 Korinthe 12, Efeze 4 en 1 Petrus 3 spreekt over de gaven van de Geest. De beste manier
om te ontdekken wat jouw plekje in de gemeente is door het maar gewoon te doen. Je komt dan vanzelf
achter de gaven die jij hebt gekregen om in te zetten voor de ander.
Tongentaal zijn bestaande talen die de spreker niet geleerd heeft. Hiervan zien we een voorbeeld in
Handelingen 2. Daarin zien we het eerste verschijnsel van deze gave van de Geest. Daar wordt de
standaard gezet voor wat tongentaal is. Daarmee is het dus geen geharrewar van onverstaanbare
klanken. Ze spraken bestaande talen en vreemden hoorden in eigen taal de grote daden van God. Het is
daarmee niet een gave voor de gelovigen, maar alleen bestemd voor de ongelovigen. Het is voor de
ongelovigen een teken van de waarheid van Gods Woord.