De anatomische bijenles Bij het determineren van wilde bijen worden de diverse items vaak verschillend benoemd. Naast Nederlandse termen worden ook de wetenschappelijke benaming gebruikt. Voor het gebruik van de bijendeterminatiesleutels op wildebijen.nl is onderstaand overzicht, gemaakt door Jeroen de Rond (www.naturalmedia.nl), handig. (ocellus) puntoog kruin (vertex) (frons) voorhoofd sprietvlag (flagellum) (fovea) oogstreep draailid (pedicellus) (supraclypeus) voorhoofdsschildje (clypeus) kopschild (gena) wang sprietschaft (scapus) nevengezicht oog (oculus) lipknobbel bovenlip (labrum) (mandibel) bovenkaak eindtand van kaak (palpi) tasters tong (glossa) (frons) voorhoofd voelspriet (antenna) (puntoog) ocellus oog (oculus) schouderknobbel kruin (vertex) parapsidegroef slaap (tempora) zijschildje halsschild (pronotum) (area cordiformis) middenveld vleugelschub (tegula) zijbultje van rugplaat grote rugschild (mesoscutum) (femur) dijbeen rugschildje (scutellum) (floccus) dijborstel middensegment (propodeum) (frenulae) hechthaakjes achterschildje (postscutellum) (scopa) scheenborstel scheen (tibia) spore eindrand van rugplaat (metatarsus) eerste voetlid voet (tars) (fimbria) eindborstel stuitplaat (pygidium) © www.wildebijen.nl - juni - 2012 , illustraties: Jeroen de Rond