Dave Hakkens: groot in modulair bouwen door Laurens Lammers leestijd: 8 min Hij bedacht een modulaire smartphone en modulaire machines die afvalbergen kunnen verminderen. Bij ontwerper Dave Hakkens is afvalbestrijding een rode draad in zijn werk. Een interview. Dave Hakkens, de Helmondse industrieel ontwerper en uitvinder, is net terug van een zes maanden durende reis door Azië. Plekken die hij bezocht waren onder meer Indonesië, Cambodja en de eilandengroep Malediven. Wat hij daar deed? Behalve genieten van een lange vakantie zamelde hij ook bergen plastic afval in. Op stranden ver weg van Nederland was hij vooral bezig met grote beach cleanups. In de slums van Mumbai zag hij verder hoe groot daar de lokale afvalproblemen waren. "In Nederland is ons afval goed weggestopt overal. In Azië is dat heel anders", vertelt Hakkens. "Vooral in Indonesië zie je het plastic echt overal liggen. Op het land maar ook in de oceaan. Mensen leven er letterlijk tussenin. Ik ben zelfs bij de landfills geweest, de grote stortplaatsen waar het afval vaak onder de grond wordt begraven. Het probleem in Indonesië is groot, omdat het land uit een hele reeks eilanden bestaat met een slecht afvalbeheer en de eilandbewoners hun afval niet in boten willen verschepen." Met zijn laatste grote project, genaamd Precious Plastic, toonde Hakkens aan slimme oplossingen te hebben voor het plasticprobleem: machines die geheel open source zijn en waarmee mensen lokaal het probleem kunnen aanpakken en nieuwe dingen kunnen maken uit gerecycled plastic. Op internet toont hij in tekeningen en uitgebreide instructievideo's hoe deze machines zijn te bouwen. Als overheden weigeren de problemen aan te pakken, dan zijn het volgens Hakkens vooral de lokale mensen die geholpen moeten worden om de bergen plastic te verkleinen. "Iedereen kan met de blueprints van mijn machines aan de slag. Mijn einddoel is om zo een revolutie op gang brengen bestaande uit kleine recyclefabriekjes overal ter wereld." Hakkens' concept van Phonebloks uit 2013 Centraal thema Afval en hoe daarmee om te gaan: het is een centraal thema in het werk van de pas 28-jarige Helmonder. Als onderwerp keert het altijd weer terug in zijn ideeën. Met zijn in 2013 gepresenteerde project Phonebloks was dat niet veel anders. In 2014 won hij er de Young Designer Award mee: een telefoon die geheel bestaat uit verwisselbare componenten of modules en een duurzaam alternatief moet gaan bieden voor de iPhones, Samsung Galaxy's, Sony Xperia's en andere smartphones met een korte levensduur. Een telefoon die nooit verouderd en altijd up-to-date is: dat is wat volgens Hakkens mogelijk moet gaan worden. Speakers, accu, scherm, processor: alles zal vervangbaar zijn door van de telefoon een blokkendoos te maken en losse componenten vast te klikken op een basisplaat. Met zijn Phonebloks-concept hoopte Hakkens veel beter in te spelen op de behoeften van vele smartphonegebruikers. Zijn idee bleek ook zo interessant dat hij hiermee de interesse wekte van technologiebedrijven met daaronder Google als grootste en bekendste bedrijf. Project Ara, zo ging het speciale platform van Google heten dat drie jaar geleden aan de modulaire telefoon ging werken. Met Hakkens als grote inspirator en adviseur. "Google belde me of ik niet voor ze kon komen werken. Dat was een mooi aanbod. Ik kon op een leuke plek gaan werken met een leuk budget. Maar ik heb het niet gedaan. Mijn eerste idee was ook dat niet Google maar de industrie de telefoon zou gaan maken." Prototype van Googles modulaire Project Ara-smartphone Veel problemen Met Project Ara zou Google ook veel problemen krijgen. De telefoon was te moeilijk om te maken. Blokken vielen uit elkaar. In de dit jaar gepresenteerde laatste ontwikkelaarsversie bleek dat Google ook concessies had gedaan ten aanzien van het originele idee. In plaats van een volledig modulaire telefoon was slechts een deel van alle componenten vervangbaar. Groot was verder het nieuws begin september dat Google was gestopt met de modulaire telefoon die in 2017 op de markt had moeten komen. - Mensen kennen je vooral van je Phonebloks-idee. Dat sloeg in als een bom na het maken van een filmpje hierover dat viraal ging op internet. Had je dat verwacht? "Nee. Het was een afstudeerproject aan de Design Academie in 2013. Voor mij was het simpel: ik had een filmpje over Phonebloks online gezet. Daarna zou ik doorgaan met leven. Maar het pakte heel anders uit. In het begin heb ik vooral supporters voor het idee gezocht. Dat lukte goed via de site Thunderclap. Daarop kun je mensen vragen om hun netwerken voor je idee open te stellen en een oproep doen om op een vooraangekondigde dag in actie te komen. Supporters kunnen dan het idee ondersteunen door allemaal tegelijk een bericht hierover te versturen via Facebook, Twitter of ander netwerk. Zo heb ik een bommetje kunnen creëren met hulp van bijna een miljoen mensen." Je hebt eerst Motorola en later Google geholpen bij de ontwikkeling van je blokkentelefoon. Wat was jouw rol daarbij precies? "Ik ben zelf nooit bij de technologische ontwikkeling geweest. Ik ben wel langs geweest om te zien hoe het ging, maar ik ben geen hardware-ontwikkelaar. Voor Project Ara ben ik ook vooral bezig geweest om een Phonebloks-community op te zetten en bij het project te betrekken. Ik heb ervoor gezorgd dat Project Ara in eerste instantie heel open was. En dat veel informatie uit het project gedeeld zou worden. Mensen konden zo actief meedenken en het project was geen gesloten systeem. Daarnaast heb ik gekeken naar de updates, wat beter zou kunnen en dat soort dingen. Ik wilde verder geheel onafhankelijk bij het project betrokken zijn. Als ik bij Google was gaan werken, was ik één stem in een groot bedrijf geweest. Dan had ik weinig stuurmogelijkheden gehad. Onafhankelijk had ik altijd nog de community achter me. Dus als Google slecht materiaal zou gebruiken, zouden we via de community een krachtige stem laten horen om dit niet te doen." Google maakte van Project Ara ook geen open source project. Waarom niet, denk je? "Dat was zeker één van de dingen die ik in het begin als nadeel zag. Maar zoals gezegd: online was er veel informatie over Project Ara te vinden. Er was ook een model developerkit, waardoor ontwikkelaars wisten wat het project inhield, hoe ze ermee aan de slag konden en welke protocollen ze nodig hadden. Het was al met al dus een vrij open project." Nog vrij modulair De officiële ontwikkelaarsversie van Project Ara die Google eerder dit jaar presenteerde viel tegen. Het idee van een volledig modulaire telefoon was losgelaten. In plaats daarvan waren de belangrijkste onderdelen, zoals de processor, het scherm en de accu, niet meer inwisselbaar. Wat vond jij daarvan? "Gemengde gevoelens. Voordat Google ermee begon was het wel duidelijk. Google had een ambitieus plan. Iedereen die in het team van Project Ara zat, had twee jaar de tijd om de telefoon te ontwikkelen. Als je een deadline hebt, dan werk je daar naar toe en gaat de innovatie vaak sneller. Toch was de eerste modulaire telefoon van Google lang niet zo modulair als Phonebloks. Voor mij was Phonebloks meer een visie. Het maken van die telefoon kon wel tien jaar duren in plaats van twee. Na twee jaar besloot Google al de boel om te gooien en de telefoon een stapje minder modulair te maken. Dat was jammer. Ik had het liefst een telefoon gezien die zo modulair mogelijk is. Toch werd de telefoon nog vrij modulair in vergelijking met veel andere smartphones die te koop zijn." Was het een grote schok voor je: de mededeling van Google dat Project Ara zou worden beëindigd? "Ja. Dat zagen we echt niet aankomen. Het was ook vervelend voor ontwikkelaars en bedrijven die al bezig waren met het maken van modules of bepaalde cameracomponenten. Die hebben hier best veel tijd in gestoken en zijn nu een beetje in de steek gelaten." Op je blog schreef je dat Google te weinig zou verdienen aan het uitbrengen van modulaire telefoons. En dat dit mogelijk tot het einde van Project Ara heeft geleid. "Dat idee had ik inderdaad. Zelf denk ik nog steeds dat er een grote markt is, afhankelijk van de modules die worden gebouwd. Google is echter geen hardwarebedrijf en ook niet ingesteld op het fabriceren van zo'n telefoon. Het moet daarvoor eerst een heleboel investeringen opdelen voordat het bedrijf een geschikte infrastructuur heeft opgezet. Bij een hardwarefabrikant is dat niet nodig." Was het daardoor sowieso niet verkeerd van Google om Project Ara op te starten? De ontwikkeling van de Google Glass-bril werd ook geen succes. "Google Glass liep anders verkeerd af. Google had een bril, hij was klaar. Consumenten hadden er echter geen goed gevoel bij. Dat is niet bij de modulaire telefoon. Consumenten wachten daar nog steeds op en willen hem nog altijd. De technologie biedt echter nog teveel weerstand." Wat is volgens jou nog het belangrijkste probleem bij het bouwen van een goede modulaire telefoon? Is dat het feit dat deze nog te dik is bijvoorbeeld, terwijl dunner de trend is? Of is dat het feit dat als je hem dunner maakt je ook de prestaties of functionaliteit van de telefoon vermindert? "Het is vrij lastig om modulaire telefoons te maken volgens de waarden en normen van nu. Maar het is een kwestie van tijd. Op een bepaald moment hebben telefoons niet meer RAMgeheugen nodig en zullen camera's niet veel kleiner meer worden. Op dat moment komt er ook meer ruimte voor een modulaire telefoon." Kleinere partijen In een interview vroeg je je af of een groot bedrijf als Google niet beter had gekund met Project Ara. Vraag je je dat nog steeds af? "Ja. Zeker als je weet hoeveel resources en geld Google tot zijn beschikking heeft. Het bedrijf maakt dan wel geen hardware, maar het kan wel weer heel goed een platform voor smartphones opzetten. Aan de andere kant heeft het bedrijf ook aandeelhouders die kunnen besluiten om een project te cancelen. Als Google het écht zou willen, zou het zeker een grote stap kunnen maken in de ontwikkeling van volledig modulaire telefoons." Op je blog schreef je dat je hoop houdt dat volledig modulaire telefoons er ooit wel zullen komen. Maar dat het misschien veel kleinere partijen als PuzzlePhone en Fairphone zijn die de draad weer oppakken. In hoeverre acht jij deze bedrijven ook in staat om een toptelefoon te maken? "Ik heb altijd gedacht dat als je een volledig modulaire telefoon wilt maken, je ook een ecosysteem nodig hebt voor modules vergelijkbaar met de App Store van Apple. Als je dat niet hebt, is een modulaire telefoon ook niet nuttig. Grote bedrijven kunnen zo'n ecosysteem opzetten. Voor een klein bedrijf is dat veel moeilijker. Aan de andere kant: één van de dingen die Project Ara zo lastig maakte, was dat Google de telefoon meteen grootschalig voor de consument wilde maken. Zo'n telefoon moet dan meteen perfect zijn. Bij veel kleinere bedrijven, zoals Puzzlephone of Fairphone, is dat niet zo. Die hebben de ruimte om eerst te groeien en te evolueren. De telefoon hoeft niet meteen goed te zijn. Zo'n bedrijf staat ook niet in de spotlights. Dat zorgt voor rust en minder druk van buitenaf." Een van de machines voor het recyclen van plastic Niet altijd milieuvriendelijk Renee Wever, hoogleraar industrieel ontwerpen, zei onlangs in de Volkskrant dat 'milieuvriendelijke' modulaire telefoons niet altijd goed zijn voor het milieu. Vooral niet als fabrikanten gebruikers gaan stimuleren om onderdelen vaker dan 1,5 keer per jaar te vervangen. Heeft Wever hiermee een punt of niet? "Gebruikers worden nu min of meer gedwongen om een hele telefoon weg te gooien omdat iets het niet meer doet. Door hem modulair te maken, ontstaat een grotere markt voor losse componenten die vaak worden verwisseld. Maar het is dan wel de keuze aan jou of je hieraan meedoet. Laat jij je wel of niet verleiden tot het kopen van een nieuwe camera? Dat eerste hoeft niet op grote schaal te gebeuren." Wat voor smartphone heb je zelf en is die deels modulair? Een PuzzlePhone misschien? "Ik heb een iPhone. Dat was mijn eerste smartphone en die heb ik nog steeds. Ik ben ook meer het type gebruiker dat probeert zijn telefoon zo lang mogelijk te houden." Moet je als bedenker van de blokkentelefoon niet een deels modulaire telefoon hebben en het voorbeeld geven? "Mijn hoofddoel is minder e-waste. Die krijg je door minder vaak een telefoon te kopen of hem te upgraden. Zolang mijn oude telefoon nog werkt, heb ik geen andere nodig. Ik kan een modulaire kopen, ja, maar wat doe ik dan nog met mijn iPhone? Een nieuwe telefoon leidt ook altijd tot meer afval." Deze week werd bekend dat Facebook een bedrijf heeft overgenomen dat modulaire gadgets maakt. Een goede zet van Facebook? "Zeker! Dat laat zien dat modulaire technologie nog niet dood is." Voor het Precious Plastic-project bedacht je machines die plastic kunnen recyclen of iets nieuws van plastic afval maken, geheel open source zijn en ook weer modulair. Kun je in het kort een beschrijving geven van een paar van die machines en wat de mogelijkheden ervan zijn? "Het gekke aan het recyclen van plastic is dat dit is voorbehouden aan grote bedrijven. Hout of metaal kunnen we thuis bewerken, maar met plastic gaan alleen de grote jongens aan de slag. Het leek me dus logisch dat ook mensen thuis de tools hebben om te beginnen, zodat mensen in Indonesië of Afrika gewoon de plastic zooi kunnen opruimen, hergebruiken en geld hiermee kunnen verdienen. De machines zijn ook gebaseerd op industriële standaarden. Alleen dan versimpeld, zodat je ze zelf kunt bouwen. Elke machine heeft weer een andere functionaliteit. Er is een shredder die plastic vermaalt in kleine stukjes, zodat je er iets nieuws mee kunt maken. Met een andere machine kun je filamenten voor 3D-printers maken. Daarmee kunnen mensen overal lokaal hun afval omzetten in producten." Wat wordt er zoal geprint? "In Afrika was een groepje mensen bezig met het bouwen van waterfilters. Die hadden een component geprint waarmee je een waterfilter eenvoudig op een fles kan zetten. Zo heeft kunststof afval toch weer iets nuttigs. Maar ik zie nog weinig concrete producten. De verdere ontwikkeling en verspreiding van de technologie is nu ook nog het belangrijkst." Je hebt ook zelf je machines gebruikt om producten te maken. Wat waren dat voor producten? "Dingen die ik heb gemaakt zijn vazen, potten, handvaten van messen, rollen 3D-printer filamenten die je zo kunt verkopen op de rommelmarkt en ook nog een kattenbak. Daarmee wilde ik vooral laten zien hoe je dingen maakt, bijvoorbeeld door eerst mallen te maken. Ik ben verder niet bezig geweest om het meest goede product te maken, maar alleen om de mogelijkheden te laten zien. Ik heb ook geen eigen productielijn. En ik verkoop niets." Vijftig tot honderd bouwers Iedereen kan met je machines aan slag door video's en blueprints te downloaden en ze aan de hand van jouw instructies te bouwen. Heb je eigenlijk een idee hoeveel machines er al zijn gebouwd? "Niet precies. Ik zie wel berichten op een speciale Facebook-pagina en ik ontvang wel eens iets in de mail. Ik denk dat er in totaal vijftig tot honderd mensen zijn die met de blueprints aan de slag zijn gegaan en één of meerdere machines hebben gebouwd. Vaak zijn het eenlingen. Maar er zijn ook organisaties die ze willen bouwen. Daar gaat het alleen wat langzamer allemaal. Organisaties moeten eerst altijd alles goedkeuren. Pas daarna wordt het project opgestart." Moet je ook niet een beetje een nerd zijn om een machine te kunnen bouwen? Blueprints die je kunt downloaden bevatten ook CAD-files. Daar kan toch lang niet iedereen mee overweg? "De machines zijn sowieso niet voor mijn moeder bedoeld, maar meer iets voor gemeenten. Ik zou in elke plaats of stad een setje machines gebruikt willen zien worden, zodat er plaatselijk meer afval kan worden ingezameld. Ik hoop verder dat mensen lokaal andere mensen gaan zoeken die machines kunnen bouwen. Sinds het project online kwam, ben ik er namelijk achter gekomen dat er mensen en bedrijven zijn die zeggen: 'Ik heb geld, kun je een machine voor me bouwen?' Aan de andere kant zijn er de mensen die willen bouwen. Het doel nu is om deze twee groepen online met elkaar te verbinden." Van gerecycled plastic gemaakte producten The Story of Stuff In de korte animatiefilm The Story of Stuff van Annie Leonard uit 2010 was te zien hoe onze spullen letterlijk worden ontworpen voor de vuilnisbelt. Was Leonard ook een grote inspirator voor jouw Precious Plastic-project? "Zeker. Op de Design Academie was ik vaak bezig om iets te maken, zoals een nieuwe stoel of een nieuwe tafel. Leonard had een logisch verhaal als productontwikkelaar. Dat je als designer altijd moet weten of je bezig bent met iets nuttigs of niet. En dat je wezenlijk kunt bijdragen om de afvalberg te verkleinen. Hoe verleng je bijvoorbeeld het beste de levenscyclus van producten? Afvalbestrijding is ook een rode draad geworden in mijn werk als ontwerper." Leonards film leidde tot een grote online community waarop zo'n 150.000 mensen zich bezighouden met duurzaamheid en milieu. Ook jij zet communities op rond je projecten. Is dat ook jouw grootste drijfveer als innovator: een wereldwijde beweging op poten zetten en zo een revolutie ontketenen? "Ik geloof zeker in de kracht van wat mensen zelf kunnen doen. Het Phonebloks-project was nooit iets geworden als mensen het niet zouden ondersteunen. Ook bij Plastic Precious gaan de ontwikkelingen veel sneller als er een community achter zit. Ik geloof dus heilig in dit soort communities en dat deze zeer bevorderlijk zijn bij de ontwikkeling van je ideeën." Dingen die jij bedenkt, zijn altijd modulair. Je kunt ze als simpele bouwstenen in elkaar zetten. Hoe ben je eigenlijk ooit zo verslaafd geraakt aan modulaire systemen? "Vooral doordat ik minder e-waste wil maken. In eerste instantie wilde ik een telefoon bouwen die honderd jaar mee kon gaan. Door technologische ontwikkelingen worden telefoons ook wel steeds beter. Het enige nadeel nu is: of het hele ding wordt beter of je gooit alles weg. Er zit niks tussenin. Het is nooit zo dat je alleen maar een onderdeeltje hoeft te vervangen omdat het verouderd is. Daarom is modulair bouwen het meest logische, denk ik." Loop je alweer rond met een nieuw idee waarmee je de wereld kunt veranderen en een heleboel mensen kunt mobiliseren? "Er zijn nog genoeg problemen om op te lossen en veel onderwerpen waar ik iets mee kan doen. Maar ik ben ook voorstander van je dingen goed afronden. Momenteel twijfel ik tussen een nieuw onderwerp of nog even doorgaan met Precious Plastic. De impact van Precious Plastic kan nog veel groter worden gemaakt. Veel mensen raken er ook nog enthousiast van. En ik kan er nog op heel veel meer plekken in de wereld verschil mee maken." AUTEUR Laurens Lammers is freelance journalist en schrijft veel over internettechnologie, internetcultuur en beginnende internetbedrijven. © 2017 RTL Nederland BV · Gebruikersvoorwaarden · Privacy- en cookie-statement · FAQ · Bright Ideas v1.3 · [email protected]