Operatie aan de endeldarm, rectosigmoïdresectie U wordt binnenkort opgenomen voor een operatie aan uw dikke darm of endeldarm. In deze folder vindt u informatie die u nodig heeft om goed voorbereid te zijn op deze opname. Ziekenhuis Gelderse Vallei hanteert een methode om ervoor te zorgen dat patiënten sneller herstellen van hun operatie. Het is belangrijk om de aanwijzingen die u gegeven worden goed op te volgen. Er is gebleken dat het goed is om vlak na de operatie al uit bed te komen en de dagen erna veel op de stoel te zitten of rond te lopen. Voor de maag en darmen is het goed om niet te lang nuchter te zijn. Dus u mag tot twee uur voor de operatie nog heldere vloeistoffen drinken en vlak na de operatie hier weer mee beginnen. De dag na de operatie mag u weer gewoon eten en drinken. U krijgt medicatie tegen misselijkheid en pijn. U wordt geopereerd aan het laatste deel van de dikke darm oftewel de endeldarm. Dit wordt een rectosigmoïdresectie of low anterior resectie genoemd. Nadat de chirurg een gedeelte van de darm heeft verwijderd, worden de uiteinden van de twee resterende darmdelen worden aan elkaar gezet. Als de chirurg verwacht dat de naad nog niet sterk genoeg is, wordt er een tijdelijk stoma van de dunne darm aangelegd. Als hier een grote kans op is, krijgt u informatie over de stoma van de stomaverpleegkundige. De operatie duurt ongeveer 90 - 120 minuten. Het weefsel dat de chirurg weghaalt, wordt onderzocht. De uitslag van het microscopisch onderzoek van het verwijderde darmweefsel is na ongeveer tien dagen bekend en wordt met u besproken. Mogelijke complicaties Geen enkele operatie is zonder risico’s. Zo is er ook bij een operatie aan de dikke darm de kans op complicaties aanwezig, zoals trombose, longontsteking, nabloeding of wondinfectie. Wondinfecties komen soms voor en geven aanleiding tot een vertraagde wondgenezing. In bepaalde situaties wordt de huid na een dikke darm operatie soms opengelaten om wondinfecties te voorkomen. Bij een operatie aan de dikke darm kan een lekkage van de darmnaad voorkomen. In dit geval volgt er een nieuwe operatie en wordt er een stoma aangelegd. Een enkel keer is het niet te vermijden dat bij deze operatie en ook de eventuele bestraling voorafgaand aan de operatie de zenuwen naar de geslachtsdelen en blaas worden beschadigd. Bij mannen, die een endeldarmoperatie hebben ondergaan voor een tumor dicht bij de anus, kan soms impotentie optreden. Ook kan als gevolg hiervan blaasontledigingsstoornissen optreden. Deze stoornissen kunnen van tijdelijke aard zijn. De ziekenhuisopname Op de opnamedag vindt een gesprek plaats met een verpleegkundige van de afdeling. Er wordt bloed afgenomen. Stoma Indien het waarschijnlijk is dat een (tijdelijk) stoma zal worden aangelegd, komt op deze dag de stomaverpleegkundige ook langs. Zij zal op uw buik een plaats aangeven met stift waar eventueel een stoma kan komen (mocht dit tijdens de operatie nodig zijn). Dán is is het ook belangrijk dat de darmen goed schoon zijn. Daarom krijgt u van tevoren laxeermiddel te drinken en mag u daarbij alleen heldere vloeistoffen drinken. Als u hierbij veel vocht bent kwijtgeraakt, krijgt u ’s avonds al een infuus om dit vochttekort aan te vullen. Ook krijgt u nog roosvicee of appelsap te drinken. Bent u diabetespatiënt? Dan drinkt u water. Ter controle wordt ‘s avonds nogmaals wat bloed afgenomen. Voor de operatie Op de dag dat u geopereerd wordt, mag u tot drie uur voor de operatie nog heldere vloeistoffen drinken. U krijgt van de verpleegkundige nog twee glazen roosvicee te drinken. Daarna mag u niets meer eten of drinken. U hoort van de verpleegkundige op de afdeling of u nog medicijnen nodig hebt. Die kunt u dan met een klein slokje water innemen. Ter voorbereiding op de operatie krijgt u een operatiejasje aan. U wordt met bed naar de voorbereidingsruimte gereden. Daar krijgt u via een ruggenprik een slangetje in de rug voor de pijnbestrijding tijdens en na de operatie. Soms wordt u hier al aangesloten op de bewakingsapparatuur. Vanuit de voorbereidingsruimte wordt u naar de operatiekamer gereden. Als u op de operatietafel ligt, zal de anesthesist u via het infuus een slaapmiddel (narcose) toedienen. Na de operatie Als u wakker wordt, ligt u op de uitslaapkamer. Hier ligt u nog steeds aangesloten op de bewakingsapparatuur. Als u goed wakker bent, mag u wat water of andere heldere vloeistoffen drinken. Als alles goed gaat, wordt u weer naar de verpleegafdeling teruggebracht. Soms vindt de anesthesist het beter dat u wat langer op de uitslaapkamer blijft. Het kan zijn dat u een slangetje in de neus hebt voor extra zuurstof. Via het infuus krijgt u de eerste dag en eventueel langer extra vocht toegediend totdat u zelf voldoende drinkt. U heeft na de operatie een slangetje in de blaas (urinekatheter), waardoor de urine vanzelf naar buiten loopt. Op deze manier kan ook bijgehouden worden hoeveel u plast. De katheter wordt verwijderd zodra het slangetje in de rug tegen de pijn eruit is. Dit is na drie of vier dagen. Na de operatie heeft u een verticaal litteken van ongeveer 15-20 cm midden over de buik. Als u via een kijkoperatie geopereerd bent, heeft u één of meer kleine littekens van 2-4 cm op uw buik. De hechtingen worden na ongeveer tien tot veertien dagen verwijderd. Eten en drinken Zodra u goed wakker bent, mag u behalve heldere vloeistoffen ook yoghurt en/ of vla eten en krijgt u een pakje drinkvoeding. De dag na de operatie mag u alles weer eten en drinken. U krijgt daarbij eventueel nog een of meer pakjes drinkvoeding ter aanvulling. Uit bed Op de dag van de operatie komt u al even uit bed. De dag na de operatie komt u in ieder geval uit bed om u te wassen en tijdens de maaltijden. De dagen erna is het de bedoeling dat u zo veel mogelijk uit bed komt en op de gang wat heen en weer loopt. Stoma Als u een stoma hebt gekregen, zal deze eerst verzorgd worden door de verpleegkundige. Na een paar dagen zult u de verzorging (eventueel samen met uw naaste) gaan oefenen. De stomaverpleegkundige zal uitgebreide informatie geven en materialen voor thuis regelen. Eventueel kan wijkverpleging geregeld worden. Naar huis Als u goed opgeknapt bent, kunt u waarschijnlijk na ongeveer een week met ontslag. Bij ontslag krijgt u een afspraak mee voor de poliklinische controle. Op de polikliniek krijgt u de uitslag van het weefselonderzoek. De dag na ontslag wordt u gebeld door een verpleegkundige. Zij stelt u een aantal vragen om te horen hoe het gaat. Op de volgende bladzijde staan een aantal zaken waar u op moet letten in de periode tot aan het eerste polikliniekbezoek. Als u een van de genoemde klachten heeft, kunt u het nummer bellen wat erbij vermeld staat. Wanneer u weer helemaal van de operatie hersteld zal zijn, is moeilijk aan te geven. Dat hangt af van de grootte van de operatie, de aard van de aandoening en hoe u zich op dat moment voelt. Om de wond te ontzien, mag u de eerste zes weken na de operatie niet tillen. Wat u verder wel en niet kunt doen, kunt u zelf het beste aanvoelen. Het opknappen kan nog een tijd duren. Hierin kan vermoeidheid een grote rol spelen. U zult na de operatie nog verschillende malen terugkomen op de polikliniek. Als u bent geopereerd voor darmkanker zal de chirurg of de verpleegkundig specialist vragen hoe het met u gaat en controleren op het ontstaan van uitzaaiingen of dat de tumor is teruggekomen. Dit gebeurt door middel van bloedonderzoek, een scopie van de dikke darm, een echo van de lever en een longfoto. Waar moet u op letten? - Meet thuis twee keer per dag (’s ochtends en ’s avonds) uw temperatuur op. Als u een van de volgende klachten heeft, in de periode tot aan de eerste controle op de polikliek, belt u dan direct naar het ziekenhuis. Klachten: - Koorts hoger dan 38.5 C - Bloed bij de ontlasting - Toename van pijn - Misselijkheid en braken - Gedurende twee dagen geen ontlasting Telefoonnummer: Chirurgie 1: (0318) 43 47 03 Chirurgie 2: (0318) 43 47 00 Voorlichting & Informatie Uitgave: afdeling communicatie Ziekenhuis Gelderse Vallei Willy Brandtlaan 10 6716 RP Ede PIM Coloncare Productie: juni 2011