- Scholieren.com

advertisement
Biologie toetsweek
Thema 8
Renée Verkerk 3 tk
Basisstof 1 – De Mens en het milieu
De mens is afhankelijk van het milieu. Wij halen zuurstof, water, voedsel, energie (windenergie,
aardolie, steenkool) en grondstoffen (hout, wol, katoen) uit het milieu. Wij gebruiken het milieu ook
voor recreatie.
Milieuproblemen
Door de invloed van de mens zijn milieuproblemen ontstaan. De mens beïnvloedt het milieu op
verschillende manieren. De mens kan stoffen toevoegen aan het milieu. Dit kan leiden tot vervuiling.
De mens kan ook stoffen onttrekken van het milieu, dit leidt tot uitputting. Maar de mens kan het
milieu ook veranderen. Te veel verandering kan zorgen voor aantasting.
De voornaamste oorzaken van milieuproblemen zijn de enorme bevolkingstoename en de manier
van leven van de mens.
Bevolking neemt toe
Mens verbuikt meer
elektriciteit
bij het opwekken van
elektriciteit worden
brandstoffen gebruikt
verbranding van
brandstoffen veroorzaakt
afvalstoffen
afvalstoffen vervuilen het
milieu
Dieren en planten
De chemische industrie maakt allerlei kunstmatige producten. Bij het maken hiervan komen
afvalstoffen vrij, waarvan sommige giftig zijn. Deze zijn in het milieu terechtgekomen en daardoor is
het milieu vervuild.
Omdat steeds meer mensen in de wereld eten nodig hebben, wordt er steeds meer natuur omgezet
in landbouwgrond. Veel planten en dieren zijn daarom hun natuurlijke leefomgeving kwijt. Door
milieuvervuiling sterven steeds meer dier- en plantsoorten uit.
Basisstof 2 – Voedselproductie
Er zijn drie soorten landbouw: akkerbouw, veeteelt and tuinbouw. De planten die in de akkerbouw
en tuinbouw worden verbouwd, heten voedingsgewassen. De dieren in de veeteelt noemen we
landbouwhuisdieren. Mensen proberen de opbrengst van voedingsgewassen en veeteelt zo hoog
mogelijk te maken. Dit doen ze door: de bodem te bemesten, de bodem te bewerken en de
gewassen tegen ziekten en plagen te beschermen. Bij landbouwhuisdieren kan dat door de dieren
speciaal voer te geven en ze te beschermen tegen ziekten.
Voedingsgewassen
Planten nemen
voedingsstoffen
en water op
Voedingsstoffen
komen vrij in de
grond
voedingstoffen
komen in de
plant
plant gaat dood,
reducenten eten
de resten op
Biologie toetsweek
Thema 8
Renée Verkerk 3 tk
Door bemesten worden weer voedingsstoffen toegevoegd aan de landbouwgrond. Bemesten kan
met stalmest en kunstmest. Stalmest : uitwerpselen en urine van dieren. Meestal wordt dit vloeibaar
op het land gebracht (gier). Bacteriën en schimmels breken de mest af, hierbij komen
voedingsstoffen voor planten vrij in de bodem. Kunstmest : bevat precies de voedingsstoffen die de
voedingsgewassen nodig hebben.
Ploegen is een voorbeeld van bodembewerking. Door de bodem te bewerken, kunnen
plantenwortels beter in de bodem doordringen en kunnen ze beter water en voedingsstoffen
opnemen. Ook kunnen bacteriën en schimmels de stalmest sneller afbreken.
Door ziekten (veroorzaakt door bacteriën en schimmels) en plagen (veroorzaakt door dieren) wordt
de opbrengst van voedingsgewassen minder. Daarom wordt het bestreden met chemische
bestrijdingsmiddelen. Dat zijn giftige stoffen.
De veeteelt is sterk toegenomen door het gebruik van krachtvoer. Het voer wordt zo samengesteld
dat het precies de voedingsgewassen bevat die de dieren nodig hebben. Ook kunnen aan het voer
geneesmiddelen en hormonen (bijv. groeihormonen) toegevoegd.
Verandering van erfelijke eigenschappen
Vanaf het begin van de landbouw koos men om de planten met de beste eigenschappen verder te
kweken -> selectie.
Ook probeert men de voedselproductie te vergroten door kruisingen. Bij kruisingen laat men twee
organismen met gunstige eigenschappen zich voortplanten. Het verbeteren van eigenschappen van
voedingsgewassen en landbouwhuisdieren heet verdeling.
Basisstof 3 – landbouw in Nederland
De landbouw in Nederland is sterk veranderd in de laatste 50 jaar. Toen waren er vaak gemengde
berdrijven (bedrijven met zowel akkerbouw als veeteelt). Tegenwoordig zijn bedrijven meer
gespecialiseerd. (-> akkerbouw, veeteelt en tuinbouw)
De akkerbouwbedrijven zijn vaak grote bedrijven met veel grond. Meestal wordt op een akker één
soort gewas verbouwd, dat heet monocultuur. Dat heeft grote voordelen: het is snel, gemakkelijk en
levert veel geld op.
Er zijn ook nadelen: grotere kans op insectenplagen en grotere kans op ziekteverwekkers.
Akkerbouwers bestrijden insecten en ziekteverwekkers met chemische bestrijdingsmiddelen. Maar
deze doden soms ook nuttige organismen en de bestrijdingsmiddelen kunnen in het water van de
sloten terechtkomen. Dat bedreigt de kwaliteit van ons drinkwater.
In een monocultuur gebruiken voedingsgewassen veel voedingsstoffen uit de bodem. De bodem
raakt daardoor snel uitgeput. Het land wordt daardoor bemest.
Veeteeltbedrijven in Nederland hebben weinig grond. Daarom wordt de manier van veeteelt
intensieve veehouderij of bio-industrie genoemd. De bio-industrie heeft voor de veehouders veel
voordelen: het bedrijf kan heel veel vlees, melk of eieren opleveren. Er zijn ook nadelen: de dieren
hebben geen prettig leven. De dieren in de bio-industrie zorgen voor veel mest. Meer mest dan dat
op hun bedrijf nodig is. Dat heet een mestoverschot. Het is niet eenvoudig om de mest te verkopen,
dit komt door de hoge vervoerskosten. Uit de mest komen gassen vrij waardoor het milieu vervuild
wordt. Door mestinjectie (het inspuiten van mest in de grond) komt er minder gas vrij.
Biologie toetsweek
Thema 8
Renée Verkerk 3 tk
Vroeger werden er veel gewassen buiten verbouwd, tegenwoordig veel in kassen. Dat heet
glastuinbouw. Dat heeft veel voordelen. De omstandigheden is precies zoals de plantjes het willen.
Maar het heeft ook nadelen: er wordt veel energie verbruikt. Ook in de glastuinbouw worden er veel
chemische bestrijdingsmiddelen gebruikt.
Basisstof 4 – Biologische landbouw
In de biologische landbouw probeert men het milieu te sparen en toch voldoende voedsel te
produceren. In biologische landbouw worden monoculturen vermeden. Om ziekten tegen te gaan
vind jaarlijks vruchtwisseling plaats. Doordat het geen gebruik maakt van chemische
bestrijdingsmiddelen heet het vaak onbespoten. In de biologische veeteelt hebben dieren de ruimte
om te scharrelen.
Basisstof 5 – Zure regen
Zure regen is een belangrijk milieuprobleem. Het is een verzamelnaam voor verschillende vormen
van verzuring van het milieu.
Zure regen wordt veroorzaakt door bepaalde gassen die in de lucht terechtkomen. In Nederland
wordt de meeste verzuring veroorzaakt door de bio-industrie. Uit de mest van het vee komen gassen
vrij, waaronder ammoniakgas. Ook het verkeer en de industrie veroorzaken zure regen.
Elektriciteitscentrales leveren elektriciteit. Om elektriciteit op te wekken wordt vaak steenkool of
aardolie verbrand. Daardoor komen afvalstoffen in de lucht terecht.
Zure regen verzuurt de bodem. Daardoor worden wortelharen van planten beschadigd. Daardoor
kunnen planten minder goed water en voedingsstoffen opnemen en fotosynthese wordt geremd. De
planten worden sneller ziek.
Basisstof 6 – Het broeikaseffect
Een ander belangrijk milieuprobleem is het versterkte broeikaseffect. Het klimaat op aarde wordt
voor een groot deel bepaald door de dampkring (een luchtlaag om de aarde). De gassen in de
dampkring laten het zonlicht door naar de aarde. Door bepaalde gassen in de dampkring wordt de
warmte-uitstraling van de aarde tegengehouden omdat de aarde anders te veel warmte verliest.
De gassen in de dampkring die het broeikaseffect veroorzaken heten broeikasgassen. Wij stoten
steeds meer broeikasgassen uit waardoor het broeikaseffect versterkt wordt.
De belangrijkst broeikasgassen zijn koolstofdioxide en waterdamp.
De gevolgen van het versterkte broeikaseffect is nog niet helemaal bekend. Er kan sowieso een
klimaatverandering optreden en de gemiddelde temperatuur en waterspiegel zou stijgen.
Basisstof 7 – Maatregelen om het milieu te beschermen
Overheid
Maatregelen: afgifte van afvalgassen te
beperken en mestoverschot te verminderen
Stimuleert: ontwikkeling alternatieve
energiebronnen
Bevordert: ontwikkeling nieuwe technieken,
openbaar vervoer
Mensen zelf
Verwarming minder hoog zetten -> minder gas
Minder de auto gebruiken -> benzine
Geen kasgroenten kopen, maar groenten van
de open grond.
Download