Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Lichaamsverzorging en observatie 28 Orthostatische hypotensie Orthostatische hypotensie betekent letterlijk lage bloeddruk bij staan. Met name bij ouderen komen orthostatische klachten voor. De klachten treden op na opstaan uit een liggende of zittende houding. We spreken van orthostatische hypotensie bij een daling van de systolische bloeddruk (bovendruk) met 20 mmHg, of van de diastolische bloeddruk (onderdruk) met minstens 10 mmHg binnen 3 minuten na het opstaan. Normale bloeddrukregeling Bij het overeind komen vanuit een liggende naar staande houding verplaatst zich onder invloed van de zwaartekracht bloed naar de buik en de benen. Hierdoor wordt het hart minder goed met bloed gevuld en neemt de hoeveelheid bloed die het hart per minuut in de slagaders pompt af. Gevolg is dat de bloeddruk daalt. Een daling van de bloeddruk wordt direct opgemerkt door de receptoren (ontvanger van prikkels) in de slagaders. Via de zenuwen gaan deze signalen naar het bloeddrukregulatiecentrum in de hersenen. Bij het dalen van de bloeddruk zorgt het regulatiecentrum voor een vernauwing van de bloedvaten en toename van de hartfrequentie. Dit zorgt ervoor dat de bloeddruk weer wordt teruggebracht op het oorspronkelijk niveau. Bloeddrukregeling bij orthostatische hypotensie Bij cliënten met een orthostatische hypotensie functioneert het bloeddrukregulatiesysteem naar de bloedvaten en het hart niet optimaal. Als deze cliënten gaan staan, vernauwen de bloedvaten zich onvoldoende en neemt de hartslag nauwelijks toe. Het gevolg is dat de bloeddruk bij het overeind komen te laag wordt. Klachten De bloeddruk kan zo laag worden dat er onvoldoende bloed naar de hersenen gepompt wordt.. Daardoor ontstaan klachten als: wazig zien zwarte vlekken voor de ogen pijn in de nek. licht gevoel in het hoofd De klachten treden op: bij gaan staan na de maaltijd (het bloed gaat met name naar de darmen) bij gebruik van bepaalde medicijnen waardoor meer vocht wordt uitgescheiden (bv plaspillen) na een warm bad (de bloedvaten van de huid staan wijd open) bij lichamelijke inspanning (de bloedvaten van de spieren staan dan wijd open) de klachten verergeren in een warme omgeving en bij te weinig vochtinnamen. In de NHG standaard wordt aangegeven dat klachten de belangrijkste graadmeter zijn voor orthostatische hypotensie; meer dan de gemeten bloeddrukwaarden. De aanwezigheid van klachten bij het opstaan heeft een relatie met functionele beperkingen, valincidenten en syncope (flauwvallen). © Vilans 07-01-2013 Achtergrondinformatie Orthostatische hypotensie: 1 (van 3) Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Lichaamsverzorging en observatie 29 Voorkomen van duizeligheid Door opstaan vanuit bed of stoel treedt een licht gevoel in het hoofd op. Een zeer kortdurend licht gevoel in het hoofd direct na opkomen komt vaak voor bij verder gezonde jonge mensen. Op hogere leeftijd komen orthostatische klachten meer voor omdat de aanpassing van het lichaam aan het overeind komen minder goed verloopt. Ook bepaalde medicijnen kunnen de klachten veroorzaken. Verandering van medicatie kan de klachten soms verminderen. Het is belangrijk rustig overeind te komen. Eerst even op de rand van het bed gaan zitten en eventueel met steun gaan staan om zo vallen te voorkomen. Bij het duizelig worden tijdens het staan kan de cliënt door houdingsverandering of bewegen een bloeddrukverhoging bewerkstelligen en zo de klachten tegengaan. Houdingen waarmee dit effect bereikt kan worden, zijn: staan met gekruiste benen, met het hoofd vooroverbuigen hurken of knielen. Spieractiviteiten die de klachten tegengaan zijn afwisselend op de tenen en plat op de voet gaan staan en passen op de plaats maken. Ook het aanspannen van de buikspieren pompt het bloed terug naar het hart. Bloeddrukmeten om orthostatische hypotensie vast te stellen Hoewel de NHG standaard aangeeft dat het niet nodig is om bij orthostatische klachten de bloeddruk te meten om het beleid te bepalen, wordt dit wel vaak als een onderbouwing van de diagnose gebruikt. Hanteer hierbij de volgende procedure: © Vilans 07-01-2013 Laat de cliënt minimaal 5 – 10 minuten op de rug op bed liggen voorafgaand aan de bloeddrukmeting. Vraag aan de cliënt of deze de volgende klachten heeft: – lichtheid in het hoofd – draaierigheid – zwakte – waarnemingsverschijnselen (zwarte vlekken, sterretjes zien, wazig zien) – slaperigheid – vermoeidheid – niet lekker voelen – misselijkheid – hoofdpijn – pijn op de borst Meet de bloeddruk handmatig en neem de hartslag op (aan bijvoorbeeld de pols gemeten) bij de cliënt in liggende houding. Vraag de cliënt om te gaan staan, eventueel met assistentie. Verwijder de manchet van de bloeddrukmeter niet. Vraag de cliënt de arm op harthoogte te houden, of ondersteun hierin. Meet de eerste staande bloeddruk en hartslag (aan bijvoorbeeld de pols gemeten) op exact 1 minuut na het gaan staan. Vraag aan de cliënt of deze de volgende klachten heeft: Achtergrondinformatie Orthostatische hypotensie: 2 (van 3) Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Lichaamsverzorging en observatie 30 – lichtheid in het hoofd – draaierigheid – zwakte – waarnemingsverschijnselen (zwarte vlekken, sterretjes zien, wazig zien) – slaperigheid – vermoeidheid – niet lekker voelen – misselijkheid – hoofdpijn – pijn op de borst en gevoel om te vallen Observeer de cliënt op bewustzijnsveranderingen, gelaatskleur, transpiratie, vallen, beven/trillen, rusteloosheid. Herhaal de bloeddrukmeting en het opnemen van de hartslag (aan bijv. pols) exact 3 minuten na het gaan staan. Noteer de gemeten bloeddrukwaarden, hartslag/pols, liggend en staand gemeten, arm waaraan het gemeten is, klachten en observaties in de status. Bron NHG. NHG standaard duizeligheid M 75. www.artsennet.nl (externe link, gezien januari 2013) AMC. Orthostatische hypotensie. 2011. www.amc.nl (externe link, gezien januari 2013) Protocol Zorgpalet © Vilans 07-01-2013 Achtergrondinformatie Orthostatische hypotensie: 3 (van 3)