Naam: …………………………………………………………………………………………………Nr.: ………… Proef Meetkunde - 1 Klas 6C, 12/12/02 Opgelet: lees de vraag heel goed. Een vraag bestaat soms uit meerdere onderverdelingen ! Succes ermee. 1.Bepaal de kortste afstand in cm tussen S en T nl. [ST]. Schrijf het aantal centimeter tot op de mm nauwkeurig erbij. (1p.) T . S . 2. Teken met je passer een regelmatige zeshoek waarbij de diameter van de omschreven cirkel acht centimeter is. Gebruik punt L als middelpunt. (1p.) .L 3. Teken vanuit punt A een loodlijn op de (verlengde) rechte x. A. (1p.) x Naam: ………………………………………………………………………………………………. Nr.: ………… Proef Meetkunde - 2 Klas 6C, 12/12/02 4. Verleng een basis van onderstaande driehoek. Teken en meet de hoogte ervan en schrijf het aantal mm erbij. Opgelet: de hoogte moet buiten de driehoek liggen ! Overtrek nu de basis in rood en de hoogte in groen. (2p.) 5. Meet de zijden tot op één millimeter nauwkeurig. Schrijf de afmetingen erbij. Bereken de omtrek in mm en schrijf die in de figuur. (2p.) 6. Kleur alle regelmatige veelhoeken lichtgroen. (3p.) 7. Teken een stomphoekige, ongelijkbenige driehoek waarbij [AB] en [BC] respectievelijk 4 en 7 cm zijn. Bepaal zelf eerst de grootte van de stompe hoek: …………° (2p.) . Naam: ………………………………………………………………………………………………. Nr.: ………… Proef Meetkunde - 3 Klas 6C, 12/12/02 8. Teken een parallellogram met 2 // zijden van 5 cm èn met 2 // zijden van 10 cm. Vul daarna zinvol in: (3p.) - De diagonalen snijden elkaar …………………………………………….………… - De overstaande hoeken zijn ………………………………………………………… 9. Teken van onderstaande zeshoek alle zijden in het groen en één apothema in het rood. (2p.) Naam: ………………………………………………………………………………………………. Nr.: ………… Proef Meetkunde - 4 Klas 6C, 12/12/02 10. Zijn deze figuren elkaars spiegelbeeld ? (3p.)