Venijn van kop tot staart Een klap in het gezicht. Pijnlijk, maar

advertisement
Venijn van kop tot staart
Een klap in het gezicht. Pijnlijk, maar paradoxaal genoeg niet onaangenaam. Dat is
in het kort de nieuwste productie van Ann Van den Broek waarin drie fatale vrouwen
zich laten leiden door onstuitbare driftgevoelens. Zelden zag ik een dansvoorstelling
waarin de performers zo opgaan in de handeling. Ongegeneerd, vol overgave en
nadrukkelijk uit op vurige reacties.
Co(te)lette opent met een provocerende akte waarin meteen de toon gezet wordt. De
wulps draaiende achterwerken schreeuwen om aandacht. Er is geen ontkomen aan
het heupwiegen en schurken van de dames. De kracht van de herhaling is hier
optimaal aanwezig en doeltreffend. Venijnig, zwoel en heetgebakerd zijn de
bewegingen en poses in deze eerste scène. Van begin tot eind zal dat zo blijven in
deze voorstelling. De intensiteit wordt telkens opgeschroefd zodat een in vele
opzichten spannende, erotische, abstracte vertelling ontstaat.
In de elkaar opeenvolgende miniaturen worden letterlijke en figuurlijke naaktheid
afgewisseld. Uiteindelijk mondt het sensuele pulseren, wijdbeens schudden en
agressieve wegsmijten van slips en bh’s uit in een fascinerende orgiastische trip. Het
doet wellicht vulgair aan en kan de suggestie wekken dat Van den Broek uit is op
makkelijk scoren. Shockeren als doel op zich.
We zien inderdaad vrouwenvlees dat op uiterst rauwe wijze geëtaleerd wordt.
Doelbewust neergezet als emotieloze lustmaterie. De enigszins banaal aandoende
titel van de choreografie lijkt dit alles nog extra te bekrachtigen. Toch is er in mijn
optiek geen sprake van goedkoop effectbejag. Van den Broek zet blakende,
zelfverzekerde vrouwen neer, die inderdaad niet vijandig staan tegenover het feit dat
hun lichamen begeerte oproepen. Sterker nog, de gevoelens van lust komen voort uit
een innerlijke drang. Dit is wat de vrouwen zélf willen. Ze zijn nieuwsgierig, willen hun
grenzen verleggen en ja, seksuele uitspattingen worden daarbij niet geschuwd.
Wat de titel aangaat: die is feitelijk verre van goedkoop en dekt op subtiele wijze de
lading. De verwijzing naar het vleselijke aspect is overduidelijk aanwezig, maar
tegelijkertijd refereert de titel aan een feministische gevoelswaarde. Geëmancipeerde
vrouwen nemen op seksueel gebied tegenwoordig het heft in eigen hand.
Wie de haken en de twee daarin opgesloten letters uit Co(te)lette negeert, ziet de
naam opdoemen van een pionier op dit terrein; de beroemde Franse kunstenares en
schrijfster — vooral dat laatste — Colette (1873-1954). In haar herkent Van den
Broek de vastberaden, vrijgevochten vrouw voor wie een gezonde honger naar seks
in alle opzichten bij het leven hoort.
Colette, die er tevens een theatercarrière op nahield, stoeide in haar romans met
stereotiepe genderrollen en op het toneel ging ze zich te buiten aan verbeeldingen
van seksuele escapades. Ze droomde van een nieuwe sociale en erotische orde,
waarbij vrouwen en mannen gelijkwaardig zijn.
Net als Colette, die op het toneel regelmatig haar borsten ontblootte en — voor die
tijd ongehoorde — copulatiepantomimes ten beste gaf, laat Van den Broek de
danseressen opgaan in een scandaleuze reidans. Expliciet, ongecompliceerd en
soms hoogst gênant inderdaad, maar tegelijkertijd ook onbeschrijfelijk esthetisch is
de beeldtaal in deze choreografie. Dat wil niet zeggen lieflijk of elegant, want
zachtzinnig gaat het er zelden aan toe. In veel opzichten is dit stuk zelfs behoorlijk
grof.
Cecilia Moisio, Theodossia Stathi en Judit Ruiz Onandi stampen, smakken en
rammen er op los. De wrange zelfkastijdingsscène is wat dat betreft het ‘tragische’
hoogtepunt. De vrouwen slaan zichzelf op mechanische wijze een kreeftenhuid, pijn
is niet van hun gezichten af te lezen, maar het is wel een uiterst pijnlijke
gewaarwording.
Zelf noemt de Belgische choreografe haar creatie een ‘onrustige, obsessionele, lege
schets’. Er wordt geen verhaal verteld, maar enkel een zijnstoestand getoond.
Met haar voorlaatste productie, E19 (richting San José) uit 2006, liet Van den Broek
al zien het predikaat ‘veelbelovend talent’ voorgoed ontgroeid te zijn. De vorm en
uitwerking van haar jongste creatie zorgen ervoor dat ze definitief gezien kan worden
als een gerijpte dansmaker met een volstrekt eigen en unieke stijl.
R. van de Wouw, Het Financiële Dagblad, 15 december 2007
Download