Prostaatoperatie - Waterlandziekenhuis

advertisement
Prostaatoperatie
Afdeling Urologie
Inleiding
Iedere man heeft een prostaat en
vroeg of laat kan deze zogenaamde
voorstanderklier aanleiding geven tot
moeilijkheden. Vlak onder de urineblaas, rondom de plasbuis (urethra),de
buis waardoor de urine vanuit de blaas
naar buiten stroomt, ligt bij de man de
prostaat. Over de functie van deze klier
bestaat nog veel onzekerheid maar we
weten wel dat de prostaat de melkachtige vloeistof produceert waarin zich de
zaadcellen bevinden: het sperma of de
zaadvloeistof.
In de puberteit is de prostaat ongeveer zo groot als een kastanje. Bij de
meeste mannen begint de prostaat
omstreeks het 50ste levensjaar te
groeien en kan deze langzamerhand
zo groot worden als een pruim of zelfs
een sinaasappel. De oorzaak daarvan is niet bekend, maar men neemt
aan dat het samenhangt met hormonale veranderingen op oudere leeftijd.
Meestal is de groei alleen maar een
2
toename van de omvang die niet op
kwaadaardigheid berust.
De prostaat groeit zowel naar buiten
als naar binnen en sluit daardoor nauwer om de plasbuis heen, zoals een
klem om een slang. En wanneer dan
de plasbuis nauwer wordt beginnen
de plasproblemen. De blaasspier moet
harder werken om de urine door het
vernauwde afvoerkanaal naar buiten
te persen; door deze extra inspanning
wordt de blaaswand dikker of rekt
soms uit. Na verloop van tijd slaagt de
blaas er niet meer in alle urine naar buiten te drijven zodat er altijd wat urine
achterblijft. Zonder behandeling kunnen
hierdoor blaasinfecties en nierfunctiestoornissen ontstaan.
De prostaatproblemen kunnen zich
op verschillende manieren openbaren.
Men heeft vaker aandrang tot urineren,
iets wat in het begin vooral ’s nachts
opvalt. Bij het urineren wil de plas niet
direct komen, of men verliest soms
ongemerkt kleine porties urine (incontinentie). De straal wordt slap en onderbroken. Soms voelt men vlak na het
urineren weer aandrang. Tenslotte kan
het urineren helemaal onmogelijk worden of kan men slechts druppelsgewijs
plassen. Dergelijke klachten kunnen
velerlei oorzaken hebben. Soms komt
het door het drinken van grote hoeveelheden vocht, of door het doorstaan
van ernstige spanningen (‘stress’).
Verder bestaat de mogelijkheid van
infectie, afvoerbelemmeringen door
anatomische afwijkingen van blaas en
plasbuis, blaasstenen en neurologische
blaasaandoeningen.
Al deze mogelijkheden zullen door de
dokter onderzocht moeten worden.
Meestal ontstaan de klachten op latere
leeftijd door vergroting van de prostaat.
Oorzaken
Omdat de mens tegenwoordig veel
langer leeft dan vroeger, zijn prostaatproblemen voor de man bijna even
gewoon als grijs en kaal worden.
Gelukkig vormen de meeste prostaatafwijkingen geen bedreiging voor het
leven. Maar de klachten zijn dikwijls
zeer hinderlijk en soms ook gênant.
Deze informatie is geschreven om u
een beter inzicht te geven in deze problemen en uit te leggen wat u en uw
dokter eraan kunnen doen.
Prostatitis
Dit is een ontsteking of infectie van de
prostaat. Die kan voorkomen in combinatie met een goedaardige prostaatvergroting. Door de ontsteking zwelt
het prostaatweefsel op waardoor de
druk op de plasbuis nog groter wordt.
Prostatitis kan aanleiding geven tot een
branderig gevoel bij het urineren of bij
de zaadlozing en er kan pus in de urine
terechtkomen.
Prostaatvergroting
De meest voorkomende oorzaak van
prostaatproblemen is de goedaardige
vergroting van deze klier. Dit noemt
men hyperplasie. In het normale prostaatweefsel ontwikkelt zich een nieuw
soort weefsel, een adenoom. Het adenoom groeit in de richting van de plasbuis en drukt het normale prostaatweefsel naar buiten. Door zijn groei
vernauwt het adenoom de plasbuis en
belemmert daardoor de urinestroom.
3
Prostaatkanker
Is een kwaadaardige aandoening van
de prostaat, die meestal aan de buitenzijde van het prostaatkapsel ontstaat.
Er hoeven dus niet altijd plasklachten
te ontstaan. Prostaatkanker wordt
vaak bij toeval ontdekt, als de arts tijdens rectaal onderzoek (met de vinger
in de endeldarm) de prostaat voelt.
Wat moet men doen in geval van
afwijkingen?
Men kan met de vernauwingsverschijnselen nog wel een tijd leven. Om ze
niet erger te maken is het verstandig
om niet te veel tegelijk te drinken, het
eten niet te sterk te kruiden en de plas
niet al te lang op te houden. Maar
wanneer de klachten erger worden is
behandeling noodzakelijk om ernstige
beschadiging van blaas en nieren te
voorkomen.
De rol van de dokter
Wanneer urineren moeilijk of pijnlijk
wordt, gaat u naar de huisarts. Deze
4
verwijst u bij duidelijke prostaatklachten naar een uroloog, een arts die
gespecialiseerd is in afwijkingen van
de urinewegen en de mannelijke geslachtsorganen. De uroloog begint met
het opnemen van uw ziektegeschiedenis, waarbij hij ook vragen stelt over het
urineren en uw seksuele activiteit. Door
zo nauwkeurig mogelijk te antwoorden
helpt u hem bij het stellen van de juiste
diagnose. Verder doet de uroloog een
algemeen lichamelijk onderzoek, waaronder ook een rectaal toucher. Dit inwendige onderzoek is weinig bezwaarlijk en duurt maar kort. De uroloog
brengt een gehandschoende, goed
glad gemaakte vinger in de endeldarm
van de patiënt en kan dan de grootte,
de vorm, de consistentie en de gevoeligheid van de prostaat beoordelen en
ook voelen of er van kanker verdachte
plekjes aanwezig zijn.
Het stellen van de diagnose
Voor het stellen van de diagnose
bestaan momenteel diverse methoden.
Welke daarvan worden gebruikt en in
welke volgorde bepaalt de behandelend uroloog.
1. Bloed- en urineonderzoek
Bloed wordt afgenomen voor
beoordeling van de algemene gezondheidstoestand en vooral van
de nierfunctie. Ook wordt de urine
onderzocht in verband met een
mogelijke infectie en/of aanwezigheid van bloed in de urine.
2. Buikoverzichts foto
Er wordt een röntgenfoto van de
buik gemaakt om te beoordelen
of er stenen in de nieren, blaas of
prostaat aanwezig zijn. Ook wordt
informatie verkregen over obstipatie of skeletafwijkingen.
3. Echografie van nieren, blaas en
prostaat
Dit onderzoek wordt verricht om
te zien of er afwijkingen in de
nieren zijn, zoals tumoren, cysten,
stenen of urine-afvoerbelemmering
(stuwing). De blaasontlediging kan
worden beoordeeld door middel
van residubepaling: hoeveel urine
blijft er na het plassen in de blaas
achter. Echo-onderzoek van de
prostaat dient om de grootte
van de prostaat te meten. Soms
worden stenen of kankergezwellen
gezien.
4.Naaldbiopsie
Naaldbiopsie wordt gedaan
wanneer de uroloog wil vaststellen
of de knobbel die bij het rectale
onderzoek wordt gevoeld, goedaardig of kwaadaardig is. Met een
naald wordt een kleine hoeveelheid
weefsel weggenomen voor microscopisch onderzoek. De naald
wordt via het rectum gestoken in
het deel van de prostaat waar men
kwaadaardig weefsel vermoedt.
Het onderzoek gebeurt vaak in
combinatie met de prostaatecho.
5.Flowmetrie
Hieronder wordt verstaan het
meten van de kracht van de urinestraal.
Terwijl u in een speciaal toilet plast,
wordt de urinestraal gemeten
met een speciaal apparaat dat
de “flowmeter” wordt genoemd.
Verder kan nagegaan worden of
en hoeveel urine er na het urineren
in de blaas achterblijft door middel
van echografisch onderzoek.
5
6.Cystoscopie
Bij een cystoscopie wordt via de
plasbuis met een flexibele kijker in
de plasbuis en de blaas gekeken.
De grootte van de prostaat kan
worden geschat en met name kan
worden beoordeeld in hoeverre
een vergrote prostaat ‘in de weg
zit’. Immers, niet elke vergrote
prostaat geeft problemen bij het
plassen. Tevens kan in de blaas de
aanwezigheid van stenen of tumoren worden vastgesteld, terwijl het
mogelijk is om tijdens dit onderzoek een indruk te krijgen omtrent
de conditie (de sterkte) van de
blaas. Cystoscopie wordt meestal
gedaan als er behalve plasproblemen ook infecties of bloed bij de
urine zijn geconstateerd.
Met deze onderzoekstechnieken kan
de uroloog meestal vaststellen of uw
plasproblemen door een operatie
(prostatectomie) kunnen worden opgelost. Onder bepaalde omstandigheden
6
(bijv. volledig onvermogen tot urineren)
is een operatie niet te vermijden. Bij
minder uitgesproken klachten kan een
operatieve ingreep (tijdelijk) uitgesteld
worden. In dat geval kan het beloop
van de klachten rustig worden afgewacht of kunnen medicijnen worden
voorgeschreven die de prostaatvergroting iets verminderen of de overmatig
actieve spieren van blaas en prostaat
tot rust brengen.
Wat is een prostatectomie
(Turp of Millin)?
Bij een prostatectomie wordt het adenoomweefsel weggenomen, de prostaatklier zelf wordt niet in haar geheel
verwijderd. Meestal wordt door de verwijdering van het adenoomweefsel de
afvoerbelemmering afdoende opgeheven en wordt de urinelozing praktisch
weer normaal. Een heel enkele keer is
jaren later een tweede operatie nodig
om nog meer weefsel te verwijderen of
opnieuw aangegroeid adenoomweefsel
weg te nemen.
Wat mag u verwachten?
Prostatectomie is een betrekkelijk veilige en succesvolle operatie. Meer dan
99% van de geopereerde mannen kan
na de operatie weer normaal plassen;
de resterende 1% met incontinentieklachten (onopzettelijk verlies van urine)
heeft nog verdere behandeling nodig.
Het hardnekkige volksgeloof dat u van
deze operatie impotent zou worden is
niet waar.
Bepaling van de operatiedatum
Een eventuele prostatitis of cystitis
(blaasinfectie) moet worden behandeld
vóór een operatie kan plaatsvinden; de
uroloog bespreekt met u de behandeling en de tijd die deze zal vergen. In
extreme gevallen, b.v. wanneer urinelozing totaal onmogelijk is, moet direct
worden ingegrepen, maar meestal kan
voor de operatie een tijdstip worden
afgesproken dat zowel de patiënt als
de uroloog goed schikt.
Voorafgaande aan de operatie vindt
routineonderzoek van bloed en urine
plaats en wordt er een afspraak voor
u gemaakt op de Poli anesthesiologie
(pré-op poli). Om vast te stellen of
de conditie van hart en longen goed
genoeg is om de operatie te doorstaan, wordt de bloeddruk gemeten
en meestal ook een ECG (elektrocardiogram) gemaakt. Soms wordt er ook
een foto van de longen gemaakt.
Daarna heeft u een gesprek met de
anesthesist, hij/zij bespreekt met u
welke vorm van verdoving hij/zij zal
toepassen en geeft u antwoord op alle
vragen die u hem/haar in dit verband
wilt stellen. De verpleegkundige aldaar
zal u informeren over de zorg rondom
de operatie. U krijgt van de verpleegkundige van de poli anesthesiologie
(preop poli) informatie over het toedienen van een klysma, informatie en klysma worden daarna aan u meegegeven.
In het ziekenhuis
Meestal vindt de opname in het ziekenhuis plaats op de dag van de operatie,
maar soms moet de patiënt enige dagen eerder komen, namelijk wanneer
nog bepaalde onderzoeken in verband
met de te verrichten operatie moeten
worden gedaan. In geval van een ernstige belemmering van de urineafvoer
gebruikt men soms enige tijd een catheter om de nieren de gelegenheid te
geven zich van de chronische stuwing
te herstellen.
Omdat voor de verdoving de maag
leeg moet zijn, mag u vanaf 00:00 uur
’s nachts niet meer eten/drinken en
roken. Indien de operatie plaatsvindt
in de middag, mag u ’s ochtends een
licht ontbijt nuttigen.
Op de ochtend van de operatie krijgt
u op de kamer een kalmerend middel.
Kort daarna wordt u naar de operatiekamer gebracht, waar men begint met
de verdoving. Tijdens de operatie en
gedurende korte tijd daarna krijgt u
vocht en zonodig geneesmiddelen via
7
een intraveneus infuus. Bloeddruk, pols
en ademhaling worden gecontroleerd.
gespoeld. Meestal wordt er niet langerdan één uur achtereen geresecteerd.
De operatie
Er zijn twee soorten prostaatoperaties
en uw dokter maakt daaruit een keuze,
onder meer afhankelijk van de grootte
en de ligging van de prostaat en eventuele andere medische overwegingen.
TURP
Meestal wordt een transurethrale resectie van de prostaat (TURP) gedaan.
Letterlijk betekent dit: wegsnijden via
de urethra (plasbuis). Het voordeel van
deze gesloten methode is dat er geen
uitwendige operatiewond is en een
kortere herstelperiode.
Voor een TURP wordt via de penis
een zogenaamde resectoscoop naar
binnen gebracht. Evenals met de
cystoscoop kan de uroloog daarmee
naar binnen kijken; aan het uiteinde zit
bovendien een lus van metaaldraad die
elektrisch kan worden verhit en waarmee weefsel kan worden afgesneden
(resectie). Voor het inbrengen van de
resectoscoop wordt de patiënt op de
rug gelegd, met de benen gespreid in
beensteunen. De uroloog snijdt het in
de weg zittend prostaatweefsel stukje
voor stukje af en daarna worden deze
weefselstukjes met steriele vloeistof
door de resectoscoop naar buiten
8
Open prostatectomie (Millin)
Soms is om bepaalde redenen, b.v.
vanwege de grootte, de vorm of de
ligging van de prostaat, een TURP niet
gewenst en moet het adenoom worden verwijderd via een snede onder in
de buik. Soms wordt de zogenaamde
open methode ook wel gekozen om
tegelijk blaasstenen te verwijderen en
uitstulpingen (divertikels) van de blaas te
behandelen. Het operatieterrein wordt
eerst geschoren om na de operatie
wondinfectie te voorkomen. In de
onderbuik wordt een snede gemaakt.
Omdat het verschil tussen normaal
prostaatweefsel en adenoomweefsel
gemakkelijk te voelen is, kan de uroloog
het adenoom in zijn geheel verwijderen.
Na de operatie
Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer waar u blijft tot u goed bent ontwaakt en alle vitale functies (bloeddruk,
ademhaling etc) weer normaal zijn.
Daarna gaat u terug naar uw kamer op
de verpleegafdeling.
Wanneer er een open prostatectomie
is gedaan is de operatiewond bedekt
met een verband en heeft u wondpijn.
Tevens heeft u enkele dagen een drain
(slangetje wat uit het wondgebied
komt) voor afvloed van het wondvocht.
Ook na een TURP heeft men wel pijn,
al is er dan geen zichtbare operatiewond. Zonodig krijgt u iets tegen de pijn.
Als de operatie klaar is, wordt er via
de plasbuis een catheter met spoelsysteem in de blaas gebracht. Door deze
catheter wordt de blaas gespoeld en
vloeit de urine voortdurend af in een
zak die onderaan het bed is bevestigd.
Deze catheter houdt u 2 tot 4 dagen,
in sommige gevallen iets langer. De
catheter kan aanleiding geven tot pijnlijke blaaskrampen. Dit kan zich uiten
in het gevoel te moeten urineren of
aandranggevoel voor ontlasting geven.
Deze klachten kunnen door geneesmiddelen worden verlicht. Na beide
operaties kan een extra catheter worden aangelegd, via de buikwand, om
een betere urineafvoer te verzorgen.
U hoeft niet te schrikken wanneer u
de eerste dagen na de operatie veel
bloed in de urine ziet. Wanneer er veel
bloedstolsels komen, moet de cathe-
ter regelmatig (dit kan ook ’s nachts
zijn) worden doorgespoeld. Dit doorspoelen is onaangenaam, maar het
is noodzakelijk om de afvoer van de
urine gaande te houden. Tijdens het
spoelen lijkt de urine roze, maar daarna
weer donker rood. Tegen de tijd dat u
naar huis gaat, is de urine weer helder.
Door veel drinken (tot 3 liter per dag)
wordt de doorstroming van de urine
bevorderd. Waarschijnlijk heeft u de
eerste dagen geen ontlasting omdat
u vóór de operatie een klysma heeft
gehad. Om de noodzaak tot persen te
vermijden zal aan u zonodig een middel gegeven worden dat de ontlasting
zacht maakt; soms is nog een klysma
nodig.
Bij een open prostatectomie worden
ongeveer een week later de hechtingen
verwijderd. Dit is soms een vervelend
gevoel, maar echt pijn doet het niet.
De kans bestaat dat u na verwijdering
van de catheter niet direct normaal
kunt urineren. De eerste dagen kan
het branderig en pijnlijk zijn - u urineert
namelijk door een genezende wond
heen. De eerste week of weken zult u
waarschijnlijk vaker aandrang hebben dan normaal. Sommige patiënten
hebben in die periode nog last met het
ophouden van de urine. Na verloop
van enkele weken behoren deze problemen doorgaans tot het verleden. U
9
gaat met ontslag indien het urineren
goed gaat en de kleur van de urine
acceptabel is.
•
De herstelperiode thuis
•
De volledige genezing duurt 2 tot 3
maanden. In die tijd moet u veel drinken om de blaas goed door te spoelen,
desondanks kan de urine nog wat
bloederig zijn. Maar drink matig na het
avondeten, anders moet u er ’s nachts
vaak uit. Indien het urineren niet meer
lukt of er komen grote bloedstolsels
mee, dient u contact op te nemen met
de polikliniek Urologie of de Spoedpost.
Meestal heeft u medicijnen mee naar
huis gekregen om infectie te bestrijden.
Tevens komt u nog enige keren voor
controle terug waarbij u vragen kunt
stellen over uw toestand en het hervatten van uw activiteiten. U mag niets
doen waardoor de operatiewond wordt
belast. (Ook na een TURP is er een
operatiewond, al kunt u die niet zien.)
Gedurende een week na de operatie
mag u geen lange autoritten maken.
De volgende regels dienen na de operatie in acht te worden genomen
• 4 weken niet fietsen of op een
hometrainer oefenen.
• 4 weken geen seksuele activiteit
ondernemen.
• 2 weken geen alcohol en scherpe
10
•
•
spijzen zoals peper, sambal en kruiden gebruiken.
de voorgeschreven medicijnenkuur
geheel afmaken.
4 weken voldoende drinken (ca. 3
liter per dag).
4 weken zorgdragen voor een regelmatige, makkelijke stoelgang door
middel van een vezelrijk dieet (met
bruin brood, zemelen e.d.). Indien
de stoelgang problemen blijft geven
ondanks een vezelrijk dieet kunt u
de huisarts inschakelen.
2 weken niet zwaar tillen of sportieve
activiteiten ondernemen.
Gedurende de eerste maanden na een
prostaatoperatie kan de korst loslaten
die zich in de prostaatholte heeft gevormd en dit kan aanleiding geven tot
bloedverlies. Meestal stopt dit na een
korte periode van bedrust en veel drinken. Maar als het bloedverlies niet stopt
of zelfs erger wordt moet u tijdens
kantoortijden contact opnemen met de
polikliniek Urologie, telefoonnummer:
(0299) 457 580. Buiten kantoortijden
dient u contact op te nemen met de
Spoedeisende Hulp.
Het kan gebeuren dat de plasbuis
wordt vernauwd door littekenweefsel.
Dit kan worden verholpen door oprekken (dilatatie) van de plasbuis, hetgeen
poliklinisch kan gebeuren.
Zo’n 6 tot 8 weken na de operatie
moet het urineren gemakkelijker en
minder vaak gaan. Ook moet de straal
voller en krachtiger zijn. U moet er
rekening mee houden dat het eventueel enkele maanden kan duren voordat uw blaas weer helemaal normaal
functioneert. Hoe langer de problemen
vóór de operatie hebben geduurd, des
te langer duurt het voordat de situatie
weer normaal is.
komt en vervolgens met de urine wordt
geloosd. Dit is niet schadelijk voor het
seksuele beleven of uw gezondheid.
Belangrijker is dat u geen moeilijkheden meer heeft met urineren. U kunt
weer normale activiteiten ontplooien
zonder steeds het toilet op te moeten zoeken. En u kunt ’s nachts weer
rustig doorslapen. Alles bij elkaar zult u
ervaren dat na de prostaatoperatie het
leven gemakkelijker en prettiger is.
Het leven na een
prostatectomie
Wat kunt u nu verder na de operatie
nog verwachten?
Veel mannen zijn bang dat ze door
de operatie impotent zullen worden.
Deze angst is veel schadelijker voor
het seksuele genot dan de prostaatoperatie zelf! Meestal zijn de seksuele
verlangens, de potentie en het genot
enkele maanden na een TURP of een
open prostatectomie hetzelfde als voor
de operatie. Na een operatie aan een
ernstige prostaatvergroting kan het
seksuele leven zelfs verbeteren door
de vooruitgang van de algehele gezondheidstoestand. Zelfs wanneer de
seksualiteit bevredigend is, merkt men
toch meestal één verschil: hoewel het
orgasme normaal van intensiteit is, blijft
het vaak ‘droog’ omdat bij de zaadlozing het sperma in de blaas terecht-
11
Colofon
Dit is een publicatie voor patiënten van
het Waterlandziekenhuis
Informatie
www.waterlandziekenhuis.nl
e-mailadres: [email protected]
06383 januari 2017
Download