Correctiemodel Eindexamen VWO 2013 Opgave 1 De inhaalmanoeuvre a. P V b. c. d. e. Verschil in oppervlak 20 × 1 m = 20 m βπ₯ = 30 + 15 + 10 + 5 = 60 m Elk vergeten minus 1 1 5 seconden versnellen π. π‘ 2 = 12. 1. 52 = 12,5 m 2 60 m + 14,5 × 40 = 60 + 580 = 640 m Opgave 2 0+ππ ×10 1+ππ = 0,2 (max 2 voor volkomen inelastisch) → 0,1 + 0,1ππ = 10ππ → 9,9ππ = 0,1 → ππ = 0,0101 kg b. π = 2π√π/π → 1,5 = 6,28√1/π → π = 42 = 16 N/m 2ππ΄ π = 9,5 s Harmonische trillingen en lopende golven a. π’π΄ = 2π£π − π£π΄ = 2 c. 47,5 5 = 0,2 → π΄ = 0,2 1,57 6,28 d. (max 1 met dal voorop) 3 e. π£ = 3/4×1,57 = 2,55 m/s = 0,05 m totaal 14,5 s Opgave 3 De viertakt verbrandingsmotor a. en b. 1,00.105 ×1.10−3 = 0,037 mol 8,31×323 π1 π1 π π 9,5 0,200 = 2 2 → π2 = 323 × = 614 K π1 π2 1 1,00 π 18 π3 = π2 π3 = 614 × 9,5 = 1163 K 2 ππ c. π = π π = d. e. Opgave 4 Het trekken van een spoel uit een magnetisch veld a. ππ΅π΄ = 100 × 0,6 × 2,5. 10−2 = 15 Wb b. Fluxafname meeflux × π΅πππ met de klok πΦ 15 c. ππππ = ππ‘ = 0,1 = 150 V π 150 πΌπππ = π = 100 = 1,5 π΄ d. Warmte π. πΌ. Δπ‘ = 150 × 1,5 × 0,1 = 22,5 J π e. βπ = π.π = f. 22,5.10−3 0,385×2 = 0,029 °C πΉπΏ = π. (π΅. πΌ. π) = 100 × 0,6 × 1,5 × 0,5 = 45 N Opgave 5 Het foto-electrisch effect a. 20 cm/10 s = 2 cm/s W b. π = 〈π΄〉. 2,8 m2 β βπ‘ = (50. 10−4 ) × 2,8 × 10 = 0,140 J π 3.108 c. ππππ‘ππ = β. π = 6,6. 10−34 × 5.10−7 = 3,96. 10−19 J d. π = 2 × 353. 1015 × 1,6. 10−19 = 0,1130 C π 0,1130 e. π = πΆ = 200.10−6 = 565 V f. π 0,010 π = πΆ = 200.10−6 = 50 V π πΌ = π = 0,5 A Aantal: 0,140 3,96.10−19 = 353. 1015