Per fax (026-359 94 80) en per post College van Gedeputeerde Staten van Gelderland Postbus 9090 6800 GX Arnhem Uw referentie: MPM482/MW02.23367 Onze referentie: c:\Provincie.l22 Betreft: Bedenkingen met betrekking tot ontwerpbeschikking van Gedeputeerde Staten van Gelderland van de Nijmeegsche IJzergieterij B.V. (NIJG), ongedateerd Nijmegen, 18 oktober 2004 Geachte college, Hierbij dienen wij bedenkingen in met betrekking tot de bovengenoemde ontwerpbeschikking. Aanvraag 1. Gezien het gegeven dat geen stoffiltratie in de nokemissie is opgenomen moet worden geconcludeerd dat de aanvraag niet aan BAT, en dus niet aan IPPC voldoet. Zie verderop voor de onderbouwing. Gegeven de uitbreiding is IPPC nu direct van toepassing. Op grond van het niet opnemen van stoffiltratie (= BAT) is de aanvraag niet ontvankelijk. Considerans/Voorschriften 2. PAK en nikkel en nikkelverbindingen zijn kankerverwekkende stoffen die onder de minimalisatieverplichting vallen. Het kan dus niet zo zijn dat deze stoffen zonder ook maar een enkele simpele voorziening via de nieuw te bouwen schoorsteen naar de atmosfeer worden afgevoerd. 3. De toegestane emissies uit de nok zijn veel te hoog. Zo dient er bijvoorbeeld een maximale stofconcentratie van 1 mg/nm3 te worden voorgeschreven. Het gegeven dat u mogelijk geen immissienormen overschrijdt betekent nog niet dat dit u ontheft van de plicht om de minimalisatieverplichting toe te passen op de nokemissies. Er dient ten minste een stoffilter te worden geplaatst die de meeste metalen en PAK tegen houdt. 4. Hoe vaak wordt in dit gebied de 50 microgram/m3 fijn stof norm overschreden (1) zonder NIJG, en (2) met NIJG? Waar komt de achtergrond stofconcentratie van 32,5 microgram/m3 als jaargemiddelde (pagina 18) vandaan? 5. U weigert om de stofimmissie te toetsen aan de immissie-eis van 50 microgram/m3. De redenering die u ophangt is curieus te noemen. U zegt in feite dat de 50 microgram/m3 norm, zoals voorgeschreven door de Europese Commissie, onjuist is en dat u bevoegd (en voldoende technisch onderlegd) bent om een dergelijke beoordeling te maken. U gaat bewust voorbij aan Europese wetgeving en aan het Besluit luchtkwaliteit, waarin staat dat deze norm in acht moet worden genomen. Wij verzoeken u om (1) deze toetsing alsnog uit te voeren, en (2) ons de resultaten ervan toe te sturen en (3) uw afweging opnieuw te maken. 6. Wij verzoeken u ook om de streefwaarde van 20 microgram/m3 als jaargemiddelde in uw overwegingen te betrekken. 7. Uit pagina 17 lijkt op te maken dat u voor geen enkele vergunning (meer) zult toetsen aan de Europese en Nederlandse wettelijke 50 microgram/m3 norm. Is dat juist? Op grond van een dergelijke toetsing zou u mogelijk tot een andere conclusie zijn gekomen, bijvoorbeeld dat de aangevraagde stofemissie op deze locatie niet vergunbaar is. 8. Met betrekking tot kosten-effectiviteit (KE) van fijn stof gaat u uit van “antieke” waarden. Als u de BREFs nagaat dan zult u zien dat de KE in de BREFs op circa € 30 per kg vermeden stof ligt. Wij verzoeken u om de KE toetsing op basis hiervan te herhalen 9. U toetst aan niet meer up-to-date immissienormen. De Europese Commissie houdt voor nikkel 20 nanogram/m3 aan als maximaal jaargemiddelde. Voor cadmium is dit 5 nanogram/m3. Zie bijvoorbeeld het RIVM onderzoek van de gieterij van Zaltbommel waar ook aan deze nieuwe normen is getoetst. Idem arseen1. Wij verzoeken u om de toetsing te herhalen op basis van de nieuwe Europese normen. Tevens verzoeken wij u om een toetsing uit te voeren ten opzichte van de achtergrondconcentraties van genoemde stoffen. Immers IPPC geeft in artikel 3 lid b aan dat er geen significante verontreiniging mag worden veroorzaakt. Als u dat wilt toetsen dan zult u na moeten gaan hoeveel verhoging er plaats vindt ten opzichte van achtergrondwaarden (die ook in het EU document worden genoemd). Waarom toetst u alsof het bedrijf in Amersfoort staat? Zie pagina 5 en 6 van de verspreidingsberekeningen. Waarom gaat u uit van een grid van 5x5 km? 10. Wij zien niet in waarom de SO2 en koolwaterstoffen normen uit de oude vergunning van 1992 worden verruimd. Voor beide stoffen heeft de NIJG in de afgelopen twee jaar aangetoond dat ze heel goed aan de oude niet verruimde normen kan voldoen. Dat het niet kosten-effectief is om een SO2 verwijdering toe te passen is duidelijk. Binnen de oude norm blijven is echter wel mogelijk door zwavelarme cokes in te zetten. U hebt dat ten onrechte niet overwogen. Hetzelfde geldt voor koolwaterstoffen, waarvan de emissie kan worden beperkt tot ruim binnen 100 mg/m3 door deels ruwijzer in te zetten. 11. Hoe gaat u om met de verscherpte NeR eisen per 2007 voor SO2 en koolwaterstoffen? 12. De toegestane koolwaterstoffen emissie uit de spuitcabine is onnodig hoog. 13. Worden nu alle bronnen van de hal, dus ook de bestaande ventilatoren, op de schoorsteen aangesloten? 14. Voorschrift 3.2.1: De nok dient te worden gesloten. De schoorsteen moet zijn aangebracht binnen 6 maanden na van kracht worden van de vergunning. De schoorsteen dient ten minste 60 m hoog te zijn. Zie ook het advies van de inspectie. 15. De minimalisatieverplichting voor beperking van emissies van kankerverwekkende stoffen wordt wel genoemd maar niet adequaat toegepast. Volgens de NeR moet er voor deze stoffen gestreefd worden naar een nulemissie. De vergunde PAK en benzeenemissies uit de koepeloven is te hoog. De NeR noemt maximaal 1 mg/m3 voor MVP2 stoffen. Hetzelfde geldt voor de benzeen en nikkel emissies uit de nok/schoorsteen. 16. De geurnormering is te ruim om het door u gewenste geurimmissieniveau te bereiken. Dit komt (naast de te lage schoorsteen) ook door de onnauwkeurigheid van de meetmethode. Deze wordt veelal op 50% gesteld. Dit betekent dat NIJG pas in overtreding is als de nok/schoorsteen een geuremissie emitteert van 2160 miljoen ge/uur. De effectief vergunde geuremissie en immissie is daardoor hoger dan bedoeld. Alleen dit is al voldoende onderbouwing om een schoorsteenhoogte van 60 meter voor te schrijven zoals de inspectie ook voorstaat. 1 Richtlijn van het Europees parlement en de Raad betreffende arseen, cadmium, kwik, nikkel en polyclische aromatische koolwaterstoffen Bedenkingen MOB , pagina 2/4 17. De vergunning biedt geen garantie dat radioactief besmet schroot wordt verwerkt. Wij stellen niet dat NIJG deze intentie zou hebben. Wel stellen we dat nu gemakkelijk ladingen radioactief schroot binnen zouden kunnen komen. Dit zou een radioactieve pluim uit de schoorsteen van NIJG tot gevolg kunnen hebben zonder dat iemand ook maar iets zou merken2. Dit zou geheel onopgemerkt blijven omdat er verder geen enkele detectie plaats vindt, noch in de schoorsteen noch in de buitenlucht. Wij verzoeken u om alsnog detectiepoorten verplicht te stellen en een grote maat van zekerheid in te bouwen. 18. De acceptatievoorwaarden zijn niet adequaat. 19. Met alleen een hogere schoorsteen tot 40 m zonder stoffiltratie is de productieverhoging niet vergunbaar. 20. Onduidelijk is of de meetvoorschriften aan par. 3.7 van de NeR voldoen. Wij verzoeken u om dit alsnog te toetsen. Er dient een registrerende continue stofemissie bewaking te zijn. Dit mede gezien het aantal “stofincidenten” in het verleden. 21. De op de koepeloven aanwezige apparatuur dient minimaal eens per jaar te worden gekalibreerd. Overwogen dient te worden om hierop een registrerende stralingsdetector te plaatsen in combinatie met de reeds aanwezige stofmeetapparatuur. 22. Op grond van de criteria van het Ministerie van VROM is het door NIJG gebruikte schroot te beschouwen als het verwerken van afval. Volgens de Wet milieubeheer mag bij afvalstoffenverwerking de vergunning worden verleend voor ten hoogste 10 jaar. Wij verzoeken u om ontvangst van deze brief te bevestigen. Hoogachtend, Drs. Johan G. Vollenbroek Bijlage 1 2 In Spanje is een dergelijk incident al eens gerapporteerd waarbij de radioactieve pluim tot in midden Frankrijk kon worden gemeten Bedenkingen MOB , pagina 3/4 Bijlage 1 Onderstaand is een opsomming gegeven van de veranderingen van de vergunde emissies. De huidige reeds gerealiseerde productie van 25.000 ton/jaar is niet vergund. Een fors deel van de bestaande emissies is daarom ook als niet vergund aan te merken. Tabel 1: Vergunde emissies uit de koepeloven en open nok in kg/jaar Bestaande vergunde emissies van de koepeloven en de open nok3 In de ontwerpbeschikking vergunde emissies van koepeloven en de nok (via 40 m schoorsten) Koepeloven Open nok Totaal koepeloven en nok Koepeloven Nok Totaal koepeloven en nok Fijn stof 560 - 560 224 3.532 3.756 Benzeen - - - 142,4 625 767,4 Nikkel - - - 0,24 3,7 3,94 PAK MVP1 - - - 0,12 0,3 0,42 5.600 - 5.600 4.800 21.850 26.650 Koolwaterstoffen Bruto productie 15.000 ton/jaar 25.000 ton/jaar Conclusies: 1. De bestaande niet vergunde productie van 25.000 ton/jaar wordt gelegaliseerd. 2. De vergunde fijn stofemissie van de koepeloven en de nok neemt toe met circa 3.200 kg/jaar als gevolg van het ontbreken van fijn stofemissie beperkende maatregelen van de afgassen uit de nok. 3. De vergunde emissies van de koepeloven en de nok van carcinogenen (nikkel, PAK) neemt toe met enkele kg/jaar. 4. De vergunde emissie van koolwaterstoffen uit de koepeloven en de nok neemt toe met circa 21.000 kg/jaar. De provincie schrijft als enig relevante en harde maatregel voor dat de door NIJG aangevraagde schoorsteen van 40 m tbv verdunning van de nokemissie zal worden gerealiseerd. Oftewel: schadelijke stoffen en stank worden over een groter gebied verspreid. 3 Aaname: 2000 productie uren. In werkelijkheid is dit lager bij een productie van 15.000 ton/jaar. Bedenkingen MOB , pagina 4/4