IMAGO EN VISIBILITEIT 1. IMAGO EN VISIBILITEIT IN DE PERS Vaststelling: - Jazz krijgt als genre slechts zeer weinig visibiliteit in de media. De media profileren zich tegenwoordig immers voornamelijk op zaken die al een zekere populariteit verworven hebben – in de praktijk meestal pop/rock. Ze zijn daarmee hun toonaangevende rol van vroeger verloren. In zekere zin is dat begrijpelijk, aangezien zowel kranten als radio en tv in eerste instantie zichzelf moeten verkopen. Echter, zelfs de gesubsidieerde openbare omroepen besteden slechts weinig aandacht aan de minder populaire genres. Jazz wordt weggeduwd in programmatiehoekjes met nauwelijks luisteraars. Ook de segmentatie levert problemen op: het feit dat jazz steeds apart wordt gestoken is een groot probleem. - hoofdredacties van grote media willen vooral sexy lifestyle stories. Zij zijn meer geïnteresseerd in de verhalen achter de artiesten, in hun persoonlijke levenssfeer dan in de muziek zelf. - Veel hangt af van de journalisten zelf en van de plaats die ze krijgen in de media om over jazz te berichten. - Vanuit journalistieke hoek wordt ook gezegd dat er in de rubrieken soms maar plaats is voor 1 of 2 mensen, wegens de keuzes van de hoofdredacteur. Er is niet genoeg plaats in de gedrukte media. In de recensies is er maar plaats voor 1 of 2 releases, en vaak kiest men dan voor de grote namen. Soms vind je ze enkel op de sites van de kranten. - Er wordt geopperd dat de pers vaak slecht geïnformeerd is. - Het is vaak de verantwoordelijkheid van de muzikant zelf om zichzelf te verkopen, maar veel muzikanten weigeren dit. Vaak zijn ze niet bezig met een mogelijk ‘cool’ en minder hermetisch imago. - Jazz komt aan bod op Klara en Jazz Middelheim wordt ondersteund door Klara. Maar meer mensen dienen in contact gebracht worden met Jazzmuziek. Jazz zou meer aan bod moeten komen op de bestaande radiozenders en op de openbare omroep. - Journalisten kiezen voor een project. Oorzaken: - Didier Wijnants benadrukt dat het een struggle is om aandacht te krijgen in de media puur voor de muziek alleen. Hij ervaart voortdurend hoe elitair jazz gepercipieerd wordt, en ziet dit als een globaal probleem in de media. - Alle projecten, klein of groot, komen in aanmerking zoalng ze maar interessant zijn. Maar volgens sommige journalisten bellen en mailen de muzikanten te weinig om hen op de hoogte te brengen over hun projecten. - Vroeger was alles voor de “hoge cultuur”, maar nu is het omgekeerd. Zo is jazz op de radio verschoven naar de programma’s laat op de avond. Daarnaast is er nu enkel andacht voor muzikanten als Toots of Jef Neve. In de Standaard is ‘slechts’ ruimte voor 1 cd per week. Journalisten bellen zelf naar de labels om de nieuwe releases te krijgen. Oplossingen: - Op welke media kunnen muzikanten zélf een verschil maken? Om jongeren te bereiken zijn digitale media, en social media in het bijzonder de uitgelezen tool. Zij geven de mogelijkheid om zélf zichtbaarheid voor jazz te creëren. Simon Korteweg vat het als volgt samen: de grote media als VRT creëren het label ‘publieksonvriendelijke muziek’ door jazz naar de daluren te verbannen. Muzikanten kunnen deze leemte aan jazz in de media opvangen door de investeren in goed uitgeruste websites. Het is een kwestie van de muziek zélf naar de mensen te brengen. - omgang met de pers? Actief mee bezig zijn: persteksten sturen, strategie uitbouwen. - hoe meer je beklemtoont dat jazz te weinig aanwezig is in de pers, hoe meer je jezelf als sector in een niche duwt. De strijd is niet anders dan binnen andere (niche)genres. Je hebt een andere insteek nodig dan ‘smeken om aandacht’! - meer gebruik maken van sprekende beelden. Publiek / lezers worden aangetrokken door beelden, eerder dan tekst of droge info (vormgeving!). - online/sociale media: aanwezigheid uitbouwen! De ene heeft hier meer talent voor dan de ander. Eerst publiek zoeken, creëren, en dan interactie genereren via verschillende kanalen. Heel belangrijk voor imago-opbouw. De jazz staat hier over het algemeen nog niet ver genoeg in. - vertellen van coherent verhaal is heel belangrijk om persaandacht te krijgen. Hier wordt wel in zekere mate rekening mee gehouden, bij contacten met journalisten. Wel moeilijk om te bepalen wat de moeite is om naar buiten toe te communiceren: wat meld je en wat niet? Niet blijven hangen in zelfbeklag en klagen over gebrek aan persaandacht. Er heerst een gevoel dat we niet de juiste tools hebben, dat we er niet in slagen zoals de poprock er wel in slaagt. Waar ligt dit aan? Soms ook de ‘verkeerde’ aandacht: vb. modereportage met jazzmuzikanten zonder referentie naar muziek. In de pop/rockwereld zou onderhandeld worden over wat wel en wat niet in dit soort reportage zou komen. Die reflex is er inderdaad niet geweest. Belangrijk om te streven naar de juiste aandacht: altijd checken, onderhandelen, nalezen,…! - Hierbij is het verhaal weer erg belangrijk. Zo is het verhaal België/Congo van Mixtuur of FES mooi te verkopen, maar wat is het verhaal van Fabian Fiorini? Je schrijft voor een breed publiek, dus je moet een verhaaltje hebben, je gebruikt geen moeilijke termen,... Een krant is immers een commercieel product en moet verkopen. - De gespecialiseeerde pers biedt wél veel ruimte aan, vooral op internet. Sommige journalisten doen pogingen om de jazz om vanuit een andere invalshoek te benaderen, en het een hippe, atractieve look mee te geven. - Jef Neve slaagde erin om een sterk imago op te bouwen. Tuur Florizoone gaat zelf zijn nieuwe cd op de redactie van Klara afgeven en hij wordt op Klara gedraaid. - De passage van Sam Vloemans en Jef Neve in de Laatste Show was goede reclame voor de sector. - Er is ook een generatie van cultuurliefhebbers voor wie radio, tv niet meer belangrijk zijn. Internet en sociale websites zijn voor jongeren vandaag veel relevanter communicatiekanalen. 2 IMAGO EN VISIBILITEIT BIJ HET PUBLIEK Vaststelling: - Imago van jazz bij het publiek: jazz is experimenteel, bouwt niet op herkenning en is per definitie dus niet weggelegd voor een groot publiek, grote verkoop of veel media aandacht. - aard van jazzmuzikanten? => geslotener, koppiger, minder extravert… zoeken misschien meer hun eigen weg. En gaan daardoor trager vooruit. - het feit dat jazz voornamelijk instrumentale muziek is, is een rem op de populariteit. - De term ‘jazz’ is tegenwoordig helaas erg belegen en geladen – men denkt te dikwijls aan een rokerig, obscuur cafeetje vol intellectuelen. Dat is een verkeerd beeld. Er zijn bijvoorbeeld meer dan genoeg jazzensembles die in klassieke concertzalen of rockclubs spelen. Daarnaast is het ook niet altijd even duidelijk wat we nu net onder ‘jazz’ verstaan. - Niet enkel jazz heeft te kampen met imago- en visibiliteitsproblemen. Ook andere non-mainstream genres als klassiek, hedendaags klassiek en wereld zijn niet bepaald populair. Reden te meer om als sector naar buiten te komen en het genre te promoten. Daarom is er dringend nood aan een gemeenschappelijke taal. - Jazz wordt vaak als moeilijke muziek gepercipieerd om dat het meestal voornamelijk instrumentaal is. Wanneer er een stem bijkomt is het voor vele mensen vaak al gemakkelijker. - De meeste muzikanten willen in de eerste plaats spelen. Ze hebben niet altijd zin om met communicatie enzo bezig te zijn. Het probleem is dat er in de jazz veel aparte, individuele muzikanten zijn. Daarnaast kan een manager in de jazzwereld niet van een % leven. - Het is moeilijk om jezelf te verkopen, maar het is minstens even moeilijk om iemand te vinden die serieus genoeg is om een deel vanhet werk voor jou te doen. Oorzaken: - Dit imagoprobleem kunnen we o.a. verklaren aan de hand van de geschiedenis van het genre. Het genre heeft zich steeds moeten profileren als serieuze en high-brow muziek. Jazz is ontstaan als muziek van de zwarte slaven in Amerika, en heeft steeds voor haar legitimiteit moeten vechten. Dat heeft bij het publiek een verkeerd beeld doen ontstaan dat weggewerkt moet worden. We moeten tonen dat jazz ook heel leuk kan zijn. - De term moet opengetrokken worden, aangezien er ook steeds meer cross-overs plaatsvinden met andere artistieke genres (zoals film en graphic novel). - Vaak is daarbij zelfs het absolute basismateriaal niet aanwezig, zoals foto’s of filmpjes. Die dingen kosten immers geld. Oplossingen: - Matthieu Durand stelt dat er inderdaad veel mensen au fond voor de muziek komen, maar dat ook al die mensen die toevallig naar een concert komen een belangrijk publiek zijn. Het zijn deze mensen die een potentieel nieuw trouw publiek voor jazzmuziek kunnen vormen. Belangrijk om dus ook indirect mensen warm te maken voor jazzconcerten ‘by creating desire’. - Hanne Valckenaers: experte uit pop-rocksector op vlak van communicatie, marketing,…=> Milowverhaal: combinatie van verschillende factoren. Blijven doorduwen, erin blijven geloven, hard werken, zelf investeren,… - verhaal Jef Neve: combinatie van verschillende factoren: toegankelijke muziek, sympathieke kerel, goede omkadering,… de weinige aandacht in de pers voor jazz gaat bijna altijd over Jef Neve. = doehet-zelf-verhaal: onvoorstelbaar wat een figuur als Jef Neve allemaal ZELF doet. Is nodig om een project te dragen, om een publiek op te bouwen (ook in het buitenland). - via sociale media publiek naar eigen website (tickets!) leiden - vraag bij JazzLabSeries: recente vormgeving komt raar over bij Waalse partners (is dit misschien hip in Vlaanderen?). Verschil in smaak? Er werd gekozen voor fotoshoots (niet op scène). => fout of goed bestaat niet (generatieverschillen, smaakverschillen,…) . Wel bewust zijn van de smaak van je (potentiële) publiek. - wordt in poprock een bepaalde trend gevolgd? Niet volgens Luc Gulinck: ook geen kant-en-klaar recept! Kiezen voor wat in het oog springt, langetermijndenken. - Toine Thys: coaching voor muzikanten (o.a. om met de pers om te gaan), bestaat nu in Wallonië, maar weinig interesse (?). Vooral behoefte aan heel concrete, persoonlijke coaching (op maat). Poppunt doet in Vlaanderen heel goed werk op vlak van pop/rock + conservatoria, PHL die op zakelijk vlak coaching geven - Muzikanten die hun eigen weg hier niet in vinden, zouden dit voor zichzelf moeten kunnen toegeven, en er iemand anders opzetten. - proberen om heel het verhaal te laten kloppen (klank, licht, omkadering, …) en inspelen op beleving - imago is in de mond-aan-mond-promotie enorm belangrijk! - Jazz kan ook heel toegankelijk zijn. Daar moeten we met de hele sector achter staan. We mogen ons niet langer profileren als een niche, maar ook via andere kanalen proberen onze muziek naar buiten te brengen. Ze mag niet enkel in jazzprogramma’s afgespeeld worden, maar ook in meer mainstream programma’s. - Een groot deel van de mensen die nog niet naar jazz luisteren moeten daarnaast ook beseffen dat ze eigenlijk vaker dan ze denken naar jazz luisteren, en het ook goed vinden – de katten uit The Aristocats bijvoorbeeld. Jazz is overal, het publiek moet het gewoon nog beseffen. Niet zelden hebben mensen tijdens een jazzoptreden een Aha-erlebnis: “Aha, is dit óók jazz? Dat is interessant!”. Drempelverlagende initiatieven werken echter niet altijd! Gratis optredens bijvoorbeeld lokken vaak disrespect uit; er wordt veel gepraat en weinig opgelet. Als organisator moet je je daar voldoende in voorzien, en bijvoorbeeld de bar niet te dicht tegen het podium installeren. - - Het volstaat niet meer om enkel te spelen. Die tijden zijn voorbij. Dertig jaar geleden was dat helemaal anders. Als muzikant word je verplicht om constant verschillende dingen te doen. - Er moet een verhaal rond de artiest gecreëerd worden. Dit is een zeer complex gegeven, maar is erg belangrijk. Dat moet bovenkomen in de programmabrochure, de directheid bij optredens, enzoverder. - De artiest heeft mee de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat de zaal vol zit! Een artiest die enkel komt spelen, en zich van de rest niets aantrekt is zeer nefast! - Een artiest moet niet enkel bestaan op het moment dat hij een project heeft. Continuïteit is het toverwoord. Men moet zijn publiek fideliseren. Artiesten moeten een vertrouwenskapitaal opbouwen. Dat heeft ook te maken met hun persoonlijkheid en aanwezigheid, zowel voor, tijdens als achter optredens. Zoiets neemt echter veel tijd en middelen in beslag. - Babel: Het verhaal is inderdaad belangrijk. Zo is FES een goed voorbeeld. Hun RIP reeks is een grappig verhaal en spreekt tot de verbeelding. Het leidt tot heel wat inspiratie om vragen te stellen tijdens het interview: “Wat is de dood?”, “ Wat is begrafenismuziek?” Welke muziek spelen ze volgens jullie in de hemel?”, ... De muziek an FES is intensief, maar gemengd met het interview, de verhaaltjes etc geeft dit een leuk geheel. - Tytgat: De muzikanten die airplay krijgen hebben iemand achter zich: een management, een zaal zoals de Vooruit, een label,... Ook muzikanten die zichzelf kunnen verkopen, geraken verder. - Tuur: Ik betaal een persoon een % om contracten na te lezen en te adviseren omtrent auteursrecht. - Mathieu Durand (Criss Cross Jazz)Hij geeft aan dat het serieuze en complexe imago van jazzmusici dient bijgesteld te worden. Het is sowieso geen’ musique de tête’. De persoonlijkheid van een muzikant, los van zijn muziek, kan het publiek naar zijn of haar muziek brengen. Wanneer het dus minder serieus is dan wordt de drempel lager. Niet iedereen kan of wil natuurlijk persoonlijk tot een publiek spreken. - Het voorbeeld van het kleine festival Jazzenede toont echter dat je het publiek wel naar jazz kan lokken, door het bijvoorbeeld familievriendelijk te maken en langs deze weg het publiek als het ware op te voeden. - Nogmaals wordt de nood aan organisatie en centralisatie opgeworpen. Niemand neemt blijkbaar de verkoopsstrategie en de communicatie op zich, of toch niet genoeg. Er zijn veel jazzmuzikanten en dito concerten, dus men kan hier gerust spreken van een jazz community. En dit komt niet genoeg aan bod buiten de kring van liefhebbers. Het lijkt nog allemaal te veel incrowd. Er moet bv. Via blogs, sociale media, televisie etc. Een opening naar andere genres en cultuurproducten worden gemaakt, zodat jazz niet in een gesloten kringetje blijft. - Spotify. Dit is 1 van de manieren waarmee het publiek nieuwe muziek ontdekt en met elkaar deelt. Dit werkt redelijk genreoverschrijdend. - De zaal vullen voor een concert is een gedeelde verantwoordelijkheid. Een organisator of een journalist kan niet alleen voor een volle zaal zorgen. Soms ligt het probleem deels bij de artiest zelf. Veel artiesten hebben geen cd of foto van een goede kwaliteit. Sommige artiesten steunen volledig op de organisator om de zaal te vullen, anderen brengen een mailinglist mee. In het tweede geval is het voor de organisator veel leuker werken. De manier waarop je als artiest communiceert met je publiek, en niet alleen door je muziek, is belangrijk: door het aanleggen van een mailinglist en het creëren van een facebookpagina kun je in contract blijven met de personen die interesse tonen voor jouw muziek. Je kunt je communicatie aanpassen aan je publiek. Als je op een podium staat ben je naast muzikant ook entertainer. Podium présence is ook belangrijk. Vroeger kwamen jazzmuzikanten in pak op het podium. Bij Free Jazz kun je je moeilijk in een kostuum hijsen … Als je je publiek kent, weet je hoe je het kan bereiken. Iedereen moet deels zijn eigen verhaal schrijven … 3 VERSCHEIDENHEID IN PUBLIEK Vaststelling: - Verscheiden publiek verschil in publiek (leeftijdscategorie).: tweesporenbeleid: traditionelere publiek vs jong publiek. - Is de term ‘jazz’ beperkend? Er zijn meer mensen die zeggen dat ze niet van jazz houden, dan mensen die zeggen dat ze niet van pop-rock houden, terwijl ze misschien als genre even divers en uiteenlopend zijn. Jazz schrikt mensen af, terwijl als je de benaming zou weglaten bij concerten, er wel publiek zou zijn. Heeft te maken met imago, beeldvorming. (ander label vb. impro/geluidskunst klink voor mensen misschien interessanter). Jazz heeft negatieve connotatie (bij jongeren vooral?). Dit wordt door anderen dan weer tegengesproken: de term jazz werkt ook als lokmiddel voor een bepaald publiek (die dan achteraf soms teleurgesteld zijn omdat het concert niet ‘jazz’ genoeg was). - We zijn er zeker van dat er een jazzpubliek bestaat. De grote jazzfestivals hebben een groot vast publiek. Ze komen echter niet altijd ook naar de zalen. Oorzaken: - Jazz zijn verschillende genres - Eén van de grootste problemen waar het genre nog steeds mee te kampen heeft, is immers het feit dat jazz in de eerste plaats een nichegenre is, en een erg versplinterd publiek heeft. Oplossingen: - Duidelijker communiceren, gerichter - bepaald deel van publiek is nog niet vertrouwd met sociale media: loket, klassieke kanalen (mondaan-mond) - We moeten de mensen die wel degelijk naar jazzfestivals en –concerten komen gebruiken als ambassadeurs. Mond-op-mondreclame werkt in deze digitale tijden nog steeds het best, en daar moeten we zeker gebruik van maken. - In zekere zin is het ook een beetje de taak van het onderwijs om mee de mentaliteitsverandering te ondersteunen. Jazz wordt daar maar al te vaak weggestoken in een aparte afdeling, en is dikwijls niet echt prominent aanwezig. - De rol van communicatie is in de eerste plaats het identificeren van het publiek, en ze aanspreken via hun eigen communicatiekanalen. Dit kan op verschillende manieren gebeuren. Er zijn immers steeds meer tools om mensen te contacteren. We moeten dezelfde taal spreken als het publiek. Echter, door de versnippering van het veld zijn er verschillende publieken. Die moeten allemaal apart bereikt worden. Jongeren kunnen bijvoorbeeld veel makkelijker aangesproken worden met multimediamateriaal als filmpjes op Facebook dan met een lange tekst ergens op een website. - Initiatieven zoals Octurn die voor een volle zaal bij UCL speelt, Tuur Florizoone die voor de feministenbond speelt etc - Jazz naar scholen en universiteiten brengen.