Röntgenonderzoek (van de nieren en de blaas, IVP) Binnenkort heeft u een afspraak voor een röntgenonderzoek. Bij dit onderzoek maakt de laborant foto’s van de nieren en de blaas. In deze folder kunt u lezen wat er gebeurt bij een onderzoek van de nieren en de blaas en waar u aan moet denken. Om deze organen voor röntgenstraling zichtbaar te maken, wordt gebruik gemaakt van contrastvloeistof die via een infuus wordt ingebracht. Straling Röntgenstralen kunnen nadelig zijn voor de mens omdat zij niet kunnen worden gezien of gevoeld. Overigens staat iedereen bloot aan straling vanuit de kosmos en directe omgeving. Van alle straling die een mens gedurende zijn leven kan oplopen, is het aandeel daarvan door medische toepassingen berekend op 16% van het totaal. Radiodiagnostiek neemt slechts een klein deel van dat totaal voor haar rekening. Dat neemt niet weg dat iedere toepassing zorgvuldig moet worden afgewogen en altijd beschermende maatregelen worden genomen om geen onnodig risico te lopen. Als u zwanger bent of hierover onzeker bent, dient u dit voor het onderzoek te melden. Röntgenstraling kan schadelijk zijn voor het ongeboren kind. Neem hierover tijdens kantooruren contact op met de afdeling radiologie. Als u overgevoelig bent voor contrastvloeistof of jodium, wilt u dit dan vóór het onderzoek melden aan de laborant? Heeft u een operatie van de buik gehad, wilt u dit dan melden aan de laborant? Voorbereiding • Baby' s: Op de dag van het onderzoek de laatste voeding minimaal vier á vijf uur voor het afgesproken onderzoek even, daarna nuchter laten blijven. Dat betekent niets eten of drinken. Niet laxeren. Wilt u eventueel wat drinken meenemen voor na het onderzoek? • Kinderen tot 12 jaar: Op de dag van het onderzoek niets meer eten of drinken tot na het onderzoek. Wilt u eventueel wat eten of drinken meenemen voor na het onderzoek? • Volwassenen: U dient óp de dag van het onderzoek vanaf 00.00 uur ‘s nachts volledig nuchter te zijn (niet eten, drinken, roken of kauwen van kauwgom). Bij medicijngebruik kunt u uw medicijnen tot één uur voor het onderzoek met wat water innemen. Dag van het onderzoek U meldt zich vijf minuten voor de afgesproken tijd bij de receptie van de afdeling radiologie. De afdeling is te vinden op A1. Datum: .............dag ......./......./20...... Tijd onderzoek: .............. uur, Ede. Aanwezig:........................uur, Ede. Nadat u zich gemeld heeft, wacht u in de wachtruimte tot de laborant u komt halen. In de kleedruimte kleedt u zich uit. U kunt een hemd of t-shirt (zonder knopen of metaal!) aanhouden. Draag bij voorkeur makkelijke kleding en neem zonodig een los hemd of t-shirt mee. De laborant haalt u op uit de kleedruimte. Het onderzoek Het onderzoek wordt uitgevoerd door de laborant in samenwerking met een radioloog. Nadat u plaats heeft genomen op de onderzoekstafel, zal de laborant eerst een foto van de hele buik maken. Daarna brengt de radioloog in een bloedvat in de arm een plastic hulsje in. Via dit hulsje wordt contrastvloeistof ingespoten. Via het bloedvatstelsel komt de contrastvloeistof in de nieren terecht. De nieren halen deze contrastvloeistof uit het bloed en voeren deze af naar de blaas. Het plastic hulsje blijft gedurende het hele onderzoek in uw arm zitten. Zonodig wordt er later in het onderzoek nog wat contrastvloeistof bijgespoten. Het is mogelijk dat u tijdens het inspuiten van de contrast- vloeistof een warm gevoel krijgt in het hele lichaam, dat begint in de keel. Dat gevoel verdwijnt weer snel. Na de injectie van de contrastvloeistof worden foto’s van de nieren en daarna van de blaas gemaakt. Bij sommige foto’s wordt een strakke band over uw buik gelegd. Door deze band wordt druk op uw buik uitgeoefend, waardoor wordt voorkomen dat de contrastvloeistof te snel naar de blaas wordt afgevoerd. Aan de hand van elke gemaakte foto wordt in overleg met de radioloog bepaald hoe en wanneer de volgende foto wordt gemaakt. Het gehele onderzoek duurt ongeveer 30 tot 45 minuten. Uw specialist heeft na ongeveer vier werkdagen de uitslag van het onderzoek. Na het onderzoek Na het onderzoek kunt u weer gewoon eten en drinken. Door voldoende te drinken, plast u de restanten van de contrastvloeistof snel uit. Complicaties (bijwerkingen) Uw behandelend specialist informeert u over de mogelijke complicaties van dit onderzoek. Onderstaand staan de belangrijkste nog eens genoemd. - ontsteking van de ader, waarin de vloeistof wordt gespoten. Deze ontsteking kan bestreden worden met een nat verband of een ontstekingsremmende zalf. - misselijkheid, die optreedt zodra de vloeistof in de ader wordt gespoten. - galbulten en niezen. - hartproblemen. Bij patiënten met hartklachten kunnen hartproblemen optreden indien veel van het contrastmiddel tegelijk in de ader wordt ingespoten. De kans hierop is met de moderne middelen erg klein. Als u hartpatiënt bent, verzoeken we u dit vóór aanvang van het onderzoek te vermelden. - verslechterde nierfunctie. De nierfunctie kan verslechteren, met name bij patiënten die al een slechte werking van de nieren hadden. Bij patiënten die ook suikerziekte hebben en hiervoor Glucophage (Metformin) gebruiken, wordt geadviseerd dit middel tijdelijk, gedurende 48 uur na de toediening van het ingespoten contrastmiddel, te staken. Vragen Als u nog vragen heeft over het onderzoek, stelt u die dan gerust aan de laborant. U kunt ook op werkdagen bellen naar de afdeling radiologie. Indien u uw afspraak niet kunt nakomen, verzoeken wij u dit tijdig (48 uur tevoren) door te geven. Wij kunnen dan nog een andere patiënt oproepen/plaatsen. Informatie Maandag t/m vrijdag tussen 08.00 - 17.00 uur, tel. (0318) 43 39 00. Afspraken en planning Maandag t/m vrijdag tussen 08.00 - 17.00 uur, tel. (0318) 43 39 00.