- Scholieren.com

advertisement
Biologie samenvatting H9
9.1
Huid
Beenderen (botten)
longen
Constant
lever
Darmkanaal
Spieren
Nieren
De lever
7 functies:
* opslag van glucose (glucogeen)
* produceren van bloedeiwit (fibrinogeen)
* het afbreken van eiwitten. Hierbij ontstaat ureum (afvalstof)
* produceren van gal
* het afbreken van rode bloedcellen wordt ijzer opgeslagen
* gifstoffen afbreken
* opslag vitamine+ mineralen
De nier
Maakt het werk van de lever af lever » slagader » nieren
(O2+afvalstoffen)
Afvalstoffen
(urineleider/blaas)
schoon bloed
(nierader)
De afvalstoffen die je nieren je bloed verwijderen, bestaan uit:
1. afbraakproducten uit de lever. VB. hiervan zijn ureum of afbraakproducten
van alcohol en medicijnen.
2. een overschot aan stoffen in het bloed, zoals zouten en vitamines.
3. overbodige stoffen in je bloed, zoals kleurstoffen in cola of biertjes.
De alvleesklier
 geeft zowel het hormoon glucagon als insuline af
 Insuline wordt gemaakt in de eilandjes van Langerhans
Glucose geeft energie aan je lichaam, je lichaam moet dus over genoeg glucose beschikken.
Daar zorgt je lever voor. De hoeveelheid glucose in je bloed wordt geregeld door regelstoffen of
hormonen. Een voorbeeld van een lichaamsproces dat door hormonen wordt geregeld, is het op peil
houden van de hoeveelheid glucose in je bloed.
Vlak na een maaltijd stijgt de hoeveelheid glucose in je bloed.
Je alvleesklier geeft dan meer van het hormoon insuline af.
Insuline regelt de opname van glucose vanuit je bloed in je lichaamscellen.
En ook de opslag van glucose.
Glucose wordt dan omgezet in glycogeen.
Je alvleesklier maakt ook het hormoon glucagon.
Deze regelt dat glycogeen weer wordt omgezet in glucose als er te weinig glucose in je bloed is.
Insuline
glucose
Glycogeen
glucose
Leren bron 6 blz. 66
9.2
Je huid bestaat uit:
Hoornlaag
*Opperhuid
Kiemlaag
*Lederhuid
*Onderhuidse bindweefsel
In de kiemlaag zitten cellen die korreltjes bruine kleurstof maken: pigment.
Pigment zorgt ervoor dat de UV-straling niet diep je huid binnendringt.
Melanocyten in de kiemlaag maken pigmentcellen » melanine.
Om de celkernen te beschermen.
Dit gebeurt onder in vloed van UV-straling
Hoe meer UV-straling op je huid, hoe meer pigment gevormd wordt.
Bij een wondje kan er vuil met bacteriën in komen.
Een wondje wordt zo snel mogelijk dichtgemaakt door bloedstolling
Bloedvat is beschadigd
Spieren in het bloedvat
trekken samen.
Bloedplaatjes kleven
aan de wond.
Eiwit komt vrij uit
de bloedplaatjes.
Bloedtoevoer wordt
verminderd.
Er ontstaat een bloedpropje.
Fibrinogeen wordt
omgezet tot Fibrine.
Er ontstaat een korst
van vast Fibrine.
Op temperatuur blijven:
 Je koelt af door het wijder worden van bloedvaatjes in de huid en door zweten
 Je houdt warmte vast doordat bloedvaatjes in de huid nauwer worden en door het vet in het
onderhuidse bindweefsel.
 Door rillen en kippenvel ontstaat extra warmte.
Verbrandingen:



1e graads verbranding: huid wat rood, huid herstelt vanzelf na een antal dagen
2e graads verbranding: de opperhuid of lederhuid is wel beschadigd, er kunnen blaren
ontstaan.
3e graads verbranding: de tweede laag tot aan het onderhuis bindweefsel verwoest en kan vaak
niet meer herstellen (huidtransplantatie)
9.3
Externe milieu:
Interne:



Infectie
Bacteriën
schimmels
virussen
Bacteriën delen zich en worden in grotere hoeveelheden schadelijk voor het lichaam,
door de stoffen die een bacterie produceert.
Antibiotica: schimmel die bacteriën onschadelijk maakt.
Wittel bloedcellen worden geproduceerd in beenmerg en rijpen in de lymfklieren.
Hierin zijn 2 typen te onderscheiden:
 fagocyten (vreetcellen)
 lymfocyten (antistofcellen)
Fagocyten:
 komen in actie bij o.a. een wondje
 werken algemeen



de bacterie wordt ingesloten in de cel
de cel sterft
er ontstaat etter
lymfocyten:
 werken specifiek
 maken een antistof tegen de ziektewekker


lymfocyten labellen de bacterie zijn antigen met de antistof
hiermee maakt de lymfocyten het antigen onschadelijk
Immuniteit:
Kunstmatig
Natuurlijk
Actief
(witten bloedcellen
maken het zelf)
Passief
(het word ingespoten en je witte
bloedcellen gaan het maken)
1.
2.
3.
4.
natuurlijk actief= lichaam maakt zelf antistoffen
natuurlijk passief= In moedermelk bevinden zich antistoffen voor het kind
kunstmatig actief= zwak antigen word ingespoten, lichaam maakt antistof (vaccin)
kunstmatig passief= Antistoffen worden ingespoten (serum) bijv. bij een slangenbeet
vaccin= 1 antistof
serum= combinatie van antistoffen
Chronische ziekten:
 Van een chronische ziekte heb je je hele leven last.
 Voorbeelden daarvan zijn diabetes, nierfalen en astma.
9.4
Door te veel vet eten ontstaan er aan de binnenkant van je bloedvaten ophopingen van vetachtige
stoffen, vooral cholesterol.
Je bloedvaten worden nauwer en daardoor kan je bloed minder goed stromen.
Je hart moet dan harder pompen om je bloed toch door een vernauwd bloedvat te laten stromen.
Daardoor krijg je een te hoge bloeddruk.
Door een bypass wordt het bloed om de vernauwing geleid.
Ophoping van cholesterol in de slagaders van je hart geeft ernstige problemen.
Als in de kransslagaders een vernauwing optreed krijgt een deel van je hart te weinig zuurstof.
Dit deel van het hart sterft af.
Een patiënt merkt dat als een hartinfarct: pijn op de borst, duizelig en snel moe.
2 manieren wat je dan kan doen;
1. dotter- stent behandeling
2. bypassopperatie
*Door roken krijg je hoge bloeddruk, kapotte longblaasjes en een verhoogde kans op longkanker.
*Alcohol zorgt voor hoge bloeddruk en beschadigt allerlei organen.
9.5
Als je door een ongeluk of operatie veel bloed verliest, heb je nieuw bloed nodig.
Dat gebeurt door een bloedtransfusie. Het bloed komt van een bloeddonor en jij bent de ontvanger.
Bloedgroepen
Bloedgroep A heeft antigeen A en antistof B
Bloedgroep B heeft antigeen B en antistof A
Bloedgroep AB heeft antigeen A en B en geen antistof
Bloedgroep O heeft geen antigeen en antistof A en B
O
A
B
A-B
De ontvanger mag geen antistoffen in z’n bloedplasma hebben, tegen het antigeen op de bloedcellen
van de donor.
Antistof A komt dus in actie als je zelf geen antigeen A hebt en bloed krijgt van een donor met
bloedgroep A.
Bloedklontering;
Door de antistoffen in het bloedplasma ‘plakken’ de rode bloedcellen die je gekregen hebt
Download