het ruimteschip de ufo de raket het buitenaards wezen het ruimtepak de helm de mouw de broekspijp dag nacht de schaduw donker licht zwaartekracht gewichtsloos zweven of vliegen de maan nieuwe maan halve maan volle maan sikkel (wassende maan) afnemende maan de astronaut de ruimtevaart de ruimtereis de ruimtereis lanceren/opstijgen/ vertrekken onderweg/halverwege de aankomst aankleden en uitkleden aantrekken uittrekken opzetten open en dicht ritsen afzetten het commandocentrum luisteren de microfoon praten met elkaar inademen de lucht/de zuurstof uitademen de zuurstoftank het besturingssysteem de cockpit onbemand controleren bemand de knopjes in orde het heelal de planeten de sterren de maan de aarde de krater de zon boven/bovenop/bovenin naast aan de zijkant beneden/onder/onderop ver weg dichtbij vooraan het midden/middenin achteraan de emoties zenuwachtig dapper nieuwsgierig kalm